Europees Economisch en Sociaal Comité
INT/864
Typegoedkeuring in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie
ADVIES
Europees Economisch en Sociaal Comité
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanvulling van de wetgeving inzake EU-typegoedkeuring in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie
[COM(2018) 397 final – 2018/0220 (COD)]
Rapporteur: Séamus BOLAND
Raadpleging
|
Europees Parlement, 02/07/2018
Raad, 03/07/2018
|
Rechtsgrondslag
|
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
|
|
|
Bevoegde afdeling
|
Interne Markt, Productie en Consumptie
|
Goedkeuring door de afdeling
|
04/09/2018
|
Goedkeuring door de voltallige vergadering
|
19/09/2018
|
Zitting nr.
|
537
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
198/0/7
|
1.Conclusies
1.1Het EESC is verheugd over het voorstel van de Europese Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanvulling van de wetgeving inzake EU-typegoedkeuring in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.
1.2Het EESC is van mening dat het voorstel is toegespitst op de praktische stappen die moeten worden genomen om de echte gevolgen voor de sectoren voor de productie en distributie van voertuigen en voor de consumenten aan te pakken. Er is hier sprake van gevolgen die voortvloeien uit onvermijdelijke juridische wijzigingen in de certificering van typegoedkeuringen door instanties in het VK op basis van EU-wetten.
1.3In het kader hiervan is het EESC van mening dat dit voorstel als model moet dienen voor vele andere soortgelijke overeenkomsten die als gevolg van de brexit vereist zijn.
1.4Het EESC beveelt aan dat door goedkeuring van dit voorstel wordt erkend dat er behoefte is aan een redelijke aanlooptijd voordat de volledige tenuitvoerlegging van het nieuwe systeem van kracht wordt. De terugtrekkingsdatum 29 maart laat algemeen gezien veel te weinig ruimte en moet aan de hand van afspraken tussen het VK en de EU worden uitgesteld.
1.5Het EESC aanvaardt dat de typegoedkeuringsinstanties van het VK na de beëindiging van het VK-lidmaatschap niet langer voertuigen onder EU-wetgeving zullen kunnen certificeren en dat in het VK gevestigde fabrikanten een goedkeuring zullen moeten aanvragen bij een van de in de EU-27 gevestigde instanties. Omdat de regering van het VK van mening is dat haar instantie internationaal gezien als een typegoedkeuringsinstantie moet worden erkend, beveelt het EESC aan dat elke verwarring hieromtrent uit de weg wordt geruimd.
1.6Het EESC merkt op dat dit voorstel ten uitvoer zal worden gelegd binnen parameters die beschreven staan in het algemeen onderhandelde terugtrekkingsakkoord. Het beveelt derhalve aan om dit voorstel op geen enkele manier af te zwakken.
1.7Het EESC merkt op dat er binnen de EU wijzigingen aan en amendementen op richtlijnen kunnen optreden naar aanleiding van nieuwe technologieën, nieuwe informatie en dergelijke. Het raadt dan ook aan dat in overeenkomsten de nodige flexibiliteit wordt ingebouwd zodat gepaste onderhandelingen kunnen plaatsvinden.
1.8Het EESC beveelt aan dat bij alle algemene handelsovereenkomsten, alsook bij de beëindiging van lidmaatschap, rekening wordt gehouden met de enorme markt die in de EU en het VK bestaat. Bovendien moeten alle overeenkomsten waarborgen dat deze markt niet op negatieve wijze wordt verstoord.
1.9Het EESC beveelt sterk aan genoeg middelen uit te trekken voor de nodige informatiesystemen, opleidingen en adviesdiensten en die op transparante wijze ter beschikking te stellen van alle bedrijfssectoren, met inbegrip van consumentenorganisaties en belanghebbenden op het gebied van milieu.
1.10Het EESC aanvaardt dat er met dit voorstel weliswaar geen "grondrechten" worden geschonden, maar stelt dat consumentenrechten altijd een punt van zorg zullen blijven en raadt dan ook aan hier tijdens de hele tenuitvoerlegging aandacht aan te schenken.
2.Algemene opmerkingen
2.1Op 23 juni 2016 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, na een referendum over het EU-lidmaatschap, besloten de EU te verlaten. Deze beslissing betreft ook Gibraltar.
