Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R2334

Verordening (EEG) nr. 2334/86 van de Raad van 21 juli 1986 inzake de vaststelling van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden of groepen bestanden in het in het NAFO-Verdrag omschreven gereglementeerde gebied

PB L 203 van 26/07/1986, p. 1–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1986

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/2334/oj

31986R2334

Verordening (EEG) nr. 2334/86 van de Raad van 21 juli 1986 inzake de vaststelling van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden of groepen bestanden in het in het NAFO-Verdrag omschreven gereglementeerde gebied

Publicatieblad Nr. L 203 van 26/07/1986 blz. 0001


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2334/86 VAN DE RAAD

van 21 juli 1986

inzake de vaststelling van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden of groepen bestanden in het in het NAFO-Verdrag omschreven gereglementeerde gebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), gewijzigd bij de Akte betreffende de toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het volgens artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 170/83 de taak van de Raad is, op grond van wetenschappelijke adviezen en met name van het verslag van het Wetenschappelijk en Technisch Comité voor de visserij, de instandhoudingsmaatregelen uit te werken die nodig zijn om de in artikel 1 van die verordening genoemde doelstellingen te bereiken;

Overwegende dat de Gemeenschap het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties, waarin principes en voorschriften voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de oceanen zijn opgenomen, heeft ondertekend;

Overwegende dat het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan, hierna het »NAFO-Verdrag" genoemd, door de Raad bij Verordening (EEG) nr. 3179/78 (2) is goedgekeurd; dat dit Verdrag op 1 januari 1979 in werking is getreden;

Overwegende dat de Gemeenschap in het kader van het geheel van op haar rustende internationale verplichtingen een bijdrage levert aan de instandhouding van de visbestanden in de internationale wateren;

Overwegende dat de situatie op het gebied van instandhouding moet worden geëvalueerd aan de hand van relevante wetenschappelijke gegevens met het doel te komen tot instandhoudingsmaatregelen die zijn aangepast aan de biologische situatie van de bestanden en aan de te verwachten ontwikkeling daarvan, afhankelijk van de verschillende exploitatiemogelijkheden;

Overwegende dat men dient uit te gaan van de thans beschikbare biologische gegevens die door de internationale wetenschappelijke instanties zijn geanalyseerd en van de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken ten aanzien van het voor het beheer van de bestanden te volgen beleid;

Overwegende dat de vissersvloten van de Lid-Staten een deel van de bevissing van de betrokken bestanden voor hun rekening nemen; dat de Gemeenschap tot dusver heeft bijgedragen tot de instandhouding van die bestanden;

Overwegende dat het volgens artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 170/83 de taak van de Raad is het totale quotum dat per bestand of groep bestanden mag worden gevangen, het gedeelte daarvan dat voor de Gemeenschap beschikbaar is en de bijzondere voorwaarden die bij deze vangsten in acht moeten worden genomen, vast te stellen:

Overwegende dat de gegevens over de vangsten van vaartuigen uit de Gemeenschap aan de betrokken Lid-Staten en aan de Commissie moeten worden medegedeeld, ten einde te waarborgen dat deze TAC in acht worden genomen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren, mogen in het gereglementeerde gebied als omschreven in artikel 1, lid 2, van het NAFO-Verdrag van de in bijlage I opgenomen soorten slechts de in die bijlage vermelde hoeveelheden vangen in de aldaar genoemde gedeelten van het gereglementeerde gebied.

2. Bijvangsten van de in bijlage I vermelde soorten in de gebieden waarvoor bij deze verordening geen toewijzing voor de gerichte visserij is voorzien, mogen per soort niet meer bedragen dan 2 500 kg of 10 gewichtspercenten van de totale vangst aan boord van het vaartuig, indien laatstgenoemde hoeveelheid groter is.

Artikel 2

De Lid-Staten, alsmede de kapiteins van vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren, nemen, wat de visserij in de in artikel 1 bedoelde wateren betreft en onverminderd de artikelen 3 tot en met 5, het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 9 van Verordening (EEG) nr. 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3723/85 (2), in acht.

