This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014DC0392
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL AND THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE Towards a renewed consensus on the enforcement of Intellectual Property Rights: An EU Action Plan
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Naar een hernieuwde consensus over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten: een EU-actieplan
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Naar een hernieuwde consensus over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten: een EU-actieplan
/* COM/2014/0392 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Naar een hernieuwde consensus over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten: een EU-actieplan /* COM/2014/0392 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Naar een hernieuwde consensus over de
handhaving van intellectuele-eigendomsrechten:
een EU-actieplan
1.
Inleiding
De
Europese Raad van maart 2014 verklaarde opnieuw dat intellectuele eigendom van
essentieel belang is als motor voor groei en innovatie en beklemtoonde dat om
het industriële concurrentievermogen van de EU wereldwijd te vergroten, namaak
moet worden bestreden[1].
Intellectuele-eigendomsrechten (hierna "IER" genoemd) zijn een van de
belangrijkste instrumenten waarmee ondernemingen, makers en uitvinders hun
investeringen in kennis rendabel kunnen maken. Een recente studie gaat ervan uit dat
IER-intensieve sectoren ongeveer 39% van het BNP van de EU (met een waarde van
zo'n 4,7 biljoen EUR per jaar) en, met inbegrip van indirecte banen, tot 35% van alle banen opleveren[2].
Vertaald naar de praktijk is intellectuele eigendom via het bieden van
tijdelijke exclusieve rechten direct van invloed op de productie en distributie
van nieuwe en authentieke goederen en diensten, hetgeen alle burgers ten goede
komt. De sleutel voor de verwezenlijking van deze doelen is een optimale en
economisch efficiënte "IE-infrastructuur" die de wettelijke erkenning,
de registratie, het gebruik en de evenwichtige handhaving van alle soorten IER
omvat[3]. De
EU heeft innovatie en creativiteit nodig wil zij concurrerend blijven ten
opzichte van landen met lagere arbeids-, energie- en grondstoffenkosten, en
moet de voorwaarden scheppen voor de stimulering van innovatie zodat Europese
ondernemingen ons kunnen helpen door handel een uitweg uit de crisis te vinden.
Daarom spelen kennisintensieve bedrijfstakken een cruciale rol in de
"Global Europe"- en de "Europa 2020-strategie". In
deze mededeling ligt de nadruk op de handhaving van IER. Getracht wordt om
voort te bouwen op het algemene inzicht dat het IE-handhavingsbeleid gericht
moet zijn op de bestrijding van commerciële inbreuken op IER. Deze richten de
meeste schade aan. Er worden nieuwe beleidsinstrumenten op het gebied van
handhaving voorgesteld, zoals een zogenoemde "follow-the
money"-benadering. Daarbij wordt ernaar gestreefd om degenen die op
commerciële schaal inbreuk maken, de opbrengsten te ontnemen die het motief
voor dergelijke activiteiten vormen. Wanneer
producten, dat wil zeggen goederen en diensten, op de markt worden gebracht
zonder de door andere geschapen intellectuele-eigendomsrechten te eerbiedigen,
gaat ons dat allen als burgers, consumenten, ondernemers en belastingbetalers,
aan. Het op commerciële schaal inbreuk op IER maken, ontmoedigt om in innovatie
en creativiteit te investeren, waardoor de schepping van werkgelegenheid wordt
ondermijnd. Het
is moeilijk om de omvang van dit probleem van IER-inbreuken op commerciële
schaal te schatten, maar de economische gevolgen ervan worden op brede schaal
besproken[4].
In een recent algemeen rapport over fraude, dat op
meer dan 800 leidinggevenden betrekking had, werd gemeld dat 11 % van de
betrokken ondernemingen in 2013 het slachtoffer van IER-inbreuken was[5].
Op EU-niveau bleek uit statistieken inzake door de douane wegens
vermoedelijke schendingen van IER aan de EU-buitengrens in beslag genomen
goederen dat er in 2012 sprake was van meer
dan 90 000 schendingen[6]. Ongeveer 70 % van deze gevallen had betrekking op handel
per post of koerier, wat de groei van de e-handel weerspiegelt. In totaal
werden er bijna 40 miljoen artikelen in beslag genomen. De geschatte waarde
daarvan, in de zin van de waarde van de met deze artikelen overeenkomende
authentieke producten, bedroeg iets minder dan 1 miljard euro. Volgens
schattingen van een bepaalde lidstaat houdt 81% van de producten waarmee
inbreuk op IER wordt gemaakt, verband met de georganiseerde misdaad[7].
Volgens berekeningen van deze lidstaat bedragen de onrechtmatige opbrengsten
die de georganiseerde misdaad via deze activiteiten genereert, meer dan 100
miljoen EUR, maar zijn de kosten voor zijn economie in haar geheel - in de zin
van de opbrengsten die legale ondernemingen en de schatkist onmiddellijk
derven, het verlies aan banen en de hoge handhavingskosten - bijna vijf keer zo
hoog (470 miljoen EUR). Inbreuken
op IER op commerciële schaal doen zich in vele vormen voor en zijn moeilijk te
herkennen. Om dergelijke inbreuken tegen te gaan, wordt bijvoorbeeld het legale
online-aanbod van concurrerende goederen en diensten vergroot, maar hoeveel er
met dit oogmerk ook gebeurt, toch zijn de economische opbrengsten van de
distributie en verkoop van op IER inbreuk makende producten van dien aard dat
er altijd een stimulans zal blijven om dergelijke activiteiten te entameren.
