EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008A0222(02)

Advies van de Raad van 12 februari 2008 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland voor de periode 2007-2011

PB C 49 van 22/02/2008, p. 5–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 49/5


ADVIES VAN DE RAAD

van 12 februari 2008

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland voor de periode 2007-2011

(2008/C 49/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid, en met name op artikel 5, lid 3 (1),

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

(1)

Op 12 februari 2008 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Finland voor de periode 2007-2011 behandeld.

(2)

De macro-economische prestatie van Finland was de afgelopen jaren krachtig en evenwichtig, waarbij de groei in de voorbije jaren de eerdere verwachtingen aanzienlijk heeft overtroffen. Het huidige herstel van de bedrijvigheid is op passende wijze benut om begrotingsoverschotten tot stand te brengen en voorbereid te zijn op de gevolgen van de vergrijzing, waardoor de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën aanzienlijk verminderen. Volgens de voorspellingen zal de ophanden zijnde demografische verschuiving de economische groei reeds aan het einde van de programmaperiode temperen en resulteren in een beperkter begrotingsoverschot, waardoor een aangehouden controle van de overheidsuitgaven noodzakelijk wordt.

(3)

In het macro-economische scenario van het programma wordt ervan uitgegaan dat de reële bbp-groei in de programmaperiode zal afnemen, maar in 2008 en 2009 boven de 3 % blijft om vervolgens terug te lopen tot iets meer dan 2 % in 2011. Afgaande op de thans beschikbare informatie (2) lijkt dit scenario te berusten op plausibele groeihypothesen, die voor 2010 en 2011 evenwel aan de voorzichtige kant zijn. De inflatieprognoses van het programma lijken realistisch.

(4)

Het overheidsoverschot voor 2007 wordt in de huidige actualisering geraamd op 4,5 % van het bbp, hetgeen grotendeels in overeenstemming is met de najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie, tegen een in het vorige geactualiseerde stabiliteitsprogramma gehanteerd streefcijfer van 2,8 % van het bbp. Dit komt met name door het doorwerkend effect van het meevallende resultaat over 2006 en door de verrassend hoge groei in 2007 waardoor de overheidsontvangsten werden opgestuwd, terwijl de uitgaven in overeenstemming met vorige plannen grotendeels onder controle bleven. De uitvoering van de begroting 2007 spoorde grotendeels met het advies van de Raad over het vorige programma (3). De Raad neemt er ook nota van dat de begroting 2007 grotendeels in overeenstemming was met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid.

(5)

Het programma heeft als kerndoelstelling de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen met het oog op de vergrijzing. Evenals in het vorige programma is de Finse middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie een structureel overheidsoverschot van 2 % van het bbp (structureel wil zeggen: conjunctuurgezuiverd, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen). Het nominale en primaire saldo blijven in 2007 aan de hoge kant, maar zullen naar verwachting elk jaar dalen. Het programma heeft als doel in de gehele programmaperiode vast te houden aan structurele overschotten die de MTD overschrijden. Anders dan in het vorige programma wordt in de nieuwe actualisering voorspeld dat het structureel overschot (berekend volgens de algemeen aanvaarde methode) in 2007 1,5 procentpunt hoger zal uitvallen, maar voor 2010 stemmen de ramingen voor het structureel saldo in beide actualiseringen overeen. De reden voor de vrij scherpe daling van het overschot in de meest recente actualisering is dat de uitgavenquote slechts iets terugloopt, terwijl de ontvangstenquote veel sterker daalt. Deze laatste daling is het gevolg van de tenuitvoerlegging van de aangekondigde belastingverlagingen alsook van de voorzichtige ramingen van de inkomsten als reactie op de bbp-groei. De minder uitgesproken daling van de uitgavenquote in vergelijking met het vorige programma is een gevolg van de stapsgewijze stijging van de budgettaire meerjarenplafonds voor de centrale overheid, waarbij het zwaartepunt van de uitgavenstijgingen in 2008 valt, het eerste jaar van de nieuwe kabinetsperiode.

