This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31995L0498
Council Directive 95/498/EC of 23 November 1995 concerning the Community list of less-favoured farming areas within the meaning of Directive 75/268/EEC (Sweden)
Richtlijn 95/498/EG van de Raad van 23 november 1995 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Zweden)
Richtlijn 95/498/EG van de Raad van 23 november 1995 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Zweden)
PB L 287 van 30/11/1995, p. 33–52
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 16/04/1996
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 31996D0287 | aanvulling | bijlage 1 |
Richtlijn 95/498/EG van de Raad van 23 november 1995 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Zweden)
Publicatieblad Nr. L 287 van 30/11/1995 blz. 0033 - 0052
RICHTLIJN VAN DE RAAD van 23 november 1995 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Zweden) (95/498/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 75/268/EEG van de Raad van 28 april 1975 betreffende de landbouw in bergstreken en in sommige probleemgebieden (1), inzonderheid op artikel 2, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement (2), Overwegende dat omvangrijke delen van het grondgebied van Zweden met permanente natuurlijke handicaps te kampen hebben; dat in verklaring nr. 37 van de Toetredingsakte van 1994 wordt erkend dat de bergstreken en andere agrarische probleemgebieden in de zin van artikel 3 van Richtlijn 75/268/EEG onverwijld moeten worden aangewezen; Overwegende dat de permanente natuurlijke handicaps in die gebieden tot hogere produktiekosten leiden en beletten dat de landbouwers er uit hun produktie een redelijk inkomen verwerven, vergelijkbaar met dat van vergelijkbare bedrijven in andere gebieden; Overwegende dat de Zweedse Regering de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 75/268/EEG de lijst heeft meegedeeld van gemeenten (kommuner) en, waar passend, van delen van gemeenten (foersamlingar) die zouden moeten worden opgenomen in de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden, alsmede gegevens over de kenmerken van die gebieden; Overwegende dat op grond van de beschikbare gegevens moet worden geconcludeerd dat alle ten noorden van de 62e breedtegraad gelegen gebieden worden gekenmerkt door zeer ongunstige klimatologische omstandigheden waardoor de vegetatieperiode aanzienlijk wordt bekort, en voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, van Richtlijn 75/268/EEG; Overwegende dat Zweden op grond van voornoemde verklaring nr. 37 uit hoofde van artikel 3, lid 3, van Richtlijn 75/268/EEG vier van de vijf gebieden uit het Noorden die op het moment van de toetreding van deze Staat tot de Europese Unie steun voor de landbouw ontvingen, in aanmerking mag nemen voor de steun; Overwegende dat sommige aangrenzende gemeenten kunnen worden aangemerkt als probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 3, waar de klimatologische omstandigheden zeer ongunstig zijn en daardoor de vegetatieperiode aanzienlijk wordt bekort tot niet meer dan 170 dagen met een gemiddelde temperatuur van ten hoogste 5 ° Celsius; Overwegende dat de in artikel 3, lid 3, tweede streepje, van Richtlijn 75/268/EEG bedoelde sterke hellingen een hellingsgraad van meer dan 20 % hebben; Overwegende dat, bij combinatie van de twee factoren, hoogteligging en hellingsgraad, als bedoeld in artikel 3, lid 3, derde streepje, van die richtlijn, gebieden