EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0488

2010/488/Euratom: Besluit van de Raad van 16 november 2009 houdende goedkeuring van de sluiting door de Commissie van een overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Federale Republiek Brazilië bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

PB L 242 van 15/09/2010, p. 33–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/488/oj

Related international agreement

15.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/33


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 november 2009

houdende goedkeuring van de sluiting door de Commissie van een overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Federale Republiek Brazilië bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

(2010/488/Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In overeenstemming met de richtsnoeren van de Raad van 22 juli 2008 heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd over een Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Federale Republiek Brazilië bij onderzoek op het gebied van fusie-energie.

(2)

De sluiting van de overeenkomst door de Commissie dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

De sluiting, door de Commissie, voor en namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Federale Republiek Brazilië bij onderzoek op het gebied van fusie-energie, wordt goedgekeurd.

De tekst van deze overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, 16 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitster

C. MALMSTRÖM


Top

15.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/34


OVEREENKOMST

inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Federale Republiek Brazilië bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE (EURATOM),

en

DE REGERING VAN DE FEDERALE REPUBLIEK BRAZILIË,

(hierna „de partijen” genoemd),

OVERWEGENDE dat in de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Federale Republiek Brazilië, ondertekend op 19 januari 2004, de partijen zich ertoe hebben verbonden de samenwerking te bevorderen op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling;

VERLANGEND de ontwikkeling van fusie-energie als uit milieuoogpunt potentieel aanvaardbare, economisch concurrerende en vrijwel onbeperkte energiebron te blijven bevorderen;

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Doelstelling

Doel van deze overeenkomst is de samenwerking tussen de partijen op de door hun respectieve kernfusieprogramma’s bestreken gebieden te intensiveren op basis van wederzijds voordeel en algemene wederkerigheid, teneinde het wetenschappelijk inzicht en de technologische bekwaamheid die aan een systeem voor het opwekken van fusie-energie ten grondslag liggen, te ontwikkelen.

Artikel 2

Gebieden waarop wordt samengewerkt

De gebieden waarop in het kader van deze overeenkomst wordt samengewerkt, zijn onder meer:

a)

tokamaks, met inbegrip van de grote projecten van de huidige generatie en van activiteiten in verband met die van de volgende generatie;

b)

alternatieven voor tokamaks;

c)

de technologie van fusie-energie met magnetische opsluiting;

d)

plasmatheorie en toegepaste plasmafysica;

e)

programmabeleid en planning, alsmede

f)

andere gebieden, zoals door de partijen onderling schriftelijk overeengekomen, voor zover zij onder hun respectieve programma’s vallen.

Artikel 3

Vormen van samenwerking

1.   De samenwerking in het kader van deze overeenkomst kan, zonder zich daartoe te beperken, de volgende vormen aannemen:

a)

de uitwisseling en verstrekking van informatie en gegevens over wetenschappelijke en technische activiteiten, ontwikkelingen, praktijken en resultaten, alsmede over programmabeleid en planning, met inbegrip van de uitwisseling van vertrouwelijke informatie onder de in de artikelen 6 en 7 bedoelde voorwaarden;

b)

de uitwisseling van wetenschappers, technici en andere specialisten voor overeengekomen perioden om deel te nemen aan experimenten, analysen, het maken van ontwerpen en andere onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten overeenkomstig artikel 8;

c)

de organisatie van seminars en andere bijeenkomsten om informatie over overeengekomen onderwerpen op de in artikel 2 genoemde gebieden te bespreken en uit te wisselen en om te bepalen welke activiteiten nuttig gezamenlijk kunnen worden ondernomen overeenkomstig artikel 5;

d)

de uitwisseling en verstrekking van monsters, materialen en uitrusting (instrumenten en onderdelen) voor experimenten, tests en evaluaties overeenkomstig de artikelen 9 en 10;

e)

de uitvoering van gezamenlijke studies, projecten of experimenten, inclusief het gezamenlijk ontwerpen, bouwen en beheren daarvan;

f)

het opzetten van datacommunicatieverbindingen zoals, maar niet beperkt tot, hulpmiddelen voor de analyse van gegevens op afstand, alsmede

g)

andere specifieke vormen van samenwerking zoals onderling schriftelijk door de partijen overeengekomen.