(6)

De risico's voor de begrotingsprognoses van het programma lijken elkaar min of meer in evenwicht te houden. Gezien de uitgesproken voorzichtige prognoses voor de belastingontvangsten zouden de feitelijke begrotingssaldi in 2008 beter kunnen uitvallen dan in het programma wordt voorspeld. Er kunnen een aantal risico's voortvloeien uit de sterke loonstijgingen in de overheidssector door het ontstaan van een opwaartse druk op de uitgaven. De negatieve risico's worden evenwel gecompenseerd door de voorzichtige groeiprognoses voor de laatste jaren en de conservatieve prognoses voor de inkomsten.

(7)

In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingskoers toereikend om in de gehele programmaperiode ruimschoots te voldoen aan de MTD van het programma. Dit strookt met het stabiliteits- en groeipact. Voor 2008 is er evenwel een budgettaire expansie gepland waarbij het structureel overschot volgens de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie met 0,5 procentpunt van het bbp en volgens het programma met 1 procentpunt dalen. Hoewel er zich volgens de verwachtingen een verschuiving in de economische omstandigheden zal voordoen van goed naar neutraal, is het niet onaannemelijk dat de gunstige economische omstandigheden van de voorbije jaren in 2008 aanhouden. Derhalve bestaat er gevaar dat de budgettaire beleidskoers die uit het programma blijkt, procyclisch uitpakt in 2008. Wel zou de potentiële procyclische stimulans voor de economie waarschijnlijk beperkt zijn, en zou het begrotingsbeleid reeds in het volgende jaar min of meer neutraal zijn. Er zou nog steeds een omvangrijk begrotingsoverschot blijven bestaan.

(8)

Finland lijkt weinig risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft. Van de vergrijzing gaat in Finland een groter langetermijneffect op de begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is, maar de pensioenhervormingsmaatregelen hebben ertoe bijgedragen dat de voorspelde stijging van de pensioenuitgaven in de komende decennia in de hand kunnen worden gehouden. De in het programma geraamde begrotingssituatie voor 2007 draagt er met een hoog structureel overschot aanzienlijk toe bij dat de budgettaire gevolgen van de vergrijzing op lange termijn kunnen worden opgevangen. De stijging van de pensioenuitgaven zal deels gefinancierd kunnen worden uit de omvangrijke activa in de pensioenfondsen van de overheid. Door de primaire overschotten op middellange termijn op een hoog niveau te houden, kunnen de risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën deels worden ondervangen.

(9)

Het stabiliteitsprogramma lijkt goed aan te sluiten bij het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma. De maatregelen uit het uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma die tot doel hebben de vergrijzingsrisico's in de hand te houden, vormen een integrerend onderdeel van de in het stabiliteitsprogramma uitgestippelde strategie. Het is de bedoeling dat strak de hand wordt gehouden aan maatregelen die moeten resulteren in een productiviteitsverhoging bij de overheidsdiensten om de uitgaven onder controle te houden. Tegelijkertijd zorgen de meerjarenplafonds voor de uitgaven van de centrale overheid, die de grondslag vormen voor de prognoses van het stabiliteitsprogramma, ervoor dat kosten van de nationale hervormingsprogramma's aan banden worden gelegd.

(10)

De begrotingsstrategie in het programma sluit in grote lijnen aan bij de globale richtsnoeren voor het economisch beleid op het gebied van het begrotingsbeleid die zijn opgenomen in de in het kader van de Lissabon-strategie uitgevaardigde geïntegreerde richtsnoeren voor de lidstaten die deel uitmaken van het eurogebied.

(11)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (4).

De algemene conclusie luidt dat in het programma wordt gerekend op aanhoudend hoge overschotten, die evenwel in de loop van de programmaperiode een dalende tendens vertonen. De aan de begrotingsdoelstellingen verbonden risico's houden elkaar over het geheel genomen in evenwicht. Wel zijn de budgettaire prognoses van het programma voor 2008 aan de voorzichtige kant. Op middellange termijn is er sprake van een solide begrotingssituatie. Daardoor blijft het risico dat deze op lange termijn niet houdbaar blijft, binnen de perken. Om een procyclische begrotingskoers in 2008 te voorkomen en om de gevolgen van een lagere groei en een daaruit voortvloeiende minder sterke toename van de belastingontvangsten in de programmaperiode op te vangen, blijft het van essentieel belang dat de uitgaven in de hand worden gehouden.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Reëel bbp

(Verandering in %)

SP nov 2007

5,0

4,4

3,3

3,0

2,5

2,1

COM nov 2007

5,0

4,3

3,4

2,8

n.b.

n.b.

