Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013TA1213(37)

    Verslag over de jaarrekening van het Harmonisatiebureau voor de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau

    PB C 365 van 13.12.2013, p. 268–274 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.12.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 365/268


    VERSLAG

    over de jaarrekening van het Harmonisatiebureau voor de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Bureau

    2013/C 365/37

    INLEIDING

    1.

    Het Harmonisatiebureau voor de interne markt (hierna: „Bureau” ofwel „HBIM”), gevestigd te Alicante, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad (1), die werd ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 207/2009 (2). Het Bureau heeft tot taak de regelgeving van de Unie inzake merken, tekeningen en modellen ten uitvoer te leggen, die bedrijven eenvormige bescherming verleent op het gehele grondgebied van de Europese Unie (3).

    TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    2.

    De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Bureau. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

    a)

    de jaarrekening van het Bureau, die bestaat uit de financiële staten (4) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (5) betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar;

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

    De verantwoordelijkheid van de leiding

    4.

    Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie (6) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Bureau, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:

    a)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Bureau omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (7) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De voorzitter keurt de jaarrekening van het Bureau goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Bureau.

    b)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

    De verantwoordelijkheid van de controleur

    5.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (8) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Bureau geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

    6.

    De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

    7.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    8.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Bureau op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    9.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    10.

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

    11.

    Van de 31,9 miljoen euro aan van 2011 naar 2012 overgedragen vastgelegde kredieten werd 4,16 miljoen euro (13 %) in 2012 geannuleerd. 1,93 miljoen euro hiervan hield verband met samenwerkingsovereenkomsten met lidstaten die de aan hen toegewezen bedragen niet volledig absorbeerden.

    12.

    In 2012 was het globale niveau van vastgelegde kredieten 93 %, hetgeen erop wijst dat vastleggingen tijdig werden gedaan. Het niveau van naar 2013 overgedragen vastgelegde kredieten was echter hoog met 36,7 miljoen euro (19 % van het totaal aan vastgelegde kredieten), waarvan 21,7 miljoen euro betrekking had op titel II (administratieve uitgaven) en 14,1 miljoen euro op titel III (beleidsuitgaven). Het hoge niveau van overdrachten was hoofdzakelijk te wijten aan de late ontvangst van facturen voor in 2012 geleverde goederen en diensten. Meer bepaald vloeide het hoge niveau van overdrachten voor titel II ook voort uit een aantal meerjarige contracten voor de bouw van het nieuwe kantoorgebouw van het Bureau (6,09 miljoen euro) en de inkoop van de ontwikkeling van IT-producten (7,67 miljoen euro). Voor titel III houden de overdrachten grotendeels verband met de met lidstaten gesloten samenwerkingsovereenkomsten waarvoor kostendeclaraties pas in 2013 moesten worden ingediend (8,13 miljoen euro). Daarnaast werden er in de laatste maanden van 2012 vertaaldiensten besteld (5,43 miljoen euro) die pas in 2013 moesten worden betaald.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR

    13.

    Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar.

    Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 10 september 2013.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

    (2)  PB L 78 van 24.3.2009, blz. 1.

    (3)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau.

    (4)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (5)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

    (7)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, indien relevant, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

    (8)  Artikel 185, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar

    Jaar

    Opmerking van de Rekenkamer

    Status van de corrigerende maatregel

    (Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.)

    2011

    De Rekenkamer constateerde verschillende tekortkomingen ten aanzien van de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau uit 2011 tussen het Bureau en het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT). De overeenkomst was door het Bureau ondertekend op 20 juni 2011 en was volgens artikel 10 van toepassing vanaf 1 januari 2011. De uitvoering van het contract begon voorafgaand aan de ondertekening van het contract. Op verzoek van het CdT verrichtte het Bureau een betaling van 1,8 miljoen euro ter compensatie (1). Bovendien werd deze betaling geautoriseerd zonder begrotingsvastlegging en zonder beschikbare kredieten (2).

