EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008A0222(01)

Advies van de Raad van 12 februari 2008 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2007-2010

PB C 49 van 22/02/2008, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 49/1


ADVIES VAN DE RAAD

van 12 februari 2008

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2007-2010

(2008/C 49/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

(1)

Op 12 februari 2008 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Luxemburg voor de periode 2007-2010 behandeld.

(2)

Na de inzinking in de 2001 tot en met 2003 maakt Luxemburg opnieuw een periode van krachtige groei door. In de periode 2004-2007 is het reële bbp met gemiddeld 5,25 % en de binnenlandse werkgelegenheid met gemiddeld meer dan 3 % per jaar gegroeid. Luxemburg is er daardoor in geslaagd weer een overschot op de overheidsfinanciën te realiseren. Voor de programmaperiode wordt ook een sterke groei verwacht, ook al zou deze in de komende jaren iets vertragen. Toch zal Luxemburg ondanks de goede staat waarin de economie, en met name de overheidsfinanciën, momenteel verkeren te maken krijgen met een groot vergrijzingsprobleem dat een ernstige bedreiging vormt voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn.

(3)

Het programma bevat twee verschillende scenario's voor de macro-economische en begrotingsprognoses: een „centraal” scenario en een „variant”. Het „centraal” scenario wordt in het programma gehanteerd als referentiescenario waarop de budgettaire prognoses zijn gebaseerd. Afgaande op de thans beschikbare informatie (2) lijkt het uit te gaan van plausibele groeihypothesen. Verwacht wordt dat de reële bbp-groei terugloopt van 6 % in 2007 naar gemiddeld 4,5 % over de periode 2008-2010. Gezien de versnelde stijging van de consumentenprijzen eind 2007 en gezien de recente stijging van de energieprijzen lijken de programmaprognoses voor de inflatie in 2008 aan de lage kant. Sinds begin 2000 ligt de stijging van de arbeidskosten in Luxemburg duidelijk boven het EU-gemiddelde en volgens de actualisering blijven deze in de programmaperiode vrij sterk toenemen. Daardoor zal het concurrentievermogen van het land waarschijnlijk geleidelijk verzwakken.

(4)

Voor 2007 wordt het overheidsoverschot in de najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie geraamd op 1,2 % van het bbp en in de actualisering 2007 van het stabiliteitsprogramma op 1,0 % van het bbp, terwijl in de vorige actualisering nog een tekort van 0,9 % van het bbp als streefcijfer werd genoemd. De voornaamste reden voor dit grote verschil met het streefcijfer is een ingrijpende herziening van de gegevens over de overheidsfinanciën in de afgelopen jaren die heeft geleid tot een forse opwaartse bijstelling van de reeks overheidssaldo's vanaf 2005. Daardoor blijkt Luxemburg in de afgelopen jaren zijn middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie, namelijk een structureel tekort (d.w.z. een conjunctuurgezuiverd tekort ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen) van 0,75 % van het bbp, allang te hebben bereikt. Dit is een veel beter resultaat dan het in de actualisering van 2006 genoemde streven, namelijk om de MTD vanaf 2007 te bereiken. Hoewel het overheidssaldo over 2007 slechts is verbeterd met de helft van hetgeen in de actualisering van 2006 was beoogd, en het meevallende resultaat bijna geheel te danken is aan de ingrijpende herziening van de gegevens over de overheidsfinanciën, zijn met de uitvoering van de begroting toch de doelstellingen gehaald waaraan de Raad in zijn advies van 27 februari 2007 over de actualisering van 2006 zijn goedkeuring heeft gegeven (3). De Raad neemt er nota van dat de uitvoering van de begroting ook strookt met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid.

