This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/314/12
Case C-449/04: Action brought on 27 October 2004 by Commission of the European Communities against Grand Duchy of Luxembourg
Zaak C-449/04: Beroep, op 27 oktober 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groot-Hertogdom Luxemburg
Zaak C-449/04: Beroep, op 27 oktober 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groot-Hertogdom Luxemburg
PB C 314 van 18.12.2004, p. 7–7
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 314/7 |
Beroep, op 27 oktober 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groot-Hertogdom Luxemburg
(Zaak C-449/04)
(2004/C 314/12)
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 27 oktober 2004 beroep ingesteld tegen Groot-Hertogdom Luxemburg door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door C. O'Reilly en A.-M. Rouchaud-Joët als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:
1. |
vast te stellen dat het Groot-Hertogdom Luxemburg, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2001/51/EG van de Raad van 28 juni 2001 tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (1), of althans deze bepalingen niet ter kennis van de Commissie te hebben gebracht, de krachtens de richtlijn op deze lidstaat rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
2. |
het Groot-Hertogdom Luxemburg te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in de nationale rechtsorde is verstreken op 11 februari 2003.