This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31981X0242
81/242/EEC: Council Estimate of 9 April 1981 concerning young male bovine animals weighing 300 kilograms or less and intended for fattening for the period 1 January to 31 December 1981
81/242/EEG: Op ramingen berustende balans van de Raad van 9 april 1981 betreffende de voor de mesterij bestemde jonge mannelijke runderen met een gewicht van 300 kilogram of minder voor het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1981
81/242/EEG: Op ramingen berustende balans van de Raad van 9 april 1981 betreffende de voor de mesterij bestemde jonge mannelijke runderen met een gewicht van 300 kilogram of minder voor het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1981
PB L 113 van 25/04/1981, p. 47–47
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1981
81/242/EEG: Op ramingen berustende balans van de Raad van 9 april 1981 betreffende de voor de mesterij bestemde jonge mannelijke runderen met een gewicht van 300 kilogram of minder voor het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december 1981
Publicatieblad Nr. L 113 van 25/04/1981 blz. 0047 - 0047
++++ OP RAMINGEN BERUSTENDE BALANS VAN DE RAAD VAN 9 APRIL 1981 BETREFFENDE DE VOOR DE MESTERIJ BESTEMDE JONGE MANNELIJKE RUNDEREN MET EEN GEWICHT VAN 300 KILOGRAM OF MINDER VOOR HET TIJDVAK VAN 1 JANUARI TOT EN MET 31 DECEMBER 1981 ( 81/242/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , GELET OP VERORDENING ( EEG ) NR . 805/68 VAN DE RAAD VAN 27 JUNI 1968 HOUDENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR RUNDVLEES ( 1 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ DE TOETREDINGSAKTE VAN 1979 , INZONDERHEID OP ARTIKEL 13 , GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE , NEEMT DE ONDERSTAANDE OP RAMINGEN BERUSTENDE BALANS AAN : INLEIDING DEZE BALANS HEEFT BETREKKING OP HET TIJDVAK VAN 1 JANUARI TOT EN MET 31 DECEMBER 1981 . ZIJ IS OPGESTELD AAN DE HAND VAN DE GEGEVENS WAAROVER DE COMMISSIE BESCHIKT EN VAN DE VOOR 1981 TE VERWACHTEN ONTWIKKELING VAN HET BESCHIKBARE AANTAL EN DE BEHOEFTE AAN VOOR DE MESTERIJ BESTEMDE JONGE MANNELIJKE RUNDEREN IN DE GEMEENSCHAP . 1 . SCHATTING VAN HET BESCHIKBARE AANTAL DIEREN IN 1981 IN DE GEMEENSCHAP REKENING HOUDEND MET HET AANTAL VROUWELIJKE FOKRUNDEREN ( KOEIEN EN VAARZEN ) VOOR 1981 ( ONGEVEER 35 897 000 STUKS ) , VERWACHT MEN DAT JAAR EEN AANTAL GEBOREN KALVEREN VAN ONGEVEER 28 340 000 STUKS . DE PRODUKTIE VAN MANNELIJKE KALVEREN ZAL IN DATZELFDE JAAR DERHALVE ONGEVEER 14 170 000 STUKS BEDRAGEN . 2 . SCHATTING VAN DE BEHOEFTEN IN DE GEMEENSCHAP VOOR 1981 2.1 . VOLGENS DE BIJ DE LID-STATEN INGEWONNEN GEGEVENS ZOU HET AANTAL SLACHTINGEN VAN MANNELIJKE KALVEREN IN 1981 ONGEVEER 3 600 000 STUKS BEDRAGEN . HET AANTAL MANNELIJKE FOKRUNDEREN ZOU ONGEVEER 750 000 STUKS BEDRAGEN . 2.2 . OP GROND VAN DE DOOR DE LID-STATEN VERSTREKTE GEGEVENS EN VAN DE OPGEDANE ERVARING KAN WORDEN VERWACHT DAT IN 1981 DE BEHOEFTEN VAN DE VEEHOUDERS IN DE GEMEENSCHAP AAN JONGE MANNELIJKE MESTRUNDEREN 10 055 000 STUKS ZULLEN BEDRAGEN , VERLIEZEN EN EXTENSIEF GEWEIDE DIEREN DAARONDER BEGREPEN . 2.3 . UIT DE IN DE PUNTEN 2.1 EN 2.2 VERMELDE CIJFERS KAN WORDEN AFGELEID DAT IN 1981 DE TOTALE BEHOEFTE VAN DE GEMEENSCHAP AAN MANNELIJKE KALVEREN 14 405 000 STUKS ZAL BEDRAGEN . DEZE BEHOEFTE KAN SLECHTS GEDEELTELIJK WORDEN GEDEKT DOOR HET BESCHIKBARE AANTAL DIEREN IN DE GEMEENSCHAP DAT , ZOALS UIT PUNT 1 BLIJKT , ONGEVEER 14 170 000 STUKS BEDRAAGT . NAAR VERWACHTING ZAL DE GEMEENSCHAP DUS IN 1981 EEN TEKORT VAN ONGEVEER 235 000 STUKS MANNELIJKE MESTKALVEREN HEBBEN . SLOTSOM OP GROND VAN DE BOVENSTAANDE OVERWEGINGEN WORDT IN DE OP RAMINGEN BERUSTENDE BALANS BETREFFENDE DE VOOR DE MESTERIJ BESTEMDE JONGE MANNELIJKE RUNDEREN DIE IN 1981 IN HET KADER VAN DE REGELING VAN ARTIKEL 13 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 805/68 KUNNEN WORDEN INGEVOERD , DIT AANTAL RUNDEREN VASTGESTELD OP 235 000 STUKS . GEDAAN TE LUXEMBURG , 9 APRIL 1981 . VOOR DE RAAD DE VOORZITTER D . F . VAN DER MEI ( 1 ) PB NR . L 148 VAN 28 . 6 . 1968 , BLZ . 24 .