in aanmerking komen die zowel op een hoogte van ten minste 500 m zijn gelegen als een gemiddelde hellingsgraad van ten minste 15 % hebben; Overwegende dat wat betreft de factoren "aanwezigheid van minder produktieve grond" en "aanzienlijk beneden het gemiddelde liggende bedrijfsresultaten", als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder a) en b), van Richtlijn 75/268/EEG, voor het aanwijzen van de gebieden is uitgegaan van de standaardindices van de opbrengsten van de voornaamste eenjarige gewassen en de bruto toegevoegde waarde van de bedrijven per arbeidsjaareenheid; Overwegende dat de maximumwaarde van de beide bovenbedoelde gemiddelde indices voor de in aanmerking te nemen gebieden op 80 % van de gemiddelde nationale index is vastgesteld; dat, in specifieke gevallen, de gemiddelde index van de standaardopbrengsten niet in aanmerking wordt genomen voor agrarische probleemgebieden waar de oppervlakte voederland in de zin van artikel 4 g, lid 3, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2066/92 (2) meer dan 70 % van de totale oppervlakte cultuurgrond uitmaakt; Overwegende dat wat het criterum "geringe bevolkingsdichtheid en sterke bevolkingsterugloop" als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder c), van Richtlijn 75/268/EEG betreft, de volgende eisen zijn gehanteerd: de bevolkingsdichtheid mag ten hoogste 50 inwoners per km2 bedragen, waarbij het nationale gemiddelde, dat slechts 21 inwoners per km2 bedraagt, buiten beschouwing wordt gelaten, of de jaarlijkse bevolkingsterugloop moet meer dan 0,5 % bedragen, en de landbouwberoepsbevolking moet een belangrijk aandeel hebben in de totale beroepsbevolking van de gemeente; Overwegende dat voor het aanwijzen van de gebieden die met specifieke handicaps te kampen hebben en met probleemgebieden kunnen worden gelijkgesteld, als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG, als criteria in aanmerking zijn genomen, het bestaan van voor de produktie ongunstige omstandigheden tot uiting komend in een waarde van de beide in aanmerking genomen indices die onder het nationale gemiddelde ligt alsmede het bestaan van permanente specifieke handicaps die het kenmerk zijn van: - heuvelachtig, geaccidenteerd gebied met versnipperde landbouwgrond, - vochtig moerasgebied, - periodiek overstroomd gebied of gebied met een slechte waterhuishouding, - kleine eilandgebieden voor de kust of in een meer; Overwegende dat de totale oppervlakte van de gebieden als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG niet meer dan 4 % van de totale oppervlakte van de betrokken Lid-Staat uitmaakt; Overwegende dat de aard en het niveau van de voornoemde door de Zweedse Regering gehanteerde criteria voor het aanwijzen van de aan de Commissie gemelde gebieden beantwoorden aan de kenmerken van respectievelijk berggebieden, probleemgebieden en gebieden met specifieke problemen, als bedoeld in artikel 3, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 75/268/EEG; Overwegende dat Zweden een groot aantal eilanden telt; dat de lijst van kleinere eilanden die op grond van artikel 3, lid 5, als gebieden met specifieke problemen worden aangemerkt later kan worden aangevuld, en vastgesteld bij een beschikking van de Commissie op grond van artikel 2, lid 3, van Richtlijn 75/268/EEG, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 De lijst van communautaire probleemgebieden in Zweden die is neergelegd in de bijlagen I, II en III bij