Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0036

    Besluit van de Raad van 29 april 2008 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds

    PB L 28 van 30/01/2010, p. 1–1 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/36(1)/oj

    Related international agreement

    30.1.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 28/1


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 29 april 2008

    inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds

    (2010/36/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, en artikel 300, lid 3, eerste zin,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In afwachting van de inwerkingtreding van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds, die op 29 april 2008 te Luxemburg werd ondertekend, moet de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds, (hierna „de Overeenkomst” genoemd), worden goedgekeurd.

    (2)

    De in de overeenkomst vervatte handelsbepalingen zijn van uitzonderlijke aard en verbonden met het in het kader van het stabilisatie- en associatieproces gevoerde beleid, en scheppen voor de Europese Unie geen precedenten ten aanzien van de handelspolitiek van de Gemeenschap in de betrekkingen met derde landen, andere dan die van de westelijke Balkan.

    (3)

    De overeenkomst moet worden ondertekend en goedgekeurd,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    1.   De Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds, de bijlagen en protocollen daarbij en de gemeenschappelijke verklaringen en de verklaring van de Gemeenschap die aan de slotakte zijn gehecht, worden namens de Gemeenschap goedgekeurd.

    2.   De in lid 1 bedoelde teksten zijn aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn namens de Europese Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen en de akte van goedkeuring neer te leggen, bedoeld in artikel 59 van de overeenkomst.

    Gedaan te Brussel, 29 april 2008.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    D. RUPEL


    SLOTAKTE

    De gevolmachtigden van de EUROPESE GEMEENSCHAP en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,

    hierna „de Gemeenschap” genoemd,

    enerzijds, en

    de gevolmachtigden van de REPUBLIEK SERVIË,

    hierna „Servië” genoemd,

    anderzijds,

    bijeengekomen te Luxemburg op negenentwintig april tweeduizend en acht voor de ondertekening van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Servië, anderzijds, hierna „de overeenkomst” genoemd, hebben de volgende teksten aangenomen:

    deze overeenkomst en de bijlagen I tot en met VI, namelijk:

    Bijlage I (artikel 6) – Tariefconcessies van Servië voor industrieproducten uit de Gemeenschap

    Bijlage II (artikel 11) – Omschrijving van producten van de categorie „baby beef”

    Bijlage III (artikel 12) – Tariefconcessies van Servië voor landbouwproducten uit de Gemeenschap

    Bijlage IV (artikel 14) – Tariefconcessies van de Gemeenschap voor visserijproducten uit Servië

    Bijlage V (artikel 15) – Tariefconcessies van Servië voor visserijproducten uit de Gemeenschap

    Bijlage VI (artikel 40) – Intellectuele-, industriële- en commerciële- eigendomsrechten

    en de volgende protocollen:

    Protocol 1 (artikel 10) – Handel tussen de Gemeenschap en Servië in bewerkte landbouwproducten

    Protocol 2 (artikel 13) – Wijn en gedistilleerde dranken

    Protocol 3 (artikel 29) – Definitie van het begrip „producten van oorsprong”en regelingen voor administratieve samenwerking

    Protocol 4 (artikel 38) – Staatssteun voor de ijzer- en staalindustrie

    Protocol 5 (artikel 41) – Wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken

    Protocol 6 (artikel 50) – Beslechting van geschillen

    De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Servië hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze slotakte zijn gehecht:

    Gemeenschappelijke verklaring inzake artikel 17 (SAO artikel 32)

    Gemeenschappelijke verklaring inzake artikel 40 (SAO artikel 75)

    De gevolmachtigden van Servië hebben kennis genomen van de volgende verklaring die aan deze slotakte is gehecht:

    Verklaring van de Gemeenschap en haar lidstaten.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE ARTIKEL 17 VAN DEZE OVEREENKOMST (SAO ARTIKEL 32)

    Met artikel 17 wordt beoogd toezicht te houden op de handel in producten met een hoog suikergehalte die verder zouden kunnen worden bewerkt, en te voorkomen dat de handel in suiker en producten waarvan de kenmerken niet wezenlijk daarvan verschillen, wordt verstoord.

    Bij de toepassing van dit artikel mag de handel in producten bedoeld voor eindconsumptie niet of zo min mogelijk worden verstoord.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE ARTIKEL 40 VAN DEZE OVEREENKOMST (SAO ARTIKEL 75)

    De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de overeenkomst intellectuele en industriële eigendom met name het volgende omvat: auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogramma's, en naburige rechten, de rechten voor databanken, octrooien en aanvullende beschermingscertificaten, industriële ontwerpen, handelsmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, geografische aanduidingen, met inbegrip van oorsprongsbenamingen, en bescherming voor kweekproducten.

    De bescherming van commerciële-eigendomsrechten omvat met name bescherming tegen oneerlijke mededinging, zoals bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, en bescherming van niet openbaar gemaakte informatie, zoals bedoeld in artikel 39 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs-overeenkomst).

    De partijen komen daarnaast overeen dat de mate van bescherming als bedoeld in artikel 40, lid 3, (SAO Artikel 75, lid 3) de beschikbaarheid van maatregelen, procedures en rechtsmiddelen zal omvatten als bedoeld in Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (1).


    (1)  PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45. Rectificatie in PB L 195 van 2.6.2004, blz. 16.

    VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN

    Overwegende dat de Gemeenschap uitzonderlijke handelsmaatregelen toekent ten behoeve van de landen die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie, met inbegrip van Servië op basis van Verordening (EG) nr. 2007/2000, verklaren de Gemeenschap en haar lidstaten:

    dat bij de toepassing van artikel 20 van deze overeenkomst (SAO Artikel 35), de meest gunstige van de eenzijdige autonome handelsmaatregelen van toepassing zijn, in aanvulling op de contractuele handelsconcessies die de Gemeenschap bij deze overeenkomst aanbiedt, zolang Verordening (EG) nr. 2007/2000 van de Raad van 18 september 2000 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie (1) van toepassing is;

    dat, in het bijzonder, voor de producten die vallen onder de hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief voorziet in een ad-valoremdouanerecht en in een specifiek douanerecht, de verlaging ook van toepassing is op het specifieke douanerecht, in afwijking van de desbetreffende bepaling van artikel 11, lid 2 (SAO Artikel 26, lid 2).


    (1)  PB L 240 van 23.9.2000, blz. 1.


    Top

    30.1.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 28/2


    INTERIMOVEREENKOMST

    betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

    hierna „de Gemeenschap” genoemd,

    enerzijds, en

    DE REPUBLIEK SERVIË,

    hierna „Servië” genoemd,

    anderzijds,

    hierna „de partijen” genoemd,

    OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

    (1)

    De Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds, (hierna „de Stabilisatie- en associatieovereenkomst” of „SAO” te noemen), is in Luxemburg op 29 april 2008 ondertekend.

    (2)

    De Stabilisatie- en associatieovereenkomst is bedoeld om nauwe en duurzame betrekkingen tot stand te brengen op grond van wederkerigheid en wederzijds belang, en om Servië in staat te stellen de reeds bestaande betrekkingen met de Europese Unie te versterken en uit te breiden.

    (3)

    Het is noodzakelijk de ontwikkeling van de handelsbanden te bevorderen door de eerder tot stand gebrachte betrekkingen te versterken en te verbreden.

    (4)

    Hiertoe moeten de bepalingen inzake de handel en aanverwante zaken van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst zo spoedig mogelijk ten uitvoer worden gelegd door middel van een interimovereenkomst (hierna „deze overeenkomst” te noemen).