2.   De partijen coördineren de activiteiten in het kader van deze overeenkomst in voorkomend geval met andere internationale activiteiten in verband met onderzoek en ontwikkeling van kernfusie, teneinde doublures zoveel mogelijk te vermijden. Niets in deze overeenkomst wordt zo opgevat dat het afbreuk doet aan bestaande of toekomstige samenwerkingsregelingen tussen partijen.

Artikel 4

Coördinatiecommissie en uitvoerende secretarissen

1.   De partijen richten een coördinatiecommissie op om de uitvoering van activiteiten in het kader van deze overeenkomst te coördineren en te controleren. Elk van de partijen benoemt een gelijk aantal leden in de coördinatiecommissie en stelt één van de benoemde leden aan als hoofd van de delegatie. De coördinatiecommissie komt jaarlijks bijeen, beurtelings in de Federale Republiek Brazilië en in de Europese Unie, of op een andere overeengekomen tijd en plaats. Het hoofd van de delegatie van de ontvangende partij zit de bijeenkomst voor.

2.   Door de coördinatiecommissie worden de in het kader van deze overeenkomst bereikte vooruitgang en geplande activiteiten bestudeerd en worden in de toekomst binnen de werkingssfeer van deze overeenkomst gezamenlijk te ondernemen activiteiten voorgesteld, gecoördineerd en goedgekeurd, waarbij rekening wordt gehouden met de technische verdiensten en vereiste inspanning, zodat de overeenkomst tot wederzijds voordeel strekt en over het geheel genomen op wederkerigheid berust.

3.   Alle besluiten van de coördinatiecommissie worden met eenparigheid van stemmen genomen.

4.   Voor de perioden tussen de bijeenkomsten van de coördinatiecommissie wijst elke partij een uitvoerend secretaris aan die in alle aangelegenheden welke verband houden met de samenwerking in het kader van deze overeenkomst, namens haar optreedt. De uitvoerende secretarissen zijn verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van de samenwerking.

Artikel 5

Tenuitvoerlegging

1.   Elke partij wijst passende organen aan voor de tenuitvoerlegging van de onder deze overeenkomst vallende activiteiten.

2.   Wanneer de coördinatiecommissie een samenwerkingsactiviteit goedkeurt, keurt zij zo nodig ook een projectplan in het kader van deze overeenkomst goed.

3.   In elk projectplan worden de organen vermeld die zijn aangewezen om het project ten uitvoer te leggen en worden gedetailleerde bepalingen opgenomen inzake de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsactiviteit, inclusief het technische werkterrein, het beheer, de verantwoordelijkheid voor decontaminatie, de uitwisseling van vertrouwelijke informatie, de uitwisseling van uitrusting, de behandeling van intellectuele eigendom, de totale kosten, de verdeling van de kosten en het tijdschema.

Artikel 6

Beschikbaarheid en verspreiding van kennis

1.   Onverminderd de toepasselijke wetten en voorschriften en de bepalingen van deze overeenkomst geven elke partij en haar vertegenwoordigers de andere partij en haar vertegenwoordigers vrije toegang tot alle kennis waarover zij beschikken die voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst vereist is.

2.   De partijen en hun vertegenwoordigers bevorderen een zo ruim mogelijke verspreiding van de kennis die zij openbaar mogen maken en die ofwel gezamenlijk is ontwikkeld, ofwel bestemd is om in het kader van deze overeenkomst te worden verstrekt of uitgewisseld, met dien verstande dat vertrouwelijke kennis en uit deze overeenkomst voortvloeiende intellectuele eigendom moeten worden beschermd.

3.   Kennis die op grond van deze overeenkomst door een partij aan de andere partij wordt overgedragen, dient naar beste weten van de overdragende partij nauwkeurig te zijn, maar de overdragende partij garandeert niet dat de overgedragen kennis geschikt is voor een bepaalde aanwending of toepassing door de ontvangende partij of door derden. Kennis die door beide partijen gezamenlijk is ontwikkeld, dient naar het beste weten van beide partijen nauwkeurig te zijn. Geen van de partijen waarborgt de geschiktheid van die kennis voor een specifiek doeleinde, specifiek gebruik of specifieke toepassing voor een van de partijen of voor een derde partij.

Artikel 7

Intellectuele eigendom

Intellectuele eigendom die in de loop van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst is ontstaan of beschikbaar gesteld, wordt beheerd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage, die een integrerend deel van deze overeenkomst vormt en van toepassing is op alle activiteiten welke in het kader van deze overeenkomst worden uitgevoerd.