(5)

Vanwege deze herziene gegevens wordt in het huidige programma, anders dan in het vorige programma, niet meer gesproken over een consolidatie van de begroting. De budgettaire middellangetermijnstrategie heeft nu vooral tot doel het nominale overschot in de programmaperiode op gemiddeld zo'n 1 % van het bbp te houden en de MTD in deze periode ruimschoots vast te houden. Het nominale overschot loopt door een verlaging van de inkomstenbelasting terug van 1,0 % van het bbp in 2007 naar 0,8 % van het bbp in 2008, maar loopt daarna weer geleidelijk op. Het primaire overschot volgt eenzelfde traject. De stijging van het overschot in de periode 2007-2010 wordt gerealiseerd door een daling van de uitgavenquote van 0,9 procentpunt, meer dan genoeg om een daling van de ontvangstenquote van 0,7 procentpunt op te vangen. Met uitzondering van 2008, waarin rekening wordt gehouden met de maatregelen in de begroting, gaat het bij deze cijfers om prognoses bij ongewijzigd beleid, die dus geen rekening houden met beleidsmaatregelen.

(6)

De risico's voor de begrotingsprognoses van het programma lijken elkaar min of meer in evenwicht te houden. Deze prognoses berusten op een plausibel macro-economisch scenario en lijken haalbaar. Met name omdat de prognoses voor de ontvangsten aan de voorzichtige kant zijn en het land in het verleden op begrotingsgebied vaker goed heeft gepresteerd, kunnen de uiteindelijke resultaten zelfs nog iets gunstiger uitvallen dan in het programma wordt voorspeld.

(7)

Gezien deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgezette begrotingskoers toereikend om de MTD in de gehele programmaperiode ruimschoots vast te houden, zoals in het programma ook wordt aangenomen. Het begrotingsbeleid zoals dat uit het programma naar voren komt, is de gehele periode in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact. De Raad neemt er nota van dat het ook strookt met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties.

(8)

Luxemburg lijkt een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft. Het land behoort tot de EU-lidstaten waar het langetermijneffect van de vergrijzing op de begroting zich het sterkst doet gevoelen. Dit komt met name door de verwachte zeer forse stijging van de pensioenuitgaven. In de in het programma geraamde begrotingssituatie in 2007, die gunstiger is dan de uitgangssituatie van het vorige programma, kunnen de verwachte budgettaire langetermijngevolgen van de vergrijzing dankzij de lage schuldquote, de omvangrijke in de sociale zekerheid opgebouwde activa en een structureel primair overschot deels worden opgevangen. De forse stijging van de leeftijdsgebonden uitgaven kan daarmee echter niet volledig worden gefinancierd. De risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën zouden verminderen indien gezorgd wordt voor hoge primaire overschotten op middellange termijn en indien — zoals de autoriteiten inmiddels hebben erkend — maatregelen worden doorgevoerd om de forse stijging van de leeftijdsgebonden uitgaven te beteugelen.

(9)

Het stabiliteitsprogramma lijkt tot op zekere hoogte aan te sluiten bij het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma. Zo stroken de maatregelen in het stabiliteitsprogramma met het nationale hervormingsprogramma van 2005 en met het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van dat programma. Voorbeelden zijn de nieuwe spoorweg- en wegenprojecten en de beoogde stijging van de O&O-uitgaven. In de begrotingsprognoses van het stabiliteitsprogramma wordt rekening gehouden met de rechtstreekse budgettaire gevolgen van de hervormingen in het kader van het nationale hervormingsprogramma.

(10)

De begrotingsstrategie in het programma sluit slechts deels aan bij de landenspecifieke globale richtsnoeren voor het economisch beleid die zijn opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren, en bij de richtsnoeren op het gebied van het begrotingsbeleid die in het kader van de Lissabon-strategie zijn uitgevaardigd voor de lidstaten die deel uitmaken van het eurogebied. Zo is nog geen begin gemaakt met de hervorming van het pensioenstelsel om ervoor te zorgen dat de overheidsfinanciën beter houdbaar blijven.

(11)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (4).