    (5)

    Enkele van de bepalingen van protocol 4 inzake vervoer over land bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst, die betrekking hebben op het transitoverkeer, houden rechtstreeks verband met het vrije verkeer van goederen en worden daarom in deze overeenkomst opgenomen.

    (6)

    Aangezien contractuele structuren nog niet bestaan, wordt bij de Interimovereenkomst voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst een Interimcomité ingesteld.

    (7)

    De handel in bepaalde textielproducten valt onder de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië van 31 maart 2005, die bij de inwerkingtreding van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst vervalt,

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP

    Dr Dimitrij RUPEL,

    Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Slovenië,

    Voorzitter van de Raad van de Europese Unie

    Olli REHN,

    Lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Europese Commissie” te noemen), verantwoordelijk voor Uitbreiding

    SERVIË

    Božidar ĐELIĆ,

    Viceminister-president van de Republiek Servië

    HET VOLGENDE ZIJN OVEREENGEKOMEN:

    TITEL I

    ALGEMENE BEGINSELEN

    Artikel 1

    (SAO artikel 2)

    Eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, zoals deze zijn vastgesteld in de Universele Verklaring van de rechten van de mens en gedefinieerd in het Europees Verdrag betreffende de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa, eerbiediging van de beginselen van het internationale recht (waaronder volledige medewerking aan het Internationaal Strafhof voor het voormalige Joegoslavië) en de rechtsstaat en de beginselen van de markteconomie zoals deze zijn neergelegd in het document van de CVSE-conferentie van Bonn over economische samenwerking, vormt de grondslag van het binnen- en buitenlandse beleid van de partijen en is een essentieel element van deze overeenkomst.

    Artikel 2

    (SAO artikel 9)

    De overeenkomst moet volledig verenigbaar zijn met de relevante WTO-bepalingen, met name artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (GATT 1994) en artikel V van de Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten (GATS), en moet dienovereenkomstig worden uitgevoerd.

    TITEL II

    VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN

    Artikel 3

    (SAO artikel 18)

    1.   De Gemeenschap en Servië brengen in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst geleidelijk een bilaterale vrijhandelszone tot stand overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst, de GATT 1994 en de WTO. Daarbij houden zij rekening met de hieronder vermelde specifieke eisen.

    2.   In het handelsverkeer tussen de partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur.

    3.   Voor de toepassing van deze overeenkomsten omvatten douanerechten en heffingen van gelijke werking alle rechten en heffingen op de in- of uitvoer van goederen, met inbegrip van eventuele aanvullende heffingen of belastingen, maar geen:

    a)

    heffingen die gelijk zijn aan een binnenlandse belasting die wordt geheven overeenkomstig artikel III, lid 2, van de GATT 1994;

    b)

    antidumpingrechten of compenserende rechten;

    c)

    retributies of andere rechten evenredig aan de kosten van verleende diensten.

    4.   Het basisrecht waarop de in de overeenkomst vastgestelde opeenvolgende verlagingen worden toegepast, is voor elk product:

    a)

    het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschappen vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1) dat erga omnes daadwerkelijk wordt toepast op de dag van ondertekening van de overeenkomst;

    b)

    het door Servië toegepaste tarief (2).

    5.   Als na de ondertekening van deze overeenkomst tariefverlagingen op erga-omnesgrondslag worden toegepast, in het bijzonder verlagingen die:

    a)

    voortvloeien uit de tariefonderhandelingen in de WTO of,

    b)

    voortvloeien uit de toetreding van Servië tot de WTO of,

    c)

    worden ingevoerd na de toetreding van Servië tot de WTO,

    komen deze verlaagde rechten vanaf de datum waarop de verlagingen worden toegepast in de plaats van de in lid 4 bedoelde basisrechten.

    6.   De Gemeenschap en Servië delen elkaar hun respectieve basisrechten en eventuele veranderingen daarin mede.

    HOOFDSTUK I

    Industrieproducten

    Artikel 4

    (SAO artikel 19)

    Definitie

    Dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Servië, vermeld in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzondering van de producten genoemd in bijlage I, punt I, onder ii), van de Overeenkomst inzake de landbouw (WTO 1994).

    De handel tussen de partijen in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen, geschiedt in overeenstemming met de bepalingen van dat Verdrag.

    De overeenkomst is van toepassing op textielproducten die vallen onder de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de handel in textielproducten van 31 maart 2005.

    Artikel 5

    (SAO artikel 20)

    Concessies van de Gemeenschap voor industrieproducten

    1.   De douanerechten en heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn bij invoer in de Gemeenschap van industrieproducten van oorsprong uit Servië, worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.

    2.   Kwantitatieve beperkingen bij invoer in de Gemeenschap van industrieproducten van oorsprong uit Servië en maatregelen van gelijke werking worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.

    Artikel 6

    (SAO artikel 21)

    Concessies van Servië voor industrieproducten

    1.   De douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Servië van niet in bijlage I vermelde industrieproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.

    2.   Heffingen van gelijke werking als douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Servië van industrieproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.

    3.   De douanerechten die van toepassing zijn bij de invoer in Servië van de in bijlage I vermelde industrieproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden geleidelijk afgeschaft volgens het tijdschema in die bijlage.

    4.   Kwantitatieve beperkingen bij invoer in Servië van industrieproducten van oorsprong uit de Gemeenschap en maatregelen van gelijke werking worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.

    Artikel 7

    (SAO artikel 22)

    Rechten en beperkingen op uitvoer

    1.   Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de Gemeenschap en Servië alle douanerechten bij uitvoer en heffingen die eenzelfde effect op hun onderlinge handel hebben af.

    2.   De Gemeenschap en Servië schaffen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst wederzijds alle kwantitatieve beperkingen bij de uitvoer en alle maatregelen van gelijke werking af.

    Artikel 8

    (SAO artikel 23)

    Versnelde verlaging van het douanerecht

    Servië verklaart zich bereid zijn douanerechten in het handelsverkeer met de Gemeenschap sneller te verlagen dan in artikel 6 bepaald, als de algemene economische situatie in Servië en de situatie in de betrokken sector van de economie dat toelaten.

    Het Interimcomité analyseert de situatie dienaangaande en doet daarover aanbevelingen.

    HOOFDSTUK II

    Landbouw en visserij

    Artikel 9

    (SAO artikel 24)

    Definities

    1.   Dit hoofdstuk is van toepassing op de handel in landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Servië.

    2.   Met „landbouw- en visserijproducten” worden de producten bedoeld die vermeld zijn in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur en in bijlage I, punt I, onder ii), bij de WTO-overeenkomst inzake de landbouw.

    3.   Deze definitie omvat vis en visserijproducten die vallen onder hoofdstuk 3, de posten 1604 en 1605, en de onderverdelingen 0511 91, 2301 20 en ex19 02 20 („gevulde deegwaren, bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren”).

    Artikel 10

    (SAO artikel 25)

    Bewerkte landbouwproducten

    Protocol 1 bevat de handelsregeling voor de daarin genoemde bewerkte landbouwproducten.

    Artikel 11

    (SAO artikel 26)

    Concessies van de Gemeenschap voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Servië

    1.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Servië.

    2.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle douanerechten en heffingen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Servië, andere dan die van de posten 0102, 0201, 0202, 1701, 1702 en 2204 van de gecombineerde nomenclatuur.

    Voor de producten die vallen onder hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een „ad valorem”-douanerecht en een specifiek douanerecht voorziet, is de afschaffing uitsluitend op het „ad valorem”-deel van de douanerechten van toepassing.

    3.   Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de Gemeenschap de douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in de Gemeenschap van de in bijlage II gedefinieerde producten van de categorie „baby beef” van oorsprong uit Servië vast op 20 % van het recht ad valorem en 20 % van het specifieke recht als vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief, binnen een jaarlijks tariefcontingent van 8 700 ton geslacht gewicht.

