Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R0728

Verordening (EU) 2021/728 van de Europese Centrale Bank van 29 april 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 795/2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2021/17)

PB L 157 van 5.5.2021, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/728/oj

5.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 157/1


VERORDENING (EU) 2021/728 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 29 april 2021

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 795/2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2021/17)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 3.1, artikel 22 en artikel 34.1, eerste streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Exploitanten van systeemrelevante betalingssystemen (SIPS) die in eurogebiedlidstaten zijn gevestigd, moeten ervoor zorgen dat het door hen geëxploiteerde SIPS voldoet aan de hoogst geldend normen, zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 795/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/28) (1). Bij elke SIPS wordt op deze naleving toezicht gehouden door één centrale bank van het Eurosysteem die daartoe als bevoegde autoriteit is aangewezen. In het geval van SIPS die voldoen aan de criteria van artikel 1, lid 3, punt iii), van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28), moet het toezicht worden uitgeoefend door de Europese Centrale Bank (ECB) als aangewezen bevoegde autoriteit. Met betrekking tot dergelijke SIPS kan het echter in specifieke en uitzonderlijke omstandigheden nuttig zijn dat de naleving onder toezicht staat van twee centrale banken van het Eurosysteem — d.w.z. een nationale centrale bank en de ECB — die als bevoegde autoriteiten zijn aangewezen, teneinde te profiteren van de kennis van de betrokken nationale centrale bank over en eerder gevestigde betrekkingen met de onder toezicht staande entiteit, alsook om de rol van de ECB bij het toezicht op dergelijke SIPS te erkennen.

(2)

Betalingssystemen worden als SIPS aangeduid indien zij voldoen aan identificatiecriteria met betrekking tot omvang, marktaandeel, grensoverschrijdende activiteit en het aanbieden van afwikkeling aan andere financiële marktinfrastructuren, zoals gespecificeerd in Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28). Snel evoluerende technologische trends in combinatie met veranderende consumentenvoorkeuren kunnen echter leiden tot fundamentele veranderingen in de wijze waarop betalingen worden verricht. Tegen deze achtergrond is het belangrijk dat alle potentieel relevante factoren van systeembelang in aanmerking worden genomen en dat daarom een aanvullende, flexibele en toekomstgerichte methode voor de identificatie van betalingssystemen als SIPS wordt ingevoerd om ervoor te zorgen dat dergelijke betalingssystemen onderworpen zijn aan de hoogst geldende oversightnormen als vastgelegd in Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28).

(3)

Teneinde ervoor te zorgen dat garanties inzake een behoorlijke rechtsgang zowel vóór als na het besluit van de Raad van bestuur met betrekking tot de identificatie van een betalingssysteem als een SIPS in acht worden genomen, moeten procedures inzake een behoorlijke rechtsgang worden vastgelegd in Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28). Deze procedures omvatten de afgifte van een schriftelijke kennisgeving door de ECB bij het inleiden van het identificatieproces en het motiveren van haar besluit om een betalingssysteem als SIPS aan te merken. Het recht van de exploitant om toegang te hebben tot bestanden, om gehoord te worden en om een interne herziening te verzoeken van het besluit waarbij een betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid moet eveneens worden opgenomen in Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28).

(4)

De bedrijfsactiviteiten van SIPS kunnen in de loop der tijd fluctueren. Om de integriteit van het SIPS-identificatiekader te waarborgen en tegelijkertijd de continuïteit zoveel mogelijk te handhaven en frequente herindelingen van betalingssystemen te voorkomen, moet een betalingssysteem niet langer als een SIPS worden aangeduid indien het niet voldoet aan de criteria voor identificatie als SIPS in twee opeenvolgende verificatietoetsingen. Het handhaven van de SIPS-status gedurende een dergelijke periode kan wellicht niet passend zijn indien het onwaarschijnlijk is dat het systeem in de volgende verificatieronde voldoet aan de criteria om het als een SIPS te kwalificeren. Bijgevolg moet ook de mogelijkheid van een eerdere herindeling op basis van een beoordeling per geval mogelijk zijn.

