Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R1943

Verordening (EEG) nr. 1943/81 van de Raad van 30 juni 1981 betreffende een gemeenschappelijke actie ter verbetering van de voorwaarden voor de verwerking en de afzet in de sector veevoeder in Noord-Ierland

PB L 197 van 20.7.1981, p. 23–26 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1987

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/1943/oj

31981R1943

Verordening (EEG) nr. 1943/81 van de Raad van 30 juni 1981 betreffende een gemeenschappelijke actie ter verbetering van de voorwaarden voor de verwerking en de afzet in de sector veevoeder in Noord-Ierland

Publicatieblad Nr. L 197 van 20/07/1981 blz. 0023 - 0026


++++

VERORDENING ( EEG ) NR . 1943/81 VAN DE RAAD

VAN 30 JUNI 1981

BETREFFENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE TER VERBETERING VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE VERWERKING EN DE AFZET IN DE SECTOR VEEVOEDER IN NOORD-IERLAND

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP DE ARTIKELEN 42 EN 43 ,

GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,

GEZIEN HET ADVIES VAN HET EUROPESE PARLEMENT ( 1 ) ,

GEZIEN HET ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE ( 2 ) ,

OVERWEGENDE DAT DE LANDBOUWPRODUKTIESECTOREN DIE AFHANKELIJK ZIJN VAN VEEVOEDER , VAN WEZENLIJK BELANG ZIJN VOOR DE LANDBOUW IN NOORD-IERLAND ;

OVERWEGENDE DAT ZICH IN DEZE SECTOREN EVENWEL ZEER ERNSTIGE PROBLEMEN VOORDOEN , DOORDAT DE BEDRIJVEN VOOR HUN VOORZIENING MET VEEVOEDER AFHANKELIJK ZIJN VAN INVOER ; DAT VERBETERING VAN DE VERWERKING EN AFZET IN DE SECTOR VEEVOEDER KAN BIJDRAGEN TOT EEN DUURZAME OPLOSSING VOOR DEZE PROBLEMEN ;

OVERWEGENDE DAT OP DIT GEBIED BEOOGDE MAATREGELEN EEN COMMUNAUTAIR KARAKTER DRAGEN EN GERICHT ZIJN OP HET VERWEZENLIJKEN VAN DE IN ARTIKEL 39 , LID 1 , SUB A ) , VAN HET VERDRAG OMSCHREVEN DOELSTELLINGEN ; DAT ZIJ DERHALVE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE VORMEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 VAN DE RAAD VAN 21 APRIL 1970 BETREFFENDE DE FINANCIERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID ( 3 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3509/80 ( 4 ) ;

OVERWEGENDE DAT DE PROJECTEN SLECHTS VOOR FINANCIERING DOOR DE GEMEENSCHAP IN AANMERKING KOMEN ALS ZIJ HET MOGELIJK MAKEN DE VERWERKINGS - EN AFZETSTRUCTUUR VOOR DE PRODUKTEN VAN DE GENOEMDE SECTOREN TE VERBETEREN EN TE RATIONALISEREN EN EEN DUURZAAM POSITIEF EFFECT HEBBEN VOOR DE LANDBOUWSECTOR ;

OVERWEGENDE DAT MET HET OOG OP DE NODIGE HARMONISATIE VAN DE MAATREGELEN VAN DE GEMEENSCHAP EN DIE VAN DE LID-STAAT , DE UIT HET FONDS TE FINANCIEREN PROJECTEN DOOR DE LID-STAAT MOETEN ZIJN GOEDGEKEURD EN DEZE LID-STAAT MOET DEELNEMEN IN DE FINANCIERING ERVAN ;

OVERWEGENDE DAT , OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE BIJ DE TOEKENNING VAN DE BIJSTAND UIT HET FONDS GESTELDE VOORWAARDEN DOOR DE BEGUNSTIGDEN IN ACHT WORDEN GENOMEN , EEN DOELTREFFENDE CONTROLEPROCEDURE DIENT TE WORDEN INGESTELD EN DE MOGELIJKHEID MOET WORDEN GEBODEN OM DE BIJSTAND VAN HET FONDS TE SCHORSEN , TE VERLAGEN OF IN TE TREKKEN ;

