EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62000CJ0253

Arrest van het Hof van 17 september 2002.
Antonio Muñoz y Cia SA en Superior Fruiticola SA tegen Frumar Ltd en Redbridge Produce Marketing Ltd.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - Verenigd Koninkrijk.
Landbouw - Verordening (EG) nr. 2200/96 - Op variëteiten van tafeldruiven toepasselijke kwaliteitsnormen - Juridische verplichtingen van de marktdeelnemers die tafeldruiven verhandelen binnen de Gemeenschap - Mogelijkheid voor een marktdeelnemer om de nakoming van deze verplichtingen te eisen in een civiele vordering.
Zaak C-253/00.

Jurisprudentie 2002 I-07289

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2002:497

62000J0253

Arrest van het Hof van 17 september 2002. - Antonio Muñoz y Cia SA en Superior Fruiticola SA tegen Frumar Ltd en Redbridge Produce Marketing Ltd. - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) - Verenigd Koninkrijk. - Landbouw - Verordening (EG) nr. 2200/96 - Op variëteiten van tafeldruiven toepasselijke kwaliteitsnormen - Juridische verplichtingen van de marktdeelnemers die tafeldruiven verhandelen binnen de Gemeenschap - Mogelijkheid voor een marktdeelnemer om de nakoming van deze verplichtingen te eisen in een civiele vordering. - Zaak C-253/00.

Jurisprudentie 2002 bladzijde I-07289


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


Landbouw - Gemeenschappelijke ordening der markten - Groenten en fruit - Kwaliteitsnormen - Recht van marktdeelnemer om inachtneming ervan te eisen in kader van civiel proces

(Verordeningen nrs. 1035/72 en 2200/96 van de Raad)

Samenvatting


$$Verordeningen nrs. 1035/72 en 2200/96 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit moeten aldus worden uitgelegd dat de naleving van de bepalingen met betrekking tot de kwaliteitsnormen voor groenten of fruit moet kunnen worden verzekerd in een civiel proces van een marktdeelnemer tegen een concurrent.

Een dergelijke mogelijkheid vergemakkelijkt immers de toepassing van de gemeenschapsregeling inzake kwaliteitsnormen. Zij vormt een aanvulling op de maatregelen van de instanties die door de lidstaten zijn aangewezen om de in deze regeling bedoelde verificaties te verrichten, en helpt aldus gedragingen te ontmoedigen die vaak moeilijk op te sporen zijn en de mededinging kunnen vervalsen. Vanuit dit oogpunt zijn de vorderingen die door concurrerende marktdeelnemers bij de nationale rechterlijke instanties worden ingesteld, zeer geschikt om wezenlijk bij te dragen tot de eerlijkheid van het handelsverkeer en de doorzichtigheid van de markten in de Gemeenschap.

( cf. punten 31-32 en dictum )

Partijen


In zaak C-253/00,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk), in het aldaar aanhangig geding tussen

Antonio Muñoz y Cia SA,

Superior Fruiticola SA

en

Frumar Ltd,

Redbridge Produce Marketing Ltd,

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van verordeningen (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 en (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (respectievelijk PB L 118, blz. 1, en PB L 297, blz. 1),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt: G. C. Rodríguez Iglesias, president, P. Jann (rapporteur), N. Colneric en S. von Bahr, kamerpresidenten, C. Gulmann, D. A. O. Edward, A. La Pergola, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, J. N. Cunha Rodrigues en C. W. A. Timmermans, rechters,

advocaat-generaal: L. A. Geelhoed,

griffier: R. Grass,

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- Antonio Muñoz y Cia SA en Superior Fruiticola SA, vertegenwoordigd door M. Howe, QC, M. Brealey en C. May, barristers, geïnstrueerd door I. Craig, solicitor,

- Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door M. Kontou-Durande en K. Fitch als gemachtigden,

gezien het rapport van de rechter-rapporteur,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 13 december 2001,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest


1 Bij beschikking van 14 juni 2000, ingekomen bij het Hof op 26 juni daaraanvolgend, heeft de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) krachtens artikel 234 EG een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van verordeningen (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 en (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (respectievelijk PB L 118, blz. 1, en PB L 297, blz. 1).

