Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005XC1201(02)

    Bericht van inleiding van een tussentijdse herziening naar aanleiding van het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn bij de invoer van polyethyleentereftalaat uit India, Indonesië, de Republiek Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand en van een gedeeltelijke tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn bij de invoer van polyethyleentereftalaat uit de Republiek Korea en Taiwan

    PB C 304 van 1.12.2005, p. 9–13 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    1.12.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 304/9


    Bericht van inleiding van een tussentijdse herziening naar aanleiding van het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn bij de invoer van polyethyleentereftalaat uit India, Indonesië, de Republiek Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand en van een gedeeltelijke tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn bij de invoer van polyethyleentereftalaat uit de Republiek Korea en Taiwan

    (2005/C 304/04)

    Na de publicatie van het bericht van het naderend vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die gelden bij de invoer van polyethyleentereftalaat uit India, Indonesië, de Republiek Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand (hierna „de betrokken landen” genoemd), heeft de Commissie een verzoek om een herziening ontvangen overeenkomstig artikel 11, lid 2 en artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (hierna „de basisverordening” genoemd) (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad (3).

    1.   Verzoek

    Het verzoek werd op 30 augustus 2005 ingediend door het Polyethylene Terephthalate (PET) Committee of PlasticsEurope (hierna „de indiener” genoemd) namens producenten die een groot deel, in dit geval meer dan 90 %, vertegenwoordigen van de totale productie van polyethyleentereftalaat in de Gemeenschap.

    2.   Product

    Het verzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaat (PET) met een viscositeitscoëfficiënt van 78 ml/g of meer volgens de DIN-norm (Deutsche Industrienorm) 53728, ingedeeld onder GN-code 3907 60 20 uit India, Indonesië, de Republiek Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand („het betrokken product”). De GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

    3.   Geldende maatregelen

    Momenteel gelden een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2604/2000 van de Raad (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1646/2005 van de Raad (5), alsmede verbintenissen die werden aanvaard bij Besluit 2000/745/EG van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/697/EG van de Commissie (7).

    4.   Motivering van de herzieningen

    4.1.   De herziening naar aanleiding van het vervallen van de maatregelen

    Het verzoek is gebaseerd op het feit dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou resulteren in een voortzetting dan wel herhaling van de dumping en schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

    Voor de Republiek Korea en voor Taiwan is de bewering dat de dumping zou worden voortgezet gebaseerd op de vergelijking van een berekende normale waarde met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Gemeenschap.

    Op deze basis zijn de voor de Republiek Korea en Taiwan berekende dumpingmarges aanzienlijk.

    Om aan te tonen dat de dumping zich waarschijnlijk zou herhalen, heeft de indiener voor India gebruik gemaakt van de prijzen bij uitvoer naar Turkije, Roemenië, de Verenigde Arabische Emiraten, Israël, Algerije, en de Verenigde Staten van Amerika omdat momenteel geen grote hoeveelheden uit India in de EU worden ingevoerd.

    Voor Indonesië heeft de indiener gebruik gemaakt van de prijzen bij uitvoer naar Japan, de Verenigde Staten van Amerika, Maleisië, Australië en Turkije om aan te tonen dat de dumping zich waarschijnlijk zou herhalen, omdat momenteel geen grote hoeveelheden uit Indonesië in de EU worden ingevoerd.

    Voor Maleisië heeft de indiener gebruik gemaakt van de prijzen bij uitvoer naar Iran om aan te tonen dat de dumping zich waarschijnlijk zou herhalen, omdat momenteel geen grote hoeveelheden uit Maleisië in de EU worden ingevoerd.

    Voor Thailand heeft de indiener gebruik gemaakt van de prijzen bij uitvoer naar Japan en de Verenigde Staten van Amerika om aan te tonen dat de dumping zich waarschijnlijk zou herhalen, omdat momenteel geen grote hoeveelheden uit Thailand in de EU worden ingevoerd.