De algemene conclusie luidt dat de overheidsfinanciën weer een overschot vertonen, nu het bbp en de werkgelegenheid fors stijgen. Uit herziene gegevens die onlangs zijn vrijgegeven, blijkt dat de overheidsfinanciën duidelijk minder sterk zijn verslechterd dan eerder werd aangenomen. Luxemburg heeft zich daardoor steeds gehouden aan zijn MTD en het programmatraject voor het overheidssaldo valt jaarlijks ten minste 1 % van het bbp gunstiger uit dan in de vorige actualisering. Hoewel belastingverlagingen zullen leiden tot een geringe daling van het overschot in 2008, is het programma erop gericht in de gehele periode een overschot van gemiddeld 1 % van het bbp vast te houden. Het macro-economische scenario en de begrotingsdoelstellingen van het programma lijken plausibel en de uiteindelijke budgettaire resultaten kunnen zelfs nog iets gunstiger uitvallen dan beoogd. Wel krijgt Luxemburg in de komende decennia te maken met hoge vergrijzingslasten, waartegen nog geen maatregelen zijn getroffen. Daarom luidt het oordeel dat het land ondanks de thans solide begrotingssituatie toch een middelgroot risico loopt wat betreft de houdbaarheid van zijn overheidsfinanciën op lange termijn.

Gelet op de beoordeling hierboven en de zeer forse stijging van de verwachte leeftijdsgebonden uitgaven in de komende decennia wordt Luxemburg verzocht de houdbaarheid van zijn overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren door met name op pensioengebied structurele hervormingsmaatregelen door te voeren.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 

2006

2007

2008

2009

2010

Reëel bbp

(Verandering in %)

SP nov 2007

6,1

6,0

4,5

5,0

4,0

COM nov 2007

6,1

5,2

4,7

4,5

n.b.

SP nov 2006

5,5

4,0

5,0

4,0

n.b.

HICP-inflatie

(%)

SP nov 2007

3,0

2,3

2,0

2,1

2,1

COM nov 2007

3,0

2,5

2,8

2,3

n.b.

SP nov 2006

2,9

1,4

2,0

2,0

n.b.

Output gap (5)

(% van het potentiële bbp)

SP nov 2007

– 0,4

0,5

0,1

0,2

– 0,8

COM nov 2007 (6)

– 0,2

0,0

– 0,2

– 0,6

n.b.

SP nov 2006

– 0,3

– 0,8

– 0,5

– 1,6

n.b.

Financieringsoverschot/-tekort t.o.v. het buitenland

(% van het bbp)

SP nov 2007

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

COM nov 2007

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

SP nov 2006

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Overheidssaldo

(% van het bbp)

SP nov 2007

0,7

1,0

0,8

1,0

1,2

COM nov 2007

0,7

1,2

1,0

1,4

n.b.

SP nov 2006

– 1,5

– 0,9

– 0,4

0,1

n.b.

Primair saldo

(% van het bbp)

SP nov 2007

0,9

1,2

1,1

1,2

1,5

COM nov 2007

0,9

1,3

1,2

1,5

n.b.

SP nov 2006

– 1,3

– 0,8

– 0,2

0,3

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (5)

(% van het bbp)

SP nov 2007

0,9

0,7

0,8

0,9

1,6

COM nov 2007

0,8

1,2

1,2

1,7

n.b.

SP nov 2006

– 1,3

– 0,5

– 0,1

0,9

n.b.

Structureel saldo (7)

(% van het bbp)

SP nov 2007

0,6

0,7

0,8

0,9

1,6

COM nov 2007

0,8

1,2

1,2

1,7

n.b.

SP nov 2006

– 1,3

– 0,5

– 0,1

0,9

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het bbp)

SP nov 2007

6,6

6,9

7,1

7,2

7,0

COM nov 2007

6,6

6,6

6,0

5,4

n.b.

SP nov 2006

7,5

8,2

8,5

8,5

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, zijn te vinden op:

http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm

(2)  Bij de beoordeling wordt met name rekening gehouden met de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie en met de beoordeling door de Commissie van het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma.

(3)  PB C 70 van 27.3.2007, blz. 24.

(4)  Met name zijn er geen gegevens over de sectorale saldi (behalve voor de overheid).

(5)  In de programma's vermelde output gaps en conjunctuurgezuiverde saldi, zoals herberekend door de diensten van de Commissie op basis van de in de programma's voorkomende informatie.

(6)  Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 4,8 %, 5,0 %, 5,0 % en 4,9 % in de periode 2006-2009.

(7)  Conjunctuurgezuiverd saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. Het meeste recente programma en de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie bevatten geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen voor de periode 2007-2010.

Bronnen:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.


Top