(5)

Derhalve moet Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   De Raad van bestuur stelt een met redenen omkleed besluit vast aan waarin de aan deze verordening onderworpen betalingssystemen, hun respectievelijke exploitanten en de bevoegde autoriteiten worden aangewezen. Deze lijst wordt op de ECB-website bijgehouden en wordt na iedere wijziging bijgewerkt.”;

b)

het volgende lid 3-a wordt ingevoegd:

“3-a.   Niettegenstaande lid 3 kan de Raad van bestuur, met een deugdelijk en met redenen omkleed oordeel, ook uit hoofde van lid 2 besluiten dat een betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid in elk van de volgende gevallen:

a)

wanneer een dergelijk besluit passend zou zijn, rekening houdend met de aard, omvang en complexiteit van het betalingssysteem; de aard en het belang van de deelnemers; de substitueerbaarheid van het betalingssysteem en de beschikbaarheid van alternatieven daarvoor; de relatie, de onderlinge afhankelijkheden en overige interacties die het systeem heeft met het bredere financiële stelsel;

b)

wanneer een betalingssysteem niet aan de criteria van lid 3 voldoet louter omdat de in lid 3, punt b), vastgestelde criteria zich voordoen over een periode van minder dan een kalenderjaar en het aannemelijk is dat het betalingssysteem bij de volgende verificatietoetsing aan de criteria zal blijven voldoen.”;

c)

lid 3 bis wordt vervangen door:

“3 bis.   Een uit hoofde van lid 2 vastgesteld besluit blijft van kracht tot het wordt ingetrokken. Verificatietoetsingen van betalingssystemen die als SIPS worden aangeduid, worden jaarlijks uitgevoerd om na te gaan of de betalingssystemen nog steeds voldoen aan de criteria om als SIPS te worden aangeduid. Een overeenkomstig lid 2 vastgesteld besluit wordt ingetrokken indien:

a)

bij twee opeenvolgende verificatietoetsingen wordt geverifieerd dat een SIPS niet heeft voldaan aan de vereisten van lid 3 en/of lid 3-a, of

b)

bij één verificatietoetsing wordt geverifieerd dat een SIPS niet heeft voldaan aan de criteria van lid 3 en/of lid 3-a en de SIPS-exploitant ten genoegen van de Raad van bestuur aantoont dat het SIPS waarschijnlijk niet aan die criteria zal voldoen vóór de volgende verificatietoetsing.”;

d)

het volgende lid 3 ter wordt ingevoegd:

“3 ter.   De exploitant van het betalingssysteem heeft het recht om binnen dertig dagen na ontvangst van het besluit waarbij het betrokken betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid een verzoek in te dienen om dat besluit te laten toetsen door de Raad van bestuur. Het verzoek bevat alle ondersteunende informatie en wordt schriftelijk ingediend bij de Raad van bestuur. Een met redenen omkleed besluit van de Raad van bestuur naar aanleiding van een dergelijk verzoek wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de exploitant van het betalingssysteem. In de schriftelijke kennisgeving wordt deze exploitant in kennis gesteld van zijn recht op rechterlijke toetsing overeenkomstig het Verdrag. Indien de Raad van bestuur binnen twee maanden na het verzoek geen besluit heeft genomen, wordt de toetsing geacht te zijn verworpen.”.

2.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 5 wordt vervangen door:

“5.

“bevoegde autoriteit”:

a)

de centrale bank van het Eurosysteem die hoofdverantwoordelijke is met betrekking tot oversight en als zodanig is aangewezen krachtens artikel 1, lid 2, of

b)

met betrekking tot een betalingssysteem dat een SIPS is dat voldoet aan de criteria van artikel 1, lid 3, punt iii), wordt onder “bevoegde autoriteit” verstaan:

i)

de ECB, of

ii)

zowel de ECB als die nationale centrale bank indien aan een nationale centrale bank van het Eurosysteem gedurende een periode van vijf of meer jaar onmiddellijk voordat het in artikel 1, lid 2, bedoelde besluit werd vastgesteld, de hoofdverantwoordelijkheid met betrekking tot oversight werd toevertrouwd;”.

3.