2 Deze vraag is gerezen in de zaak van Antonio Muñoz y Cia SA (hierna: Muñoz") en Superior Fruiticola SA (hierna: Fruiticola") tegen Frumar Ltd (hierna: Frumar") en Redbridge Produce Marketing Ltd (hierna: Redbridge"), ertoe strekkende laatstgenoemden verbod te doen opleggen in het Verenigd Koninkrijk tafeldruiven te verhandelen onder benamingen die niet stroken met de gemeenschapsregeling.

Toepasselijke bepalingen

Bepalingen van gemeenschapsrecht

Verordening nr. 1035/72

3 Artikel 2, lid 3, van verordening nr. 1035/72 bepaalt dat de in bijlage I bedoelde producten die bestemd zijn om in verse toestand aan de consument te worden geleverd, aan kwaliteitsnormen zijn onderworpen". Onder de in bijlage I opgesomde producten zijn met name tafeldruiven vermeld.

4 Artikel 3, lid 1, van genoemde verordening luidt:

Wanneer kwaliteitsnormen zijn vastgesteld, mogen de producten waarop zij van toepassing zijn binnen de Gemeenschap alleen te koop uitgestald, te koop aangeboden, verkocht, geleverd of op enige andere wijze verhandeld worden, indien zij aan deze normen voldoen."

5 Artikel 8 van dezelfde verordening bepaalt dat door iedere lidstaat aangewezen instanties verificaties verrichten, teneinde na te gaan of de producten waarvoor kwaliteitsnormen zijn vastgesteld, aan deze normen voldoen.

Verordening nr. 2200/96

6 Verordening nr. 1035/72 is per 1 januari 1997 ingetrokken bij verordening nr. 2200/96.

7 Artikel 2, lid 1, van verordening nr. 2200/96 bepaalt dat voor de indeling van vers aan de consument te leveren producten in klassen kan worden uitgegaan van een stelsel van normen".

8 Artikel 3, lid 1, van genoemde verordening luidt als volgt:

De houder van producten waarvoor normen zijn vastgesteld, mag die producten binnen de Gemeenschap alleen te koop uitstallen, te koop aanbieden, verkopen, leveren of op enige andere wijze verhandelen indien zij aan die normen voldoen. De houder van het product is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepaling."

9 Artikel 7 van dezelfde verordening bepaalt dat door iedere lidstaat aangewezen instanties verificaties verrichten, teneinde na te gaan of de producten waarvoor kwaliteitsnormen zijn vastgesteld, aan die normen voldoen.

Verordening (EEG) nr. 1730/87

10 Wat het merken van de producten betreft, preciseert deel VI van de bijlage bij verordening (EEG) nr. 1730/87 van de Commissie van 22 juni 1987 tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor tafeldruiven (PB L 163, blz. 25), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 93/91 van de Commissie van 15 januari 1991 (PB L 11, blz. 13) en bij verordening (EEG) nr. 291/92 van de Commissie van 6 februari 1992 (PB L 31, blz. 25), dat iedere verpakkingseenheid onder meer de naam van de variëteit moet vermelden.

11 Een bijlage bij de bijlage van de oorspronkelijke versie van verordening nr. 1730/87 gaf een uitputtende opsomming van de variëteiten die in de Gemeenschap mochten worden verhandeld. Geen van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde variëteiten kwam in deze opsomming voor.

12 Bij verordening nr. 93/91 is aan de reeds opgesomde variëteiten de variëteit Superior seedless toegevoegd.

13 Bij verordening nr. 291/92 is het uitputtende karakter van de lijsten van variëteiten afgeschaft, nu daarin is gepreciseerd dat de kwaliteitsnormen van toepassing waren op alle variëteiten van druiven die bestemd zijn om in verse toestand aan de consument te worden geleverd.

14 Verordening nr. 1730/87 is met ingang van 1 februari 2000 ingetrokken bij verordening (EG) nr. 2789/1999 van de Commissie van 22 december 1999 tot vaststelling van de handelsnorm voor tafeldruiven (PB L 336, blz. 13). De bepalingen van deze verordening betreffende het merken van de druiven en de benamingen van de variëteiten zijn in wezen dezelfde als de vroegere bepalingen.

Bepalingen van nationaal recht

15 In het Verenigd Koninkrijk is de Horticultural Marketing Inspectorate (hierna: HMI"), die ressorteert onder het ministerie van Landbouw, Visserij en Voeding, bevoegd om de in verordeningen nrs. 1035/72 en 2200/96 bedoelde verificaties te verrichten.