OVERWEGENDE DAT DE VERLENING VAN BIJSTAND UIT HET FONDS IN DE VORM VAN EEN KAPITAALSUBSIDIE VAN TEN HOOGSTE 50 % VAN HET INVESTERINGSBEDRAG EEN PASSENDE BIJDRAGE IN DE INVESTERING VORMT ;

OVERWEGENDE DAT DE BIJDRAGE VAN HET FONDS DE CONCURRENTIEVOORWAARDEN NIET MAG WIJZIGEN OF VAN DIE AARD MAG ZIJN DAT ZIJ DIE KAN WIJZIGEN OP EEN WIJZE DIE ONVERENIGBAAR IS MET DE BEGINSELEN VAN HET VERDRAG ; DAT MET NAME DAAROM DE BIJDRAGE VAN HET FONDS NIET MAG LEIDEN TOT HET VERSTERKEN OF TOT STAND BRENGEN VAN EEN MACHTSPOSITIE OP DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT OF OP EEN WEZENLIJK DEEL DAARVAN , BEHALVE WANNEER DIT NOODZAKELIJK BLIJKT OM DE DOELSTELLINGEN VAN DEZE VERORDENING TE VERWEZENLIJKEN ;

OVERWEGENDE DAT HET MET DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE NAGESTREEFDE DOEL KAN WORDEN BEREIKT DOOR GEDURENDE VIER JAAR BIJSTAND UIT HET FONDS TE VERLENEN VOOR EEN TOTAALBEDRAG DAT GERAAMD KAN WORDEN OP 6 MILJOEN ECU ;

OVERWEGENDE DAT MET BETREKKING TOT DE GOEDKEURING VAN DE PROJECTEN MOET WORDEN VOORZIEN IN EEN PROCEDURE IN HET KADER WAARVAN DOOR DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE NAUW WORDT SAMENGEWERKT IN HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR DAT IS INGESTELD BIJ ARTIKEL 1 VAN DE BESCHIKKING VAN DE RAAD VAN 4 DECEMBER 1962 BETREFFENDE DE COORDINATIE VAN HET STRUCTUURBELEID IN DE LANDBOUW ( 5 ) ; DAT BOVENDIEN DIENT TE WORDEN BEPAALD DAT HET IN ARTIKEL 11 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 BEDOELDE COMITE VAN HET FONDS MOET WORDEN GERAADPLEEGD ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

1 . TER VERBETERING VAN DE STRUCTURELE SITUATIE VAN DE LANDBOUWBEDRIJVEN IN NOORD-IERLAND DIE AFHANKELIJK ZIJN VAN VEEVOEDER , WORDT EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE INGESTELD OM BEDRIJVEN DIE ZICH BEZIGHOUDEN MET DE BEHANDELING , DE VERWERKING OF DE AFZET IN DE SECTOR VEEVOEDER , TE MODERNISEREN EN TE RATIONALISEREN .

2 . HET PAKKET MAATREGELEN WAARIN DEZE VERORDENING VOORZIET VORMT EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 .

3 . DE COMMISSIE KAN OVEREENKOMSTIG DE TITELS II EN III BIJSTAND VERLENEN VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE , DOOR UIT HET EUROPEES ORIENTATIE - EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW , AFDELING ORIENTATIE , HIERNA " HET FONDS " TE NOEMEN , PROJECTEN TE FINANCIEREN DIE AAN DE IN TITEL I VERMELDE VOORWAARDEN VOLDOEN .

