Het Verdrag van Rome (EEG)
SAMENVATTING VAN:
Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG-Verdrag)
WAT WAS HET DOEL VAN HET VERDRAG?
-
Bij dit Verdrag werd de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht, waarbij zes landen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland) zich verenigden om samen te werken aan integratie en economische groei door middel van handel.
-
Er werd een gemeenschappelijke markt tot stand gebracht, gebaseerd op het vrije verkeer van:
-
goederen
-
personen
-
diensten
-
kapitaal.
-
Het Verdrag werd tegelijkertijd ondertekend met een tweede verdrag waarbij de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) werd opgericht.
-
Het Verdrag van Rome is bij een aantal gelegenheden gewijzigd en heet nu het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
KERNPUNTEN
Doelstellingen
-
Het doel van de EEG en de gemeenschappelijke markt bestond uit:
-
het tot stand brengen van betere economische omstandigheden voor het handelsverkeer en de productie op het grondgebied van de zes lidstaten en
-
het bijdragen aan de verdere politieke eenmaking van Europa.
Specifieke doelstellingen
De ondertekenende partijen kwamen overeen om:
-
de grondslagen te leggen voor een steeds hechter verband tussen de Europese volkeren;
-
de economische en sociale vooruitgang van hun landen te waarborgen door handels- en andere barrières tussen hen weg te nemen;
-
de omstandigheden waaronder hun burgers leven en werken, te verbeteren;
-
een evenwichtig handelsverkeer en een eerlijke mededinging te waarborgen;
-
de economische en sociale verschillen tussen de verschillende gebieden in de EEG te verkleinen;
-
beperkingen in het internationale handelsverkeer geleidelijk op te heffen door middel van een gemeenschappelijk handelsbeleid;
-
de beginselen van het VN-Handvest na te leven;
-
hun krachten te bundelen om vrede en vrijheid te handhaven en te versterken, en andere Europese volkeren met ditzelfde ideaal op te roepen zich bij hun streven aan te sluiten.
Gemeenschappelijke markt
Het Verdrag leidde tot:
-
de invoering van een gemeenschappelijke markt, waarbij de ondertekenende landen overeenkwamen hun economische beleid geleidelijk op één lijn te brengen;
-
het creëren van een eengemaakte economische ruimte met vrije concurrentie tussen ondernemingen. Het legde de basis voor harmonisering van de voorwaarden voor het op de markt brengen van producten en diensten, behalve voor producten en diensten die al onder de andere verdragen vallen (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en Euratom);
-
een verbod op afspraken en staatssteun die de handel tussen de zes landen ongunstig kunnen beïnvloeden;
-
het betrekken van de overzeese landen en gebieden van de zes lidstaten bij deze afspraken en de douane-unie om hun economische en sociale ontwikkeling te bevorderen.
Douane-unie
-
Het Verdrag betekende de afschaffing van quota (d.w.z. bovengrenzen aan de invoer) en douanetarieven tussen de zes ondertekenende landen.
-
Het heeft gezorgd voor een gemeenschappelijk douanetarief voor invoer van buiten de EEG, dat in de plaats komt van de vroegere tarieven van de verschillende staten.
-
De douane-unie ging gepaard met een gemeenschappelijk handelsbeleid. Dit beleid, dat niet langer op nationaal maar op EEG-niveau wordt gevoerd, onderscheidt de douane-unie van een zuivere vrijhandelsassociatie.
Gemeenschappelijk beleid
-
In het kader van het Verdrag werd bepaald beleid vanaf het begin aangemerkt als gemeenschappelijk beleid van de lidstaten, waaronder:
-
Op grond van het Verdrag is het ook mogelijk ander gemeenschappelijk beleid in te voeren wanneer dit nodig mocht zijn. Na 1972 heeft de EEG een gemeenschappelijk beleid ontwikkeld inzake milieu, regionale ontwikkeling, sociale aangelegenheden en industrie.
-
Dit beleid ging gepaard met de oprichting van:
Instellingen
-
In het kader van het Verdrag werden instellingen en besluitvormingsmechanismen ingesteld die het mogelijk maken zowel nationale belangen als een gemeenschappelijke visie te vertegenwoordigen.
-
De belangrijkste instellingen zijn:
-
De eerste drie worden bij het besluitvormingsproces geadviseerd door het Economisch en Sociaal Comité.
VANAF WANNEER IS HET VERDRAG VAN TOEPASSING?
Het Verdrag werd ondertekend op 25 maart 1957 en is van toepassing vanaf 1 januari 1958.
ACHTERGROND
Voor meer informatie zie:
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie)
Achtereenvolgende wijzigingen aan het Verdrag werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Laatste bijwerking 14.03.2017
Top