Artikel 8

Uitwisseling van personeel

De volgende bepalingen zijn van toepassing op de uitwisseling van personeel tussen de partijen of hun vertegenwoordigers in het kader van deze overeenkomst:

a)

elke partij zorgt ervoor dat voor de uitvoering van de in het kader van deze overeenkomst voorgenomen activiteiten gekwalificeerd personeel wordt geselecteerd met de vereiste bekwaamheden en deskundigheid. De uitwisseling van personeel wordt van tevoren schriftelijk overeengekomen in een briefwisseling tussen de partijen, waarin naar deze overeenkomst, de toepasselijke bepalingen inzake intellectuele eigendom en de relevante samenwerkingsactiviteit wordt verwezen;

b)

elke partij is verantwoordelijk voor de aan haar uitgewisselde personeel te betalen bezoldigingen, verzekeringen en vergoedingen;

c)

de detacherende partij betaalt de reis- en verblijfkosten van haar bij de gastinstelling van de ontvangende partij verblijvend uitgewisseld personeel, tenzij anders wordt overeengekomen;

d)

de ontvangende partij zorgt op basis van wederkerigheid en op een voor de andere partij bevredigende wijze voor geschikte woningen ten behoeve van het uitgewisselde personeel (en de gezinnen daarvan) van de andere partij;

e)

wat de administratieve formaliteiten (bijvoorbeeld het verkrijgen van visa) betreft, verleent de ontvangende partij alle nodige bijstand overeenkomstig haar relevante wet- en regelgeving aan het uitgewisselde personeel van de andere partij;

f)

elke partij zorgt ervoor dat het uitgewisselde personeel de algemene arbeids- en veiligheidsvoorschriften die voor de gastinstelling gelden, nakomt;

g)

elke partij mag op haar eigen kosten optreden als waarnemer bij specifieke proeven en analysewerkzaamheden van de andere partij op de in artikel 2 omschreven gebieden van samenwerking. Een dergelijke waarneming kan gebeuren via personeelsbezoeken waarvoor de ontvangende partij bij elke gelegenheid toestemming moet verlenen.

Artikel 9

Uitwisseling van uitrusting, monsters, materialen en reserveonderdelen

Wanneer onder andere uitrusting, instrumenten, monsters, materialen of noodzakelijke reserveonderdelen (hierna „uitrusting” genoemd) moeten worden uitgewisseld of door een partij of haar vertegenwoordigers moeten worden uitgeleend of geleverd aan de andere partij of haar vertegenwoordigers, gelden de volgende bepalingen voor de verzending en het gebruik van de uitrusting:

a)

de verzendende partij verstrekt zo spoedig mogelijk een gedetailleerde opgave van de uitrusting die beschikbaar zal worden gesteld, tezamen met de relevante specificaties en technische documentatie en informatie;

b)

de door de verzendende partij verschafte uitrusting blijft haar eigendom en wordt op een door de coördinatiecommissie te bepalen datum aan de verzendende partij teruggezonden, tenzij anderszins overeengekomen in het in artikel 5 bedoelde projectplan;

c)

de uitrusting wordt in de gastinstelling slechts in onderlinge overeenstemming tussen de partijen in gebruik gesteld, en

d)

de ontvangende partij voorziet in de nodige ruimten voor de uitrusting en zorgt voor voorzieningen zoals elektriciteit, water en gas en andere noodzakelijke middelen in overeenstemming met de onderling overeengekomen technische vereisten.

Artikel 10

Algemene bepalingen

1.   Elke partij voert de activiteiten waarin deze overeenkomst voorziet uit met inachtneming van haar toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en stelt middelen beschikbaar afhankelijk van de beschikbaarheid van toegewezen geldmiddelen.

2.   Tenzij de partijen uitdrukkelijk schriftelijk anderszins overeenkomen, worden alle uit de samenwerking in het kader van deze overeenkomst voortvloeiende kosten gedragen door de partij die deze maakt.

3.   Alle vraagstukken in verband met de interpretatie of tenuitvoerlegging van de overeenkomst die zich tijdens de looptijd voordoen, worden door partijen in onderling overleg geregeld.

4.   Deze overeenkomst is wat Euratom betreft van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van Euratom van toepassing is en op het grondgebied van de landen die als volledig geassocieerde derde staten aan het kernfusieprogramma van Euratom deelnemen.

