Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22001D0241

2001/241/EG: Besluit nr. 1/2001 van de Associatieraad EU-Slovenië van 7 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life)

PB L 88 van 28/03/2001, p. 11–13 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2004

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/241/oj

22001D0241

2001/241/EG: Besluit nr. 1/2001 van de Associatieraad EU-Slovenië van 7 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life)

Publicatieblad Nr. L 088 van 28/03/2001 blz. 0011 - 0013


Besluit nr. 1/2001 van de Associatieraad EU-Slovenië

van 7 maart 2001

tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het financieringsinstrument van de Gemeenschap voor het milieu (Life)

(2001/241/EG)

DE ASSOCIATIERAAD,

Gelet op de Europaovereenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, ondertekend te Luxemburg op 10 juni 1996(1), en met name op artikel 106,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Slovenië mag, overeenkomstig artikel 106 en bijlage XI van de Europaovereenkomst, deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van het milieu.

(2) Overeenkomstig hetzelfde artikel wordt over de voorwaarden voor de deelname van Slovenië aan deze activiteiten besloten door de Associatieraad,

BESLUIT:

Artikel 1

Slovenië neemt met ingang van 1 januari 2001 deel aan het financieringsinstrument voor het milieu (hierna "Life" genoemd) overeenkomstig de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlagen I en II, die een integrerend deel vormen van dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing gedurende de hele looptijd van de derde fase van Life, welke ingaat op 1 januari 2001.

Artikel 3

Voorstellen die door Slovenië bij de Commissie worden ingediend vóór 31 oktober 2000 voor Life-Natuur en vóór 30 november 2000 voor Life-Milieu, komen voor beoordeling in aanmerking.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2001.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

A. Lindh

(1) PB L 51 van 26.2.1999, blz. 3.

BIJLAGE I

Voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slovenië aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life)

1. Slovenië neemt deel aan alle activiteiten in het kader van Life, overeenkomstig de doelstellingen, criteria, procedures en termijnen die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake de oprichting van het financieringsinstrument voor het milieu (Life)(1).

2. Met het oog op deelname aan het programma betaalt Slovenië jaarlijks een bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie, overeenkomstig de in bijlage II opgenomen voorwaarden.

Teneinde rekening te houden met ontwikkelingen in Life en wijzigingen in het absorptievermogen van Slovenië, kan het Associatiecomité, indien het dit wenselijk acht, deze bijdrage aanpassen om een verstoring van het begrotingsevenwicht bij de uitvoering van het programma te vermijden.

3. Voor instellingen, organisaties en personen uit Slovenië gelden met betrekking tot de indiening, evaluatie en selectie van inschrijvingen dezelfde voorwaarden als voor instellingen, organisaties en personen uit de Gemeenschap.

Bij de benoeming van onafhankelijke deskundigen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in het besluit tot vaststelling van het programma kan de Commissie ook deskundigen uit Slovenië aanwijzen om haar bij de evaluatie van projecten te helpen.

4. Teneinde de communautaire dimensie van Life te waarborgen, dienen bij transnationale projecten en activiteiten waarvoor Slovenië voorstellen indient, waar van toepassing ten minste één partner uit een lidstaat van de Gemeenschap te worden betrokken.

5. In het kader van de bestaande voorschriften stellen de lidstaten van de Gemeenschap en Slovenië alles in het werk om het vrije verkeer tussen en verblijf in Slovenië en de lidstaten van de Gemeenschap te vergemakkelijken voor alle deskundigen en andere betrokken personen die zich tussen Slovenië en de lidstaten van de Gemeenschap verplaatsen met het oog op deelname aan de onder dit besluit vallende activiteiten.

6. De onder dit besluit vallende activiteiten zijn, wat betreft de goederen en diensten die bestemd zijn om in dat verband te worden gebruikt, vrijgesteld van Sloveense indirecte belastingen en douanerechten, alsook van in- en uitvoerverboden en -beperkingen.

7. Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen in verband met het toezicht op en de beoordeling van het programma overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1655/2000 (Life), wordt op de deelname van Slovenië aan het programma voortdurend toezicht uitgeoefend, zulks op basis van partnerschap tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en Slovenië. Slovenië neemt deel aan alle andere in dit verband door de Gemeenschap ondernomen specifieke activiteiten.

8. Conform het Financieel Reglement van de Gemeenschap dienen de contractuele regelingen die met Sloveense partijen worden getroffen, te voorzien in controles en audits welke door of op gezag van de Commissie en de Rekenkamer worden uitgevoerd. Met name kunnen financiële audits worden uitgevoerd teneinde de inkomsten en uitgaven van bedoelde partijen in het licht van hun contractuele verplichtingen ten overstaan van de Gemeenschap te controleren. Met het oog op de samenwerking en de wederzijdse belangen verstrekken de betrokken Sloveense autoriteiten alle redelijkerwijs mogelijke assistentie die in de gegeven omstandigheden nodig of nuttig kan zijn voor de uitvoering van die controles en audits.