    Voor India, Indonesië, Maleisië en Thailand is de bewering dat de dumping zich zou herhalen gebaseerd op de vergelijking van een berekende normale waarde met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de vorengenoemde derde landen.

    Op basis van deze vergelijkingen van de normale waarden met uitvoerprijzen, waaruit dumping blijkt voor India, Indonesië, Maleisië en Thailand, voert de indiener aan dat de dumping zich waarschijnlijk zal herhalen.

    Voorts voert de indiener aan dat deze dumping verder schade zal berokkenen. In dat verband legt hij bewijzen voor waaruit blijkt dat de huidige invoer van het betrokken product waarschijnlijk zal toenemen indien de maatregelen worden ingetrokken omdat de betrokken landen over overtollige capaciteit beschikken en recentelijk in productiecapaciteit hebben geïnvesteerd.

    Hij voert tevens aan dat de invoer van het betrokken product waarschijnlijk ook zal toenemen doordat maatregelen gelden wanneer soortgelijke producten door de betrokken landen in andere landen dan de Europese Unie, die deze producten ook van oudsher afnemen zoals de Volksrepubliek China, worden ingevoerd. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de handelsstromen worden verlegd van andere derde landen naar de Gemeenschap.

    De indiener beweert ook dat de hoeveelheden van het product die uit de Republiek Korea en Taiwan worden ingevoerd verder negatieve gevolgen bleven hebben voor onder meer het marktaandeel van de indiener hetgeen op zijn beurt aanzienlijke negatieve gevolgen had voor de financiële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap en de door de bedrijfstak verschafte werkgelegenheid.

    Bovendien beweert de indiener dat de EG-producenten vooral dank zij de antidumpingmaatregelen geen schade meer lijden. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in aanzienlijke hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit de betrokken landen wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Gemeenschap waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

    4.2.   De gedeeltelijke tussentijdse herziening

    De indiener heeft gegevens verstrekt waaruit blijkt dat de hoogte van het recht niet langer toereikend is om een einde te maken aan de schadelijke dumping bij invoer van het betrokken product uit Taiwan en bij invoer door drie Koreaanse exporteurs/producenten, nl. Daehan Synthetic Fiber Co. Ltd, SK Chemicals Co. Ltd en KP Chemical Corp.

    5.   Procedure

    Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een herziening naar aanleiding van het vervallen van de maatregelen alsmede een gedeeltelijke tussentijdse herziening — die tot het aspect dumping en tot de invoer uit Taiwan en door de drie vorengenoemde Koreaanse exporteurs/producenten is beperkt — in te leiden. Deze herzieningen worden hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2 en artikel 11, lid 3 van de basisverordening ingeleid.

    5.1.   Procedure om de dumping vast te stellen en om vast te stellen of het waarschijnlijk is dat dumping en schade opnieuw zullen optreden

    In het kader van de herziening naar aanleiding van het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of het al dan niet waarschijnlijk is dat de dumping en schade zullen aanhouden of zich opnieuw zullen voordoen indien de maatregelen vervallen. In het kader van de tussentijdse herziening zal worden vastgesteld of het recht hoog genoeg is om een einde te maken aan de schadelijke dumping bij de invoer van het betrokken product uit Taiwan en door de drie vorengenoemde Koreaanse exporteurs/producenten.

    a)   Steekproeven

    Daar kennelijk een groot aantal bedrijven bij deze procedure is betrokken, kan de Commissie gebruik maken van steekproeven overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening.

    i)   Steekproef van Indiase, Indonesische, Koreaanse en Taiwanese exporteurs/producenten

    Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn en op de onder punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

    naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon;

    de hoeveelheden in ton van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 naar de EU en naar andere landen (separaat) werden uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta;

    de hoeveelheid in ton van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 op de binnenlandse markt werd verkocht en de waarde van deze verkoop in plaatselijke valuta;

    de hoeveelheden in ton van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 naar andere derde landen werden uitgevoerd en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta;

    of om de vaststelling van een individuele dumpingmarge zal worden verzocht (alleen producenten kunnen dit aanvragen (8));

    een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van de onderneming in verband met de vervaardiging van het betrokken product met opgave van de desbetreffende productie in ton, de productiecapaciteit en de investeringen in productiecapaciteit in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005;

    de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (9) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product;

    alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn;

    door het verstrekken van deze gegevens, geeft het bedrijf te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Indien het bedrijf in de steekproef wordt opgenomen, betekent dit dat het een vragenlijst moet beantwoorden en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. Indien het bedrijf zich niet bereid verklaart in de steekproef te worden opgenomen, wordt het geacht geen medewerking te verlenen aan het onderzoek. De gevolgen van het niet-verlenen van medewerking zijn vermeld onder punt 8.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van Indiase, Indonesische, Koreaanse en Taiwanese exporteurs/producenten nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van deze exporterende landen en met de haar bekende organisaties van exporteurs/producenten.

    ii)   Steekproef van importeurs

    Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn en op de onder punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

    naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon;

    de totale omzet van het bedrijf, in euro, in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005;

    het totale aantal werknemers;

    een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product;

    de hoeveelheid in ton van het betrokken product uit India, Indonesië, de Republiek Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 in de Gemeenschap is ingevoerd en doorverkocht en de waarde van die verkoop in euro;

    de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (10) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

    alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn;

    door het verstrekken van deze gegevens, geeft het bedrijf te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Indien het bedrijf in de steekproef wordt opgenomen, betekent dit dat het een vragenlijst moet beantwoorden en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. Indien het bedrijf zich niet bereid verklaart in de steekproef te worden opgenomen, wordt het geacht geen medewerking te verlenen aan het onderzoek. De gevolgen van het niet-verlenen van medewerking zijn vermeld onder punt 8.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.

    iii)   Steekproef van EU-producenten

    Gezien het grote aantal EU-producenten dat het verzoek steunt, is de Commissie voornemens bij het onderzoek naar de schade gebruik te maken van een steekproef.

    In verband hiermee verzoekt de Commissie de EU-producenten haar binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te doen toekomen:

    naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon;

    de totale omzet van het bedrijf, in euro, in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005;

    een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product en de hoeveelheid in ton van het betrokken product in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005,

    de waarde (in euro) van de verkoop van het betrokken product in de EU in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005;

    de hoeveelheid in ton van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 in de EU is verkocht;

    de hoeveelheid in ton van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot 30 september 2005 werd geproduceerd;

    de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (11) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

    alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn;

    door het verstrekken van deze gegevens, geeft het bedrijf te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Indien het bedrijf in de steekproef wordt opgenomen, betekent dit dat het een vragenlijst moet beantwoorden en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. Indien het bedrijf zich niet bereid verklaart in de steekproef te worden opgenomen, wordt het geacht geen medewerking te verlenen aan het onderzoek. De gevolgen van het niet-verlenen van medewerking zijn vermeld onder punt 8.

    iv)   Definitieve samenstelling van de steekproeven

    Op- of aanmerkingen over het samenstellen van de steekproeven moeten de Commissie binnen de in punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.

    De Commissie zal de steekproeven definitief samenstellen na de bedrijven te hebben geraadpleegd die zich bereid hebben verklaard daarin te worden opgenomen.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten een vragenlijst beantwoorden binnen de in punt 6 b) iii) vermelde termijn en medewerking verlenen bij het onderzoek.

    Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn (zie ook punt 8).

    b)   Vragenlijsten

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Gemeenschap, organisaties van producenten in de Gemeenschap, aan de in de steekproef opogenomen producenten/exporteurs in India, Indonesië, de Republiek Korea en Taiwan, aan de producenten/exporteurs in Maleisië en Thailand, aan organisaties van producenten/exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan organisaties van importeurs die in het verzoek zijn genoemd of die medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid alsook aan de autoriteiten van de betrokken exportlanden.

    c)   Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen

    Alle belanghebbenden worden verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en de Commissie andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst alsmede bewijsmateriaal toe te zenden. Deze gegevens en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) ii) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

    Verder zal de Commissie de partijen horen die hierom verzoeken mits deze partijen kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hun te horen. De desbetreffende verzoeken moeten binnen de in punt 6 a) iii) genoemde termijn worden ingediend.

