Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996R1354

Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 1354/96 van de Raad van 8 juli 1996 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen

PB L 175 van 13/07/1996, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1996/1354/oj

31996R1354

Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 1354/96 van de Raad van 8 juli 1996 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 175 van 13/07/1996 blz. 0001 - 0002


VERORDENING (EURATOM, EGKS, EG) Nr. 1354/96 VAN DE RAAD van 8 juli 1996 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie, welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, inzonderheid op artikel 24,

Gelet op het voorstel van de Commissie, ingediend na advies van het Comité voor het Statuut,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Hof van Justitie (2),

Gezien het advies van de Rekenkamer (3),

Overwegende dat in artikel 4 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap de Rekenkamer als een van de Instellingen van de Europese Gemeenschappen wordt genoemd en dat derhalve niet meer naar deze instelling behoeft te worden verwezen in artikel 1, tweede alinea, van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (4) tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen;

Overwegende dat het dienstig is gebleken dat het bij artikel 198 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ingestelde Comité van de Regio's, wat de toepassing van het Statuut van de ambtenaren van de Gemeenschappen betreft, gelijk wordt gesteld met de Instellingen der Gemeenschappen, en dat dit Statuut dienovereenkomstig wordt gewijzigd;

Overwegende dat in artikel 138 E van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is bepaald dat de ombudsman van de Europese Gemeenschap zijn ambt volkomen onafhankelijk uitoefent; dat het Europees Parlement bij Besluit van 9 maart 1994 (5) inzake het Statuut van de Europese ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt, heeft besloten dat de ombudsman wordt bijgestaan door een secretariaat en dat hij voor vraagstukken betreffende zijn personeel gelijkgesteld wordt met de Instellingen in de zin van artikel 1 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

"Tenzij anders is bepaald, worden het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de ombudsman van de Europese Gemeenschap voor de toepassing van dit Statuut gelijkgesteld met de Instellingen der Gemeenschappen.".

2. In artikel 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

"In het Reglement van Orde van het Economisch en Sociaal Comité, van het Comité van de Regio's en van de ombudsman van de Europese Gemeenschap wordt bepaald welke gezagsorganen ten aanzien van de ambtenaren de bevoegdheden uitoefenen die volgens dit Statuut aan het tot aanstelling bevoegde gezag toekomen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf de datum waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie in werking is getreden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 8 juli 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. QUINN

(1) PB nr. C 151 van 19. 6. 1995, blz. 471.

(2) Advies uitgebracht op 16 mei 1995.

(3) Advies uitgebracht op 12 januari 1995.

(4) PB nr. L 56 van 4. 3. 1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 3161/94 (PB nr. L 335 van 23. 12. 1994, blz. 1).

(5) PB nr. L 113 van 4. 5. 1994, blz. 15.

Top