    N.v.t.

    2011

    De Rekenkamer identificeerde vijf gevallen met een waarde van 2,9 miljoen euro waarbij begrotingsvastleggingen werden goedgekeurd na de juridische verbintenissen.

    Afgerond

    2011

    Het Bureau dient het beheer van zijn vaste activa te verbeteren. Voor door het Bureau ontwikkelde immateriële activa waren de boekhoudprocedures en de gegevens over de kosten niet betrouwbaar.

    Loopt nog

    2011

    Het Bureau beschikte per 31 december 2011 over in totaal 520 miljoen euro aan kasmiddelen (495 miljoen euro in 2010). Overeenkomstig het in 2010 door het begrotingscomité goedgekeurde kasmiddelenbeleid werden de middelen bij negen banken in vijf lidstaten aangehouden.

    Afgerond.

    De Rekenkamer merkt niettemin op dat het niveau van de kasmiddelen nog steeds hoog is.

    2011

    Het Bureau moet de doorzichtigheid van zijn wervingsprocedures verbeteren. De drempelwaarden voor toelating tot sollicitatiegesprekken en schriftelijke tests waren niet vooraf vastgesteld en de vragen voor de mondelinge en schriftelijke tests waren niet vastgesteld voordat de jury’s de sollicitaties onderzochten. Bovendien was er geen besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag om de jury aan te stellen en in één geval was de scheiding van functies tussen het tot aanstelling bevoegd gezag en de jury niet gegarandeerd.

    Afgerond


    (1)  De minimale waarde werd in de overeenkomst vastgesteld op 16,3 miljoen euro. De in 2011 geleverde diensten bedroegen in totaal 14,5 miljoen euro.

    (2)  Deze betaling werd uit de begroting 2012 gedaan.


    BIJLAGE II

    Harmonisatiebureau voor de interne markt (Alicante)

    Bevoegdheden en activiteiten

    Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

    (Artikelen 36 en 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

    Vrij verkeer van goederen

    […] de verboden of beperkingen welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom mogen geen middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen. […]

    […] de beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de Unie zijn verboden ten aanzien van de onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die, waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht. […]

    Bevoegdheden van het Bureau

    (Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad)

    (Verordening (EU) nr. 386/2012 van het Europees Parlement en de Raad)

    Doelstellingen

    Toepassing van de wetgeving van de Unie inzake merken, tekeningen en modellen, die bedrijven het recht verschaft, eenvormige bescherming te verwerven op het gehele grondgebied van de Europese Unie.

    Bevordering van het debat, het onderzoek, de opleiding, de communicatie, de ontwikkeling van geavanceerde IT-ondersteuningsinstrumenten en de verspreiding van beste praktijken op het gebied van intellectueel eigendom.

    Taken

    Ontvangst en indiening van verzoeken om inschrijving;

    onderzoek van de voorwaarden voor inschrijving in het register, en van de verenigbaarheid met de wetgeving van de Unie;

    recherche bij de diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten inzake het bestaan van oudere nationale merken;

    publicatie van aanvragen;

    onderzoek van de (eventuele) oppositie van derden;

    inschrijving of afwijzing van de aanvraag;

    onderzoek van vorderingen tot vervallen- of nietigverklaring;

    behandeling van tegen beslissingen ingesteld beroep;

    het verbeteren van begrip voor de waarde van intellectueel eigendom;

    het verbeteren van begrip voor de reikwijdte en het effect van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten;

    het vergroten van de kennis aangaande beproefde methoden van de publieke en private sectoren ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten;

    het meewerken aan het bewustmaken van de burgers van de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten;

    het vergroten van de expertise van personen die betrokken zijn bij de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten;

    het vergroten van kennis van technische instrumenten ter voorkoming en ter bestrijding van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van tracking- en tracingsystemen met behulp waarvan originele producten zich van namaak laten onderscheiden;

    het aanbrengen van mechanismen voor het helpen verbeteren van uitwisseling van informatie online over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten tussen de overheden van de lidstaten die op dit gebied werkzaam zijn, en het bevorderen van samenwerking met en tussen deze autoriteiten;

    het in overleg met de lidstaten werken aan het bevorderen van internationale samenwerking met diensten voor intellectuele eigendom in derde landen om strategieën op te stellen en technieken, vaardigheden en instrumenten te ontwikkelen voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten.