Gezien de snelheid waarmee deze activiteiten kunnen worden ontwikkeld en
geëxploiteerd, zijn nauwkeurige detectiesystemen en snel uitgevoerde
preventieve maatregelen van essentieel belang. Wel
moeten dergelijke maatregelen evenredig zijn en zo min mogelijk het gevaar
opleveren dat zij worden misbruikt voor concurrentieverstorende activiteiten
die het ontstaan van nieuwe, innovatieve producten en bedrijfsmodellen zouden
kunnen ondermijnen en de fundamentele vrijheden onnodig zouden kunnen beperken.
De vereiste opsporing noopt tot het delen van informatie tussen belanghebbenden
en vooral ook tussen de nationale handhavingsautoriteiten. Daarom moet de
Commissie bij haar streven om inbreuken op commerciële schaal te voorkomen, een
holistisch, evenwichtig en flexibel systeem toepassen, waarmee snel kan worden
gereageerd op de groeiende uitdagingen waarmee de kenniseconomie van de EU in
de 21ste eeuw wordt geconfronteerd. In
overeenstemming met de Europa 2020-strategie is in deze mededeling een
actieplan met tien punten opgenomen, dat lopende wetgevingsherzieningen
onverlet laat[8].
Een aantal maatregelen zal door de Commissie waar passend worden uitgevoerd in
samenwerking met het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt (HBIM), dat sinds
juni 2012 het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op
intellectuele-eigendomsrechten (hierna het "Waarnemingscentrum"
genoemd) herbergt[9].
Deze maatregelen vormen samen met de daarmee gepaard gaande flankerende
activiteiten en genoemde studies een eerste beslissende stap op weg naar de
totstandkoming van een effectief IE-handhavingsbeleid dat is gericht op
inbreuken op commerciële schaal op het niveau van de EU en dat van de lidstaten.
Er moet worden gestreefd naar een vernieuwde consensus over de wijze van
uitoefening van IER en daarbij moeten alle relevante belanghebbenden volledig
worden betrokken. De Commissie zal toezien op de tenuitvoerlegging van dit
actieplan en nodigt het Europees Parlement, de Raad, de lidstaten, het Europees
Economisch en Sociaal Comité, het Waarnemingscentrum en belanghebbenden uit om
een actieve bijdrage te leveren aan de te verrichten werkzaamheden. De
mededeling wordt aangevuld door een strategie voor de bescherming en handhaving
van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen en de ontwikkeling van
intensievere samenwerking tussen de douaneautoriteiten in de EU en in derde
landen op het gebied van de handel in op IER inbreuk makende goederen, zoals
bepaald in het EU-douaneactieplan. Al
deze maatregelen zijn erop gericht ervoor te zorgen dat het bestaande acquis
van de EU in de zin van IE-regels, met inbegrip van de regels inzake
civielrechtelijke handhaving, effectief wordt toegepast en bevorderd. Hun gemeenschappelijke
doel bestaat in 1) het gebruik van alle middelen waarmee effectief kan worden
tegengegaan en verhinderd dat op IER inbreuk makende goederen op de markten
(zowel de markten van de EU als die waarmee de markten van de EU in toenemende
mate verbonden zijn) gebracht en daar verspreid worden, zodat 2) investeringen,
groei en werkgelegenheid in van IER afhankelijke sectoren, die voor onze
respectieve economieën zo belangrijk zijn, worden gestimuleerd. Alleen een
strengere handhaving zal dit probleem niet oplossen. Het moet worden aangepakt
door middel van discussie en een verhoging van het bewustzijn onder consumenten
en producenten van de gevolgen van IER-inbreuken in ruimere zin.
2.
Een rol voor iedereen die een plaats in de
IE-waardeketen heeft
2.1. Vervalsing of niet?: het
bewustzijn vergroten van consumenten, werknemers en klanten Consumenten,
werknemers en ondernemingen zijn zich niet altijd bewust van de schaal waarop
commerciële IER-inbreuken plaatsvinden, noch van de economische schade die daarvan
het gevolg is. Deze schade heeft onder meer betrekking op de substantiële
negatieve gevolgen van dergelijke activiteiten voor de belastinginkomsten, de
daarmee gepaard gaande kosten voor de belastingbetalers, het
concurrentievermogen van legale ondernemingen en de connecties met
grootschalige criminaliteit. Ook zijn consumenten zich niet altijd bewust van
de schade die zij zelf kunnen leiden als gevolg van de aankoop van producten
die op IER inbreuk maken, met name waar het gaat om de mogelijke gevaren voor
hun gezondheid of veiligheid. Het
waarnemingscentrum publiceerde op 25 november 2013 de resultaten van een studie
die resumeerde in hoeverre burgers van deze aspecten van IE op de hoogte zijn[10]. Deze
studie was gebaseerd op een literatuuronderzoek, een kwalitatief onderzoek
onder 250 Europeanen in de leeftijd van 15 tot 65 jaar en een kwantitatieve
enquête waarbij meer dan 26 000 Europeanen via telefonische interviews hun
standpunten naar voren brachten. De studie vormde weliswaar een eerste stap, maar
liet niettemin zien dat met name jongere respondenten niet gevoelig genoeg zijn
voor de omvang van de gevolgen van inbreuken op IER voor het waarborgen en
scheppen van op IE gebaseerde werkgelegenheid. De studie liet ook zien dat
jongere Europeanen van mening zijn dat de IE-infrastructuur met name grote
ondernemingen ten goede komt. Gelet hierop is er volgens de Commissie in de
hele EU behoefte aan een meer uitgesproken en gecoördineerde raadpleging inzake
bewustmakingsmaatregelen en overkoepelende, gemakkelijk toegankelijke
voorlichtingsinstrumenten[11].