2.2Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de EU op de hoogte gebracht van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Eenmaal in gang gezet, volgde een onderhandelingsprocedure over beëindiging van het lidmaatschap, met het oog op het succesvol beheren van nieuwe complexe juridische afspraken.
2.3Zodra deze procedure is afgerond, zal het Verenigd Koninkrijk vanaf 30 maart 2019 geen lid meer zijn van de EU en een derde land worden, tenzij er in de overeenkomst een nieuwe begindatum wordt voorgesteld.
2.4Het is duidelijk dat door de intrekking van lidmaatschap het hoofd moet worden geboden aan talloze praktische kwesties met betrekking tot EU-wijde regelgeving inzake goederen en diensten. Met name typegoedkeuringsinstanties die in Groot-Brittannië gevestigd zijn, zullen vanaf de datum van beëindiging van het lidmaatschap niet langer een EU-regulator zijn. Dit heeft op zijn beurt gevolgen voor bestaande en toekomstige regelgeving voor goederen, ook reeds goedgekeurde goederen.
2.5Het dient evenwel te worden opgemerkt dat het exacte standpunt van het VK met betrekking tot de Britse typegoedkeuringsinstanties zal afhangen van de algemene overeenkomst, waarover nog wordt onderhandeld.
2.6Een van de vele gevolgen is de verstoring van de diverse toeleveringsketens, die zo nauwgezet zijn afgestemd dat ze op een kostenefficiënte en tijdige wijze goederen kunnen leveren in alle lidstaten, ook in Groot-Brittannië.
2.7In het kader van dit voorstel is men zich ook terdege bewust van de noodzaak om aan alle kwaliteitsnormen te voldoen en om te verzekeren dat milieu- en consumentgerelateerde normen niet worden afgezwakt.
2.8Dit voorstel kan gemakkelijk dienen als model voor andere soortgelijke overeenkomsten. Het is dan ook van cruciaal belang dat het de steun krijgt van alle belanghebbenden en van het grote publiek.
2.9In dit voorstel wordt gesteld dat er geen gevolgen zijn voor de bescherming van de grondrechten. Het EESC merkt evenwel op dat wijzigingen in regelgevingsstructuren die van invloed zijn op goederen, altijd gevolgen zullen hebben voor consumenten.
2.10Dit advies is toegespitst op de situatie met betrekking tot het typegoedkeuringssysteem voor motoren, voertuigen die betrokken zijn bij het goederenvervoer en motoren in niet voor de weg bestemde mobiele machines.
3.Kern van het Commissievoorstel
3.1Via het voorstel van de Commissie wil men het EU-wetgevingskader wijzigen dat het typegoedkeuringssysteem regelt zoals het van toepassing is op een aantal producten en dat niet langer van toepassing zal zijn op het Verenigd Koninkrijk nadat het uit de Unie is gestapt.
3.2Meer specifiek, en onder voorbehoud van overgangsbepalingen die in het terugtrekkingsakkoord kunnen worden opgenomen, stelt het voorstel van de Commissie dat het gaat om de volgende wetgeving:
-Richtlijn 2007/46/EG inzake de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangers (deze zal worden vervangen door een verordening die op 1 september 2020 van kracht wordt);
-Verordening (EU) nr. 168/2013 betreffende de typegoedkeuring van twee- en driewielige voertuigen en vierwielers;
-Verordening (EU) nr. 167/2013 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- en bosbouwvoertuigen, en
-Verordening (EU) 2016/1628 betreffende de typegoedkeuring van motoren in niet voor de weg bestemde mobiele machines.
3.3In het voorstel wordt ook duidelijk gemaakt dat de bestaande typegoedkeuringsinstanties van het VK niet langer als dusdanig onder EU-wetgeving zullen kunnen werken. Om met de EU-wetgeving in overeenstemming te blijven en om toegang tot Europese markten te behouden, moeten fabrikanten die goedkeuringen in het VK hebben verkregen nieuwe goedkeuringen aanvragen bij een van de typegoedkeuringsinstanties van de EU-27. Dit is ook van toepassing op producten die al in productie zijn.
