EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0409

2009/409/EG: Beschikking van de Raad van 27 april 2009 waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag wordt vastgesteld of het Verenigd Koninkrijk doeltreffend gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 8 juli 2008 overeenkomstig artikel 104, lid 7

PB L 132 van 29/05/2009, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/409/oj

29.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 132/11


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 27 april 2009

waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag wordt vastgesteld of het Verenigd Koninkrijk doeltreffend gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 8 juli 2008 overeenkomstig artikel 104, lid 7

(2009/409/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 8,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

(2)

Overeenkomstig punt 5 van het Protocol betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland is de verplichting uit hoofde van artikel 104, lid 1, van het Verdrag om buitensporige overheidstekorten te vermijden niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk, tenzij het land tot de derde fase van de Economische en Monetaire Unie overgaat (1). Het Verenigd Koninkrijk bevindt zich in de tweede fase van de Economische en Monetaire Unie en is derhalve overeenkomstig artikel 116, lid 4, van het Verdrag verplicht ernaar te streven buitensporige overheidstekorten te voorkomen.

(3)

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Het stabiliteits- en groeipact omvat onder meer Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (2), die is aangenomen om een snelle correctie van buitensporige overheidstekorten te bevorderen.

(4)

De hervorming in 2005 van het stabiliteits- en groeipact was bedoeld om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing van het pact te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Deze hervorming moest ervoor zorgen dat bij alle stappen in de BTP met name de economische en budgettaire achtergrond ten volle in aanmerking werd genomen. Op deze wijze verschaft het stabiliteits- en groeipact een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt.

(5)

De Raad heeft bij Besluit 2008/713/EG (3), overeenkomstig artikel 104, lid 6, besloten dat er in het Verenigd Koninkrijk een buitensporig tekort bestaat.

(6)

Overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie op 8 juli 2008 ook een aanbeveling (4) tot de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk gericht met het verzoek zo spoedig mogelijk en uiterlijk in begrotingsjaar 2009/2010 een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie, door het overheidstekort op een geloofwaardige en duurzame wijze terug te brengen tot onder de 3 % van het bbp. De Raad heeft voorts aanbevolen dat de autoriteiten daartoe in 2009/2010 zorgen voor een structurele verbetering van ten minste 0,5 % van het bbp, en 8 januari 2008 vastgesteld als uiterste datum voor de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk om effectief gevolg te geven aan deze aanbevelingen.

(7)

De beoordeling van de maatregelen die het Verenigd Koninkrijk in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, heeft genomen om het buitensporige tekort in 2009/2010 te verhelpen, leidt tot de volgende conclusies:

a)

na de aanbeveling van de Raad van juli 2008 overeenkomstig artikel 104, lid 7, hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk extra tekortverhogende discretionaire maatregelen aangekondigd. Op 16 juli 2008 heeft de regering bekendgemaakt dat de voor oktober 2008 geplande inflatiegebonden verhoging van de brandstofaccijns werd uitgesteld, een maatregel die in 2008/2009 in een inkomstenderving van naar schatting 0,05 % van het bbp zou resulteren. In september 2008 werden voor 2009/2010 extra tekortverhogende maatregelen ter grootte van 0,1 % van het bbp aangekondigd, waaronder hogere uitgaven voor woningbouw;

b)

op 24 november 2008 heeft de regering haar Pre-Budget Report (PBR) voor 2008 gepresenteerd. Ten dele wegens de onverwacht sterke negatieve gevolgen van de wereldwijde financiële crisis die zich vanaf het najaar van 2007 aftekende, bevatte het PBR een aanzienlijke neerwaartse bijstelling van de macro-economische projecties op middellange termijn. Tegen deze macro-economische achtergrond kondigde de regering een verdere discretionaire budgettaire versoepeling ter grootte van ongeveer 0,5 % van het bbp in 2008/2009 en 1,0 % van het bbp in 2009/2010 aan ter ondersteuning van de economie. De maatregelen omvatten onder meer een tijdelijke vermindering van het normale btw-tarief (die goed was voor ongeveer de helft van de stimulans) en de vervroeging van investeringsuitgaven;

c)

algemeen genomen lagen de stimuleringsmaatregelen in de lijn van die welke zijn gepland in het kader van het Europees economisch herstelplan waarover de Europese Raad op 11 december 2008 overeenstemming heeft bereikt;

d)

de macro-economische en budgettaire prognoses die voorkomen in het geactualiseerde convergentieprogramma van 2008 van het Verenigd Koninkrijk, dat op 18 december 2008 bij de Commissie is ingediend, zijn identiek aan die in het PBR voor 2008 en gaan uit van een verdere stijging van de tekortquote in 2009/2010 tot 8,2 % van het bbp. De verwachte verslechtering van de openbare financiën in 2009/2010 ten opzichte van het voorafgaande jaar is voor het grootste deel het gevolg van twee, ten dele met elkaar samenhangende factoren: ten eerste de totale bbp-krimp en ten tweede de scherpe daling van de belastingopbrengsten van twee tot dusver belangrijke bronnen: de financiële sector en de huizenmarkt. Dit neemt evenwel niet weg dat ongeveer een derde van de in het programma voorspelde stijging van het tekort voor 2009/2010 het gevolg is van de aangenomen budgettaire stimuleringsmaatregelen;

e)

in het geactualiseerde convergentieprogramma van 2008 wordt voor 2009/2010 ook een overheidsschuldquote van circa 60 % van het bbp verwacht, wat aanzienlijk hoger is dan de schuldquote van om en bij de 46 % die in maart 2008 door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk was voorspeld;

f)

in de tussentijdse prognoses van januari 2009 van de diensten van de Commissie wordt voor 2009/2010 een tekort van 9,5 % van het bbp voorspeld. Dit percentage ligt 1,25 procentpunt hoger dan in het convergentieprogramma, vooral wegens het aanzienlijk slechtere macro-economische klimaat dan in de prognoses van januari 2009 van de diensten van de Commissie was verwacht, waarbij het nominale bbp-niveau ongeveer 5 % lager was. Inmiddels blijkt uit de na de tussentijdse prognoses van januari 2009 van de diensten van de Commissie bekendgemaakte gegevens over de overheidsfinanciën dat de overheidsfinanciën er in 2008/2009 in werkelijkheid wellicht slechter voorstaan dan verwacht.

(8)

Dit alles leidt tot de conclusie dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk sinds juli 2008 in een alsmaar versomberend economisch klimaat in overeenstemming met het Europees economisch herstelplan extra tekortverhogende discretionaire maatregelen hebben getroffen. Het gecombineerde effect van de scherpe economische neergang en de door de autoriteiten van het Verenigd koninkrijk genomen stimuleringsmaatregelen heeft tot de voor 2009/2010 verwachte aanzienlijke verslechtering van de begrotingssituatie van het Verenigd Koninkrijk geleid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Verenigd Koninkrijk heeft aan de aanbeveling van de Raad van 8 juli 2008 binnen de in die aanbeveling gestelde termijn geen gevolg gegeven.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Luxemburg, 27 april 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

A. VONDRA


(1)  http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=Celex:12006E/PRO/25:NL:HTML

(2)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

(3)  PB L 238 van 5.9.2008, blz. 5.

(4)  http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/publication12926_en.pdf


Top