Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 51996IP0045
Resolution on Afghanistan
Resolutie over Afghanistan
Resolutie over Afghanistan
UL C 32, 5.2.1996, blz. 99
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, SV)
Resolutie over Afghanistan
Publicatieblad Nr. C 032 van 05/02/1996 blz. 0099
B4-0045, 0064, 0074, 0081, 0091 en 0099/96 Resolutie over Afghanistan Het Europees Parlement, A. overwegende dat Afghanistan reeds door oorlog wordt geteisterd sinds december 1979, toen Sovjettroepen het land binnenvielen, B. overwegende dat de diverse Afghaanse strijders in de jaren tachtig met enorme hoeveelheden wapens werden bevoorraad door de Sovjetunie, de Verenigde Staten, een aantal lid-staten van de EG, waaronder Duitsland en Groot-Brittannië, en islamitische landen, waaronder Pakistan, Saoedi-Arabië en Iran, C. overwegende dat de overeenkomst van Genève van 14 april 1988 in 1989 tot de terugtrekking van de Sovjettroepen uit Afghanistan heeft geleid, en dat vervolgens president Najibullah in 1992 door de diverse mujaheddin-facties werd afgezet, D. overwegende dat de overeenkomst van Islamabad in maart 1993 weliswaar door alle mujaheddin-facties werd ondertekend maar dat de vijandelijkheden tussen de diverse facties daarna weer werden hervat, E. overwegende dat de Talibaan-beweging van gevluchte Afghaanse studenten uit Pasjtoenië, die aan de fundamentalistisch-islamitische scholen in Pakistan studeerden, een plotse opmars heeft gekend en eind 1994 de zuidelijke provincies van Afghanistan heeft veroverd, F. gezien het huidige conflict, waarin de regering van Kaboel strijd levert met de islamitisch-fundamentalistische Talibaan-studenten, G. overwegende dat er sprake is van nog meer slachtoffers onder de burgerbevolking, voornamelijk als gevolg van aanvallen van het Talibaanleger, dat van artillerie en luchtmacht gebruik heeft gemaakt om burgerdoelen te bestoken, H. bijzonder verontrust over de luchtaanval van 26 november 1995 op Kaboel, die werd uitgevoerd vanuit de door de Talibaan gecontroleerde zuidelijke stad Kandahar, waarbij splinterbommen aan 39 burgers (onder wie 13 kinderen) het leven hebben gekost en meer dan 140 mensen hebben verwond, I. geschokt door de toepassing van een radicaal-fundamentalistische interpretatie van de sharia in de gebieden die worden bestuurd door de Talibaan, J. overwegende dat is aangetoond dat de Talibaan-studenten zijn opgeleid en worden bevoorraad in Pakistan, een land dat sinds 1979 miljoenen Afghaanse vluchtelingen toevlucht heeft geboden, K. overwegende dat de Unie en haar lid-staten weliswaar aanzienlijke steun aan Afghanistan verlenen, maar dat een coherente politieke aanpak om vrede in Afghanistan te bewerkstelligen blijkbaar ontbreekt, L. overwegende dat de oorlog al zestien jaar voortduurt, dat bijna twee miljoen mensen zijn gedood en miljoenen anderen zijn gevlucht, en dat moorden, martelingen en allerlei soorten gewelddadigheden tegen vrouwen en kinderen op grond van het fanatisme en de onverdraagzaamheid van de strijdende partijen tot het dagelijks leven van dit zwaarbeproefde volk behoren, M. overwegende dat Afghanistan nagenoeg geheel is verwoest en dat er niets meer overblijft van de produktie-infrastructuur, het communicatie- en verkeersnetwerk en de voorzieningen op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs, N. overwegende dat Afghanistan een van de landen is die het meest te lijden hebben onder landmijnen en anti-personeelmijnen, die dagelijks slachtoffers onder de burgerbevolking eisen, O. overwegende dat de drughandel en smokkel in het algemeen zich steeds meer uitbreiden in de regio en nu de spil van de Afghaanse economie zijn