TITEL I

PROJECTEN

ARTIKEL 2

1 . ONDER PROJECT WORDT IN DEZE VERORDENING VERSTAAN ELK PROJECT MET BETREKKING TOT EEN MATERIELE INVESTERING VAN DE OVERHEID , VAN SEMI-OVERHEIDSINSTANTIES OF PARTICULIEREN DIE GEHEEL OF GEDEELTELIJK BETREKKING HEEFT OP GEBOUWEN EN/OF VOORZIENINGEN WELKE MET NAME BESTEMD ZIJN VOOR :

A ) DE RATIONALISATIE OF DE ONTWIKKELING VAN DE INSTALLATIES VOOR DE OPSLAG , DE BEHANDELING OF DE VERWERKING VAN DE PRODUKTEN VAN DE IN ARTIKEL 1 , LID 1 , VERMELDE SECTOR , MET INBEGRIP VAN INSTALLATIES DIE IN HAVENS ZIJN GELEGEN ;

B ) DE VERBETERING VAN DE AFZETKANALEN ;

C ) EEN BETERE KENNIS VAN DE GEGEVENS INZAKE PRIJZEN EN PRIJSVORMING OP DE MARKTEN VOOR DE PRODUKTEN VAN DE IN ARTIKEL 1 , LID 1 , VERMELDE SECTOR .

2 . DEZE VERORDENING IS NIET VAN TOEPASSING OP INVESTERINGEN IN DE DETAILHANDEL .

ARTIKEL 3

1 . DE PROJECTEN HEBBEN BETREKKING OP DE AFZET VAN DE IN BIJLAGE II VAN HET VERDRAG OPGENOMEN LANDBOUWPRODUKTEN OF DE PRODUKTIE VAN DE IN DIE BIJLAGE OPGENOMEN VERWERKTE PRODUKTEN . ZIJ MOETEN VOLDOENDE RENTABILITEITSWAARBORGEN BIEDEN EN BIJDRAGEN TOT EEN BLIJVENDE VERBETERING VAN DE TOESTAND VAN DE SECTOR , BEDOELD IN ARTIKEL 1 , LID 1 , EN ALDUS TOT EEN VERBETERING VAN DE PRODUKTIEMOGELIJKHEDEN VAN DE LANDBOUWBEDRIJVEN DIE BETROKKEN ZIJN BIJ DIE SECTOR .

2 . BIJSTAND UIT HET FONDS KAN SLECHTS WORDEN VERLEEND INDIEN DE BEGUNSTIGDE AFDOENDE BEWIJZEN LEVERT DAT AAN DE VOORWAARDEN VAN LID 1 IS VOLDAAN . ONDER MEER KAN REKENING WORDEN GEHOUDEN MET LANGLOPENDE LEVERINGSCONTRACTEN DIE MET DE PRODUCENTEN VAN LANDBOUWGRONDSTOFFEN ZIJN GESLOTEN TEGEN VOOR DEZE PRODUCENTEN REDELIJKE VOORWAARDEN .

TITEL II

PROCEDURE VOOR HET ONDERZOEK VAN DE PROJECTEN

ARTIKEL 4

1 . VERZOEKEN OM BIJSTAND UIT HET FONDS MOETEN VOOR 1 MEI VIA DE BETROKKEN LID-STAAT WORDEN INGEDIEND .

2 . DE COMMISSIE BESLIST TWEEMAAL PER JAAR OVER DE INGEDIENDE VERZOEKEN OM BIJSTAND EN WEL UITERLIJK OP 30 JUNI EN OP 31 DECEMBER .

IN DE EERSTE HELFT VAN HET JAAR WORDEN ALLEEN BESCHIKKINGEN GEGEVEN OVER VERZOEKEN OM BIJSTAND DIE UITERLIJK OP 31 DECEMBER VAN HET VOORAFGAANDE JAAR ZIJN INGEDIEND . VERZOEKEN OM BIJSTAND DIE IN DE PERIODE VAN 1 JANUARI TOT EN MET 30 APRIL ZIJN INGEDIEND , KUNNEN PAS IN DE TWEEDE HELFT VAN HETZELFDE JAAR IN BEHANDELING WORDEN GENOMEN .

3 . DE PROJECTEN KOMEN SLECHTS VOOR BIJSTAND UIT HET FONDS IN AANMERKING INDIEN ER EEN GUNSTIG ADVIES OVER IS UITGEBRACHT DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK .

4 . DE VERZOEKEN OM BIJSTAND MOETEN VERGEZELD GAAN VAN GEGEVENS WAARUIT KAN WORDEN OPGEMAAKT DAT HET PROJECT AAN DE IN TITEL I GESTELDE VOORWAARDEN VOLDOET .

