EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0882

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/882 van de Commissie van 25 juni 2020 tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China

C/2020/4139

PB L 203 van 26.6.2020, p. 68–70 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/882/oj

26.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 203/68


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/882 VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2020

tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 van de Commissie van 12 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 (2) (“de oorspronkelijke verordening”), en met name artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   GELDENDE MAATREGELEN

(1)

Op 13 mei 2013 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 (3) een definitief antidumpingrecht ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek (“het betrokken product”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”) dat in de Unie wordt ingevoerd.

(2)

Op 12 juli 2019 heeft de Commissie na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening de maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 met nog eens vijf jaar verlengd.

(3)

Op 28 november 2019 heeft de Commissie na een onderzoek naar ontwijking op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening Verordening (EU) 2019/1198 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 (4).

(4)

In het kader van het oorspronkelijke onderzoek werd overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening een steekproef van de producenten-exporteurs in de VRC samengesteld.

(5)

De Commissie had voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs individuele antidumpingrechten variërend van 13,1 % tot 23,4 % op het betrokken product ingesteld. Voor de medewerkende producenten-exporteurs die niet in de steekproef waren opgenomen, werd een recht van 17,9 % ingesteld. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 bevat een lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs. Voorts werd een voor het gehele land geldend recht van 36,1 % ingesteld op het betrokken product afkomstig van ondernemingen in de VRC die zich niet kenbaar hadden gemaakt of die niet aan het onderzoek hadden meegewerkt.

(6)

Volgens artikel 2 van de oorspronkelijke verordening kan de Commissie bijlage I bij die verordening wijzigen door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen of waaraan geen individuele behandeling is toegekend, namelijk het gewogen gemiddelde recht van 17,9 %, wanneer een nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:

a)

hij het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd, d.w.z. van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (“het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

b)

hij niet verbonden is met een exporteur of producent in de VRC voor wie de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde antidumpingmaatregelen gelden, en

c)

hij het betrokken product na het verstrijken van het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren.

B.   VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

(7)

De onderneming Hunan Huazhi Ceramic Co., Ltd (“Huazhi” of “de indiener van het verzoek”) heeft bij de Commissie een verzoek ingediend om behandeling als nieuwe producent-exporteur (BNPE) en bijgevolg om toepassing van het recht dat geldt voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in de VRC, namelijk 17,9 %. De indiener van het verzoek heeft aangevoerd dat hij aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van de oorspronkelijke verordening voldeed.

(8)

Om te bepalen of de indiener van het verzoek voldeed aan de voorwaarden voor een BNPE zoals vastgelegd in artikel 2 van de oorspronkelijke Verordening (“de BNPE-voorwaarden”), heeft de Commissie de indiener van het verzoek eerst een vragenlijst toegezonden met het verzoek om aan te tonen dat hij aan die voorwaarden voldeed.

(9)

Na de antwoorden op de vragenlijst te hebben geanalyseerd, heeft de Commissie om verdere informatie en bewijsmateriaal verzocht, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt.

(10)

De Commissie heeft alle gegevens gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of de indiener van het verzoek aan de BNPE-voorwaarden voldeed. Daartoe heeft zij het door de indiener van het verzoek in zijn antwoord op de vragenlijst verstrekte bewijsmateriaal geanalyseerd door verschillende onlinedatabanken, waaronder Orbis (5) en Qichacha (6), te raadplegen en de informatie over de ondernemingen te toetsen aan de in eerdere zaken verstrekte informatie. Tegelijkertijd heeft de Commissie de bedrijfstak van de Unie ook geïnformeerd over het verzoek van de indiener van het verzoek en hem verzocht indien nodig opmerkingen te maken. De Commissie heeft geen opmerkingen van de bedrijfstak van de Unie ontvangen.

C.   ANALYSE VAN HET VERZOEK

(11)

Met betrekking tot de in artikel 2, onder a), van de oorspronkelijke verordening vastgestelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd, d.w.z. van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (“het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd, heeft de Commissie vastgesteld dat de indiener van het verzoek toentertijd niet als onderneming bestond. De statuten van Huazhi dateren van oktober 2013 en haar bedrijfsvergunning is afgegeven in november 2013. Derhalve kon de indiener van het verzoek het betrokken product tijdens het onderzoektijdvak niet naar de Unie hebben uitgevoerd, zodat hij aan deze voorwaarde voldoet.

(12)

Met betrekking tot de in artikel 2, onder b), van de oorspronkelijke verordening vastgestelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent voor wie de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde antidumpingmaatregelen gelden, heeft de Commissie vastgesteld dat de twee aandeelhouders van Huazhi geen andere deelnemingen hielden. Hoewel een van de belangrijkste afnemers van Huazhi een aan antidumpingmaatregelen onderworpen Chinese producent van het betrokken product was, is niet vastgesteld dat zij verbonden waren in de zin van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (7). De indiener van het verzoek voldoet dan ook aan deze voorwaarde.

(13)

Met betrekking tot de in artikel 2, onder c), van de oorspronkelijke verordening vastgestelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren, heeft de Commissie vastgesteld dat de uitvoer door de indiener van het verzoek naar de Unie in 2019, dus na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, had plaatsgevonden. De indiener van het verzoek heeft facturen, een paklijst, een cognossement en een bewijs van betaling voor een in 2019 door een bedrijf in Frankrijk geplaatste bestelling overgelegd. Hij voldoet dan ook aan deze voorwaarde.

(14)

Bijgevolg voldoet de indiener van het verzoek aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van de oorspronkelijke verordening voor een BNPE, zodat het verzoek moet worden ingewilligd. Voor de indiener van het verzoek moet dan ook het antidumpingrecht van 17,9 % voor niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen gelden.

D.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

(15)

De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen aan Hunan Huazhi Ceramic Co., Ltd toe te kennen.

(16)

De partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen.

(17)

De verordening is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198, specifiek in bijlage I daarbij:

Onderneming

Aanvullende

Taric-code

Hunan Huazhi Ceramic Co., Ltd.

C550

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  PB L 189 van 15.7.2019, blz. 8.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 van de Commissie van 28 november 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 139).

(5)  Orbis is een wereldwijde verstrekker van bedrijfsinformatie over meer dan 220 miljoen bedrijven over de hele wereld, hoofdzakelijk van gestandaardiseerde informatie over particuliere ondernemingen en bedrijfsstructuren.

(6)  Qichacha is een particuliere winstgerichte databank in Chinese handen, die aan consumenten/beroepsbeoefenaars bedrijfsgegevens, kredietinformatie en analyses over in China gevestigde particuliere en openbare ondernemingen verstrekt.

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Artikel 127 bepaalt dat twee personen worden geacht te zijn verbonden indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: a) zij zijn functionaris of directeur in de onderneming van de andere persoon; b) zij worden door de wettelijke bepalingen erkend als in zaken verbonden; c) zij zijn werkgever en werknemer; d) een derde partij bezit, heeft zeggenschap over, of houdt direct of indirect 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden; e) één van hen heeft direct of indirect zeggenschap over de ander; f) een derde persoon heeft direct of indirect zeggenschap over beiden; g) beiden hebben gezamenlijk direct of indirect zeggenschap over een derde persoon; h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen die in zaken zijn verbonden doordat de één exclusief agent, exclusief distributeur of exclusief concessiehouder, hoedanig ook aangeduid, van de ander is, worden enkel geacht te zijn verbonden indien zij aan een van de criteria zoals hierboven bedoeld beantwoorden.


Top