3.4Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de toekomstige rol van de typegoedkeuringsinstanties van het VK. Men maakt zich ernstige zorgen over de toekomst van de productie van voertuigen in het VK en omgekeerd binnen de EU. Deze bezorgdheden hebben hoofdzakelijk te maken met de juridische onzekerheid van typegoedkeuringen van het VK en met de afzwakking van een van de belangrijkste beginselen van regelgeving, namelijk het behoud van regelgevingsconsistentie binnen de hele Europese Unie.
3.5Met het voorstel wil men deze kwesties aanpakken door het tijdelijk wijzigen van bestaande regels zodat getroffen fabrikanten zonder al te veel problemen in een van de landen van de EU-27 een goedkeuring kunnen aanvragen. Volgens dit voorstel:
-wordt het fabrikanten uitdrukkelijk toegestaan om een aanvraag bij een typegoedkeuringsinstantie van de EU-27 in te dienen voor nieuwe typegoedkeuringen voor bestaande typen;
-hoeven tests die ten behoeve van typegoedkeuringen van het VK zijn uitgevoerd niet te worden herhaald, ook al was de technische dienst niet vooraf door de typegoedkeuringsinstantie van de EU-27 aangewezen en aangemeld;
-wordt bepaald dat zulke goedkeuringen mogen worden verleend wanneer wordt voldaan aan de voorschriften voor nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden in plaats van aan die voor nieuwe typen;
-wordt voorgesteld te helpen bij het vinden van nieuwe typegoedkeuringsinstanties voor producten die al vóór de terugtrekking in de handel zijn, om te voorkomen dat geen enkele instantie verantwoordelijk zou zijn voor het controleren van de conformiteit tijdens het gebruik of het afkondigen van mogelijke toekomstige terugroepacties.
3.6Het voorstel van de Commissie erkent de noodzaak om consumenten te beschermen met betrekking tot veiligheid van voertuigen en behoud van milieunormen.
3.7Het voorstel maakt duidelijk dat het werk van typegoedkeuringsinstanties niet eindigt met de productie of het in de handel brengen van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid, maar zich tot meerdere jaren na het in de handel brengen van de desbetreffende producten uitstrekt.
4.Opmerkingen
4.1Autofabrikanten hebben nieuwe certificaten nodig voor nieuwe modellen die ongeveer om de zeven jaar uitkomen, maar ook voor aanzienlijke wijzigingen aan het ontwerp of de motor, die vaker kunnen voorkomen. Dit maakt het des te dringender om ervoor te zorgen dat er na de brexit een geleidelijke aanpassing komt van de regelgeving voor de productie ervan.
4.2Zo'n 56 % van de uitvoer van voertuigen uit het VK gaat naar Europa; slechts zo'n 7 % van de Europese uitvoer van voertuigen komt naar het VK. Analyses van marktgegevens met betrekking tot de levering van reserveonderdelen wijzen evenwel op een meer complex geheel van afspraken die een soepel regelgevingskader vereisen.
4.3Het EESC stelt vast dat de bekendmaking van dit voorstel niet betekent dat het effect ervan kan worden beoordeeld, gezien de grote onzekerheid die rond de huidige onderhandelingen tussen de EU en het VK heerst.
4.4Het EESC is van mening dat het voorstel geschikter is voor een succesvol onderhandelde overeenkomst tussen Groot-Brittannië en de EU, waarbij er voldoende overeenstemming is om maatregelen uit te voeren die het mogelijk maken dat er een zekere vorm van handel plaatsvindt binnen een douane-unie en/of een eengemaakte markt.
4.5Het EESC is het eens met de volgende stelling die het Britse Lagerhuis heeft bekendgemaakt (vijfde verslag van zitting 2017-2019, getiteld "The impact of Brexit on the automotive sector"): het Britse Lagerhuis ziet niet in hoe het voor multinationale grote fabrikanten – die het merendeel van de automobielsector in het VK uitmaken – economisch voordelig zou zijn om productie in het VK te hebben in een "no deal"-scenario of WTO-tariefscenario. Bij een "no deal"-scenario zal het voorstel dan ook moeten worden herschreven in bewoordingen die verzekeren dat het solide genoeg is om op een dergelijk scenario voorbereid te zijn.
4.6Over de exacte situatie met betrekking tot de toekomstige rol van de typegoedkeuringsinstanties van het VK hebben het VK en de Europese Unie tot nu toe nog geen overeenkomst bereikt. Het EESC is van mening dat het oplossen van deze kwestie van essentieel belang is om van het nieuwe regelgevingskader een succes te maken.