    Organisatie

    Raad van bestuur

    Samenstelling

    Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie alsmede hun plaatsvervangers.

    Taak

    De voorzitter van advies dienen over aangelegenheden die onder de bevoegdheden van het Bureau vallen.

    De lijsten met kandidaten opstellen (artikel 125) voor voorzitter, ondervoorzitters, en voorzitters en leden van de kamers van beroep.

    Voorzitter van het Bureau

    Benoemd door de Raad aan de hand van een door de raad van bestuur opgestelde lijst van ten hoogste drie kandidaten.

    Begrotingscomité

    Samenstelling

    Eén vertegenwoordiger van elke lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie alsmede hun plaatsvervangers.

    Taak

    De begroting en het financieel reglement vaststellen, de voorzitter kwijting verlenen, de prijs van de rechercheverslagen vaststellen.

    Beslissingen in verband met de aanvragen

    Beslissingen worden genomen door:

    a)

    de onderzoekers;

    b)

    de oppositieafdelingen;

    c)

    de afdeling merkenadministratie en juridische aangelegenheden;

    d)

    de nietigheidsafdelingen;

    e)

    de kamers van beroep.

    Externe controle

    Europese Rekenkamer.

    Kwijtingverlenende autoriteit

    Het begrotingscomité van het Bureau.

    In 2012 (2011) ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

    Begroting

    429 (387) miljoen euro

    Personeelsbestand per 31 december 2012

    775 (732) posten in de lijst van het aantal ambten, waarvan 680 (629) bezet + 138 (116) andere dienstverbanden (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, plaatselijke functionarissen en uitzendkrachten, bijzondere adviseurs)

    Totaalaantal personeelsleden: 818 (750)

    Producten en diensten in 2012 (2011 )

    Merken

    Aantal aanvragen: 107 924(105 859)

    Aantal inschrijvingen: 95 645(93 849)

    Aantal gevallen van oppositie: 16 634(17 026)

    Beroepen ingesteld bij de kamers van beroep: 2 339(2 622)

    Hangende beroepen: 2 352(2 573)

    Modellen en tekeningen

    Ontvangen: 92 175(87 473)

    Ingeschreven: 78 658(77 665)

    Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.


    ANTWOORD VAN HET BUREAU

    11.

    Het Bureau en de lidstaten zijn zich van dit probleem bewust. Het Bureau heeft voor 2013 een proefproject in de vorm van een evaluatieverslag halverwege het jaar opgezet om de situatie van de lidstaten te volgen wat betreft de uitvoering van projecten die ze samen met het Bureau uitvoeren. Het Bureau heeft op 23 mei tijdens de vergadering van de Begrotingscommissie het overgedragen bedrag dat verband houdt met deze samenwerkingsovereenkomsten toegelicht.

    12.

    Zoals reeds vermeld door de Rekenkamer, vloeide het hoge niveau aan overdrachten voor titel II voort uit meerjarige contracten die voornamelijk verband hielden met de bouw van het nieuwe kantoorgebouw en met IT-ontwikkelingen.

    Voor titel III hield het hoge niveau aan overdrachten grotendeels verband met de met lidstaten gesloten samenwerkingsovereenkomsten waarvoor vanaf 31 december 2012 kostendeclaraties werden ontvangen, en met de gebruikelijke vertaaldiensten in de laatste maanden van 2012.

    Het Bureau voert maatregelen in om de jaarlijkse overdrachten beter in de hand te houden.


    Top