    4.   Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst verleent de Gemeenschap rechtenvrije toegang aan invoer in de Gemeenschap van producten van oorsprong uit Servië van de posten 1701 en 1702 van de gecombineerde nomenclatuur, binnen een jaarlijks tariefcontingent van 180 000 ton (nettogewicht).

    Artikel 12

    (SAO artikel 27)

    Concessies van Servië voor landbouwproducten

    1.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Servië alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap.

    2.   Bij de inwerkingtreding van de overeenkomst gaat Servië over tot

    a)

    afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van de in bijlage III a) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap;

    b)

    geleidelijke afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van de in bijlage III b) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap volgens het voor ieder product in die bijlage vastgestelde tijdschema;

    c)

    geleidelijke vermindering van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van de in bijlage III c) en d) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap volgens het voor ieder product in die bijlage vastgestelde tijdschema.

    Artikel 13

    (SAO artikel 28)

    Het protocol inzake wijn en gedistilleerde dranken

    In protocol 2 is de regeling neergelegd die van toepassing is op de daarin genoemde wijn en gedistilleerde dranken.

    Artikel 14

    (SAO artikel 29)

    Concessies van de Gemeenschap voor vis en visserijproducten

    1.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van vis en visserijproducten van oorsprong uit Servië.

    2.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle douanerechten af op vis en visserijproducten van oorsprong uit Servië, andere dan die vermeld in bijlage IV. Op de in bijlage IV vermelde producten zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.

    Artikel 15

    (SAO artikel 30)

    Concessies van Servië voor vis en visserijproducten

    1.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Servië alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van vis en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap.

    2.   Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Servië alle douanerechten af op vis en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan die vermeld in bijlage V. Op de in bijlage V vermelde producten zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.

    Artikel 16

    (SAO artikel 31)

    Herzieningsclausule

    Rekening houdend met de omvang van het handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten tussen de partijen, de bijzondere gevoeligheden van die producten, de regels van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid van de Gemeenschap en het landbouw- en visserijbeleid van Servië, de rol van landbouw en visserij in de Servische economie en de gevolgen van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de WTO, alsmede de eventuele toetreding van Servië tot de WTO, onderzoeken de Gemeenschap en Servië uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, in het Interimcomité per product, systematisch en op basis van passende wederkerigheid, de mogelijkheden om elkaar verdere concessies te verlenen teneinde de handel in landbouw- en visserijproducten verder te liberaliseren.

    Artikel 17

    (SAO artikel 32)

    Vrijwaringsclausule voor landbouw en visserij

    1.   Onverminderd de andere bepalingen van deze overeenkomst, met name artikel 26, plegen beide partijen, indien, wegens de bijzondere gevoeligheid van de markten voor landbouw- en visserijproducten, de invoer van producten van oorsprong uit een partij waarvoor de concessies uit hoofde van de artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 zijn verleend, ernstige problemen veroorzaakt op de markt of voor de binnenlandse regelingen van de andere partij, zo spoedig mogelijk overleg om een passende oplossing te vinden voor het probleem. In afwachting van deze oplossing kan de betrokken partij de passende maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.

    2.   Wanneer de omvang van de invoer van de in bijlage V bij protocol 3 genoemde producten van oorsprong uit Servië samen 115 % bereikt van het gemiddelde van de drie voorgaande kalenderjaren, treden Servië en de Gemeenschap binnen vijf werkdagen in overleg om de handelsstromen van deze producten naar de Gemeenschap te analyseren en te evalueren en eventueel passende oplossingen te vinden om verstoring van de handel in deze producten te voorkomen.

    Wanneer de omvang van de invoer van de in bijlage V bij protocol 3 genoemde producten van oorsprong uit Servië samen gedurende een kalenderjaar met meer dan 30 % toeneemt vergeleken met het gemiddelde van de drie voorgaande kalenderjaren, kan de Gemeenschap onverminderd lid 1 overgaan tot stopzetting van de preferentiële behandeling van de producten die de stijging veroorzaken.

    Als besloten wordt de preferentiële behandeling stop te zetten, stelt de Gemeenschap het Interimcomité binnen vijf werkdagen in kennis van deze maatregel en treedt zij in overleg met Servië om maatregelen te vinden om verstoring van de handel in de in bijlage V bij protocol 3 genoemde producten te voorkomen.

    De Gemeenschap herstelt de preferentiële behandeling zodra de verstoring van de handel is opgelost door effectieve implementatie van de overeengekomen maatregelen of door andere door de partijen getroffen passende maatregelen.

    De leden 3 tot en met 6 van artikel 26 zijn van overeenkomstige toepassing op maatregelen uit hoofde van dit lid.

    3.   Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst evalueren de partijen de werking van het in lid 2 beschreven mechanisme. Het Interimcomité kan besluiten het in lid 2 beschreven mechanisme aan te passen.

    Artikel 18

    (SAO artikel 33)

    Bescherming van geografische aanduidingen voor landbouw- en visserijproducten en voedingsmiddelen anders dan wijn en gedistilleerde dranken

    1.   Servië beschermt de geografische aanduidingen van de Gemeenschap die in de Gemeenschap zijn geregistreerd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (3), overeenkomstig dit artikel. Geografische aanduidingen van Servië kunnen in de Gemeenschap worden geregistreerd onder de voorwaarden zoals beschreven in Verordening nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006.

    2.   Servië verbiedt het gebruik op zijn grondgebied van de in de Gemeenschap beschermde namen voor vergelijkbare producten die niet voldoen aan de kenmerken van de geografische aanduiding. Dit geldt ook wanneer de werkelijke oorsprong van het product wordt vermeld, wanneer de betrokken geografische aanduiding in een andere taal is vertaald of wanneer de benaming vergezeld gaat van uitdrukkingen als „genre”, „type”, „wijze”, „stijl”, „imitatie”, „methode” of soortgelijke uitdrukkingen.

    3.   Servië weigert de registratie van handelsmerken in gevallen zoals beschreven in lid 2.

    4.   Handelsmerken die overeenkomen met de in lid 2 beschreven gevallen en die in Servië zijn geregistreerd of gangbaar zijn, mogen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst niet meer worden gebruikt. Dit geldt echter niet voor handelsmerken die in Servië zijn geregistreerd of gangbaar zijn en die eigendom zijn van onderdanen van derde landen, mits het publiek niet wordt misleid met betrekking tot de aard, de kenmerken of de geografische oorsprong van de producten.

    5.   Overeenkomstig lid 1 van dit artikel beschermde geografische aanduidingen die in de omgangstaal van Servië gebruikelijk zijn voor dergelijke producten, mogen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst niet meer worden gebruikt.

    6.   Servië zorgt ervoor dat de goederen die vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst uit zijn grondgebied worden uitgevoerd geen inbreuk maken op dit artikel.

    7.   Servië waarborgt de in de leden 1 tot en met 6 bedoelde bescherming op eigen initiatief alsmede op verzoek van een betrokken partij.

    HOOFDSTUK III

    Gemeenschappelijke bepalingen

    Artikel 19

    (SAO artikel 34)

    Toepassingsgebied

    Behoudens andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk of in protocol 1 zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing op de handel tussen de partijen in alle producten.

    Artikel 20

    (SAO artikel 35)

    Gunstigere concessies

    De bepalingen van deze titel vormen in geen geval een belemmering voor de eenzijdige toepassing van gunstiger maatregelen door een partij.

    Artikel 21

    (SAO artikel 36)

    Standstill

    1.   Zodra deze overeenkomst in werking treedt, mogen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Servië geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking worden ingesteld, noch mogen de rechten of heffingen die reeds van toepassing zijn, worden verhoogd.