Artikel 11

Looptijd, wijziging en opzegging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van de laatste schriftelijke kennisgeving waarbij de partijen elkaar in kennis stellen van het feit dat hun respectieve interne procedures, vereist voor de inwerkingtreding van de overeenkomst, zijn voltooid en van kracht zullen blijven gedurende vijf jaar, een termijn die automatisch wordt verlengd met aanvullende perioden van telkens vijf jaar, tenzij een partij de andere partij schriftelijk in kennis stelt van haar voornemen deze overeenkomst te beëindigen.

2.   Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd. Deze wijzigingen treden in werking op de datum van de laatste schriftelijke kennisgeving waarbij de partijen elkaar in kennis stellen van het feit dat hun respectieve interne procedures, vereist voor de inwerkingtreding van een wijziging, zijn voltooid.

3.   Alle gezamenlijke activiteiten en experimenten die op het tijdstip waarop deze overeenkomst afloopt, nog niet zijn voltooid, kunnen met inachtneming van de voorwaarden van deze overeenkomst worden voortgezet totdat zij zijn voltooid.

4.   Iedere partij kan deze overeenkomst en elk projectplan op elk moment opzeggen na schriftelijke kennisgeving van dit voornemen aan de andere partij. De opzegging wordt van kracht zes maanden na ontvangst van de kennisgeving, onverlet de rechten die op de datum van beëindiging voor iedere partij zijn voortgekomen uit deze overeenkomst of dit projectplan.

Ondertekend te Brasilia, op 27 november 2009, in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

JOÃO JOSÉ SOARES PACHECO

Voor de Regering van de Federale Republiek Brazilië

MARCOS NOGUEIRA MARTINS


BIJLAGE

INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN

Rechten met betrekking tot intellectuele eigendom welke in het kader van deze overeenkomst is voortgebracht of geleverd, worden als volgt toegekend:

I.   Toepassingsgebied

Deze bijlage is van toepassing op alle samenwerkingsactiviteiten die in het kader van deze overeenkomst worden ondernomen, tenzij uitdrukkelijk anderszins is overeengekomen.

II.   Houderschap, toekenning en uitoefening van rechten

A.

In de zin van deze overeenkomst heeft „intellectuele eigendom” de betekenis als vermeld in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967.

B.

Deze bijlage heeft betrekking op de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten, belangen en royalty’s tussen de partijen of hun overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerende organen. Elke partij waarborgt dat de andere partij de rechten op intellectuele eigendom, toegekend aan haar of haar overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerende organen, overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage kan verkrijgen. Deze bijlage laat de onderlinge verdeling van dergelijke rechten, belangen en royalty’s tussen een partij en de onderdanen daarvan, welke door de bij die partij gangbare wetten en praktijken bepaald wordt, ongewijzigd en onverlet.

C.

De beëindiging of het aflopen van deze overeenkomst is van generlei invloed op de uit deze bijlage voortvloeiende rechten of verplichtingen.

D.

(1)

In het geval van samenwerkingsactiviteiten van partijen of overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerende organen wordt intellectuele eigendom die voortkomt uit gemeenschappelijk onderzoek, d.w.z. onderzoek dat door beide partijen wordt gesteund, volgens onderstaande beginselen in een technologiebeheersplan (TBP) behandeld:

a)

de partijen of hun overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerende organen stellen elkaar binnen een redelijke termijn in kennis van intellectuele-eigendomsrechten die voortkomen uit deze overeenkomst;

b)

tenzij dit anderszins is overeengekomen, kunnen de rechten, royalty’s en belangen met betrekking tot intellectuele eigendom die uit gemeenschappelijk onderzoek is voortgekomen, zonder territoriale belemmering door elk van beide partijen of door hun overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerende organen worden benut;

c)

elke partij of overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerend orgaan neemt tijdig de nodige stappen om de intellectuele eigendom waarop zij overeenkomstig het TBP rechten en belangen verwerft, te beschermen;

d)

elke partij of overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerend orgaan heeft recht op een niet-uitsluitende, onherroepelijke licentie, vrij van royalty’s, om elke intellectuele eigendom die uit deze overeenkomst voortkomt, te gebruiken voor activiteiten die uitsluitend betrekking hebben op onderzoek, met inachtneming van de respectieve toepasselijke wetgeving van de partijen;

e)