16 De Horticultural and Agricultural Act 1964 (wet van 1964 betreffende de tuinbouw en de landbouw), zoals gewijzigd, voorziet in strafsancties voor het geval dat onder de regeling vallende producten te koop worden aangeboden zonder te voldoen aan de communautaire kwaliteitsnormen.

Het hoofdgeding en de prejudiciële vraag

17 Muñoz en haar moedervennootschap, Fruiticola, produceren druiven in Spanje. Zij telen in het bijzonder de variëteit Superior seedless, die zij met name in het Verenigd Koninkrijk verkopen.

18 Frumar en haar moedervennootschap, Redbridge, zijn importeurs van groenten en fruit in het Verenigd Koninkrijk. Sinds 1987 verkopen zij in het Verenigd Koninkrijk tafeldruiven onder de benamingen White seedless, Sult en Coryn.

19 Muñoz en Fruiticola hebben meermaals bij de HMI bezwaar gemaakt tegen het feit dat de druiven onder deze benamingen werden verhandeld, maar in werkelijkheid tot de variëteit Superior seedless behoorden, zodat deze producten uit het oogpunt van de gemeenschapsregeling verkeerd gemerkt waren. De HMI heeft geen enkel gevolg gegeven aan deze klachten.

20 In 1998 hebben zij bij de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division (Verenigd Koninkrijk), een vordering ingesteld tegen Frumar en Redbridge, die zij schending van de gemeenschapsregeling verweten.

21 Na deskundigenonderzoeken hebben Frumar en Redbridge vóór de inleiding van het geding erkend dat de druiven die onder de benaming Coryn werden verhandeld, tot de variëteit Superior seedless behoorden. Nadat het geding was ingeleid, hebben zij - uitsluitend in het kader van het geding - erkend dat ook de druiven die onder de benamingen White seedless en Sult werden verhandeld, tot de variëteit Superior seedless behoorden.

22 Bij beschikking van 26 maart 1999 heeft de High Court of Justice de vordering van Muñoz en Fruiticola afgewezen. Hij heeft vastgesteld dat Frumar en Redbridge de gemeenschapsregeling inzake kwaliteitsnormen hadden geschonden. Hij was echter van oordeel dat deze regeling aan producenten zoals Muñoz en Fruiticola niet het recht toekent om een civiele vordering in te stellen wegens schending van verordeningen nrs. 1035/72 en 2200/96.

23 Van mening dat de beoordeling van de High Court of Justice op dit tweede punt rechtens onjuist was, hebben Muñoz en Fruiticola beroep ingesteld bij de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division), die heeft besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof om een prejudiciële beslissing te verzoeken over de volgende vraag:

Legt verordening (EG) nr. 2200/96 [en voordien verordening (EEG) nr. 1035/72] aan de personen die binnen de Gemeenschap een bepaalde fruit- of groentesoort verhandelen, een wettelijke verplichting op om te voldoen aan de eisen met betrekking tot de naam van de variëteit, zoals vastgelegd in een voor deze fruit- of groentesoort geldende kwaliteitsnorm, en moet de nationale rechter toezien op de nakoming van deze verplichting in een civiel proces dat is ingeleid door een persoon die een belangrijk teler van de betrokken fruit- of groentesoort in de Gemeenschap is?"

De prejudiciële vraag

24 Met deze vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de naleving van de bepalingen van verordeningen nrs. 1035/72 en 2200/96 met betrekking tot kwaliteitsnormen voor groenten of fruit moet kunnen worden verzekerd in een civiel proces van een marktdeelnemer tegen een concurrent.

25 Om een gemeenschapsbepaling tussen particulieren te kunnen inroepen, is volgens Muñoz noodzakelijk én voldoende dat deze bepaling een duidelijke en onvoorwaardelijke verplichting bevat. Het volstaat dat deze verplichting ten gunste van de justitiabelen in het algemeen wordt opgelegd, zonder dat behoeft te worden aangetoond dat de gemeenschapswetgever een bijzondere categorie personen heeft willen bevoordelen of subjectieve rechten heeft willen toekennen.

26 De Commissie meent dat de vraag of een particulier aan de betrokken bepalingen het recht ontleent om een andere particulier in rechte tot naleving te dwingen van zijn verplichtingen uit hoofde van de gemeenschapsregeling, moet worden beantwoord in het licht van de betrokken verordeningen en de algemene beginselen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid dat de context vormt waarin die verordeningen moeten worden gezien.

