Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981L1015

    Richtlijn 81/1015/EEG van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van Richtlijn 76/625/EEG betreffende de door de Lid-Staten te houden statistische enquêtes, ten einde het produktiepotentieel van bepaalde soorten fruitbomen vast te stellen

    PB L 367 van 23/12/1981, p. 31–31 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/01/2002

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1981/1015/oj

    31981L1015

    Richtlijn 81/1015/EEG van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van Richtlijn 76/625/EEG betreffende de door de Lid-Staten te houden statistische enquêtes, ten einde het produktiepotentieel van bepaalde soorten fruitbomen vast te stellen

    Publicatieblad Nr. L 367 van 23/12/1981 blz. 0031 - 0031
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0097
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0247
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 14 blz. 0097
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 23 blz. 0247


    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 15 december 1981

    tot wijziging van Richtlijn 76/625/EEG betreffende de door de Lid-Staten te houden statistische enquêtes , ten einde het produktiepotentieel van bepaalde soorten fruitbomen vast te stellen

    ( 81/1015/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

    Overwegende dat de Lid-Staten de uitkomsten van de enquêtes verricht krachtens Richtlijn 76/625/EEG ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979 , indienen per produktiegebied en niet volgens de lijst van gebieden vermeld in de bijlage bij die richtlijn ;

    Overwegende dat de ervaring heeft uitgewezen dat sommige Lid-Staten moeite hebben om de termijn , vermeld in artikel 5 , lid 1 , en artikel 6 , lid 1 , van genoemde richtlijn in acht te nemen ; dat deze termijn derhalve dient te worden verlengd ;

    Overwegende dat het wenselijk is de jaarlijkse ramingen van de gerooide fruitboomarealen als bedoeld in artikel 5 , lid 1 , van Richtlijn 76/625/EEG in te delen naar variëteit ;

    Overwegende dat het in verband met bijzondere omstandigheden voor een Lid-Staat niet mogelijk is om bij de enquête van 1982 gegevens per klasse van plantdichtheid te verzamelen ; dat het bijgevolg dienstig is deze Lid-Staat een afwijking voor de enquête van 1982 toe te staan ;

    Overwegende dat de financiële verantwoordelijkheid van de Gemeenschap moet worden omlijnd met het oog op de uitgaven van Griekenland voor de enquête van 1982 ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Richtlijn 76/625/EEG wordt als volgt gewijzigd :

    1 . Aan artikel 2 , lid 1 , sub C , wordt de volgende alinea toegevoegd :

    " Bij de enquête van 1982 behoeft het Verenigd Koninkrijk evenwel de plantdichtheid niet vast te stellen . " .

    2 . De tweede alinea van artikel 4 , lid 2 , wordt geschrapt .

    3 . De eerste alinea van artikel 5 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

    " De Lid-Staten schatten jaarlijks de op hun grondgebied gerooide oppervlakten van de in artikel 1 , lid 1 , genoemde soorten fruitbomen en stellen de Commissie uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende jaar op de hoogte van de resultaten van hun schattingen . Deze dienen zo mogelijk naar variëteit te worden gespecificeerd . " .

    4 . In de tweede alinea van artikel 5 , lid 1 , worden de woorden " uiterlijk op 31 december " vervangen door de woorden " uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende jaar " .

    5 . Artikel 6 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

    " 1 . De Lid-Staten schatten jaarlijks de op hun grondgebied aangeplante oppervlakten van de in artikel 1 , lid 1 , genoemde soorten fruitbomen en stellen de Commissie uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende jaar op de hoogte van de resultaten van hun schattingen . Deze dienen zo mogelijk naar variëteit te worden gespecificeerd . " .

    6 . Aan artikel 10 , lid 1 , wordt na de lijst van de Lid-Staten de volgende alinea ingevoegd :

    " De bijdrage aan de uitgaven van Griekenland voor de enquête van 1982 wordt op de begroting van de Europese Gemeenschappen opgenomen tot een maximumbedrag van 85 000 Ecu . " .

    7 . De bijlage vervalt .

    Artikel 2

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 15 december 1981 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    P. WALKER

    ( 1 ) PB nr. C 246 van 26 . 9 . 1981 , blz. 3 .

    ( 2 ) PB nr. C 327 van 14 . 12 . 1981 , blz. 79 .

    ( 3 ) PB nr. L 218 van 11 . 8 . 1976 , blz. 10 .

    Top