    2.   Zodra deze overeenkomst in werking treedt, mogen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Servië geen nieuwe kwantitatieve beperkingen bij invoer of bij uitvoer of maatregelen van gelijke werking worden ingesteld, noch mogen reeds bestaande beperkingen restrictiever worden gemaakt.

    3.   Onverminderd de overeenkomstig de artikelen 11 tot en met 15 verleende concessies vormen de leden 1 en 2 van dit artikel in geen enkel opzicht een beletsel voor de voortzetting van het landbouwbeleid van Servië en van de Gemeenschap, noch voor het nemen van enige maatregel in het kader van dit beleid, voor zover de invoerregeling in de bijlagen II tot en met V en protocol 1 daardoor niet wordt beïnvloed.

    Artikel 22

    (SAO artikel 37)

    Verbod op fiscale discriminatie

    1.   De Gemeenschap en Servië onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, direct of indirect, discrimineren tussen de producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit het grondgebied van de andere partij, en schaffen dergelijke bestaande maatregelen of praktijken af.

    2.   De teruggave van binnenlandse indirecte belastingen voor producten die naar het grondgebied van een van de partijen worden uitgevoerd, mag niet hoger zijn dan de daarop geheven indirecte belastingen.

    Artikel 23

    (SAO artikel 38)

    Rechten van fiscale aard

    De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.

    Artikel 24

    (SAO artikel 39)

    Douane-unies, vrijhandelszones, regelingen voor grensverkeer

    1.   De overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.

    2.   Gedurende de in artikel 3 vermelde overgangsperioden mag deze overeenkomst geen invloed hebben op de tenuitvoerlegging van de specifieke preferentiële regelingen voor het goederenverkeer die ofwel zijn vastgelegd in grensovereenkomsten die eerder zijn gesloten tussen een of meer lidstaten en Servië en Montenegro, ofwel voortvloeien uit de in titel III gespecificeerde bilaterale overeenkomsten die door Servië zijn gesloten ter bevordering van de regionale handel.

    3.   De partijen plegen in het Interimcomité overleg over de in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun respectieve handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Een dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Unie, teneinde rekening te kunnen houden met de onderlinge belangen van de Gemeenschap en Servië als omschreven in deze overeenkomst.

    Artikel 25

    (SAO artikel 40)

    Dumping en subsidiëring

    1.   De bepalingen in deze overeenkomst beletten de partijen niet handelsbeschermingsmaatregelen overeenkomstig lid 2 van dit artikel en artikel 26 te treffen.

    2.   Als een partij constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt en/of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden gegeven, kan die partij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst betreffende de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994, de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, en haar eigen wetgeving ter zake.

    Artikel 26

    (SAO artikel 41)

    Vrijwaringsclausule

    1.   De bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen zijn van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.

    2.   In afwijking van lid 1 geldt dat, wanneer een product uit een van de partijen in het grondgebied van de andere partij wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat:

    a)

    ernstige moeilijkheden worden veroorzaakt of dreigen te worden veroorzaakt voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het grondgebied van de invoerende partij; of

    b)

    bepaalde sectoren van de economie ernstig worden verstoord of dreigen te worden verstoord of moeilijkheden worden veroorzaakt of dreigen te worden veroorzaakt die een ernstige verslechtering van de economische situatie in een regio van de invoerende partij ten gevolge kunnen hebben,

    de invoerende partij passende bilaterale vrijwaringsmaatregelen kan nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel.

    3.   Bilaterale vrijwaringsmaatregelen die gericht zijn tegen invoer uit de andere partij mogen niet meer inhouden dan wat strikt nodig is om de als gevolg van de toepassing van deze overeenkomst gerezen moeilijkheden zoals beschreven in lid 2 te compenseren. Deze vrijwaringsmaatregelen bestaan normaliter uit de opschorting van de verdere verhoging of verlaging van de preferentiemarges krachtens deze overeenkomst voor het betrokken product tot een maximum dat overeenkomt met het in artikel 3, lid 4, onder a) en b), en in artikel 18, lid 5 bedoelde basisrecht voor dat product. Dergelijke maatregelen bevatten duidelijke elementen die uiterlijk aan het einde van de vastgestelde periode geleidelijk leiden tot de intrekking ervan, en mogen voor een periode van maximaal twee jaar worden genomen.

    In zeer uitzonderlijke omstandigheden mogen dergelijke maatregelen met maximaal twee jaar worden verlengd. Ten aanzien van de invoer van een product waartegen reeds eerder vrijwaringsmaatregelen zijn genomen, mogen gedurende een periode die gelijk is aan de duur van de eerdere vrijwaringsmaatregelen niet opnieuw bilaterale vrijwaringsmaatregelen worden genomen, waarbij deze maatregelen ten minste twee jaar verstreken moeten zijn.

    4.   In de in dit artikel genoemde gevallen verstrekt de Gemeenschap of Servië, vóór de in dit artikel bedoelde maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarop lid 5, onder b), van toepassing is, zo spoedig mogelijk, het Interimcomité alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

    5.   Voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 tot en met 4 gelden de volgende bepalingen:

    a)

    De moeilijkheden die voortvloeien uit de in dit artikel bedoelde situatie worden onmiddellijk ter bespreking voorgelegd aan het Interimcomité, dat alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een oplossing te vinden voor deze moeilijkheden.

    Indien binnen 30 dagen nadat de kwestie aan het Interimcomité is voorgelegd, dit comité of de exporterende partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden en geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden, kan de invoerende partij passende maatregelen nemen om het probleem in overeenstemming met dit artikel op te lossen. Bij de keuze van vrijwaringsmaatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst verstoren. Vrijwaringsmaatregelen die overeenkomstig artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen worden toegepast, dienen het niveau en de marges van de bij deze overeenkomst toegekende preferenties in stand te houden.

    b)

    Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek onmogelijk maken, kan de betrokken partij, in de in dit artikel vermelde omstandigheden, onmiddellijk de nodige vrijwaringsmaatregelen nemen, op voorwaarde dat zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis stelt.

    De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van het Interimcomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing van deze maatregelen, zodra de omstandigheden dit toelaten.

    6.   Wanneer de Gemeenschap of Servië de invoer van producten die de in dit artikel bedoelde moeilijkheden kunnen doen rijzen aan een administratieve procedure onderwerpen die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de tendens van de handelsstromen, stelt de betrokken partij de andere partij daarvan in kennis.

    Artikel 27

    (SAO artikel 42)

    Tekortclausule

    1.   Wanneer naleving van de bepalingen van deze titel leidt tot:

    a)

    een ernstig tekort of een dreigend ernstig tekort aan levensmiddelen of andere producten die voor de exporterende partij van wezenlijk belang zijn, of

    b)

    wederuitvoer naar een derde land van een product waarop de exporterende partij kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen of heffingen van gelijke werking toepast, en de bovengenoemde situaties aanleiding geven of vermoedelijk aanleiding zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij, kan die partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel.

    2.   Bij de keuze van deze maatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst verstoren. Dergelijke maatregelen mogen niet worden toegepast op een wijze die in gelijke omstandigheden willekeurige of onrechtvaardige discriminatie of een verkapte beperking van het handelsverkeer zou inhouden, en moeten worden opgeheven zodra de omstandigheden verdere handhaving niet meer rechtvaardigen.