bezoekende wetenschappers die hebben deelgenomen aan de totstandbrenging van intellectuele eigendom, verkrijgen intellectuele-eigendomsrechten en aandelen in de royalty’s die door de gastinstellingen worden verworven uit de terbeschikkingstelling van dat soort intellectuele-eigendomsrechten in het kader van het door de gastinstellingen gevoerde beleid. Wat bovengenoemde intellectuele-eigendomsrechten en aandelen in de royalty’s betreft, verleent een partij bezoekende wetenschappers geen minder gunstige behandeling dan zij aan haar eigen staatsburgers verleent. Bovendien heeft elke bezoekende, tot uitvinder benoemde wetenschapper het recht op een behandeling als onderdaan van de gastheerpartij wat prijzen, bonussen, voordelen of andere beloningen betreft, in overeenstemming met het beleid van de gastinstelling en de respectieve desbetreffende wetgevingen van de partijen.

(2)

In het geval van samenwerkingsactiviteiten die geen gemeenschappelijk onderzoek zijn als bedoeld in punt II, onder D. (1), verlangt elke partij, voor zover zulks volgens haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vereist is, van al haar deelnemers dat zij specifieke overeenkomsten aangaan met betrekking tot de uitvoering van gemeenschappelijk onderzoek en de onderscheiden rechten en plichten van de deelnemers. Wat intellectuele eigendom betreft, hebben de overeenkomsten doorgaans onder meer betrekking op eigendom, bescherming, gebruiksrechten ten behoeve van onderzoek, benutting en verspreiding, met inbegrip van regelingen voor gezamenlijke publicatie, rechten en plichten van bezoekende wetenschappers en geschillenbeslechtingsprocedures. De overeenkomsten kunnen ook betrekking hebben op andere kwesties, zoals toegang tot nieuwe en bestaande kennis, vergunningen en te leveren prestaties.

E.

Onder handhaving van de mededingingsvoorwaarden op gebieden die door de overeenkomst worden bestreken, tracht elke partij ervoor te zorgen dat de rechten die verkregen zijn uit hoofde van deze overeenkomst en op grond van gemaakte regelingen, op zodanige wijze worden uitgeoefend dat met name i) het gebruik van tot stand gekomen of anderszins beschikbaar gestelde informatie op grond van de overeenkomst en de verspreiding ervan voor zover dit in overeenstemming is met zowel de in de overeenkomst uiteengezette voorwaarden, de bepalingen van afdeling IV van deze bijlage en van alle regels die uit hoofde van de nationale wetten van de partijen zullen kunnen gelden voor de behandeling van gevoelige of vertrouwelijke informatie op nucleair gebied, en ii) de goedkeuring en tenuitvoerlegging van internationale normen worden aangemoedigd.

III.   Werken die onder het auteursrecht vallen

Overeenkomstig de voorwaarden van deze overeenkomst wordt auteursrecht dat aan de partijen of hun overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerende organen toebehoort, behandeld in overeenstemming met de door de Wereldhandelsorganisatie beheerde Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom.

IV.   Wetenschappelijke publicaties

Onverminderd de voor vertrouwelijke informatie geldende bepalingen van afdeling V, zijn de volgende procedures van toepassing:

A.

elke partij of overeenkomstig artikel 5 aangewezen uitvoerend orgaan heeft recht op een niet-uitsluitende, onherroepelijke licentie, vrij van royalty’s, om in alle landen informatie uit wetenschappelijke en technische tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken of andere media, die rechtstreeks het resultaat is van uit hoofde van deze overeenkomst door of namens partijen verricht gemeenschappelijk onderzoek, te vertalen, te reproduceren en openbaar te verspreiden.

B.

Bij alle werken waarop auteursrechten berusten die zijn opgesteld overeenkomstig deze bepaling, moeten de morele rechten van de auteur in acht worden genomen overeenkomstig artikel 6 bis van de Berner Conventie. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats een vermelding worden opgenomen met betrekking tot de medewerking en de steun van de partijen.