Artikel 3

1. Vaartuigen die in het in artikel 1, lid 1, bedoelde gebied vissen, dienen een logboek bij te houden waarin de in bijlage II genoemde gegevens worden opgetekend.

2. Vaartuigen die in het in artikel 1, lid 1, bedoelde gebied vissen, moeten voor hun vangsten in elk gedeelte van dit gebied uiterlijk op de zestiende van de maand over de tweede helft van de voorafgaande maand bij de autoriteiten van de Lid-Staat waarvan zij de vlag voeren, een vangstaangifte indienen. In die vangstaangiften moeten voor de periode waarop de vangstaangifte betrekking heeft, de vangsten in ton per soort en per gedeelte van bedoeld gebied worden opgegeven.

Artikel 4

1. De Lid-Staten zenden de overeenkomstig artikel 3, lid 2, ingediende vangstaangiften van vaartuigen die hun vlag voeren, regelmatig aan de Commissie toe. Vangstaangiften over de eerste helft van de maand moeten uiterlijk op de twintigste van die maand aan de Commissie worden toegezonden en vangstaangiften over de tweede helft van de maand moeten uiterlijk op de vijfde dag van de daaropvolgende maand worden toegezonden.

2., De Lid-Staten verstrekken de Commissie uiterlijk op de twintigste van de maand gegevens over de hoeveelheden die in de voorafgaande maand zijn aangevoerd door vaartuigen die hun vlag voeren en die zijn gevangen in de in artikel 1, lid 1, genoemde gedeelten van het daar bedoelde gebied. Voor de periode voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening wordt deze informatie uiterlijk de twintigste dag volgend op deze datum verstekt.

Artikel 5

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van alle vaartuigen die hun vlag voeren en voornemens zijn in het in artikel 1 bedoelde gebied te gaan vissen of er zeevis te verwerken, zulks ten minste dertig dagen voor het begin van die activiteit of, in voorkomend geval, uiterlijk de twintigste dag volgend op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening. Deze gegevens omvatten:

a) de naam van het vaartuig;

b) het officiële nummer waaronder het vaartuig door de bevoegde nationale instanties is geregistreerd;

c) de thuishaven van het vaartuig;

d) de naam van de eigenaar of bevrachter van het vaartuig;

e) een verklaring waaruit blijkt dat de tekst van de in het gereglementeerde gebied geldende voorschriften aan de kapitein is verstrekt;

f) de belangrijkste soorten waarop met het vaartuig in het gereglementeerde gebied zal worden gevist;

g) de deelgebieden waar het vaartuig zal vissen.

Artikel 6

Indien de Commissie op grond van de gegevens van de Lid-Staten redenen heeft om aan te nemen dat het betrokken quotum is uitgeput, stelt zij de Lid-Staten daarvan in kennis. De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om te bewerkstelligen dat de vaartuigen die hun vlag voeren, hun visserijactiviteit voor het betrokken visbestand onverwijld stopzetten.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 21 juli 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. HOWE

(1) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.

(2) PB nr. L 378 van 31. 12. 1978, blz. 1.

(1) PB nr. L 220 van 29. 7. 1982, blz. 1.

(2) PB nr. L 361 van 31. 12. 1985, blz. 42.

BIJLAGE I

1,3.4.5 // // // // Bestand // Lid-Staat // Quota 1986 in ton // // 1.2.3.4.5 // Soort // Geografische gebieden // Gebied // // // // // // // // // // // // // Kabeljauw // Noordwestelijk deel van de Atlantische Ocean // NAFO 2 J + 3 KL // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 68 560 (1) (2) // // // // Totaal EEG // 68 560 (1) (2) // // // // // // Kabeljauw // Noordwestelijk deel van de Atlantische Ocean // NAFO 3 NO // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 26 400 (2) // // // // Totaal EEG // 26 400 (2) // // // // // // Kabeljauw // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO 3 M // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 7 500 (2) // // // // Totaal EEG // 7 500 (2) // // // // // 1,3.4.5 // // // // Bestand // Lid-Staat // Quota 1986 in ton // // 1.2.3.4.5 // Soort // Geografische gebieden // Gebied // // // // // // // // // Inktvis (illex) // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO Deelgebieden 3 + 4 // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // 25 000 (1) (2) // // // // Totaal EEG // 25 000 (1) (2) // // // // // // Lodde // Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan // NAFO 3 NO // België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Portugal Verenigd Koninkrijk Beschikbaar voor Lid-Staten // // // // // Totaal EEG // 0 // // // // //

(1) Verminderd met de hoeveelheid die door vaartuigen uit de Gemeenschap is gevangen in NAFO-deelgebieden die binnen de nationale jurisdictie op visserijgebied vallen.