Bij toekomstige
maatregelen moet voor een veelzijdige benadering worden gekozen en worden
geanalyseerd waarom bij de digitale generatie de vraag naar op IER inbreuk
makende producten steeds meer toeneemt. Daarbij moet voortdurend worden
geprobeerd om de resterende belemmeringen voor de ontwikkeling en verspreiding
van niet op IER inbreuk makende producten binnen de interne markt aan te pakken
op een wijze die tegemoet komt aan de behoeften van consumenten in het digitale
tijdperk. Bij deze maatregelen moet ook rekening worden gehouden met het feit
dat consumenten blinde vlekken hebben en met de effectiviteit van vroegere
voorlichtingscampagnes in de lidstaten. Het rapport van het waarnemingscentrum
inzake de wijze waarop IE wordt waargenomen, bevat in dit opzicht nuttige
suggesties. Het
waarnemingscentrum heeft op het internet de beste praktijken bijeengebracht die
in het verleden uit nationale voorlichtingscampagnes naar voren zijn gekomen.
Het aantal IER-inbreuken zou aanzienlijk kunnen worden verminderd door alle
actoren op de interne markt (burgers, consumenten, werknemers, ondernemingen en
overheidsfunctionarissen) beter te informeren over de beschikbaarheid van
aantrekkelijke, toegankelijke en betaalbare IE-producten op de interne markt
Het waarnemingscentrum zal in 2014 op basis van de groeiende kennisbank die het
resultaat is van de studies die het heeft uitgevoerd, de lidstaten bijstaan bij
de ontwikkeling en lancering van voorlichtingscampagnes voor de vergroting van
het bewustzijn onder burgers van de Unie van de gevolgen van IER-inbreuken voor
met name de werkgelegenheid en de economie. Met dergelijke campagnes moet ook
worden geprobeerd om producten die IER eerbiedigen binnen de interne markt,
gemakkelijker toegankelijk te maken en de voordelen voor consumenten te
benadrukken van een keuze voor producten die geen inbreuk op IER maken, in die
zin dat daarmee de inachtneming van gezondheids- en veiligheidsnormen en de
wetgeving op het gebied van consumentenbescherming wordt gewaarborgd. Maatregel
1: de Commissie is voornemens om een bijdrage te
leveren aan de inspanningen van het waarnemingscentrum en de nationale
autoriteiten om een nieuwe generatie van specifieke voorlichtingscampagnes te
lanceren en om op deze campagnes toezicht te houden. Daarbij moet het
onder meer gaan om campagnes om burgers, en met name jongeren, bewuster te
maken van de economische schade die inbreuken op commerciële schaal op IER
veroorzaken en van de mogelijke gezondheids- en veiligheidsgevaren van op IER
inbreuk makende producten, alsook om campagnes die de aandacht vestigen op de
voordelen die de keuze voor niet op IER inbreuk makende producten voor
consumenten heeft en die de toegang tot dergelijke producten bevorderen. 2.2. De verantwoordelijkheid van
rechthebbenden voor het waarborgen van de integriteit van toeleveringsketens De verspreiding van informatie- en communicatietechnologie (ICT)
heeft de ontwikkeling van steeds langere - en vaak mondiale -
toeleveringsketens vereenvoudigd. Zij heeft het ook mogelijk gemaakt de kosten
van opslag te verminderen aangezien de marktdeelnemers zijn overgegaan tot
just-in-timelevering. Voorts heeft ICT een toename mogelijk gemaakt van de
rechtstreekse levering aan de eindgebruiker. Hoewel deze ontwikkelingen op zich
positief zijn, zijn zij ook toegepast door commerciële marktdeelnemers die
inbreuk op IER maken. Dit blijkt uit het toenemende belang van kleine zendingen
van op IER inbreuk makende goederen, de snelle toetreding tot en verlating van
een groot aantal productmarkten door inbreukmakers en de infiltratie in de
zwakste delen van toeleveringsketens, welke laatste vele landen omspannen.
Gezien het feit dat eindgebruikers zich in toenemende
mate bewust zijn van de ethische prestaties van ondernemingen, biedt in dit
verband de controle van toeleveringsketens die het gevaar van IER-inbreuken
vermindert, ook voordelen op het gebied van marketing en reputatie voor
IER-intensieve ondernemingen die binnen of met de interne markt handel drijven[12]. De
Commissie zal in eerste instantie onderzoeken of het mogelijk is op dit punt
tot vrijwillige toepassing van een Europese regeling te komen en de toepassing
van dergelijke beste praktijken inzake zorgvuldigheidsverplichtingen in
IER-intensieve sectoren aanmoedigen door de systematische toepassing te
bevorderen van kwalitatief goede audit-regelingen waarvoor al door erkende
internationale lichamen vastgestelde normen gelden en voorlichting te geven
over de kosten en voordelen van dergelijke regelingen. Met name zal de
Commissie tegen eind 2014 een workshop voor belanghebbenden organiseren over de
betrachting van zorgvuldigheid in toeleveringsketens als middel ter voorkoming
van IER-inbreuken op commerciële schaal. Daarbij zullen leveranciers, rechthebbenden,
tussenschakels (met inbegrip van onlineplatforms, zoekmachines, expediteurs,
etc.), lidstaten, academici en ngo's worden betrokken. ICT speelt ook
een essentiële rol bij het waarborgen van de detailhandel en logistieke
systemen en draagt daarmee bij tot het opsporen van producten die inbreuk op
IER maken en tot het voorkomen dat deze systemen door dergelijke producten
worden geïnfiltreerd. Om ervoor te zorgen dat de distributieketens van
producten veilig zijn en niet worden geïnfiltreerd door producten die op IER
inbreuk maken, worden er technologieën voor voorraadbeheer toegepast, zoals de
