EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/082/45

Zaak C-68/05 P: Hogere voorziening, op 11 februari 2005 ingesteld door Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. tegen het arrest, op 7 december 2004 gewezen door het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer), in de zaak T-240/02, tussen Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. en de Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 82 van 2.4.2005, p. 22–23 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

2.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 82/22


Hogere voorziening, op 11 februari 2005 ingesteld door Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. tegen het arrest, op 7 december 2004 gewezen door het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer), in de zaak T-240/02, tussen Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. en de Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak C-68/05 P)

(2005/C 82/45)

Procestaal: Nederlands

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 11 februari 2005 hogere voorziening ingesteld door Koninklijke Coöperatie Cosun U.A., vertegenwoordigd door Mr. M.M. Slotboom en Mr. N.J. Helder, advocaten, tegen het arrest, op 7 december 2004 gewezen door het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer), in de zaak T-240/02, tussen Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. en de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Appellante concludeert dat het den Hove behage:

Het bestreden arrest te vernietigen,

Primair, deze zaak zelf af te doen door de bestreden beschikking nietig te verklaren,

Subsidiair, de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht,

en de Europese Commissie te veroordelen in de kosten van het geding, zowel in eerste aanleg als in hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten:

Eerste middel

Schending van het Gemeenschapsrecht doordat het Gerecht heeft geoordeeld dat de heffing op niet-uitgevoerde C-suiker formeel geen in- of uitvoerrecht in de zin van Artikel 13 van Verordening 1430/79 is.

Tweede subidiaire middel

Het Gerecht heeft miskend dat de heffing op niet-uitgevoerde C-suiker voor de toepasselijkheid van Verordening 1430/79 wel dient te worden behandeld als een invoerrecht.

Dit middel valt uiteen in de volgende onderdelen:

A.

Het Gerecht heeft miskend dat de heffing op niet-uitgevoerde C-suiker als een douanerecht beschouwd dient te worden omdat zij dezelfde doelstelling heeft als een douanerecht.

B.

Het Gerecht heeft miskend dat de wijze van vaststelling van de hoogte van de heffing op niet-uitgevoerde C-suiker aangeeft dat de heffing als een douanerecht beschouwd dient te worden.

C.

Het Gerecht heeft miskend dat de wijze van vaststelling van het te heffen bedrag op niet-uitgevoerde C-suiker aangeeft dat de heffing als een douanerecht beschouwt dient te worden.

Derde subsidiaire middel

Bij de behandeling van het door Cosun in haar verzoekschrift subsidiair aangevoerde tweede en derde middel heeft het Gerecht in strijd met het Gemeenschapsrecht gehandeld.

Dit middel valt uiteen in de volgende onderdelen:

A.

Het Gerecht treedt bij de behandeling van het door Cosun in haar verzoekschrift aan het Gerecht van eerste aanleg subsidiair aangevoerde tweede middel buiten de omvang van het geschil.

B.

Het Gerecht gaat ten onrechte voorbij aan het derde door Cosun subsidiair aangevoerde middel.

Vierde subsidiaire middel

Schending van het gelijkheids, het rechtszekerheid en het billijkheidsbeginsel.


Top