(2) Voorbehouden aan de Lid-Staten die traditioneel in deze wateren hebben gevist.

BIJLAGE II

In het logboek te noteren gegevens

1.2 // // // In het logboek te noteren gegevens // Code // // // Naam van het vaartuig // 01 // Nationaliteit van het vaartuig // 02 // Registratienummer van het vaartuig // 03 // Thuishaven // 04 // Gebruikte soorten vistuig (dagelijks) // 10 // Soort vistuig // 2 (1) // Datum: // // - dag // 20 // - maand // 21 // - jaar // 22 // Ligging: // // - breedte // 31 // - lengte // 32 // - statistisch gebied // 33 // Aantal trekken per 24 uur (2) // 40 // Aantal uren dat per 24 uur met het vistuig is gevist (2) // 41 // Soortnamen // 2 (1) // Dagelijkse vangst per soort (in ton levend gewicht) // 50 // Dagelijkse vangst per soort voor menselijke consumptie // 61 // Dagelijkse vangst per soort voor verwerking tot vismeel // 62 // Dagelijkse hoeveelheid die per soort en per dag overboord is gezet // 63 // Plaats(en) van overlading // 70 // Datum/data van overlading // 71 // Handtekening van de kapitein // 80 // //

(1) Code aan te vullen met de aanduidingen die zijn opgenomen in het tweede gedeelte van deze bijlage.

(2) Wanneer er binnen een periode van 24 uur twee of meer soorten vistuig worden gebruikt, dienen de gegevens voor elk soort vistuig apart te worden vermeld.

FAO-afkortingen voor de belangrijkste soorten

1.2 // // // Afkortingen // Soorten // // // ALE // Rivierharing // ARG // Atlantische zilvervis // BUT // Atlantische botervis // CAP // Lodde // CAT // Zeewolf // COD // Atlantische kabeljauw // CRA // Krab // CRU // Schaaldieren // DOG // Doornhaai // FLW // Tongschar, steenschol // FLX // Platvis (niet nader gespecificeerd) // GHL // Kleine zwarte heilbot // GRC // Groenlandse kabeljauw // GRO // Bodemvis (niet nader gespecificeerd) // HAD // Schelvis // HAL // Atlantische heilbot // HER // Atlantische haring // HKR // Rode heek (Urophycis chuss) // HKS // Wijting (Merluccius bilinearis) // HKW // Witte heek // INV // Schelpdieren (niet nader gespecificeerd) // LOB // Kreeft // MAC // Atlantische makreel // // 1.2 // // // Afkortingen // Soorten // // // MEN // Atlantische menhaden (Brevoortra tyrannis) // MIX // Gemengde soorten // MOL // Weekdieren // PEL // Pelagische vis (niet nader gespecificeerd) // PLA // Schol (Hippoglossoides platessoides) // POK // Koolvis, zwarte koolvis // RED // Atlantische roodbaars // RNG // Grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) // SAL // Atlantische zalm // SAU // Atlantische makreelgeep, geep // SCA // Sint-jacobsschelp, grote mantel // SHA // Haai // SHR // Garnaal // SKA // Rog (niet nader gespecificeerd) // SQU // Pijlinktvis // SWO // Zwaardvis // SWX // Zeewier // TUN // Tonijn // URC // Amerikaanse zeeëgel // USK // Lom // VFF // Vinvis (niet nader gespecificeerd) // WIT // Witje // YEL // Schar // //