    3.   Alvorens de in lid 1 bedoelde maatregelen te nemen, of in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk, verstrekt de Gemeenschap of Servië het Interimcomité alle relevante informatie om het comité in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing voor het probleem te vinden. De partijen kunnen in het Interimcomité besluiten tot elke maatregel die een einde maakt aan de moeilijkheden. Indien dertig dagen nadat de zaak aan het Interimcomité is voorgelegd geen overeenstemming is bereikt, kan de exporterende partij uit hoofde van dit artikel maatregelen toepassen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken product.

    4.   Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen voorafgaande informatie of voorafgaand onderzoek onmogelijk maken, kan de Gemeenschap of Servië om het probleem op te lossen onmiddellijk voorzorgsmaatregelen nemen, waarvan de andere partij onmiddellijk in kennis wordt gesteld.

    5.   Alle krachtens dit artikel genomen maatregelen worden het Interimcomité onmiddellijk ter kennis gebracht en worden in dat comité op gezette tijden aan een onderzoek onderworpen, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing ervan zodra de omstandigheden dat toelaten.

    Artikel 28

    (SAO artikel 43)

    Staatsmonopolies

    Met betrekking tot staatsmonopolies van commerciële aard zorgt Servië er geleidelijk voor dat er drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen sprake meer is van discriminatie tussen onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie en onderdanen van Servië ten aanzien van de omstandigheden waaronder goederen worden verworven en op de markt gebracht.

    Artikel 29

    (SAO artikel 44)

    Oorsprongsregels

    Tenzij anders bepaald in deze overeenkomst, zijn de oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst in protocol 3 vastgesteld.

    Artikel 30

    (SAO artikel 45)

    Toegestane beperkingen

    Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor verbodsbepalingen of beperkingen ten aanzien van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, de bescherming van het nationale artistieke, historische en archeologische erfgoed, of de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, of regels betreffende goud en zilver. Dergelijke verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.

    Artikel 31

    (SAO artikel 46)

    Niet-verlening van administratieve medewerking

    1.   De partijen komen overeen dat administratieve samenwerking essentieel is voor de uitvoering van en controle op de preferentiële behandeling die op grond van deze titel wordt verleend en benadrukken zich te zullen inzetten om onregelmatigheden en fraude in douane- en aanverwante aangelegenheden te bestrijden.

    2.   Wanneer een partij op basis van objectieve informatie tot de conclusie is gekomen dat geen administratieve medewerking is verleend en/of dat zich uit hoofde van deze titel onregelmatigheden of gevallen van fraude hebben voorgedaan, kan de betrokken partij de preferentiële regeling ten aanzien van de betrokken producten overeenkomstig dit artikel tijdelijk opschorten.

    3.   Voor de toepassing van dit artikel wordt onder het niet verlenen van administratieve medewerking verstaan:

    a)

    het herhaaldelijk niet nakomen van de verplichtingen om de oorsprong van de betrokken producten te controleren;

    b)

    het herhaaldelijk weigeren de daaropvolgende controle van het bewijs van oorsprong uit te voeren en/of de resultaten daarvan mee te delen, of onnodige vertraging daarbij;

    c)

    het herhaaldelijk weigeren toestemming te verlenen om administratieve samenwerkingsmissies uit te voeren om de authenticiteit van documenten of de juistheid van informatie te controleren die van belang zijn voor de betrokken preferentiële regeling, of onnodige vertraging daarbij.

    In het kader van dit artikel is onder andere sprake van onregelmatigheden of fraude wanneer de invoer van goederen snel stijgt, zonder dat daar een bevredigende verklaring voor is, wanneer die invoer het gebruikelijke niveau van de productie- en uitvoercapaciteit van de andere partij te boven gaat, en de stijging verband houdt met objectieve informatie betreffende onregelmatigheden of fraude.

    4.   Voor een tijdelijke schorsing moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

    a)

    de partij die op basis van objectieve informatie tot de conclusie is gekomen dat geen administratieve samenwerking is verleend en/of dat zich onregelmatigheden of gevallen van fraude hebben voorgedaan, moet het Interimcomité onverwijld kennis geven van haar conclusies, en deze kennisgeving vergezeld doen gaan van de objectieve informatie en in overleg treden met het Interimcomité, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden;

    b)

    wanneer de partijen in overleg zijn getreden in het kader van het hierboven beschreven Interimcomité en het niet binnen drie maanden na die kennisgeving eens zijn geworden over een aanvaardbare oplossing, kan de betrokken partij de preferentiële regeling voor de betrokken producten tijdelijk schorsen. Het Interimcomité wordt onverwijld in kennis gesteld van een tijdelijke schorsing;

    c)

    tijdelijke schorsingen op grond van dit artikel mogen alleen dienen ter bescherming van de financiële belangen van de betrokken partij. De schorsingen duren uiterlijk zes maanden, maar zij mogen wel worden verlengd. Tijdelijke schorsingen moeten onmiddellijk na goedkeuring ervan worden gemeld aan het Interimcomité. Binnen het Interimcomité moet hierover periodiek overleg plaatsvinden, met name om tot beëindiging ervan te komen, zodra de omstandigheden die aanleiding gaven tot toepassing ervan, niet meer gelden.

    5.   Tegelijk met de kennisgeving aan het Interimcomité overeenkomstig lid 4, onder a), moet de betrokken partij in haar officiële publicatieblad een kennisgeving voor importeurs publiceren. De voor de importeurs bestemde kennisgeving moet voor het betrokken product aangeven dat op basis van objectieve informatie is geconcludeerd dat geen administratieve samenwerking is verleend en/of dat er sprake is van onregelmatigheden of fraude.

    Artikel 32

    (SAO artikel 47)

    Indien de bevoegde autoriteiten de preferentiële uitvoerregeling niet op de juiste wijze hebben beheerd, en met name indien zij protocol 3 bij de overeenkomst niet juist hebben toegepast, mag de overeenkomstsluitende partij die te maken krijgt met eventuele consequenties in de vorm van invoerrechten, het Interimcomité verzoeken de mogelijkheden van de goedkeuring van passende maatregelen te onderzoeken om de situatie op te lossen.

    Artikel 33

    (SAO artikel 48)

    De toepassing van deze overeenkomst laat de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden onverlet.

    TITEL III

    ANDERE MET DE HANDEL VERBAND HOUDENDE BEPALINGEN

    Artikel 34

    (SAO artikel 61, lid 1)

    Transitoverkeer

    Definities

    (Protocol 4 van de SAO, artikel 3, onder a) en b))

    Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

    a)   „communautair transitoverkeer”: de doorvoer van goederen over het grondgebied van Servië door een in de Gemeenschap gevestigde transporteur vanuit of naar een lidstaat van de Gemeenschap;

    b)   „Servisch transitoverkeer”: de doorvoer van goederen over het grondgebied van de Gemeenschap, door een in Servië gevestigde transporteur, van Servië naar een derde land of van een derde land naar Servië.

    1.   De partijen komen overeen met ingang van de datum waarop de overeenkomst in werking treedt, het communautaire transitoverkeer onbeperkt toegang te verlenen tot Servië en het Servische transitoverkeer onbeperkt toegang te verlenen tot de Gemeenschap.

    2.   Indien als gevolg van de krachtens lid 1 verleende rechten het communautaire transitoverkeer over de weg in zodanige mate toeneemt dat daardoor ernstige schade wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan de wegeninfrastructuur en/of de doorstroming van het verkeer op de verbindingen bedoeld in het memorandum van overeenstemming voor de ontwikkeling van een fundamenteel netwerk voor transportinfrastructuur voor Zuidoost-Europa dat in juni 2004 door de ministers van de regio en de Europese Commissie werd ondertekend, en zich onder deze zelfde omstandigheden problemen voordoen op het grondgebied van de Gemeenschap in de nabijheid van de grenzen met Servië, wordt de kwestie voorgelegd aan het Interimcomité overeenkomstig artikel 44 van deze overeenkomst. De partijen kunnen voorstellen doen voor uitzonderlijke tijdelijke, niet-discriminerende maatregelen die noodzakelijk zijn om deze schade te verminderen of te beperken.