5.Uitdagingen
5.1Het EESC is verheugd over de doelstellingen van het voorstel, met name de intentie om kosten voor de sector door vertragingen bij de grenzen en nodeloze bureaucratie te beperken, terwijl wordt verzekerd dat de hoogste norm van toepassing is. Het EESC is evenwel van mening dat het behalen van deze doelstellingen een enorme uitdaging is, rekening houdend met het feit dat er nu een volledig nieuw regelgevingssysteem moet worden uitgewerkt.
5.2Het EESC merkt evenwel ook op dat een dergelijk systeem onvermijdelijk zal leiden tot hogere kosten, voornamelijk omdat Groot-Brittannië voortaan geen lidstaat meer zal zijn en net als andere niet-lidstaten onderworpen zal zijn aan andere afspraken.
5.3Kwesties waarvoor regels gelden, zoals milieu, consumentenrechten, kwaliteit van producten en dergelijke, zijn vaak onderworpen aan nieuwe of gewijzigde interne EU-wetgeving en lopende richtlijnen. Het EESC is van mening dat zowel de EU als het VK moeten verzekeren dat de overeenkomst inzake het regelgevingskader flexibel genoeg is om hier op in te spelen, zodat er zo weinig mogelijk verstoring optreedt.
5.4Binnen de EU heeft het proces voor de productie en distributie van voertuigen zich op een sterk geïntegreerde manier ontwikkeld. Er zijn veel complexe en efficiënte toeleveringsketens in gebruik, die volgens alle deskundigen en het EESC aanzienlijke veranderingen zullen ondergaan wanneer het VK geen EU-lid meer is. Het EESC is ook van mening dat een dergelijke verstoring de efficiëntie van deze systemen zal verminderen.
5.5Gezien het grote aantal voertuigen dat in Groot-Brittannië wordt gefabriceerd en naar de EU wordt uitgevoerd, is het EESC vooral bezorgd over het feit dat elke uitsluiting van het VK van deze markt een negatieve invloed zal hebben op het algemene concurrentievermogen, wat op zijn beurt de kosten voor alle economische sectoren en voor de consumenten zal verhogen. Via het voorstel van de Commissie, die graag zou zien dat al deze belangen worden beschermd, moet worden gegarandeerd dat men zich hiervoor permanent inzet, wat in toekomstige afspraken moet worden verankerd.
5.6De complexiteit van de voorgestelde wijzigingen vereist aanzienlijke verbintenissen van beide kanten om uitgebreide informatie en opleidingsprogramma's te verstrekken aan de sector en aan de typegoedkeuringsinstanties. Dit is een enorme uitdaging wat middelen betreft en het vraagt heel wat tijd. Ook de uitvoeringstermijn vormt een aanzienlijke uitdaging, gezien het huidige tijdschema voor uittreding van het VK zoals vastgesteld in artikel 50.
5.7Gezien de tijd die de onderhandelingsovereenkomst in beslag neemt en de tijd die nodig is om diverse systemen op elkaar af te stemmen, is het EESC van mening dat na de terugtrekkingsdatum van maart 2019 een overgangsperiode nodig zal zijn.
5.8Aangezien een gunstig resultaat de voortzetting van het huidige systeem is, dat het verkeer van voertuigen en aanverwante producten tussen het VK en de EU regelt, is het EESC van mening dat voertuigen die in het VK worden vervaardigd aan EU-regelgeving moeten voldoen. Het EESC merkt dan ook op dat het ontzettend moeilijk zal zijn om dit voorstel toe te passen, tenzij het VK op de een of andere manier betrokken is bij de douane-unie, de eengemaakte markt of beide.
5.9Het EESC is van mening dat de nieuwe status van het VK als niet-lid blijvende uitdagingen zal opleveren voor het regelgevingskader met betrekking tot voertuigen, mobiele en niet-mobiele toepassingen. Als er niet snel een oplossing voor deze problemen komt, zullen de fabrikanten er uiteindelijk toe worden gedwongen om de aard van hun huidige toeleveringsketen aan te passen, wat een invloed zou kunnen hebben op de continuïteit van beschikbare producten en op de kosten voor consumenten.
Brussel, 19 september 2018.
Luca JAHIER
Voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
_____________