FAO-afkortingen voor vistuig

1.2 // // // Afkortingen // Vistuig // // // OTB // Bodemottertrawl (zijtrawl of hektrawl, niet nader gespecificeerd) // OTB 1 // Bodemottertrawl (zijtrawl) // OTB 2 // Bodemottertrawl (hektrawl) // OTM // Zwevende ottertrawl (zijtrawl of hektrawl, niet nader gespecificeerd) // OTM 1 // Zwevende ottertrawl (zijtrawl) // OTM 2 // Zwevende ottertrawl (hektrawl) // PTB // Bodemspantrawl (2 vaartuigen) // PTM // Zwevende spantrawl (2 vaartuigen) // - // Garnalentrawl (nu opgenomen in de categorieën van de bodemottertrawl) // SDN // Deense zegens (snurrevod) // SSC // Schotse zegens // SPR // Spanzegen (2 vaartuigen) // SB // Strandzegens // PS // Ringzegens // GN // Kieuwnetten (niet nader gespecificeerd) // GNS // Kieuwnetten (staande netten) // GND // Kieuwnetten (drijfnetten) // LL // Beuglijnen (vast of vrij, niet nader gespecificeerd) // LLS // Beuglijnen (vast) // LLD // Beuglijnen (vrij) // LHP // Handlijnen en paallijnen // LHM // Handlijnen en paallijnen (mechanisch) // LTL // Sleeplijnen // FIX // Vallen (niet nader gespecificeerd) // FPN // Kompfuiken // FPO // Kubben en garnalenkorven // FWR // Barrières, vangstkeerschutten, schutwanden, weren, enz. // DRB // Schelpdierkorren // DRH // Handdreggen (bij voorbeeld harken en tangen) // HAR // Harpoenen // MIS // Diverse soorten vistuig // NK // Vistuig onbekend // //

1.2AFKORTINGEN

VISTUIG // //

OTB

BODEMOTTERTRAWL ( ZIJTRAWL OF HEKTRAWL, NIET NADER GESPECIFICEERD )

OTB 1

BODEMOTTERTRAWL ( ZIJTRAWL )

OTB 2

BODEMOTTERTRAWL ( HEKTRAWL )

OTM

ZWEVENDE OTTERTRAWL ( ZIJTRAWL OF HEKTRAWL, NIET NADER GESPECIFICEERD )

OTM 1

ZWEVENDE OTTERTRAWL ( ZIJTRAWL )

OTM 2

ZWEVENDE OTTERTRAWL ( HEKTRAWL )

PTB

BODEMSPANTRAWL ( 2 VAARTUIGEN )

PTM

ZWEVENDE SPANTRAWL ( 2 VAARTUIGEN )

_

GARNALENTRAWL ( NU OPGENOMEN IN DE CATEGORIEEN VAN DE BODEMOTTERTRAWL )

SDN

DEENSE ZEGENS ( SNURREVOD )

SSC

SCHOTSE ZEGENS

SPR

SPANZEGEN ( 2 VAARTUIGEN )

SB

STRANDZEGENS

PS

RINGZEGENS

GN

KIEUWNETTEN ( NIET NADER GESPECIFICEERD )

GNS

KIEUWNETTEN ( STAANDE NETTEN )

GND

KIEUWNETTEN ( DRIJFNETTEN )

LL

BEUGLIJNEN ( VAST OF VRIJ, NIET NADER GESPECIFICEERD )

LLS

BEUGLIJNEN ( VAST )

LLD

BEUGLIJNEN ( VRIJ )

LHP

HANDLIJNEN EN PAALLIJNEN

LHM

HANDLIJNEN EN PAALLIJNEN ( MECHANISCH )

LTL

SLEEPLIJNEN

FIX

VALLEN ( NIET NADER GESPECIFICEERD )

FPN

KOMPFUIKEN

FPO

KUBBEN EN GARNALENKORVEN

FWR

BARRIERES, VANGSTKEERSCHUTTEN, SCHUTWANDEN, WEREN, ENZ .

DRB

SCHELPDIERKORREN

DRH

HANDDREGGEN ( BIJ VOORBEELD HARKEN EN TANGEN )

HAR

HARPOENEN

MIS

DIVERSE SOORTEN VISTUIG

NK

VISTUIG ONBEKEND // //

Top