This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32002L0018
Commission Directive 2002/18/EC of 22 February 2002 amending Annex I to Council Directive 91/414/EEC concerning the placing of plant-protection products on the market to include isoproturon as an active substance
Richtlijn 2002/18/EG van de Commissie van 22 februari 2002 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde isoproturon op te nemen als werkzame stof
Richtlijn 2002/18/EG van de Commissie van 22 februari 2002 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde isoproturon op te nemen als werkzame stof
PB L 55 van 26.2.2002, p. 29–32
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 13/06/2011
Richtlijn 2002/18/EG van de Commissie van 22 februari 2002 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde isoproturon op te nemen als werkzame stof
Publicatieblad Nr. L 055 van 26/02/2002 blz. 0029 - 0032
Richtlijn 2002/18/EG van de Commissie van 22 februari 2002 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde isoproturon op te nemen als werkzame stof DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/103/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1, Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000(4), dient een lijst te worden vastgesteld van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Die lijst is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie van 27 april 1994 houdende vaststelling van de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en aanwijzing van de als rapporteur optredende lidstaten voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3600/92(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), en isoproturon is daarin opgenomen. (2) Voor isoproturon zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3600/92 beoordeeld voor een aantal door de aanvragers voorgestelde toepassingen. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 933/94 is Duitsland aangewezen als rapporterende lidstaat. De rapporterende lidstaat heeft op 30 juli 1999 overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92 het evaluatieverslag en een aanbeveling bij de Commissie ingediend. (3) Het evaluatieverslag is door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Het onderzoek is op 7 december 2001 afgesloten met een evaluatieverslag van de Commissie over isoproturon. (4) Bij het onderzoek zijn geen vragen of problemen aan het licht gekomen op grond waarvan het Wetenschappelijk Comité voor planten diende te worden geraadpleegd. (5) Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, in het bijzonder voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. De betrokken werkzame stof moet derhalve in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen, om ervoor te zorgen dat alle lidstaten de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, kunnen verlenen overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 91/414/EEG. (6) Voorzien moet worden in een periode na de opneming van isoproturon in bijlage I, waarin de lidstaten de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, moeten toekennen, wijzigen of intrekken. Er mogen, in het bijzonder, slechts gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten als op basis van een dossier waarin alle voorgeschreven gegevens zijn vermeld, is voldaan aan de voorwaarden die aan de opneming van de werkzame stof in bijlage I zijn verbonden, en aan de in de richtlijn opgenomen uniforme beginselen. (7) Het evaluatieverslag is nodig voor de correcte uitvoering door de lidstaten van verschillende onderdelen van de bij de richtlijn bepaalde uniforme beginselen. Het is derhalve dienstig te bepalen dat het goedgekeurde evaluatieverslag (met uitzondering van de vertrouwelijke informatie) door de lidstaten ter beschikking moet worden gesteld of gehouden van alle belanghebbenden die daarom verzoeken. Als het evaluatieverslag moet worden bijgewerkt om rekening te houden met technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, zullen ook de voorwaarden voor de opneming van de betrokken stof in bijlage I bij de richtlijn moeten worden gewijzigd overeenkomstig de richtlijn. (8) Er moet worden gezorgd voor een voldoende lange termijn, voordat de werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, teneinde de lidstaten en de belanghebbende partijen in staat te stellen om te voldoen aan de nieuwe eisen die uit de opneming zullen voortvloeien. Bovendien moet worden gezorgd voor een voldoende lange termijn na die opneming, om de lidstaten in staat te stellen de bepalingen van Richtlijn 91/414/EEG ten uitvoer te leggen voor de gewasbeschermingsmiddelen die isoproturon bevatten. De lidstaten moeten met name, in die periode, de bestaande toelatingen evalueren en, zo nodig, nieuwe toelatingen toekennen die voldoen aan de bij Richtlijn 91/414/EEG bepaalde voorwaarden. Er moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en de beoordeling van het volledige dossier van elk gewasbeschermingsmiddel overeenkomstig de bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen. Voor gewasbeschermingsmiddelen die verscheidene werkzame stoffen bevatten, kan pas een volledig beoordeling op basis van de uniforme beginselen plaatsvinden als alle betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn opgenomen. (9) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn. Artikel 2 De lidstaten houden het evaluatieverslag voor isoproturon, met uitzondering van de vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 14 van Richtlijn 91/414/EEG, voor raadpleging ter beschikking van alle belanghebbenden die daarom verzoeken. Artikel 3 1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Zij moeten in het bijzonder, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die isoproturon als werkzame stof bevatten voor die datum wijzigen of intrekken. Wanneer de lidstaten deze bepaling aannemen, wordt in die bepaling naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepaling. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 2. Voor gewasbeschermingsmiddelen die isoproturon als enige werkzame stof bevatten, is 1 januari 2007 de uiterste termijn voor wijziging of intrekking van toelatingen op grond van onderzoek en besluitvorming overeenkomstig de in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen en op basis van een dossier dat voldoet aan de in bijlage III bij voornoemde richtlijn bepaalde eisen. 3. Voor gewasbeschermingsmiddelen die, behalve isoproturon, ook een andere werkzame stof bevatten die is opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, eindigt de periode voor het wijzigen of intrekken van toelatingen vier jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn waarbij genoemde bijlage I is gewijzigd om er de laatste van deze andere werkzame stoffen in op te nemen. Artikel 4 Deze richtlijn treedt in werking op 1 januari 2003. Artikel 5 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 22 februari 2002. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. (2) PB L 313 van 30.11.2001, blz. 37. (3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10. (4) PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27. (5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8. (6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1. BIJLAGE In de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen tekst: "" (1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.