V.   Vertrouwelijke informatie

A.   Op schrift gestelde vertrouwelijke informatie

(1)

Elke partij stelt in een zo vroeg mogelijk stadium vast welke informatie zij vertrouwelijk wenst te houden met betrekking tot deze overeenkomst, waarbij onder meer de volgende criteria moeten worden gehanteerd:

a)

de informatie is vertrouwelijk, in die zin dat de gegevens, als geheel of in de exacte samenstelling van hun bestanddelen, niet algemeen bekend of met wettelijke middelen gemakkelijk toegankelijk zijn;

b)

de informatie heeft werkelijke of potentiële handelswaarde ingevolge de vertrouwelijkheid ervan, en

c)

er zijn door de persoon die met de leiding belast is, maatregelen getroffen die onder de omstandigheden redelijk leken om de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen. In bepaalde gevallen kunnen de partijen overeenkomen dat, behoudens andersluidende bepalingen, een deel van of alle informatie die tijdens het gemeenschappelijk onderzoek op basis van deze overeenkomst is verstrekt, uitgewisseld of tot stand gekomen, noch in haar geheel noch gedeeltelijk mag worden bekendgemaakt.

(2)

Elke partij ziet erop toe dat volgens de onderhavige overeenkomst als vertrouwelijk en dus als beperkt toegankelijk beschouwde informatie, op eenvoudige wijze door de andere partij als zodanig kan worden herkend, bijvoorbeeld door een kenteken of een opschrift. Dit geldt ook voor de gehele of gedeeltelijke reproductie van de desbetreffende gegevens. Een partij die op grond van een dergelijke overeenkomst vertrouwelijke informatie ontvangt, neemt de vertrouwelijkheid daarvan in acht. Die beperking wordt automatisch opgeheven wanneer de gegevens door de eigenaar ongelimiteerd worden bekendgemaakt.

(3)

Vertrouwelijke gegevens die ingevolge deze overeenkomst zijn medegedeeld, mogen wanneer dat nodig is door de ontvangende partij worden verspreid onder personen die in dienst zijn bij de ontvangende partij, met inbegrip van haar contractanten en andere betrokken departementen van de ontvangende partij welke voor de specifieke doeleinden van het lopende gemeenschappelijk onderzoek gemachtigd zijn, mits de vertrouwelijke gegevens worden beschermd overeenkomstig deze bijlage en de wetten en voorschriften van elke partij en, zoals boven vermeld, als zodanig gemakkelijk kunnen worden herkend.

B.   Niet op schrift gestelde vertrouwelijke informatie

Niet op schrift gestelde vertrouwelijke gegevens of anderszins beperkt toegankelijke informatie die worden verstrekt tijdens seminars en andere bijeenkomsten welke in het kader van de overeenkomst gehouden worden, of gegevens verkregen door de indiensttreding van personeel, het gebruik van voorzieningen of gemeenschappelijke projecten, worden door de partijen of hun vertegenwoordigers behandeld overeenkomstig de beginselen in verband met schriftelijke informatie welke in deze overeenkomst zijn vastgelegd, mits de ontvanger van dergelijke vertrouwelijke of anderszins beperkt toegankelijke gegevens uiterlijk op het moment dat die informatie wordt verstrekt, schriftelijk geattendeerd is op het vertrouwelijke karakter ervan.

C.   Beheer

Elke partij probeert ervoor te zorgen dat vertrouwelijke informatie die zij uit hoofde van deze overeenkomst ontvangt, wordt beheerd zoals in de overeenkomst is bepaald. Indien een van de partijen zich er rekenschap van geeft dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten A en B vervatte niet-verspreidingsbepalingen na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis. De partijen overleggen vervolgens om een passende gedragslijn te bepalen.

VI.   Geschillenbeslechting en nieuwe en onvoorziene typen van intellectuele eigendom

A.

Geschillen tussen de partijen onderling betreffende intellectuele eigendom worden beslecht overeenkomstig artikel 10, lid 3, van deze overeenkomst. Mits wederzijdse overeenstemming van de partijen kan een dergelijk geschil echter ook worden voorgelegd aan een internationaal arbitragehof met het oog op een bindende arbitrage overeenkomstig de geldende regels van het internationaal recht. Tenzij anderszins overeengekomen, gelden de arbitrageregels van de UNCITRAL.

B.

Indien één van beide partijen vaststelt dat een gezamenlijke activiteit die in het kader van deze overeenkomst is ondernomen, een nieuw type van intellectuele eigendom kan voortbrengen waarin niet is voorzien in een TBP of een overeenkomst tussen aangewezen uitvoerende organen, of indien andere onvoorziene problemen optreden, knopen de partijen onverwijld overleg aan om te waarborgen dat de bescherming, benutting en verspreiding van de betrokken intellectuele eigendom op hun onderscheiden grondgebieden naar behoren worden geregeld overeenkomstig hun nationale wetgeving.

Top