geworden, en dat de opbrengst van deze handel wordt gebruikt voor de aankoop van militair materieel door de diverse facties en voor het saboteren van de economie van de buurlanden, met name Pakistan, Het Europees Parlement, 1. betuigt zijn solidariteit met het Afghaanse volk, dat de gevolgen van de aanhoudende oorlogsconflicten in het land aan den lijve ondervindt, en veroordeelt met klem het aanhoudende oorlogsgeweld, de schendingen van de mensenrechten en de wreedheden die door alle betrokken partijen worden begaan; 2. veroordeelt de militaire aanvallen van de Talibaan die nadrukkelijk ten doel hebben het heersende bewind omver te werpen en met geweld een fundamentalisch islamitisch bewind te vestigen en veroordeelt met name de op 26 november 1995 door de Talibaan uitgevoerde luchtaanval op de woonwijken van de hoofdstad Kaboel; 3. verzoekt de regering van Pakistan de Talibaan onder druk te zetten om een einde te maken aan hun militair offensief; 4. verzoekt de regering van Afghanistan, de Oezbeekse militie, het Talibaan- leger, de Shia-mujaheddin-groepen en alle andere partijen een gezamenlijke overeenkomst te sluiten ten einde het geweld te beëindigen en het land weer op te bouwen; 5. doet een nadrukkelijk beroep op de regeringen van Pakistan, Iran, Saoedi- Arabië, India, Oezbekistan, Rusland, de VS en de landen van de Europese Unie die wapens leveren of de doorvoer daarvan vergemakkelijken, hiermee onmiddellijk te stoppen en tevens een einde te maken aan iedere vorm van inmenging in de binnenlandse situatie van Afghanistan; 6. roept de Europese Unie en de lid-staten op een besluit te nemen over een onmiddellijk embargo op de levering van wapens aan Afghanistan en via de VN het initiatief voor een wereldwijd wapenembargo te nemen; 7. is verheugd over het jongste initiatief van de VN-bemiddelaar voor Afghanistan, Mahmud Mestiri, om de bij het conflict betrokken partijen aan één onderhandelingstafel te krijgen en doet een beroep op de Europese Raad alles in het werk te stellen om gewicht aan zijn missie te verschaffen; 8. dringt er bij de Raad, de Commissie en de regeringen van de lid-staten op aan hun invloed bij de diverse bij het conflict betrokken partijen in en buiten Afghanistan ten volle aan te wenden om de vijandelijkheden en de wreedheden tegenover de burgerbevolking te doen ophouden en daartoe een internationale contactgroep onder de auspiciën van de Verenigde Naties in het leven te roepen; 9. verzoekt de EU en haar lid-staten hulp te verlenen aan de Afghaanse vluchtelingen in Pakistan en Iran, aan de ontheemden in Afghanistan zelf en in het bijzonder aan de burgerbevolking in Kaboel, vooral nu in de winter de nood het hoogst is, en daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de kwestbare maatschappelijke positie van vrouwen en meisjes; 10. verzoekt de EU en haar lid-staten andermaal de technische en financiële bijstand voor het opruimen van landmijnen en anti-personeelmijnen in Afghanistan verder op te voeren; 11. wijst er met nadruk op dat het hopeloos langzame mijnopruimingstempo in Afghanistan een volledig internationaal verbod op landmijnen des te dringender maakt; 12. verzoekt de Verenigde Naties en haar leden zich nog meer toe te leggen op de bestrijding van de drughandel in Afghanistan en dringt er bij de Europese Unie op aan de inspanningen van de Pakistaanse regering op dit vlak te steunen, onder meer door de speciale anti-drugsbrigade bij te staan; 13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen van Afghanistan, Pakistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan, Rusland, Saoedi-Arabië, de VS, Iran, India en de lid-staten van de VN-Veiligheidsraad.