5 . WELKE GEGEVENS MOETEN WORDEN VERSTREKT EN IN WELKE VORM DEZE MOETEN WORDEN VERSTREKT , IS BEPAALD IN VERORDENING ( EEG ) NR . 219/78 ( 6 ) .

ARTIKEL 5

1 . DE COMMISSIE NEEMT VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 EEN BESLISSING OVER DE BIJSTAND UIT HET FONDS , NA RAADPLEGING VAN HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN .

2 . DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE WORDT TER KENNIS GEBRACHT VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN VAN DE BEGUNSTIGDE .

ARTIKEL 6

1 . BIJ HAAR BESCHIKKING HOUDT DE COMMISSIE MET NAME REKENING MET ANDERE DAN IN DEZE VERORDENING BEDOELDE DIRECTE OF INDIRECTE INVESTERINGSSTEUN DIE VOOR HET BETROKKEN PROJECT WORDT VERLEEND . TE DIEN EINDE STELT HET VERENIGD KONINKRIJK DE COMMISSIE IN KENNIS VAN DE VERLENING VAN DERGELIJKE STEUN .

2 . PROJECTEN WAARVOOR STEUN WORDT VERLEEND IN HET KADER VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 355/77 ( 7 ) OF DIE IN AANMERKING KUNNEN KOMEN VOOR COMMUNAUTAIRE STEUN IN HET KADER VAN ANDERE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIES IN DE ZIN VAN ARTIKEL 6 , LID 1 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 , VALLEN NIET BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN DEZE VERORDENING .

TITEL III

FINANCIELE EN ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 7

1 . DE BEOOGDE TERMIJN VOOR DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE IS VIER JAAR , TE REKENEN VANAF 1 JANUARI 1981 .

2 . VOOR DE PERIODE VAN 1 JANUARI 1981 TOT EN MET 31 DECEMBER 1984 WORDEN DE KOSTEN VAN DEZE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIE DIE TEN LASTE VAN HET FONDS KOMEN , OP 6 MILJOEN ECU GERAAMD .

3 . ARTIKEL 6 , LID 5 , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 729/70 IS VAN TOEPASSING OP DEZE VERORDENING .

ARTIKEL 8

1 . DE BIJSTAND UIT HET FONDS BESTAAT IN KAPITAALSUBSIDIES DIE AL DAN NIET INEENS WORDEN UITGEKEERD .

2 . VOOR ELK PROJECT EN IN VERHOUDING TOT DE GEDANE INVESTERING :

A ) MAG DE FINANCIELE DEELNEMING VAN DE BEGUNSTIGDE NIET MINDER DAN 25 % BEDRAGEN ;

B ) MAG DE FINANCIELE DEELNEMING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK NIET MINDER DAN 10 % BEDRAGEN ;

C ) BEDRAAGT DE DOOR HET FONDS VERSTREKTE SUBSIDIE TEN HOOGSTE 50 % .

ARTIKEL 9

DE BIJSTAND UIT HET FONDS MAG DE CONCURRENTIEVOORWAARDEN NIET WIJZIGEN OP EEN WIJZE DIE ONVERENIGBAAR IS MET DE BEGINSELEN VAN HET VERDRAG .

ARTIKEL 10

1 . DE BIJSTAND UIT HET FONDS WORDT VERLEEND AAN DE NATUURLIJKE PERSONEN OF RECHTSPERSONEN OF AAN GROEPERINGEN DAARVAN DIE UITEINDELIJK DE AAN DE UITVOERING VAN HET PROJECT VERBONDEN KOSTEN DRAGEN .

DE BIJSTAND UIT HET FONDS WORDT UITGEKEERD VIA DAARTOE DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK AANGEWEZEN LICHAMEN .

2 . TIJDENS DE GEHELE DUUR VAN DE BIJSTAND UIT HET FONDS VERSTREKT DE INSTANTIE OF HET LICHAAM DAT DAARTOE DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK IS AANGEWEZEN AAN DE COMMISSIE OP HAAR VERZOEK ALLE BEWIJSSTUKKEN EN BESCHEIDEN WAARUIT BLIJKT DAT AAN DE VOOR ELK PROJECT OPGELEGDE FINANCIELE OF ANDERE VOORWAARDEN WORDT VOLDAAN . DE COMMISSIE KAN ZO NODIG TER PLAATSE EEN ONDERZOEK VERRICHTEN .

