Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0589

2009/589/EG: Beschikking van de Raad van 7 juli 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Polen

PB L 202 van 4.8.2009, p. 46–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/06/2015; opgeheven door 32015D1026

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/589/oj

4.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 202/46


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 7 juli 2009

betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Polen

(2009/589/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 6,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien de opmerkingen van Polen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

(2)

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

(3)

De buitensporigtekortprocedure (BTP) van artikel 104 van het Verdrag, die wordt verduidelijkt in Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (1) die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact, voorziet in een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten bevat nadere bepalingen betreffende de toepassing van de BTP. Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad (2) bevat gedetailleerde regels en definities voor de toepassing van de bepalingen van genoemd protocol.

(4)

De hervorming in 2005 van het stabiliteits- en groeipact was bedoeld om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing van het pact te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Deze hervorming moest ervoor zorgen dat bij alle stappen in de BTP met name de economische en budgettaire achtergrond ten volle in aanmerking werd genomen. Op deze wijze verschaft het stabiliteits- en groeipact een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt.

(5)

Krachtens artikel 104, lid 5, van het Verdrag moet de Commissie advies uitbrengen aan de Raad indien zij van oordeel is dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat of kan ontstaan. Rekening houdend met haar verslag op grond van artikel 104, lid 3, van het Verdrag en gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité overeenkomstig artikel 104, lid 4, van het Verdrag is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat. De Commissie heeft derhalve op 24 juni 2009 een advies van die strekking over Polen aan de Raad uitgebracht (3).

(6)

In artikel 104, lid 6, van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad rekening moet houden met de opmerkingen die de betrokken lidstaat eventueel wenst te maken, alvorens, na een algehele evaluatie te hebben gemaakt, te besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. In het geval van Polen leidt deze algehele evaluatie tot de volgende conclusies.

(7)

Volgens de naderhand door Eurostat gevalideerde BTP-kennisgeving door de Poolse autoriteiten van april 2009, bedroeg het Poolse overheidstekort in 2008 3,9 % van het bbp, waarmee de referentiewaarde van 3 % van het bbp werd overschreden. Het tekort lag niet dicht bij de referentiewaarde van 3 % van het bbp en de overschrijding van de referentiewaarde kan niet worden aangemerkt als uitzonderlijk in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Zij is met name niet het gevolg van een ongewone gebeurtenis in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Zij is bovendien niet het gevolg van een ernstige economische neergang in 2008 in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Hoewel de groei in het laatste kwartaal van 2008 op jaarbasis tot 3,3 % vertraagde, hetgeen negatieve gevolgen had voor de inning van ontvangsten in het laatste kwartaal van het jaar en hetgeen bijdroeg tot het groter dan verwachte tekort, was de algemene groei van het bbp met 4,9 % in 2008 nog relatief krachtig.

Naar schatting bedraagt de potentiële groei van het bbp om en bij de 4,5 % en de output gap 3,5 % van het potentiële bbp, wat op gunstige conjuncturele omstandigheden wijst. Bovendien kan de te grote overschrijding van de referentiewaarde niet als tijdelijk worden beschouwd. Volgens de voorjaarsprognoses 2009 van de diensten van de Commissie, zal het begrotingstekort naar verwachting 6,6 % bedragen in 2009 en, bij onveranderd beleid, 7,3 % in 2010, bij een bbp-krimp van 1,4 % in 2009 en een bbp-groei van 0,8 % in 2010. Ook volgens de Poolse autoriteiten, die op 22 juni 2009 hebben aangekondigd dat het overheidstekort wellicht veel hoger zal uitvallen dan de 4,6 % van het bbp die in de BTP-kennisgeving van het voorjaar 2009 was gepland (4), zal het tekort in 2009 toenemen. Er is bijgevolg niet voldaan aan het tekortcriterium van het Verdrag.

(8)

De bruto-overheidsschuld blijft onder de referentiewaarde van 60 % van het bbp en bedroeg in 2008 47,1 % van het bbp. Ten gevolge van de verwachte hoge tekorten, zal de overheidsschuld volgens de voorjaarsprognoses 2009 van de diensten van de Commissie waarschijnlijk echter bijna 60 % bedragen in 2010.

(9)

Overeenkomstig de bepalingen in het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact moet terdege rekening worden gehouden met de hervormingen van het pensioenstelsel waarbij een meerpijlersysteem wordt ingevoerd dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat. Hoewel de uitvoering van deze hervormingen tijdelijke verslechtering van de begrotingssituatie inhoudt, verbetert de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn onmiskenbaar. Volgens de ramingen van de Poolse autoriteiten bedroegen de nettokosten van de hervormingen in 2008 2,9 % van het bbp en lopen zij in 2009 op tot 3,2 % van het bbp, hetgeen de Poolse autoriteiten in hun brief van 22 juni hebben herhaald. Overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact kunnen die kosten gedurende een overgangsperiode en op voorwaarde dat het tekort dicht bij de referentiewaarde blijft, op een lineair degressieve basis in aanmerking worden genomen. Omdat het tekort in de periode 2008-2010 niet dicht bij de referentiewaarde blijft, kunnen de kosten van de pensioenhervormingen niet in aanmerking worden genomen.

(10)

Overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 kunnen „relevante factoren” alleen in aanmerking worden genomen bij de stappen die leiden naar het besluit van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag over het al dan niet bestaan van een buitensporig tekort indien volledig is voldaan aan de tweeledige voorwaarde, namelijk dat het tekort dicht bij de referentiewaarde blijft en dat de overschrijding van de referentiewaarde van tijdelijke aard is. In het geval van Polen is niet aan deze tweeledige voorwaarde voldaan. Derhalve wordt in de stappen die tot deze beschikking leiden, geen rekening gehouden met relevante factoren,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

C. BILDT


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

(2)  PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7.

(3)  Alle BTP-documenten voor Polen zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/economy_finance/netstartsearch/pdfsearch/pdf.cfm?mode=m2

(4)  Brief van minister van Financiën Rostowski aan commissaris Almunia.


Top