De volgende artikelen 2 bis tot en met 2 quinquies worden ingevoegd:

“Artikel 2 bis

Schriftelijke kennisgeving van de inleiding van het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden

De ECB stelt de exploitant van het betalingssysteem in kennis van haar voornemen om het proces uit hoofde van artikel 1 in te leiden met het oog op de aanduiding van dat betalingssysteem als een SIPS. In de schriftelijke kennisgeving worden alle materiële feiten en rechtsgronden vermeld met betrekking tot een mogelijke aanduiding van het betrokken betalingssysteem als een SIPS.

Artikel 2 ter

Recht op toegang tot bestanden tijdens het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden

Na ontvangst van de in artikel 2 bis bedoelde schriftelijke kennisgeving heeft de exploitant van het betalingssysteem recht op toegang tot de bestanden, documenten of ander materiaal van de ECB die als basis dienen voor de identificatie van dat betalingssysteem als een SIPS. Dit recht geldt niet voor informatie die als vertrouwelijk wordt beschouwd met betrekking tot de ECB, een nationale centrale bank of andere derden, waaronder andere instellingen of organen van de Unie.

Artikel 2 quater

Recht om gehoord te worden tijdens het proces om een betalingssysteem als een SIPS aan te duiden

1.   In de schriftelijke kennisgeving die de ECB overeenkomstig artikel 2 bis verzendt, wordt aan de exploitant van het betalingssysteem een vaste termijn gegund waarbinnen de exploitant schriftelijk bezwaren, standpunten en opmerkingen met betrekking tot de in de schriftelijke kennisgeving vermelde feiten en rechtsgronden kenbaar kan maken. Deze termijn bedraagt ten minste dertig werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de schriftelijke kennisgeving door de exploitant van het betalingssysteem.

2.   De ECB kan de exploitant van het betalingssysteem op diens verzoek de gelegenheid bieden zijn standpunt kenbaar te maken tijdens een mondelinge vergadering. Schriftelijke notulen van de vergadering worden door alle partijen opgesteld en ondertekend. Een afschrift van de notulen wordt aan alle partijen verstrekt.

3.   Niettegenstaande lid 2 kan de ECB een besluit tot aanduiding van een betalingssysteem als een SIPS uitvaardigen zonder de exploitant van het betalingssysteem de gelegenheid te bieden zijn standpunten, bezwaren of opmerkingen met betrekking tot de in de schriftelijke kennisgeving van de ECB vermelde feiten en rechtsgronden kenbaar te maken, mits dit noodzakelijk wordt geacht om significante schade aan het financiële stelsel te voorkomen.

Artikel 2 quinquies

Motivering van het besluit tot het aanduiden van een betalingssysteem als een SIPS

1.   Het ECB-besluit waarbij een betalingssysteem als een SIPS wordt aangeduid, gaat vergezeld van een motivering van dat besluit. De motivering omvat de materiële feiten en rechtsgronden waarop het besluit van de ECB is gebaseerd.

2.   Onverminderd artikel 2 quater, lid 3, baseert de ECB het in lid 1 van dit artikel genoemde besluit uitsluitend op feiten en rechtsgronden waarover de exploitant van het betalingssysteem opmerkingen heeft kunnen maken.”.

4.

In artikel 21 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De ECB stelt een besluit vast inzake de procedure en voorwaarden voor de uitoefening van de in lid 1 bedoelde bevoegdheden. In het besluit wordt duidelijk aangegeven hoe deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend en welke procedurele aspecten in acht moeten worden genomen wanneer de bevoegde autoriteit zowel de ECB als een nationale centrale bank is krachtens artikel 2, lid 5, punt b), ii).”.

5.

In artikel 22 wordt lid 6 vervangen door:

“6.   De ECB stelt een besluit vast betreffende de te volgen procedure bij het opleggen van corrigerende maatregelen. In het besluit wordt duidelijk aangegeven hoe deze procedure moet worden nageleefd wanneer de bevoegde autoriteit zowel de ECB als een nationale centrale bank is krachtens artikel 2, lid 5, punt b), ii).”.

Artikel 2

Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 29 april 2021.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Verordening van de Europese Centrale Bank (EU) nr. 795/2014 van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16).


Top