combinatie van individuele productidentificatoren (2D bar codes) en de
radiofrequentie-identificatie (RFID). Op
basis van de werkzaamheden in dit kader van haar Gemeenschappelijk Centrum voor
onderzoek zal de Commissie vervolgens een verslag uitbrengen over de wijze
waarop nieuwe technologische oplossingen die consumenten een sterkere positie
bieden, zullen bijdragen tot de strijd tegen namaak en piraterij. Teneinde de
oorsprong van vervoerde goederen te helpen achterhalen en bij te dragen tot het
proces van risicobeoordeling, richt het - door het EU-kaderprogramma inzake
O&O gefinancierde - veiligheidsonderzoek zich op toeleveringsketens van
containergoederen. Bovendien heeft het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek
een IT-instrument ontwikkeld (Contraffic) dat het de douane mogelijk maakt om
routes en bewegingen van in de EU ingevoerde goederencontainers te analyseren[13]. De
voorgestelde workshop zal de toepasbaarheid beoordelen van track- en
trace-technologieën op de diverse distributie- en detailhandelssystemen waarop
IER-intensieve sectoren zich baseren en ondernemingen informatie bieden over de
beste praktijk. Maatregel
2: de Commissie zal een reeks raadplegingen starten
van alle relevante belanghebbenden, waaronder het maatschappelijk middenveld,
over de toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel overal in de
toeleveringsketens als middel om inbreuken op commerciële schaal op IER te
voorkomen. Zij is voornemens om te dien einde op basis van de verzamelde
informatie een EU-regeling inzake zorgvuldigheid te ontwikkelen. Zij zal in
eerste instantie de vrijwillige invoering van de regeling proberen te
bevorderen. Zij zal er nauwlettend op toezien welk gevolg daaraan wordt
gegeven, teneinde te bepalen of er verdere initiatieven nodig zijn. 2.3. "Follow the money":
dialogen met belanghebbenden uit de sector met het oogmerk inbreuk makende
producten van het internet te weren Overeenkomsten
tussen rechthebbenden en de zakenpartners waarop zij vertrouwen voor de
ontwikkeling, promotie, distributie en verkoop van hun producten, zijn van
belang voor de verwezenlijking van het tweeledige doel van snelle opsporing en
stopzetting van IER-inbreuken op commerciële schaal. Ieder memorandum van dien
aard moet goed verankerde mechanismen voor de bescherming van grondrechten en
een concurrerende omgeving hebben, waarbij de nadruk met name ligt op het
voorkomen van mogelijk misbruik. Wanneer dergelijke overeenkomsten worden
toegepast, vormen zij een mechanisme voor snelle respons inzake het probleem
van IER-inbreuken. Bij de dialogen met belanghebbenden die aan dergelijke
overeenkomsten voorafgaan, komen representatieve groepen van relevante
belanghebbenden bijeen die zich richten op concrete problemen en praktische
oplossingen zoeken die realistisch, evenwichtig, evenredig en billijk voor alle
betrokkenen zijn. Zij zijn geïnitieerd door de Commissie en hebben als doel de
ontwikkeling van memoranda van overeenstemming te bevorderen waarin de
beginselen worden vastgelegd die ondertekenaars op bilaterale overeenkomsten
kunnen toepassen. Het is de bedoeling om degenen die inbreuk op IER maken, hun
inkomsten te ontnemen. De eerste dialoog, die betrekking had op het tegengaan
van de verkoop van nagemaakte goederen via internetplatforms, resulteerde in
2011 in een memorandum van overeenstemming[14].
In een evaluatierapport van april 2013[15]
werd geconcludeerd dat het zinvol was om bij dit memorandum nieuwe partijen te
betrekken. De Commissie zal in 2014 en 2015 nieuwe dialogen met belanghebbenden
beginnen, waarbij zij rekening houdt met alle relevante ontwikkelingen. Bij
deze dialogen zullen aanbieders van reclame- en betalingsdiensten en
expediteurs betrokken worden. Het is de bedoeling om in de loop van 2015 tot
nieuwe memoranda van overeenstemming te komen die ertoe zullen bijdragen dat op
IER inbreuk makende producten van het internet worden geweerd. Tegelijkertijd
zal het waarnemingscentrum een vergelijkende analyse uitvoeren van de bestaande
samenwerking tussen rechthebbenden en zakenpartners die in lidstaten en derde
landen gevestigd zijn. Maatregel
3: de Commissie zal, in aansluiting op dialogen met
belanghebbenden waarbij aanbieders van reclame- en betalingsdiensten en
expediteurs zijn betrokken, de ontwikkeling bevorderen van nieuwe vrijwillige
memoranda van overeenstemming teneinde ervoor te zorgen dat IER-inbreuken op
commerciële schaal via het internet, minder lucratief zijn. 2.4. Steun aan kmo's bij de
handhaving van hun IER Door middel van
de richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten uit
2004 voorziet de EU in geharmoniseerde regels voor civiele beroepsregelingen op
het gebied van IE[16].
In aansluiting op een mededeling uit 2010[17]
heeft de Commissie een uitgebreide openbare raadpleging gehouden om te
beoordelen of deze tekst nog toereikend is met het oog op de talrijke problemen
waarmee de handhaving van IER gepaard gaat. Eind 2012 heeft de Commissie
belanghebbenden een vragenlijst voorgelegd om te onderzoeken of voor alle
rechthebbenden, en met name kmo's, de bestaande grensoverschrijdende civiele
rechtsmiddelen inzake IER-inbreuken openstaan. Zij onderzocht ook of de rechterlijke
organisatie in de lidstaten vlot genoeg functioneerde en voldoende
gespecialiseerd was. De resultaten van dat onderzoek zijn in juli 2013
bekendgemaakt[18].
