Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 61990TJ0024

    Sumarul hotărârii

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    ++++

    1. Mededinging ° Administratieve procedure ° Beëindiging van inbreuken ° Bevoegdheid van Commissie ° Inbreuk op artikel 85 EEG-Verdrag ° Bevel aan onderneming om contractuele betrekkingen aan te knopen ° Daarvan uitgesloten

    (EEG-Verdrag, art. 85, leden 1 en 2; verordening nr. 17 van de Raad, art. 3)

    2. Mededinging ° Administratieve procedure ° Onderzoek van klachten ° Vaststelling van prioriteiten door Commissie ° Verplichting om onderzoek in te stellen en bij beschikking uitspraak te doen over bestaan van inbreuk ° Afwezigheid ° Motivering van besluiten om klacht ad acta te leggen ° Rechterlijke toetsing

    (EEG-Verdrag, art. 190; verordening nr. 17 van de Raad, art. 3; verordening nr. 99/63 van de Commissie, art. 6)

    3. Mededinging ° Administratieve procedure ° Onderzoek van klachten ° Inaanmerkingneming van communautair belang van onderzoek van zaak ° Beoordelingscriteria

    (EEG-Verdrag, art. 85 en 86)

    4. Mededinging ° Administratieve procedure ° Onderzoek van klachten ° Besluit om klacht ad acta te leggen gemotiveerd door mogelijkheid voor klager om zich tot nationale rechter te wenden ° Wettigheid ° Voorwaarde

    Samenvatting

    1. Van de civielrechtelijke gevolgen die een inbreuk op het verbod van artikel 85, lid 1, EEG-Verdrag kan meebrengen, is er slechts één uitdrukkelijk voorgeschreven in artikel 85, lid 2, namelijk de nietigheid van de overeenkomst. De andere gevolgen die zijn verbonden aan een inbreuk op artikel 85 EEG-Verdrag, zoals de verplichting om de aan een derde berokkende schade te vergoeden of een eventuele verplichting om een overeenkomst aan te gaan, moeten in het nationale recht worden vastgesteld. Derhalve is het de nationale rechter die, in voorkomend geval en volgens de voorschriften van het nationale recht, een onderneming kan gelasten, met een andere onderneming een overeenkomst aan te gaan.

    Aangezien de contractvrijheid regel moet blijven, kan aan de Commissie in het kader van de haar toekomende bevoegdheden om bevelen te geven om inbreuken op artikel 85, lid 1, EEG-Verdrag te doen beëindigen, in beginsel niet de bevoegdheid worden verleend om een onderneming te gelasten contractuele betrekkingen aan te knopen, daar zij in het algemeen over passende middelen beschikt om een onderneming te verplichten een einde aan een inbreuk te maken.

    Een dergelijke beperking van de contractvrijheid kan in het bijzonder niet worden gerechtvaardigd, wanneer er verschillende manieren bestaan om een einde aan een inbreuk te maken. Dat is het geval met inbreuken op artikel 85, lid 1, EEG-Verdrag, die verband houden met de toepassing van een distributiesysteem. Dergelijke inbreuken kunnen immers ook worden beëindigd door het distributiesysteem op te geven of te wijzigen. De Commissie is in deze omstandigheden weliswaar bevoegd, de inbreuk vast te stellen en de betrokken ondernemingen te gelasten hieraan een einde te maken, maar het is niet haar taak, de ondernemingen haar keuze uit alle verschillende mogelijke handelwijzen die in overeenstemming met het Verdrag zijn, op te leggen.

    2. Wanneer krachtens artikel 3 van verordening nr. 17 een klacht bij haar is ingediend, is de Commissie niet verplicht zich bij beschikking uit te spreken over het bestaan van de beweerde inbreuk, behalve wanneer het voorwerp van de klacht tot haar exclusieve bevoegdheden behoort, zoals de intrekking van een uit hoofde van artikel 85, lid 3, EEG-Verdrag verleende vrijstelling; evenmin is zij verplicht een onderzoek in te stellen. Aangezien haar op het gebied van de mededinging een uitgebreide en algemene toezichthoudende en controlerende taak is opgedragen, strookt het immers met de haar door het gemeenschapsrecht opgelegde verplichtingen, dat zij aan de bij haar aanhangig gemaakte zaken verschillende prioriteiten toekent.

    Enerzijds is de Commissie wegens de procedurele waarborgen van artikel 3 van verordening nr. 17 en artikel 6 van verordening nr. 99/63 evenwel gehouden, de haar door de klager ter kennis gebrachte feitelijke en juridische elementen nauwgezet te onderzoeken, om te beoordelen of deze elementen een gedraging aan het licht brengen die de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt kan vervalsen en de handel tussen Lid-Staten ongunstig kan beïnvloeden, anderzijds dient elk besluit om een klacht ad acta te leggen te worden gemotiveerd, zodat de gemeenschapsrechter de wettigheid kan toetsen.

    3. Ter bepaling van de prioriteit die aan een bij haar aanhangige zaak moet worden toegekend, mag de Commissie naar het communautaire belang verwijzen. Ter beoordeling van dit belang moet zij rekening houden met de omstandigheden van het specifieke geval en in het bijzonder met de aangevoerde feitelijke en juridische elementen. Zij dient in het bijzonder een afweging te maken tussen het belang van de gestelde inbreuk voor de werking van de gemeenschappelijke markt, de waarschijnlijkheid dat zij het bestaan ervan kan aantonen en de reikwijdte van de onderzoeksmaatregelen die nodig zijn om onder optimale voorwaarden haar toezicht op de eerbiediging van de artikelen 85 en 86 EEG-Verdrag uit te oefenen.

    4. Wanneer de Commissie ter motivering van het besluit om een bij haar door een onderneming ingediende klacht wegens schending van de communautaire mededingingsregels ad acta te leggen, stelt dat de klager zijn rechten voor de nationale rechter kan doen gelden, dient de gemeenschapsrechter die de wettigheid toetst van het besluit om de klacht ad acta te leggen, na te gaan, of de omvang van de bescherming die de nationale rechter kan bieden voor de rechten die de klager aan de verdragsbepalingen ontleent, door de Commissie juist is beoordeeld.

    Naar boven