    3.   De partijen onthouden zich van alle eenzijdige maatregelen of handelingen die tot discriminatie tussen vervoerders of voertuigen uit de Gemeenschap en vervoerders of voertuigen uit Servië zouden kunnen leiden. Zij nemen alle dienstige maatregelen om het wegvervoer naar of in transito over het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij te vergemakkelijken.

    1.   De partijen komen overeen het goederenvervoer per spoor en over de weg, zowel bilateraal als in transito, te vereenvoudigen.

    2.   De partijen komen overeen waar nodig verdere vereenvoudigingsmaatregelen aan te moedigen en hiertoe gezamenlijk actie te ondernemen.

    De samenwerking tussen de partijen vindt plaats in het kader van een onder het Interimcomité ressorterend speciaal subcomité, dat overeenkomstig artikel 46 van de overeenkomst zal worden opgericht. Dit subcomité heeft met name tot taak het coördineren van de activiteiten op het gebied van controle, prognoses en ander statistisch werk betreffende het internationale vervoer, met name het transitoverkeer.

    Artikel 35

    (SAO artikel 62)

    De partijen verbinden zich ertoe, overeenkomstig artikel VIII van het Internationaal Monetair Fonds, machtiging te verlenen tot alle betalingen en overboekingen in vrij convertibele valuta op de lopende rekening van de betalingsbalans tussen de Gemeenschap en Servië.

    Artikel 36

    (SAO artikel 69)

    1.   De partijen spannen zich waar mogelijk in om het opleggen van beperkende maatregelen te vermijden, waaronder maatregelen met betrekking tot de invoer om met de betalingsbalans verband houdende redenen. Indien dergelijke maatregelen worden genomen, verstrekt de partij die ze heeft genomen de andere partij zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing ervan.

    2.   Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van één of meer lidstaten of van Servië ernstige moeilijkheden voordoen of hiervoor gevaar bestaat, kan de Gemeenschap of Servië in overeenstemming met de in de WTO-overeenkomst bepaalde voorwaarden beperkende maatregelen treffen, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer, die van beperkte duur moeten zijn en niet verder mogen reiken dan wat noodzakelijk is om de situatie van de betalingsbalans te corrigeren. De andere partij wordt daarvan onmiddellijk in kennis gesteld.

    3.   De beperkende maatregelen mogen geen betrekking hebben op overmakingen in verband met investeringen, met name de repatriëring van geïnvesteerde of geherinvesteerde bedragen en van daaruit voortvloeiende inkomsten van ongeacht welke aard.

    Artikel 37

    (SAO artikel 71)

    De bepalingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan toepassing door elke partij van alle maatregelen die nodig zijn om te voorkomen dat de door haar getroffen maatregelen ten aanzien van toegang van derde landen tot haar markt worden ontdoken via de bepalingen van deze overeenkomst.

    Artikel 38

    (SAO artikel 73)

    Bepalingen betreffende de concurrentie en andere economische aspecten

    1.   Onverenigbaar met de goede werking van de overeenkomst zijn, voor zover de handel tussen de Gemeenschap en Servië daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:

    i)

    alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of ten gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

    ii)

    misbruik van een machtspositie door een of meer ondernemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Servië, of op een wezenlijk deel daarvan;

    iii)

    alle steunmaatregelen van de staten die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde goederen vervalsen of dreigen te vervalsen.

    2.   Alle handelwijzen die met dit artikel in strijd zijn, worden beoordeeld aan de hand van de criteria die voortvloeien uit de toepassing van de mededingingsregels die van toepassing zijn in de Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 81, 82, 86 en 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna: „het EG-Verdrag” te noemen) en de besluiten die ter interpretatie hiervan door de instellingen van de Gemeenschap zijn vastgesteld.

    3.   De partijen zien erop toe dat een overheidsinstantie die onafhankelijk kan optreden, de nodige bevoegdheden krijgt voor de volledige toepassing van lid 1, onder i) en ii), ten aanzien van particuliere en overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere rechten zijn verleend.

    4.   Binnen één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt Servië een overheidsinstantie in die onafhankelijk kan optreden en die wordt voorzien van de bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de volledige toepassing van lid 1, onder iii). Deze instantie beschikt onder meer over de bevoegdheid toestemming te verlenen voor steunregelingen van de overheid, overeenkomstig lid 2, alsmede de bevoegdheid terugbetaling van onwettig verleende overheidssteun te vorderen.

    5.   Elke partij draagt zorg voor transparantie ten aanzien van de overheidssteun, met name door de andere partij een jaarverslag of een gelijkwaardig rapport te doen toekomen, waarbij de methodologie en de presentatie worden gevolgd van het overzicht van de overheidssteun dat door de Gemeenschap wordt opgesteld. Op verzoek van een van de partijen verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.

    6.   Servië stelt een volledig overzicht op van de steunregelingen die vóór de oprichting van de instantie bedoeld in lid 4 zijn ingesteld, en past deze steunregelingen binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan volgens de in lid 2 bedoelde criteria.

    7.

    a)

    Voor de toepassing van lid 1, onder iii), komen de partijen overeen dat gedurende de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst alle door Servië toegekende overheidssteun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Servië wordt beschouwd als een regio zoals bedoeld in artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag.

    b)

    Binnen vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst verstrekt Servië de Europese Commissie de BBP-cijfers per hoofd van de bevolking, geharmoniseerd op NUTS II-niveau. De in lid 4 bedoelde instantie en de Europese Commissie zullen dan gezamenlijk evalueren welke regio’s van Servië voor overheidssteun in aanmerking komen, alsmede hoeveel de maximale steun voor die regio’s mag bedragen, teneinde op basis van de desbetreffende communautaire richtsnoeren het regionale steunoverzicht op te stellen.

    8.   In protocol 4 worden de regels vastgesteld voor staatssteun in de staalindustrie in geval van steun voor herstructurering. Hierbij ligt de nadruk op het uitzonderlijke karakter van deze steun; de steun moet beperkt in tijd zijn en verband houden met capaciteitsverminderingen in het kader van haalbaarheidsprogramma’s.

    9.   Met betrekking tot de producten vermeld in hoofdstuk II van titel II:

    a)

    is het bepaalde in lid 1, onder iii), niet van toepassing;

    b)

    dienen alle praktijken die in strijd zijn met lid 1, onder i), te worden beoordeeld aan de hand van de criteria die door de Gemeenschap zijn vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 37 van het EG-Verdrag en specifieke communautaire instrumenten die op deze basis zijn vastgesteld.

    10.   Als een van de partijen van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1, kan zij, na overleg in het Interimcomité, of dertig werkdagen na het verzoek om dergelijk overleg, passende maatregelen nemen.

    Niets in dit artikel vormt een beletsel of een hindernis voor het nemen van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen door de partijen overeenkomstig de desbetreffende artikelen van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, of hun interne wetgeving op dit gebied.

    Artikel 39

    (SAO artikel 74)

    Overheidsondernemingen

    Uiterlijk aan het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst past Servië op overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap toe, en dan met name artikel 86.

    De bijzondere rechten van overheidsondernemingen tijdens de overgangsperiode omvatten niet de mogelijkheid tot instelling van kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking op de invoer in Servië van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap.

    Artikel 40

    (SAO artikel 75)

    Intellectuele, industriële en commerciële eigendom

    1.   Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en bijlage VI bevestigen de partijen het belang dat zij hechten aan een adequate en efficiënte bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten.

