Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984D0185

    84/185/EEG: Beschikking van de Raad van 22 maart 1984 tot wijziging van Beschikking 80/818/EEG betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebracht zaaizaad

    PB L 87 van 30/03/1984, p. 26–26 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1984

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1984/185/oj

    31984D0185

    84/185/EEG: Beschikking van de Raad van 22 maart 1984 tot wijziging van Beschikking 80/818/EEG betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebracht zaaizaad

    Publicatieblad Nr. L 087 van 30/03/1984 blz. 0026 - 0026


    *****

    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 22 maart 1984

    tot wijziging van Beschikking 80/818/EEG betreffende de gelijkstelling van in derde landen voortgebracht zaaizaad

    (84/185/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/692/EEG (2), inzonderheid op artikel 16, lid 1, sub b),

    Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 83/116/EEG (4), inzonderheid op artikel 16, lid 1, sub b),

    Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/561/EEG (6), inzonderheid op artikel 16, lid 1, sub b),

    Gelet op Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 83/116/EEG, inzonderheid op artikel 15, lid 1, sub b),

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de Raad bij Beschikking 80/818/EEG (8), gewijzigd bij Beschikking 82/602/EEG (9), heeft vastgesteld dat het in drieëntwintig derde landen voortgebrachte zaaizaad van bepaalde soorten gelijkwaardig is aan het overeenkomstige, in de Gemeenschap voortgebrachte zaaizaad;

    Overwegende dat de geldigheid van deze vaststelling van gelijkwaardigheid op 30 juni 1983 verstrijkt; dat de werkzaamheden met het oog op de hernieuwing van deze vaststelling, met name het onderzoek van de huidige situatie in elk begunstigd land en de proefnemingen ter zake, volop bezig zijn;

    Overwegende dat het in afwachting van de beëindiging van de betrokken werkzaamheden dienstig is om de geldigheid van deze vaststelling van gelijkwaardigheid voor een passend tijdvak te verlengen,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In artikel 3 van Beschikking 80/818/EEG wordt »30 juni 1983" vervangen door »31 december 1984".

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 22 maart 1984.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    C. FITERMAN

    (1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2290/66.

    (2) PB nr. L 236 van 26. 8. 1978, blz. 13.

    (3) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2298/66.

    (4) PB nr. L 76 van 23. 2. 1983, blz. 21.

    (5) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2309/66.

    (6) PB nr. L 203 van 27. 7. 1981, blz. 52.

    (7) PB nr. L 169 van 10. 7. 1969, blz. 3.

    (8) PB nr. L 240 van 12. 9. 1980, blz. 26.

    (9) PB nr. L 247 van 23. 8. 1982, blz. 4.

    Top