deze richtlijn wordt opgenomen in de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van artikel 3, leden 3, 4 en 5 van Richtlijn 75/268/EEG. Artikel 2 Deze richtlijn is gericht tot het Koninkrijk Zweden. Gedaan te Brussel, 23 november 1995. Voor de Raad De Voorzitter C. WESTENDORP y CABEZA ANEXO I Zonas desfavorecidas tal como se definen en el apartado 3 del artículo 3 de la Directiva 75/268/CEE BILAG I Ugunstigt stillede omraader, jf. artikel 3, stk. 3, i direktiv 75/268/EOEF ANHANG I Benachteiligte Gebiete im Sinne von Artikel 3 Absatz 3 der Richtlinie 75/268/EWG ÐÁÑÁÑÔÇÌÁ É ÌaaéïíaaêôéêÝò ðaañéï÷Ýò êáôUE ôçí Ýííïéá ôïõ UEñèñïõ 3 ðáñUEãñáoeïò 3 ôçò ïaeçãssáò 75/268/AAÏÊ ANNEX I Less-favoured areas within the meaning of Article 3 (3) of Directive 75/268/EEC ANNEXE I Zones défavorisées au titre de l'article 3 paragraphe 3 de la directive 75/268/CEE ALLEGATO I Zone svantaggiate ai sensi dell'articolo 3, paragrafo 3 della direttiva 75/268/CEE BIJLAGE I Probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 3, van Richtlijn 75/268/EEG ANEXO I Zonas desfavorecidas na acepção do nº 3 do artigo 3º da Directiva 75/268/CEE LIITE I Direktiivin 75/268/ETY 3 artiklan 3 kohdan mukaisesti epaesuotuisiksi maeaeritettyjae alueita BILAGA I Mindre gynnade omraaden i enlighet med artikel 3.3 i direktiv 75/268/EEG >RUIMTE VOOR DE TABEL> ANEXO II Zonas desfavorecidas tal como se definen en el apartado 4 del artículo 3 de la Directiva 75/268/CEE BILAG II Ugunstigt stillede omraader, jf. artikel 3, stk. 4, i direktiv 75/268/EOEF ANHANG II Benachteiligte Gebiete im Sinne von Artikel 3 Absatz 4 der Richtlinie 75/268/EWG ÐÁÑÁÑÔÇÌÁ ÉÉ ÌaaéïíaaêôéêÝò ðaañéï÷Ýò êáôUE ôçí Ýííïéá ôïõ UEñèñïõ 3 ðáñUEãñáoeïò 4 ôçò ïaeçãssáò 75/268/AAÏÊ ANNEX II Less-favoured areas within the meaning of Article 3 (4) of Directive 75/268/EEC ANNEXE II Zones défavorisées au titre de l'article 3 paragraphe 4 de la directive 75/268/CEE ALLEGATO II Zone svantaggiate ai sensi dell'articolo 3, paragrafo 4 della direttiva 75/268/CEE BIJLAGE II Probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 4, van Richtlijn 75/268/EEG ANEXO II Zonas desfavorecidas na acepção do nº 4 do artigo 3º da Directiva 75/268/CEE LIITE II Direktiivin 75/268/ETY 3 artiklan 4 kohdan mukaisesti epaesuotuisiksi maeaeritettyjae alueita BILAGA II Mindre gynnade omraaden i enlighet med artikel 3.4 i direktiv 75/268/EEG >RUIMTE VOOR DE TABEL> ANEXO III Zonas desfavorecidas tal como se definen en el apartado 5 del artículo 3 de la Directiva 75/268/CEE BILAG III Ugunstigt stillede omraader, jf. artikel 3, stk. 5, i direktiv 75/268/EOEF ANHANG III Benachteiligte Gebiete im Sinne von Artikel 3 Absatz 5 der Richtlinie 75/268/EWG ÐÁÑÁÑÔÇÌÁ ÉÉÉ ÌaaéïíaaêôéêÝò ðaañéï÷Ýò êáôUE ôçí Ýííïéá ôïõ UEñèñïõ 3 ðáñUEãñáoeïò 5 ôçò ïaeçãssáò 75/268/AAÏÊ ANNEX III Less-favoured areas within the meaning of Article 3 (5) of Directive 75/268/EEC ANNEXE III Zones défavorisées au titre de l'article 3 paragraphe 5 de la directive 75/268/CEE ALLEGATO III Zone svantaggiate ai sensi dell'articolo 3, paragrafo 5 della direttiva 75/268/CEE BIJLAGE III Probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG ANEXO III Zonas desfavorecidas na acepção do nº 5 do artigo 3º da Directiva 75/268/CEE LIITE III Direktiivin 75/268/ETY 3 artiklan 5 kohdan mukaisesti epaesuotuisiksi maeaeritettyjae alueita BILAGA III Mindre gynnade omraaden i enlighet med artikel 3.5 i direktiv 75/268/EEG >RUIMTE VOOR DE TABEL>