27 Dienaangaande zij eraan herinnerd dat volgens de bewoordingen van artikel 189, tweede alinea, EG-Verdrag (thans artikel 249, tweede alinea, EG), een verordening een algemene strekking heeft en rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat. Derhalve kan zij, wegens haar aard en functie in het stelsel van de communautaire rechtsbronnen, aan particulieren rechten verlenen die de nationale rechter gehouden is te beschermen (zie met name arrest van 10 oktober 1973, Fratelli Variola, 34/73, Jurispr. blz. 981, punt 8).

28 De nationale rechterlijke instanties die in het kader van hun bevoegdheden belast zijn met de toepassing van de bepalingen van gemeenschapsrecht, dienen de volle werking van deze bepalingen te verzekeren (zie met name arresten van 9 maart 1978, Simmenthal, 106/77, Jurispr. blz. 629, punt 16; 19 juni 1990, Factortame e.a., C-213/89, Jurispr. blz. I-2433, punt 19, en 20 september 2001, Courage en Crehan, C-453/99, Jurispr. blz. I-6297, punt 25).

29 Dienaangaande zij opgemerkt dat, zoals blijkt uit de vierde overweging van de considerans van verordening nr. 1035/72, de toepassing van de gemeenschappelijke kwaliteitsnormen tot doel heeft dat producten van ontoereikende kwaliteit van de markt verdwijnen, dat de productie aldus wordt gericht dat aan de eisen van de consument wordt voldaan, en dat de handelsbetrekkingen worden vergemakkelijkt op basis van eerlijke mededinging. Deze doelstelling wordt bevestigd in de derde overweging van de considerans van verordening nr. 2200/96, volgens welke de indeling van de producten in klassen op basis van verplichte gemeenschappelijke kwaliteitsnormen enerzijds een referentiekader beoogt te vormen waardoor het handelsverkeer eerlijker verloopt en de markt doorzichtiger wordt, en anderzijds beoogt producten van ontoereikende kwaliteit van deze markt te doen verdwijnen. De twintigste overweging van de considerans van dezelfde verordening preciseert dat de regels van de gemeenschappelijke marktordening door alle betrokken marktdeelnemers moeten worden nageleefd, wil men voorkomen dat de regeling wordt uitgehold.

30 Bijgevolg moet worden overwogen, dat omwille van de volle werking van de regeling inzake kwaliteitsnormen en, in het bijzonder, het nuttig effect van de in artikel 3, lid 1, van verordening nr. 1035/72 én verordening nr. 2200/96 neergelegde verplichting, vereist is dat de naleving van deze verplichting kan worden verzekerd in een civiel proces tussen een marktdeelnemer en zijn concurrent.

31 Een dergelijke mogelijkheid vergemakkelijkt namelijk de toepassing van de gemeenschapsregeling inzake kwaliteitsnormen. Zij vormt een aanvulling op de maatregelen van de instanties die door de lidstaten zijn aangewezen om de in deze regeling bedoelde verificaties te verrichten, en helpt aldus gedragingen te ontmoedigen die vaak moeilijk op te sporen zijn en de mededinging kunnen vervalsen. Vanuit dit oogpunt zijn de vorderingen die door concurrerende marktdeelnemers bij de nationale rechterlijke instanties worden ingesteld zeer geschikt om wezenlijk bij te dragen tot de eerlijkheid van het handelsverkeer en de doorzichtigheid van de markten in de Gemeenschap.

32 Mitsdien moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat de verordeningen nrs. 1035/72 en 2200/96 aldus moeten worden uitgelegd, dat de naleving van de bepalingen met betrekking tot de kwaliteitsnormen voor groenten of fruit, moet kunnen worden verzekerd in een civiel proces van een marktdeelnemer tegen een concurrent.

Beslissing inzake de kosten


Kosten

33 De kosten door de Commissie wegens indiening van haar opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE,

uitspraak doende op de door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) bij beschikking van 14 juni 2000 gestelde vraag, verklaart voor recht:

Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 en verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit moeten aldus worden uitgelegd, dat de naleving van de bepalingen met betrekking tot de kwaliteitsnormen voor groenten of fruit moet kunnen worden verzekerd in een civiel proces van een marktdeelnemer tegen een concurrent.

Top