Op basis daarvan zal de Commissie nagaan of er verdere maatregelen nodig zijn
om ten behoeve van kmo's civiele beroepsprocedures, zoals procedures voor
vorderingen van geringe waarde, te verbeteren. De hoge kosten en de
ingewikkeldheid van procesvoering weerhouden innovatieve kmo's er vaak van hun
IER, waaronder die welke uit essentiële standaardoctrooien voortvloeien, te
handhaven en kunnen leiden tot marktmisbruik door grotere concurrenten. Op het
niveau van de Unie bestaan er reeds verschillende instrumenten op het gebied
van burgerlijke rechtsvordering. Zeer recent heeft de Commissie voorgesteld[19] om de
bestaande Europese procedure voor geringe vorderingen te versterken en
verbeteren. Het gaat hierbij om een uniforme procedure die in alle lidstaten
beschikbaar is (Verordening (EG) nr. 861/2007). Dit voorstel voegt zich bij de
initiatieven die de Commissie heeft genomen ter ondersteuning van de lidstaten
bij de verbetering van de effectiviteit van hun nationale rechtsstelsels, zoals
het EU-scorebord voor justitie[20]. Maatregel
4: de Commissie is voornemens om bestaande nationale
initiatieven ter verbetering van civiele handhavingsprocedures op het
gebied van IE voor kmo's te analyseren en daarover verslag uit te brengen, met
name met betrekking tot vorderingen van geringe waarde, en om eventuele
maatregelen op dit gebied te overwegen. De hoge kosten
en de ingewikkeldheid van juridische procedures kunnen innovatieve kmo's vaak
ervan weerhouden hun IER te handhaven. Als gevolg daarvan is het rendement van
innovatieve investeringen voor kmo's niet optimaal en slagen kmo's er niet in
om hun onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten uit te breiden. In sommige
lidstaten wordt geprobeerd om via nationale regelingen en fondsen iets aan deze
situatie te doen, bijvoorbeeld door betere mogelijkheden tot
rechtsbijstandsverzekering. In 2015 zal de Commissie met hulp van het
waarnemingscentrum waar nodig de effectiviteit van dergelijke nationale
regelingen en van regelingen van derde landen, evalueren. Op basis daarvan zal
de Commissie door middel van een groenboek een raadpleging houden over de
resultaten van deze evaluatie, naar aanleiding waarvan in voorkomend geval een
beleidsinitiatief wordt genomen. Maatregel
5: de Commissie zal een groenboek uitbrengen ter
raadpleging van belanghebbenden over de noodzaak van nieuwe EU-maatregelen op
basis van de beste praktijken die worden gevonden in de nationaal gefinancierde
regelingen ter ondersteuning van kmo's bij de handhaving van hun IER. Het
waarnemingscentrum zou bij zijn diverse activiteiten zinvol rekening kunnen
houden met de specifieke kenmerken van kmo's, waaronder hun beperkte middelen,
voor wat betreft de handhaving door kmo's van hun IER. Kmo's hebben als
rechthebbenden vaak informatie nodig om hun marketing- of
distributiestrategieën aan te passen en ook kunnen zij de vaardigheden en
deskundigheid ontberen om hun intellectuele eigendom effectief te beschermen.
Daarom spant de Commissie zich in om een systeem voor ondersteuning te
ontwikkelen[21]
dat ook op handhavingskwesties ziet en wel door middel van het via het
IPorta-project versterken en coördineren van nationale ondersteuning en door
middel van het adviseren over IE in het kader van transnationale ondernemingsactiviteiten
via de Europese IER-helpdesk en de IER-helpdesks voor kmo's in derde landen[22].
Dit systeem is nauwkeurig afgestemd op de algemene ondersteuning van
ondernemingen, nationale ondersteuning op het gebied van IE en de maatregelen
van het waarnemingscentrum. 2.5. Chargebacksystemen: een
instrument voor consumenten Bepaalde
aanbieders van krediet- en debetkaarten bieden chargebackregelingen aan, via
welke consumenten, tot een bepaald maximumbedrag, een dienst of product kunnen
weigeren en betaling daarvoor achterwege kunnen laten, wanneer zij die dienst
of dat product niet zouden hebben willen verkrijgen als zij hadden geweten dat
deze dienst of dat product niet authentiek was. In bepaalde lidstaten zijn deze
regelingen bij wet voorgeschreven. Dergelijke regelingen gaan fraude natuurlijk
tegen, maar kunnen ook ervoor helpen zorgen dat consumenten die ongewild
goederen of diensten ontvangen waarmee inbreuk op IER wordt gemaakt, ofwel deze
niet hoeven te betalen ofwel schadevergoeding kunnen vorderen. Deze regelingen
kunnen ertoe bijdragen dat marktdeelnemers die op IER inbreuk maken, hun
onterecht verkregen inkomsten worden ontnomen. De Commissie zal in 2014 een
raadpleging beginnen over chargebackregelingen en andere regelingen voor
bevestiging van betaling die ervoor zorgen dat er met het op commerciële schaal
inbreuken maken op IER minder geld is gemoeid. Door middel van deze raadpleging
zal worden gekeken welke ruimte er is voor maatregelen op dit gebied. Maatregel
6: de Commissie zal een groenboek uitbrengen teneinde
belanghebbenden te raadplegen over het effect van chargeback en daarmee verband
houdende regelingen voor de aanpak van IER-inbreuken op commerciële schaal. Op
basis daarvan zal zij onderzoeken of er behoefte is aan en ruimte voor het
nemen van concrete maatregelen op dit gebied.
3.
