31991D0657

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 19 december 1991 tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 82/530/EEG waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd de autoriteiten van het eiland Man toe te staan een stelsel van bijzondere invoervergunningen toe te passen voor schapevlees en rundvlees (91/657/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Protocol nr. 3 bij de Toetredingsakte van 1972, inzonderheid op artikel 1, lid 2, en artikel 5, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de communautaire voorschriften inzake de handel met derde landen in landbouwprodukten die onder een gemeenschappelijke marktordening vallen, voor het eiland Man gelden op grond van artikel 1, lid 2, van Protocol nr. 3 bij de Toetredingsakte van 1972 en op grond van Verordening (EEG) nr. 706/73 (1);

Overwegende dat de veeteelt op het eiland Man van oudsher wordt bedreven en er een centrale rol vervult in de landbouw;

Overwegende dat, vóór de instelling van de gemeenschappelijke marktordening voor schape- en geitevlees in de Gemeenschap, het eiland Man als onderdeel van zijn eigen marktordening bepaalde regelingen tot beheersing van de invoer van schapevlees op het eiland toepaste ten einde aan de behoefte van de handel te voldoen zonder zijn eigen schapenhouderij en indirect zijn rundveehouderij en zijn steunregeling voor de landbouw te verstoren;

Overwegende dat het Verenigd Koninkrijk bij Beschikking 82/530/EEG (2) werd gemachtigd de Regering van het eiland Man toe te staan om voor een periode van negen jaar eindigende op 31 december 1991 een stelsel van bijzondere invoervergunningen toe te passen voor schapevlees en rundvlees van oorsprong uit derde landen en uit de Lid-Staten van de Gemeenschap, onverminderd de maatregelen inzake de handel met derde landen die zijn vervat in Verordening (EEG) nr. 805/68 (3) en in Verordening (EEG) nr. 3013/89 (4);

Overwegende dat de Commissie de Raad op 12 december 1991 heeft voorgesteld de machtiging te verlengen tot einde 1995; dat de Raad daarom nog niet in staat is zich over dat voorstel uit te spreken; dat voorshands, ten einde onderbreking van het handelsverkeer te voorkomen, het huidige stelsel voor een beperkte periode van toepassing moet blijven;

Overwegende dat artikel 2 van Beschikking 82/530/EEG derhalve dient te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Beschikking 82/530/EEG wordt vervangen door:

"Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 maart 1992.".

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk. Gedaan te Brussel, 19 december 1991. Voor de Raad

De Voorzitter

P. DANKERT

(1) PB nr. L 68 van 15. 3. 1973, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1174/86 (PB nr. L 107 van 24. 4. 1986, blz. 12). (2) PB nr. L 234 van 9. 8. 1982, blz. 7. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 88/504/EEG (PB nr. L 273 van 5. 10. 1988, blz. 1). (3) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1628/91 (PB nr. L 150 van 15. 6. 1991, blz. 16). (4) PB nr. L 289 van 7. 10. 1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1741/91 (PB nr. L 163 van 26. 6. 1991, blz. 41).