NA HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN TE HEBBEN GERAADPLEEGD , KAN DE COMMISSIE VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 BESLISSEN DE BIJSTAND UIT HET FONDS TE SCHORSEN , TE VERLAGEN OF IN TE TREKKEN :

- INDIEN HET PROJECT NIET WORDT UITGEVOERD ZOALS BEOOGD , OF

- INDIEN AAN BEPAALDE OPGELEGDE VOORWAARDEN NIET WORDT VOLDAAN , OF

- INDIEN DE BEGUNSTIGDE , IN TEGENSTELLING TOT DE IN ZIJN VERZOEK EN IN DE BIJSTANDSBESCHIKKING VERMELDE GEGEVENS , NIET BINNEN TWEE JAAR NA DE KENNISGEVING VAN DEZE BESCHIKKING MET DE UITVOERING VAN DE WERKZAAMHEDEN BEGINT EN INDIEN DE BEGUNSTIGDE NIET VOOR HET VERSTRIJKEN VAN DIE TERMIJN VOLDOENDE WAARBORGEN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROJECT HEEFT GEGEVEN .

DE BESCHIKKING WORDT TER KENNIS GEBRACHT VAN HET VERENIGD KONINKRIJK , ALSMEDE VAN DE BEGUNSTIGDE .

DE COMMISSIE VORDERT DE BEDRAGEN TERUG WAARVAN DE BETALING NIET GERECHTVAARDIGD WAS OF NIET MEER GERECHTVAARDIGD IS .

3 . DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DIT ARTIKEL WORDT VASTGESTELD VOLGENS VERORDENING ( EEG ) NR . 1685/78 ( 8 ) .

ARTIKEL 11

1 . VOOR ELK PROJECT WAARVOOR BIJSTAND UIT HET FONDS IS VERLEEND , ZENDT DE BEGUNSTIGDE VIA DE BETROKKEN LID-STAAT AAN DE COMMISSIE EEN VERSLAG OVER DE FINANCIELE RESULTATEN ERVAN . DIT VERSLAG MOET WORDEN INGEDIEND BINNEN DE IN DE BIJSTANDSBESCHIKKING VAN DE COMMISSIE VASTGESTELDE TERMIJN .

2 . INDIEN DE BEGUNSTIGDE DE IN LID 1 VERMELDE VERPLICHTING NIET NAKOMT KAN DE COMMISSIE , NA AANMANING , VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 EN NA RAADPLEGING VAN HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN , BESLUITEN GEHEEL OF TEN DELE TERUG TE KOMEN OP HAAR BESLISSING TOT VERLENING VAN DE BIJSTAND . DE BESCHIKKING WORDT TER KENNIS GEBRACHT VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN VAN DE BEGUNSTIGDE . DE COMMISSIE VORDERT DE UITGEKEERDE BEDRAGEN GEHEEL OF GEDEELTELIJK TERUG .

3 . DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DIT ARTIKEL , MET NAME TEN AANZIEN VAN DE GEGEVENS DIE MOETEN VOORKOMEN IN HET IN LID 1 BEDOELDE VERSLAG , WORDT VASTGESTELD VOLGENS DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 , NA RAADPLEGING VAN HET COMITE VAN HET FONDS OVER DE FINANCIELE ASPECTEN .

ARTIKEL 12

DE AANVRAGEN OM BIJSTAND UIT HET FONDS DIE BIJ DE COMMISSIE ZIJN INGEDIEND EN DIE BETREKKING HEBBEN OP PROJECTEN WAARVOOR DEZE BIJSTAND NIET KON WORDEN VERLEEND IN VERBAND MET EEN TEKORT AAN BESCHIKBARE MIDDELEN , KUNNEN DOOR HET VERENIGD KONINKRIJK IN OVERLEG MET DE AANVRAGERS WORDEN OVERGEBOEKT NAAR HET VOLGENDE BEGROTINGSJAAR .