Samenwerking tussen overheidsinstanties
3.1. Samenwerking tussen nationale
autoriteiten Gelet op het
transnationale karakter van de betrokkenheid van de georganiseerde misdaad bij
inbreuken op IER is er in een Europa zonder binnengrenzen behoefte aan een
betere samenwerking tussen nationale autoriteiten, EU-instellingen, de
EU-agentschappen voor van justitie en binnenlandse zaken, relevante derde
landen en andere partners. In dit kader heeft de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken[23]
- met name op basis van de EU-dreigingsevaluatie voor zware en georganiseerde
criminaliteit van Europol - in juni 2013 besloten dat de ontwrichting van
georganiseerde criminele groeperingen die betrokken zijn bij de productie en distributie
van met gezondheids-, veiligheids- of voedselvoorschriften strijdige,
nagemaakte goederen, of die minderwaardige producten vervaardigen, in de
periode 2014-2017 prioriteit moet krijgen. Om de diverse in
deze conclusies van de Raad vastgelegde prioriteiten inzake de strijd tegen
zware en georganiseerde criminaliteit uit te voeren, ontwikkelen de lidstaten
met steun van het secretariaat-generaal van de Raad, de Commissie, Eurojust,
Europol en andere relevante EU-agentschappen jaarlijkse operationele
actieplannen[24].
Op de uitvoering van deze maatregelen zal regelmatig toezicht worden gehouden.
De Commissie is bereid om lidstaten te ondersteunen door middel van eventuele
co-financiering van dergelijke maatregelen. Het
EU-douaneactieplan ter bestrijding van IER-inbreuken voor de periode 2013-2017[25] biedt
het kader voor gezamenlijke maatregelen van de 28 douaneadministraties met het
oog op een betere bestrijding van IER-inbreuken aan de buitengrenzen van de EU.
Het voorziet in de ontwikkeling van op maat gesneden benaderingen voor het
aanpakken van de levering via koeriers- of postpakketten van op het internet
gekochte goederen die op IER inbreuk maken. Verdergaande grensoverschrijdende
samenwerking en samenwerking tussen autoriteiten is noodzakelijk. De Commissie
zal in 2015 een conferentie houden met vertegenwoordigers van douane-,
politie-, en rechterlijke autoriteiten om te bepalen hoe een dergelijke
verbetering van de samenwerking kan worden gerealiseerd. Parallel hieraan
wordt in een mededeling van de Commissie die de "strategie voor de
handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen" uit 2004[26]
actualiseert, een oplossing gegeven voor een beter toezicht op de zich op het
gebied van de handhaving van IER buiten de EU ontwikkelende trends. In het
kader van onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten tracht de EU
regeringen van derde landen tot aanzienlijke toezeggingen te brengen om een
hoog niveau van IER-handhaving te bereiken opdat daarmee ook de handel in
IER-intensieve producten wordt bevorderd. Zoals in het EU-douaneactieplan is
voorzien, moet ook tussen de douaneautoriteiten in de EU en die in derde landen
een intensievere samenwerking tot stand worden gebracht met betrekking tot de
handel in op IER inbreuk makende goederen[27]. Sommige
lidstaten hebben binnen hun rechtsgebied eenheden ingesteld op het gebied van
criminaliteit inzake IE, teneinde te voorkomen dat de IE-handhavingsstrategieën
van de betrokken autoriteiten in deze lidstaten elkaar overlappen. De
samenwerking tussen lidstaten kent tekortkomingen en overeenkomstige risico's
van overlapping. Het is voor autoriteiten vaak moeilijk om binnen de Unie over
de grenzen heen inbreuken op IE op te sporen en zij kunnen derhalve binnen de
interne markt zelden grensoverschrijdende onderzoeken en operaties plannen en
uitvoeren. De
Commissie is van mening dat, onverminderd de lopende activiteiten[28], de
samenwerking tussen alle nationale autoriteiten die een rol spelen bij de
bescherming van IER, verbeterd zou kunnen worden door de instelling van een
deskundigengroep voor alle relevante betrokken autoriteiten van de lidstaten[29]. Dit
forum, dat zowel het delen van de beste praktijken als discussies over
beleidsoriëntaties inzake IE mogelijk zou maken, zou zodoende kunnen bijdragen
tot een efficiëntere handhaving van IER door de EU[30]. Maatregel
7: de Commissie zal een groep van deskundigen uit de
lidstaten opzetten, waarin de lidstaten beste praktijken kunnen delen inzake de
werkzaamheden in de EU van alle betrokken nationale autoriteiten en geïnformeerd
kunnen worden over de uitvoering van dit actieplan. 3.2. Opleiding voor nationale
autoriteiten binnen de interne markt De opleiding van
nationale autoriteiten met het oog op de omgang met ontwikkelingen en
bedrijfsmodellen in verband met op IER inbreuk makende activiteiten en het
delen van beste praktijken inzake identificatietechnieken vindt hoofdzakelijk
op nationaal niveau plaats. Waar sprake is van grensoverschrijdende opleiding
en kennisopbouw, vinden deze bovendien vaak plaats met betrekking tot een
bepaald type handhavingsautoriteit en niet voor alle autoriteiten. In het kader
van de interne markt is er dus behoefte aan de ontwikkeling van
grensoverschrijdende opleidingsprogamma's voor handhavingsautoriteiten op het
gebied van IE. In 2012 en 2013 organiseerde het waarnemingscentrum voor
handhavingsfunctionarissen seminars voor kennisopbouw inzake nagemaakte
pesticiden en farmaceutische criminaliteit. Op basis hiervan zouden nu nieuwe
opleidingssessies moeten worden overwogen voor nationale functionarissen die in
de praktijk bij de handhaving van IER zijn betrokken. Ondertussen heeft het
Communautaire Bureau voor Plantenrassen (CBP) in mei 2013 een seminar gehouden
over handhaving van rechten inzake plantenrassen ten behoeve van alle categorieën
personen die zich beroepshalve met IE bezighouden en op dit gebied zijn
gespecialiseerd. In 2014 zal het waarnemingscentrum doorgaan met de
ontwikkeling van een brede reeks sectorale opleidingsprogramma's op het gebied
van de handhaving van IER ten behoeve van de autoriteiten van de lidstaten.