9. Onverminderd de procedures van artikel 3, lid 7, en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1655/2000 nemen vertegenwoordigers van Slovenië, voor de punten die hen betreffen, als waarnemers deel aan de desbetreffende comitévergaderingen. De vertegenwoordigers van Slovenië zijn niet aanwezig wanneer in het comité over andere punten wordt gesproken, of wanneer er wordt gestemd.

10. Voor alle contacten met de Commissie wordt bij het inschrijven, het opstellen van contracten en verslagen en andere administratieve aangelegenheden in verband met de programma's gebruikgemaakt van een van de officiële talen van de Gemeenschap.

11. De Gemeenschap en Slovenië kunnen de onder dit besluit vallende activiteiten te allen tijde door middel van een schriftelijke kennisgeving en met inachtneming van een opzegtermijn van twaalf maanden beëindigen. De op het moment van de stopzetting nog lopende projecten en activiteiten worden voltooid onder de in de desbetreffende overeenkomsten vastgelegde voorwaarden.

(1) PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1.

BIJLAGE II

Financiële bijdrage van de Republiek Slovenië aan Life

1. De financiële bijdrage van Slovenië aan de algemene begroting van de Europese Unie voor deelname aan Life bedraagt 700000 EUR voor elk van de eerste twee begrotingsjaren. In genoemd bedrag zijn de extra administratiekosten begrepen.

De bijdrage van Slovenië voor de volgende periode wordt door de Associatieraad vastgesteld in de loop van 2002.

2. Slovenië betaalt de bovengenoemde bijdrage deels uit zijn nationale begroting en deels uit zijn nationale Phare-programma. De vereiste Phare-middelen, waarvoor een aparte Phare-programmeringsprocedure geldt, worden Slovenië ter beschikking gesteld door middel van een apart financieringsmemorandum. Samen met de middelen uit de Sloveense nationale begroting vormen zij de eigen bijdrage van Slovenië, waaruit het land zal putten om te voldoen aan het jaarlijkse verzoek tot storting van de Commissie.

3. Onderstaand schema geeft de benodigde Phare-middelen weer:

- 330000 EUR voor de bijdrage aan Life voor het eerste jaar (2001);

- 330000 EUR voor het tweede jaar.

Het resterende gedeelte van de bijdrage van Slovenië wordt met middelen uit de Sloveense nationale begroting gedekt.

4. Het Financieel Reglement van 21 december 1977 dat op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(1) van toepassing is, geldt ook voor het beheer van de bijdrage van Slovenië.

Reis- en verblijfkosten van Sloveense vertegenwoordigers en deskundigen in verband met hun deelname, als waarnemers, aan de werkzaamheden van het in bijlage I, punt 9, genoemde comité en aan andere vergaderingen in samenhang met de uitvoering van Life worden door de Commissie vergoed op dezelfde grondslag en volgens de procedures die gelden voor niet-gouvernementele deskundigen van de lidstaten van de Europese Unie.

5. Bij de inwerkingtreding van dit besluit en het begin van ieder nieuw jaar doet de Commissie Slovenië een verzoek tot storting toekomen ter hoogte van de bijdrage van dat land aan Life overeenkomstig dit besluit.

Deze bijdrage wordt uitgedrukt in euro en dient te worden overgemaakt op een in euro gestelde bankrekening van de Commissie.

De bijdrage van Slovenië stemt overeen met het verzoek tot storting en dient te worden voldaan:

- niet later dan 1 april voor het gedeelte gefinancierd uit de Sloveense nationale begroting, op voorwaarde dat het verzoek tot storting van de Commissie vóór 1 maart is verzonden, of, indien dit na deze datum is gebeurd, uiterlijk één maand na de verzending van het verzoek tot storting;

- niet later dan 1 april voor het gedeelte gefinancierd uit Phare-middelen, op voorwaarde dat de desbetreffende bedragen vóór die datum aan Slovenië zijn overgemaakt, of uiterlijk binnen 30 dagen nadat deze middelen aan Slovenië zijn overgemaakt.

Bij vertraging in de betaling van de bijdrage betaalt Slovenië rente over het op de vervaldag nog openstaande bedrag. De rentevoet is die welke door de Europese Centrale Bank op de datum waarop de betalingstermijn verstrijkt, voor haar transacties in euro wordt toegepast, vermeerderd met anderhalf procentpunt.

(1) PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

Top