    5.2.   Procedure voor de beoordeling van het belang van de EU

    Indien wordt bevestigd dat de subsidiëring en schade waarschijnlijk zullen worden voortgezet of zich opnieuw voordoen, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden nagegaan of de handhaving dan wel intrekking van de antidumpingmaatregelen niet tegen het belang van de Gemeenschap indruist. Derhalve kunnen de producenten van de bedrijfstak van de Gemeenschap, de importeurs en representatieve organisaties van de producenten en importeurs, representatieve verwerkende bedrijven en representatieve consumentenverenigingen die kunnen aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, binnen de in punt 6 a) ii), genoemde algemene termijn contact opnemen met de Commissie en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn om een mondeling onderhoud verzoeken onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

    6.   Termijnen

    a)   Algemene termijnen

    i)   Om een vragenlijst aan te vragen

    Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de maatregelen heeft geleid die thans worden herzien, dienen zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, een vragenlijst aan te vragen.

    ii)   Om contact op te nemen en de Commissie antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

    Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de partijen de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen uitoefenen indien zij zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmelden.

    De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten de Commissie de antwoorden op de vragenlijst binnen de in punt 6 b iii) vermelde termijn doen toekomen.

    iii)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

    Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook verzoeken door de Commissie te worden gehoord.

    b)   Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef

    i)

    De in punt 5.1 a) i), ii) en iii) bedoelde gegevens dienen door de Commissie te zijn ontvangen uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, daar de Commissie voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef.

    ii)

    Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1 a) iv), moeten door de Commissie zijn ontvangen binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    iii)

    De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven van hun opname in de steekproef in kennis werden gesteld door de Commissie zijn ontvangen.

    7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

    Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke gegevens — met inbegrip van de gegevens waarom in dit bericht wordt verzocht — of antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die vertrouwelijk zijn, moeten als „Limited” (12) gemerkt worden en overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.

    Correspondentieadres van de Commissie

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat B

    Kantooradres: J-79 5/16

    BE-1049 Brussel

    Fax (32-2) 295 65 05

    8.   Niet-medewerking

    Indien belanghebbenden geen toegang verlenen tot de nodige gegevens, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, positieve of negatieve conclusies worden getrokken op grond van de beschikbare gegevens.

    De Commissie kan door belanghebbenden verstrekte gegevens, indien deze onjuist of misleidend blijken te zijn, buiten beschouwing laten en van de beschikbare gegevens gebruik maken. Indien een belanghebbende geen — of slechts gedeeltelijk — medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, kan het resultaat voor die belanghebbende ongunstiger zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    9.   Tijdschema van het onderzoek

    Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden beëindigd.


    (1)  PB C 52 van 2.3.2005, blz. 2.

    (2)  PB L 56 van 6.4.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

    (3)  PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12.

    (4)  PB L 301 van 30.11.2000, blz. 21.

    (5)  PB L 266 van 11.10.2005, blz. 10.

    (6)  PB L 301 van 30.11.2000, blz. 88.

    (7)  PB L 266 van 11.10.2005, blz. 62.

    (8)  Niet in de steekproef opgenomen ondernemingen kunnen om de vaststelling van een individuele dumpingmarge verzoeken op grond van artikel 27, lid 3, van de basisverordening.

    (9)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden bedrijf” zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, zoals gewijzigd, van de Commissie tot vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

    (10)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden bedrijf” zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, zoals gewijzigd, van de Commissie tot vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

    (11)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden bedrijf” zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93, zoals gewijzigd, van de Commissie tot vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

    (12)  Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd. De inhoud ervan is beschermd overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).


    Top