SP dec 2006

4,5

3,0

2,9

2,6

2,1

n.b.

HICP-inflatie (8)

(%)

SP nov 2007

1,6

2,4

2,4

2,2

2,0

2,0

COM nov 2007

1,3

1,5

2,4

2,1

n.b.

n.b.

SP dec 2006

1,5

1,3

1,7

1,7

1,7

n.b.

Output gap (5)

(% van het potentiële bbp)

SP nov 2007

– 0,3

0,6

0,7

0,5

0,1

– 0,7

COM nov 2007 (6)

– 0,4

0,4

0,5

0,1

n.b.

n.b.

SP dec 2006

0,1

0,2

0,1

– 0,2

– 0,8

n.b.

Financieringsoverschot/-tekort t.o.v. het buitenland

(% van het bbp)

SP nov 2007

4,8

4,9

4,6

5,0

5,0

4,8

COM nov 2007

5,9

5,3

5,2

5,1

n.b.

n.b.

SP dec 2006

5,4

4,8

4,6

4,4

4,1

n.b.

Overheidssaldo

(% van het bbp)

SP nov 2007

3,8

4,5

3,7

3,6

2,8

2,4

COM nov 2007

3,8

4,6

4,2

4,0

n.b.

n.b.

SP dec 2006

2,9

2,8

2,7

2,7

2,4

n.b.

Primair saldo

(% van het bbp)

SP nov 2007

5,3

6,0

5,2

5,0

4,1

3,6

COM nov 2007

5,3

6,0

5,6

5,3

n.b.

n.b.

SP dec 2006

4,5

4,3

4,2

4,1

3,7

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (5)

(% van het bbp)

SP nov 2007

4,0

4,2

3,3

3,3

2,8

2,8

COM nov 2007

4,1

4,4

3,9

4,0

n.b.

n.b.

SP dec 2006

2,9

2,7

2,7

2,8

2,8

n.b.

Structureel saldo (7)

(% van het bbp)

SP nov 2007

4,0

4,2

3,3

3,3

2,8

2,8

COM nov 2007

4,1

4,4

3,9

4,0

n.b.

n.b.

SP dec 2006

2,9

2,7

2,7

2,8

2,8

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het bbp)

SP nov 2007

39,2

35,3

32,8

30,4

29,0

27,9

COM nov 2007

39,2

35,7

32,4

29,8

n.b.

n.b.

SP dec 2006

39,1

37,7

36,2

35,0

33,7

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, zijn te vinden op:

http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm

(2)  Bij de beoordeling wordt met name rekening gehouden met de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie en met de beoordeling door de Commissie van het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma.

(3)  PB C 71 van 28.3.2007, blz. 1.

(4)  Met name ontbreken externe hypothesen voor de latere jaren en zijn de inflatieprognoses verstrekt op CPI- en niet op HICP-basis. Gegevens over de „eenmalige en andere tijdelijke maatregelen” worden ook niet uitdrukkelijk vermeld in de tabellen (evenmin komen zij elders in de tekst ter sprake).

(5)  In de programma's vermelde output gaps en conjunctuurgezuiverde saldi, zoals herberekend door de Commissie op basis van de in de programma's voorkomende informatie.

(6)  Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 3,4 %, 3,4 %, 3,2 % en 3,2 % in de periode 2006-2009.

(7)  Conjunctuurgezuiverd saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. In het meest recente programma of in de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie zijn er geen eenmalige maatregelen vastgesteld.

(8)  In het meest recente programma zijn inflatieprognoses op basis van het nationale CPI in plaats van het HICP opgenomen. In 2007 was de CPI-inflatie aanzienlijk hoger dan de HICP-inflatie. Volgens de Finse autoriteiten bedragen de overeenkomstige HICP-inflatieprognoses voor de periode 2006-2008 achtereenvolgens 1,3 %, 1,6 %, en 2,3 % bedragen en is er voor de resterende jaren geen verschil tussen beide reeksen.

Bron:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.


Top