    2.   Ten aanzien van de erkenning en bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom kennen de partijen vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan elkaars ondernemingen en onderdanen een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke zij op grond van bilaterale overeenkomsten aan derde landen toekennen.

    3.   Servië treft de nodige maatregelen om te garanderen dat uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de bescherming van de intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten op een niveau is dat overeenkomt met het niveau in de Gemeenschap, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten af te dwingen.

    4.   Servië verbindt zich ertoe binnen bovengenoemde periode toe te treden tot de in bijlage VI bedoelde multilaterale overeenkomsten inzake intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten. Het Interimcomité kan besluiten Servië te verplichten toe te treden tot specifieke multilaterale overeenkomsten op dit terrein.

    5.   Indien zich op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendom problemen voordoen die de handelsvoorwaarden ongunstig beïnvloeden, dan worden zij, op verzoek van een der partijen, onverwijld aan het Interimcomité voorgelegd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.

    Artikel 41

    (SAO artikel 99)

    Douane

    De samenwerking tussen de partijen op dit gebied is erop gericht de naleving te waarborgen van de op handelsgebied in te voeren bepalingen en het douanesysteem van Servië aan te passen aan dat van de Gemeenschap, teneinde zo de weg vrij te maken voor de in het kader van deze overeenkomst geplande liberaliseringsmaatregelen en de geleidelijke aanpassing van de Servische douanewetgeving aan het acquis.

    In het kader van de samenwerking wordt op passende wijze rekening gehouden met het communautair acquis op douanegebied.

    In protocol 5 worden de regels vastgesteld inzake wederzijdse administratieve bijstand tussen partijen op het gebied van douane.

    TITEL IV

    INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 42

    (SAO artikel 119)

    Er wordt een Interimcomité ingesteld, dat toezicht houdt op de toepassing en de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Het Interimcomité komt op passend niveau bijeen met regelmatige tussenpozen en wanneer de omstandigheden dat vereisen. Het behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.

    Artikel 43

    (SAO artikel 120)

    1.   Het Interimcomité bestaat uit enerzijds leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Europese Commissie, en anderzijds leden van de regering van Servië.

    2.   Het Interimcomité stelt zijn eigen reglement van orde vast.

    3.   De leden van het Interimcomité mogen zich laten vertegenwoordigen overeenkomstig de daartoe in het reglement van orde vast te leggen voorwaarden.

    4.   Het Interimcomité wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Gemeenschap en een vertegenwoordiger van Servië, overeenkomstig de in het reglement van orde vast te leggen bepalingen.

    5.   De Europese Investeringsbank neemt, voor aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen, als waarnemer deel aan de werkzaamheden van het Interimcomité.

    Artikel 44

    (SAO artikel 121)

    Om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken, heeft het Interimcomité de bevoegdheid besluiten te nemen binnen de toepassingssfeer van deze overeenkomst voor de in de overeenkomst vermelde gevallen. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. Het Interimcomité mag ook passende aanbevelingen doen. Het stelt zijn besluiten en aanbevelingen vast in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

    Artikel 45

    (SAO artikel 123)

    Het Interimcomité kan subcomités oprichten.

    Artikel 46

    (SAO artikel 126)

    Binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst beijvert elk van beide partijen zich om ervoor te zorgen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de terzake bevoegde gerechtelijke instanties en administratieve lichamen van de partijen, ter verdediging van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten.

    Artikel 47

    (SAO artikel 127)

    Niets in deze overeenkomst belet een partij maatregelen te nemen:

    a)

    die zij nodig acht om onthulling te beletten van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist;

    b)

    die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist is voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;

    c)

    die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veiligheid, in geval van ernstige binnenlandse onlusten die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.

    Artikel 48

    (SAO artikel 128)

    1.   Op de door de overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen mogen:

    a)

    de regelingen die Servië ten opzichte van de Gemeenschap toepast, geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van de lidstaten, hun onderdanen of hun vennootschappen;

    b)

    de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Servië toepast, geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van Servische onderdanen of vennootschappen.

    2.   Lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de partijen om de desbetreffende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in een identieke situatie verkeren ten aanzien van hun woonplaats.

    Artikel 49

    (SAO artikel 129)

    1.   De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen. Zij verzekeren dat de in de overeenkomst beschreven doelstellingen worden bereikt.

    2.   De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.

    3.   De partijen leggen geschillen die verband houden met de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst voor aan het Interimcomité. In dat geval geldt artikel 50, en eventueel protocol 6.

    Het Interimcomité kan een dergelijk geschil door middel van een bindend besluit beslechten.

    4.   Indien een van de partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in bijzonder dringende gevallen, verstrekt zij het Interimcomité alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

    Bij de keuze van de maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die het functioneren van de overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van het Interimcomité gebracht en op verzoek van de andere partij besproken in het Interimcomité of een ander op grond van artikel 46 opgericht orgaan.

    5.   De leden 2, 3 en 4 hebben geen invloed op en gelden onverminderd de artikelen 17, 25, 26, 27 en 31 en protocol 3 (Definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking).

    Artikel 50

    (SAO artikel 130)

    1.   Wanneer tussen de partijen een meningsverschil ontstaat over de interpretatie of de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, dient de ene partij bij de andere partij en bij het Interimcomité een formeel verzoek tot geschillenbeslechting in.

    Wanneer een partij van mening is dat een maatregel van de andere partij of het niet-optreden van de andere partij een inbreuk vormt op haar verplichtingen in het kader van deze overeenkomst, moet in het formele verzoek tot geschillenbeslechting worden vermeld waarom de eerste partij deze mening is toegedaan en dat zij maatregelen kan nemen zoals bedoeld in artikel 49, lid 4.

    2.   De partijen streven ernaar geschillen op te lossen via overleg te goeder trouw binnen het Interimcomité en de andere in lid 3 beschreven organen, teneinde zo snel mogelijk tot een wederzijds aanvaardbare oplossing te komen.

    3.   De partijen verstrekken het Interimcomité alle relevante informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie.

    Zolang het geschil niet is beslecht, wordt het tijdens elke vergadering van het Interimcomité besproken, tenzij de in protocol 6 beschreven arbitrageprocedure is ingeleid. Een geschil wordt geacht beslecht te zijn wanneer het Interimcomité een bindend besluit heeft genomen zoals bedoeld in artikel 49, lid 3, of wanneer het heeft verklaard dat het geschil niet langer bestaat.

    In overleg tussen de partijen of op verzoek van een van de partijen kan een geschil ook worden besproken tijdens een vergadering van het Interimcomité of een ander relevant comité of orgaan dat is opgezet op grond van artikel 45. Overleg kan ook schriftelijk plaatsvinden.

    Alle tijdens het overleg verstrekte informatie wordt vertrouwelijk behandeld.

    4.   Voor vraagstukken die onder protocol 6 vallen, kan een partij het geschil voor arbitrage voordragen overeenkomstig het protocol wanneer de partijen er niet in slagen binnen twee maanden na de inleiding van de in lid 1 bedoelde procedure voor geschillenbeslechting een oplossing te vinden.

    Artikel 51

    (SAO artikel 131)

    Zolang onder deze overeenkomst geen gelijkwaardige rechten zijn verworven voor personen en ondernemers, doet de overeenkomst geen afbreuk aan de rechten die hun worden verleend bij bestaande overeenkomsten tussen een of meer lidstaten, enerzijds, en Servië, anderzijds.