Deze programma's worden gecoördineerd met Europol, Eurojust, de Europese
Politieacademie (CEPOL) en het CBP. Daarnaast kan de
ontwikkeling van opleidingsprogramma's voor beoefenaars van juridische beroepen
inzake de EU-wetgeving op het gebied van IE ook tot een effectievere handhaving
van IER en toekenning van schadevergoeding leiden. Daartoe zal de
Commissie de opleiding bevorderen van beoefenaars van juridische beroepen
inzake de EU-wetgeving op het gebied van IE, onder meer door volop gebruik te
maken van het Europees e-justitieportaal[31]
via de verspreiding van bestaand opleidingsmateriaal. Maatregel
8: de Commissie zal het waarnemingscentrum
ondersteunen bij de ontwikkeling van een uitgebreide reeks sectorale opleidingsprogramma's
op het gebied van de handhaving van IER voor de autoriteiten van de lidstaten
in het kader van de interne markt. 3.3. De verantwoordelijkheid van
aannemers van openbare werken voor het controleren van openbare aanbestedingen
op producten die op IER inbreuk maken Overheidsopdrachten
binnen de Unie kunnen tot gevolg hebben dat producten die inbreuk op IER maken,
overheidsdiensten infiltreren. Als een eerste stap zal de Commissie in 2014 een
betere uitwisseling tussen de overheidsdiensten van de lidstaten op dit gebied
bevorderen en daartoe een raadpleging organiseren binnen de groep van
deskundigen van de lidstaten op het gebied van overheidsopdrachten. Ook zullen
door het waarnemingscentrum georganiseerde thematische workshops de overheidsdiensten
van verschillende lidstaten in staat stellen om de problemen die zij zijn
tegengekomen te bespreken en om beste praktijken uit te wisselen. Bovendien zal
de Commissie een eerste sectoraal proefproject opzetten door overheidsaankopen
in de medische sector te controleren teneinde de omvang van het probleem op dat
gebied te beoordelen. Op basis van deze activiteiten zal de Commissie een
leidraad inzake methoden publiceren en promoten teneinde de overheidsdiensten
bij te staan bij het opsporen van namaakproducten en het voorkomen dat deze bij
overheidsdiensten terechtkomen. Maatregel
9: de Commissie is voornemens om voor
overheidsfunctionarissen een leidraad inzake beste praktijken te ontwikkelen,
promoten en publiceren teneinde de aankoop van namaakproducten te voorkomen.
4.
Een beter toezicht op en richting geven aan het
IE-handhavingsbeleid
4.1. Analyse van trends op het
gebied van IER en op IER inbreuk makende activiteiten Vanuit een
oogpunt van openbaar belang dient het beleid inzake IER-handhaving gericht te
zijn op die activiteiten waarbij op commerciële schaal inbreuk op IER wordt
gemaakt die het meest waarschijnlijk investeringen in innovatie en creativiteit
zullen benadelen en het welzijn van consumenten en de economische groei de
grootste schade toebrengen. In dit verband moet objectief worden vastgesteld
welke IER-intensieve sectoren de aanzienlijkste schade leiden van
IER-inbreuken. Deze sectoren moeten vervolgens systematisch worden gevolgd om
ervoor te zorgen dat de in deze mededeling vervatte beleidsinstrumenten en de
juridische regelingen voor verhaal functioneren. In september 2013 hebben het
Europees Octrooibureau (EOB) en het HBIM een studie gepubliceerd die een eerste
beoordeling bevat van de IER-intensieve sectoren in de EU[32]. Een
tweede deel van het HBIM/EOB-rapport over de IER-intensieve sectoren zal in de
herfst van 2014 worden gepubliceerd[33].
Wanneer eenmaal is vastgesteld wat de IER-intensieve
sectoren zijn, moeten er betrouwbare schattingsmethoden worden toegepast
teneinde de omvang van de IER-inbreuken op commerciële schaal in deze sectoren
te ramen[34].
De Commissie zal samen met het waarnemingscentrum tegen 2015 met transparante
en praktische modellen komen ter beoordeling van de trends in op IER inbreuk
makende activiteiten in IER-intensieve sectoren. Voor
IER-intensieve sectoren die hun producten via internet aanbieden en te maken
hebben met het aanbod van "gratis", illegale producten die op IER
inbreuk maken, verricht de Commissie een studie ter beoordeling van de
verdringingseffecten van inbreuk makende goederen op legale producten. Deze zal
tegen het einde van eind 2014 voltooid zijn. Samen met het waarnemingscentrum
zal de Commissie ook een studie beginnen naar inbreuken op "creative
commons"-licenties door inbreukmakers die zich werken uit het publieke
domein willen toe-eigenen. Bovendien zal het waarnemingscentrum onderzoek doen
naar het gedrag en de houding van jongeren met betrekking tot de
consumptiepatronen inzake producten waarop IER van toepassing zijn. In het kader van
haar werkzaamheden op het gebied van douanebeleid zal de Commissie gegevens
over inbeslagname van goederen door de douane aan de buitengrenzen van de EU
blijven verzamelen en beschikbaar stellen. Deze informatie zal worden aangevuld
met de informatie over IER-inbreuken die binnen de interne markt worden
geregistreerd[35].