DE AANVRAGEN OM OVERBOEKING MOETEN BIJ DE COMMISSIE WORDEN INGEDIEND BINNEN EEN TERMIJN VAN DERTIG DAGEN NA DE DATUM WAAROP HET VERENIGD KONINKRIJK IN KENNIS IS GESTELD VAN HET RESULTAAT VAN DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 13 . EEN AANVRAAG OM BIJSTAND KAN EVENWEL SLECHTS EENMAAL WORDEN OVERGEBOEKT .

ARTIKEL 13

1 . IN DE GEVALLEN WAARIN WORDT VERWEZEN NAAR DE IN DIT ARTIKEL OMSCHREVEN PROCEDURE , WORDT HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR INGESCHAKELD DOOR DE VOORZITTER , HETZIJ OP DIENS INITIATIEF , HETZIJ OP VERZOEK VAN DE VERTEGENWOORDIGER VAN EEN LID-STAAT .

2 . DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE COMMISSIE LEGT EEN ONTWERP VAN TE TREFFEN MAATREGELEN VOOR . HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR BRENGT OVER DEZE MAATREGELEN BINNEN EEN TERMIJN WELKE DE VOORZITTER KAN VASTSTELLEN NAAR GELANG VAN DE URGENTIE VAN DE TE ONDERZOEKEN VRAAGSTUKKEN , EEN ADVIES UIT MET EEN MEERDERHEID VAN VIJFENVEERTIG STEMMEN ; DE STEMMEN VAN DE LID-STATEN WORDEN GEWOGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 148 , LID 2 , VAN HET VERDRAG . DE VOORZITTER NEEMT NIET AAN DE STEMMING DEEL .

3 . DE COMMISSIE STELT DE MAATREGELEN VAST , WELKE ONMIDDELLIJK VAN TOEPASSING ZIJN . INDIEN DEZE MAATREGELEN ECHTER NIET IN OVEREENSTEMMING ZIJN MET HET DOOR HET PERMANENT COMITE VOOR DE LANDBOUWSTRUCTUUR UITGEBRACHTE ADVIES , WORDEN ZIJ DOOR DE COMMISSIE ONVERWIJLD TER KENNIS VAN DE RAAD GEBRACHT . IN DIT GEVAL KAN DE COMMISSIE DE TOEPASSING VAN DE MAATREGELEN WAARTOE ZIJ HEEFT BESLOTEN TOT TEN HOOGSTE EEN MAAND NA DEZE KENNISGEVING UITSTELLEN .

DE RAAD KAN BINNEN EEN MAAND MET GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID VAN STEMMEN EEN ANDERSLUIDEND BESLUIT NEMEN .

ARTIKEL 14

DE ARTIKELEN 92 , 93 EN 94 VAN HET VERDRAG BLIJVEN VAN TOEPASSING OP HET DOOR DEZE VERORDENING BESTREKEN TERREIN .

ARTIKEL 15

DE EERSTE BIJSTANDSBESCHIKKINGEN TER UITVOERING VAN DEZE VERORDENING WORDEN GENOMEN VOOR HET BEGROTINGSJAAR 1981 .

ARTIKEL 16

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE LUXEMBURG , 30 JUNI 1981 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

G . BRAKS

( 1 ) PB NR . C 291 VAN 10 . 11 . 1980 , BLZ . 82 .

( 2 ) PB NR . C 230 VAN 8 . 9 . 1980 , BLZ . 21 .

( 3 ) PB NR . L 94 VAN 28 . 4 . 1970 , BLZ . 13 .

( 4 ) PB NR . L 367 VAN 31 . 12 . 1980 , BLZ . 87 .

( 5 ) PB NR . 136 VAN 17 . 12 . 1962 , BLZ . 2892/62 .

( 6 ) PB NR . L 35 VAN 4 . 2 . 1978 , BLZ . 10 .

( 7 ) PB NR . L 51 VAN 23 . 2 . 1977 , BLZ . 1 .

( 8 ) PB NR . L 197 VAN 22 . 7 . 1978 , BLZ . 1 .

Top