    Artikel 52

    (SAO artikel 17)

    Samenwerking met kandidaat-lidstaten van de Europese Unie

    1.   Servië zou met elke kandidaat-lidstaat van de Europese Unie de samenwerking moeten versterken en een overeenkomst sluiten voor regionale samenwerking op elk van de onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsterreinen. Een dergelijke overeenkomst moet de bilaterale betrekkingen tussen Servië en dat land geleidelijk afstemmen op het relevante onderdeel van de betrekkingen tussen de Gemeenschap en haar lidstaten en dat land.

    2.   Servië moet onderhandelingen openen met Turkije, dat met de Gemeenschap een douane-unie tot stand heeft gebracht, om op een tot wederzijds voordeel strekkende basis een overeenkomst te sluiten waarbij een vrijhandelszone tussen beide partijen wordt ingesteld overeenkomstig artikel XXIV van de GATT 1994.

    Deze onderhandelingen moeten zo snel mogelijk worden geopend om een dergelijke overeenkomst voor het einde van de in artikel 3, lid 1, genoemde overgangsperiode te kunnen sluiten.

    Artikel 53

    (SAO artikel 132)

    De protocollen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en de bijlagen I tot en met VI vormen een integrerend onderdeel van deze overeenkomst.

    Artikel 54

    Deze overeenkomst is van toepassing tot de inwerkingtreding van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst, die op 29 april 2008 in Luxemburg is ondertekend.

    Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door de andere partij van deze opzegging in kennis te stellen. De overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van die kennisgeving.

    Elk van beide partijen kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang schorsen wanneer de andere partij een essentieel element van deze overeenkomst schendt.

    Artikel 55

    (SAO artikel 134)

    Voor de toepassing van deze overeenkomst worden onder „partijen” verstaan de Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Servië, anderzijds.

    Artikel 56

    (SAO artikel 135)

    Deze overeenkomst is enerzijds van toepassing op het grondgebied waarop het EG-Verdrag wordt toegepast, onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en anderzijds op het grondgebied van Servië.

    De overeenkomst is niet van toepassing op Kosovo, dat momenteel onder internationaal bestuur staat overeenkomstig Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999. Dit doet geen afbreuk aan de huidige status van Kosovo of de vaststelling van de definitieve status in het kader van de genoemde resolutie.

    Artikel 57

    (SAO artikel 136)

    De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is de depositaris van deze overeenkomst.

    Artikel 58

    (SAO artikel 137)

    Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Servische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    Artikel 59

    (SAO artikel 138)

    De overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

    Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid. Indien de in lid 1 bedoelde procedures niet op een zodanig tijdstip zijn afgerond dat de overeenkomst op 1 juli 2008 in werking kan treden, wordt de overeenkomst met ingang van die datum voorlopig toegepast.

    Съставено в Брюксел на двадесет и девети април две хиляди и осма година.

    Hecho en Luxemburgo, el veintinueve de abril de dosmile ocho.

    V Lucemburku dne dvacátého devátého dubna dva tisíce osm.

    Udfærdiget i Luxembourg den niogtyvende april to tusind og otte.

    Geschehen zu Luxemburg am neunundzwanzigsten April zweitausendacht.

    Kahe tuhande kaheksanda aasta aprillikuu kahekümme üheksandal päeval Luxembourgis.

    'Εγινε Λουξεμβούργο, στις είκοσι εννέα Απριλίου δύο χιλιάδες οκτώ.

    Done at Luxembourg on the twenty-ninth day of April in the year tow thousand and eight.

    Fait à Luxembourg, le vingt-neuf avril deux mille huit.

    Fatto a Lussemburgo, addì ventinove aprile duemilaotto.

    Luksemburgā, divtūkstoš astotā gada divdesmit devītajā aprīlī.

    Priimta tūkstančiai aštuntų metų balandžio dvidešimt devintą dieną Liuksemburge.

    Kelt Luxembourgban, a kétezer-nyolcadik év április huszonkilencedik napján.

    Magħmul fil-Lussemburgu, fid-disgħa u għoxrin jum ta' April tas-sena elfejn u tmienja.

    Gedaan te Luxemburg, de negenentwintigste april tweeduizend acht.

    Sporządzono w Luksemburgu, dnia trzydziestego pierwszego października roku dwa tysiące siódmego.

    Feito em Luxemburgo, em vinte e nove de Abril de dois mil e oito.

    Întocmit la Luxemburg, la douăzeci și nouă aprilie două mii opt.

    V Luxemburgu dňa dvadsiateho deviateho apríla dvetisícosem.

    V Luxembourgu, dne devetindvajsetega aprila leta dva tisoč osem.

    Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäyhdeksäntenä päivänä huhtikuuta vuonna kaksituhattakahdeksan.

    Som skedde i Luxemburg den tjugonionde april tjugohundraåtta.

    Сачињено у Луксембургу, двадесетдеветог априла двехиљадеосме.

    За Европейската общност

    Por la Comunidad Europea

    Za Evropské společenství

    For Det Europæiske Fællesskab

    Für die Europäische Gemeinschaft

    Euroopa Ühenduse nimel

    Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

    For the European Community

    Pour la Communauté européenne

    Per la Comunità europea

    Eiropas Kopienas vārdā

    Europos bendrijos vardu

    az Európai Közösség részéről

    Għall-Komunità Ewropea

    Voor de Europese Gemeenschap

    W imieniu Wspólnoty Europejskiej

    Pela Comunidade Europeia

    Pentru Comunitatea Europeană

    Za Európske spoločenstvo

    Za Evropsko skupnost

    Euroopan yhteisön puolesta

    För Europeiska gemenskapens

    За Република Сърбия

    Image Image

    За Европску заједницу

    Por la República de Serbia

    Za Republiku Srbsko

    For Republikken Serbien

    Für die Republik Serbien

    Serbia Vabariigi nimel

    Για τη Δημοκρατία της Σερβίας

    For the Republic of Serbia

    Pour la République de Serbie

    Per la Repubblica di Serbia

    Serbijas Republikas vārdā

    Serbijos Respublikos vardu

    A Szerb Köztársaság részéről

    Għar-Repubblika tas-Serbja

    Voor de Republiek Servië

    W imieniu Republiki Serbiej

    Pela República da Sérvia

    Pentru Republica Serbia

    Za Srbskú republiku

    Za Republiko Srbijo

    Serbian tasavallan puolesta

    För Republiken Serbien

    За Републику Србију

    Image


    (1)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1), gewijzigd.

    (2)  Staatsblad nr. 62/2005 en 61/2007 van Servië.

    (3)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 v (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).


    LIJST VAN BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN

    BIJLAGEN

     

    Bijlage I (artikel 6) — Tariefconcessies van Servië voor industrieproducten uit de Gemeenschap

     

    Bijlage II (artikel 11) — Omschrijving van producten van de categorie „baby beef”

     

    Bijlage III (artikel 11) — Tariefconcessies van Servië voor landbouwproducten uit de Gemeenschap

     

    Bijlage IV (artikel 14) — Tariefconcessies van de Gemeenschap voor visserijproducten uit Servië

     

    Bijlage V (artikel 15) — Tariefconcessies van Servië voor visserijproducten uit de Gemeenschap

     

    Bijlage VI (artikel 40) — Intellectuele-, industriële- en commerciële- eigendomsrechten

    PROTOCOLLEN

     

    Protocol 1 (artikel 10) — Handel tussen de Gemeenschap en Servië in bewerkte landbouwproducten

     

    Protocol 2 (artikel 13) — Wijn en gedistilleerde dranken

     

    Protocol 3 (artikel 29) — Definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

     

    Protocol 4 (artikel 38) — Staatssteun voor de ijzer- en staalindustrie

     

    Protocol 5 (artikel 41) — Wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken

     

    Protocol 6 (artikel 50) — Beslechting van geschillen

    Top