Parallel daaraan werkt het waarnemingscentrum met hulp van de betrokken
nationale autoriteiten aan de ontwikkeling van een jurisprudentiedatabank
inzake IER-inbreuken. Om ervoor te
zorgen dat deze gegevensreeksen met succes worden gebruikt om ervoor te zorgen
dat het IER-handhavingsbeleid gebaseerd is op een transparante economische
basis, is de Commissie voornemens om vanaf 2014 op dit gebied economische
verslagen uit te brengen. Deze zullen dienen als een controle-instrument in het
kader van het beleid van de Commissie ter bestrijding van inbreuken op IER op
commerciële schaal. Maatregel
10: de Commissie zal om de twee jaar een verslag
publiceren over de economische gevolgen van het EU-beleid inzake IE, dat als
een doeltreffender instrument kan dienen voor het toezicht op het in deze
mededeling uiteengezette nieuwe handhavingsbeleid van de EU op het gebied van
IE. [1] Conclusies van de Europese Raad van 20-21 maart 2014,
blz. 5 en 6. [2] Intellectual Property Rights intensive industries:
contribution to economic performance and employment in Europe. Zie:
oami.europa.eu. [3] Zie:
ec.europa.eu/internal_market/intellectual-property. [4] In 2012 voltooide RAND Europa een rapport: Measuring IPR
infringements in the internal market. In dit rapport worden door de sector
gefinancierde studies besproken die deze kwestie en de daarmee verband houdende
beperkingen evalueren: http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/docs/ipr_infringment-report_en.pdf
[5] Zie: kroll.com. [6] Zie: ec.europa.eu/taxation_customs. [7] https://www.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/246390/horr73.pdf.
De raming houdt geen rekening met cybercriminaliteit. [8] De voorgestelde maatregelen hebben geen extra gevolgen
voor de begroting naast die welke voor de komende jaren reeds voorzien zijn in
de officiële programmering van de Commissie. [9] Verordening (EU) nr. 386/2012 van 19 april 2012 belast
het HBIM met diverse taken die gericht zijn op de bevordering en ondersteuning
van de activiteiten van nationale autoriteiten, de particuliere sector en
EU-instellingen in het kader van de strijd tegen IER-inbreuken. Deelname aan
door nationale autoriteiten uitgevoerde individuele operaties of onderzoeken
behoort niet tot deze taken. Aangelegenheden waarop titel V van deel III van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie betrekking heeft (zoals justitiële
en politiële samenwerking), vallen evenmin daaronder. [10] Zie: oami.europa.eu. [11] De Commissie heeft onlangs een initiatief genomen waarbij
aandacht wordt gevraagd voor de negatieve economische gevolgen voor burgers van
zowel het verlies aan banen als de derving van overheidsinkomsten als gevolg
van IER-inbreuken ten aanzien van legale producten, met name in bepaalde
sectoren:
“Te goed om waar te zijn? De echte prijs van namaak", voor meer
informatie: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/tajani/stop-fakes/index_nl.htm [12] Verordening (EU) nr. 995/2010 van 20 oktober 2010 bevat
zorgvuldigheidsverplichtingen voor marktdeelnemers die houtproducten op de
markt brengen. [13] Zie: ec.europa.eu/dgs/jrc. [14] Zie:
ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement. [15] COM(2013) 209 van 18.4.2013. [16] Richtlijn 2004/48/EG van 29.4.2004. [17] COM(2010) 779 van 22.12.2010. [18] Zie: ec.europa.eu/internal_market/consultations. [19] COM(2013) 794 final. [20] http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/files/justice_scoreboard_communication_en.pdf [21] http://ec.europa.eu/enterprise/initiatives/ipr/what-are-iprs/index_en.htm [22] [Voor meer bijzonderheden zie de hierboven aangehaalde
mededeling van de Commissie "Handel, groei en intellectuele eigendom -
voor de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde
landen", COM (2014) [… ].] [23] Conclusies van 7.6.2013 van de Raad waarbij de
prioriteiten zijn vastgesteld voor de strijd tegen zware en georganiseerde
criminaliteit. [24] Deze maatregelen zijn met name gericht op het verbeteren
van informatie en inlichtingen met het oog op strategische en operationele
analyse, het voorrang geven aan en in het vizier nemen van prominente
georganiseerde criminele groeperingen, het ontwikkelen van instrumenten voor
financieel onderzoek en het terugvorderen van activa, het bevorderen van
multidisciplinaire samenwerking in de EU, alsmede het verbeteren van de
samenwerking met belangrijke landen van herkomst en doorvoer en relevante
partners. [25] Resolutie van de Raad van 10.12.2012. [26] PB C 129 van 26.5.2005, blz. 3. [27] Ibid. [28] Met name in het kader van het EU-douaneactieplan of de
strijd van de EU tegen zware en georganiseerde misdaad, zie PB C 80 van
19.3.2013, blz. 1. [29] Deze zou ook toezicht kunnen houden op het gebruik van
door het waarnemingscentrum ontwikkelde gemeenschappelijke instrumenten, zoals
de gegevensbank voor handhaving en ACIST. [30] De reikwijdte en het mandaat van deze deskundigengroep
zullen in 2014 in een besluit van de Commissie worden bepaald. [31] Zie: e-justice.europa.eu. [32] Intellectual Property Rights intensive industries, op.
cit. [33] Op basis van gegevens op ondernemingsniveau zal in dit
rapport worden vastgesteld wat de IER-intensieve sectoren op nationaal niveau
zijn en zal de bijdrage daarvan aan de economie van elke lidstaat worden
gekwantificeerd en de mate waarin kmo's van IER afhangen, worden beoordeeld. [34] In 2012 heeft RAND Europe voor de Commissie een rapport
voltooid (Measuring IPR infringements in the internal market, reeds
aangehaald.) waarin zo'n 200 bestaande studies werden geëvalueerd en de sterke
en zwakke punten daarvan op het gebied van methodologie en gegevens werden
beklemtoond. Op basis daarvan stelde zij een methode met wederzijdse
beoordeling voor, met behulp waarvan het niveau van de op IER inbreuk makende
activiteiten in de economie kan worden vastgesteld. [35] De gegevens zullen worden opgeslagen in het samen met
Europol door het BHIM ontwikkelde instrument inzake inlichtingen ter
ondersteuning de bestrijding van namaak (ACIST):
https://www.tmdn.org/enforcementintelligence-webapp/