EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C(2021)4335

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van Burkina Faso, de Filipijnen, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, Senegal en Zuid-Sudan aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van de Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius uit die tabel

C/2021/4335 final

TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/843, moeten, ter bescherming van de goede werking van de interne markt, de derde landen worden geïdentificeerd waarvan de regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (Anti-Money Laundering / Counter Terrorist Financing — AML/CFT) strategische tekortkomingen vertoont die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie (“derde landen met een hoog risico”). Artikel 9, lid 2, van de richtlijn verleent de Commissie de bevoegdheid gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de landen met een hoog risico te identificeren, rekening houdend met strategische tekortkomingen, en bevat de criteria waarop de Commissie haar beoordeling moet baseren. De gedelegeerde handelingen moeten worden aangenomen binnen een maand nadat de strategische tekortkomingen zijn vastgesteld. Op grond van artikel 18 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 moeten de lidstaten meldingsplichtige entiteiten ertoe verplichten verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen toe te passen bij het aangaan van zakelijke relaties of het uitvoeren van transacties die verband houden met door de Commissie geïdentificeerde derde landen met een hoog risico.

Op 14 juli 2016 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 aangenomen, waarin een aantal derde landen werd geïdentificeerd waarvan de AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie. Deze verordening is vervolgens gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105, Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212, Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1467, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/855 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/37.

Op 7 mei 2020 is een herziene methode voor de identificatie van derde landen met een hoog risico gepubliceerd, die in de plaats komt van de vorige 1 . De belangrijkste nieuwe elementen zijn meer interactie met de procedure van de Financial Action Task Force (FATF) voor de opstelling van de lijst, meer overleg met de derde landen, en intensievere raadpleging van de lidstaten en het Europees Parlement.

Sinds de laatste wijzigingen van Verordening (EU) 2016/1675 heeft de FATF de lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht (“Jurisdictions under Increased Monitoring”) als volgt bijgewerkt:

·tijdens de plenaire vergadering van februari 2021 zijn Burkina Faso, de Kaaimaneilanden, Marokko en Senegal toegevoegd;

·tijdens de plenaire vergadering van juni 2021 zijn Haïti, de Filipijnen en Zuid-Sudan toegevoegd en is Ghana geschrapt;

·tijdens de plenaire vergadering van oktober 2021 zijn Jordanië, Mali en Turkije toegevoegd en zijn Botswana en Mauritius geschrapt.

Daarnaast heeft de Commissie in het vierde kwartaal van 2021 haar beoordeling van de Bahama’s en Irak volgens de methode voor de identificatie van derde landen met een hoog risico afgerond. Hierin concludeerde de Commissie op basis van de beschikbare informatie dat de Bahama’s de eerder door de Commissie geconstateerde strategische tekortkomingen in de AML/CFT-regelgeving hebben verholpen. Bovendien stelde de Commissie vast dat Irak aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij de aanpak van verschillende in haar voorlopige beoordeling geconstateerde strategische tekortkomingen. De Bahama’s en Irak moeten daarom worden geschrapt van de EU-lijst van derde landen met een hoog risico.

De gedelegeerde verordening moet verder worden bijgewerkt om rekening te houden met informatie afkomstig van internationale organisaties en normgevers op het gebied van AML/CFT, zoals publieke verklaringen van de FATF, verslagen inzake gedetailleerde beoordelingen en wederzijdse evaluaties of gepubliceerde vervolgverslagen. De veranderende aard van bedreigingen op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering, die samenhangt met de voortdurende ontwikkeling van de technologie en van de middelen waarover criminelen beschikken, vereist dat het juridische kader snel en voortdurend wordt aangepast met betrekking tot derde landen met een hoog risico, zodat de bestaande risico’s efficiënt worden aangepakt en nieuwe risico’s worden voorkomen. Gelet op de mate waarin financiële systemen geïntegreerd zijn, zou de interne markt aan ernstige risico’s van witwassen en terrorismefinanciering worden blootgesteld, mocht de EU de landen die door de FATF als landen met een hoog risico zijn geïdentificeerd, niet aan de EU-lijst toevoegen.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 moet daarom worden gewijzigd door de toevoeging van derde landen die zijn geïdentificeerd als landen die strategische tekortkomingen vertonen, en de schrapping van derde landen die op basis van de criteria van Richtlijn (EU) 2015/849 geen strategische tekortkomingen meer vertonen.

A. Toevoeging aan de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675

De Commissie heeft waar dat passend was rekening gehouden met informatie van internationale organisaties en normgevers op het gebied van AML/CFT, de recente publieke verklaringen van de FATF, de FATF-lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht, de FATF-verslagen van de International Cooperation Review Group en verslagen van door de FATF en soortgelijke regionale organen uitgevoerde wederzijdse evaluaties over strategische tekortkomingen van individuele derde landen, overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849.

Zij concludeerde dat de AML/CFT-regelgeving van met name Burkina Faso, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, de Filipijnen, Senegal en Zuid-Sudan strategische tekortkomingen vertoont, ook omdat deze landen in februari, juni of oktober 2021 zijn opgenomen in de FATF-lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht.

De Commissie is daarom van mening dat Burkina Faso, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, de Filipijnen, Senegal en Zuid-Sudan voldoen aan de criteria van artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849. Deze landen moeten worden toegevoegd aan de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 als landen waarvan de AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

Burkina Faso, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, de Filipijnen, Senegal, Turkije en Zuid-Sudan hebben schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en hebben samen met de FATF een actieplan ontwikkeld. De Commissie is verheugd over deze toezeggingen en roept de landen op het actieplan vlot en binnen het voorgestelde tijdschema uit te voeren. De uitvoering van de actieplannen wordt nauwlettend gemonitord door de FATF. Om rekening te houden met de inzet die in het kader van de FATF is getoond, worden deze derde landen met een hoog risico opgenomen in de tabel van punt I van de bijlage bij de gedelegeerde verordening (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”).

Overeenkomstig artikel 18 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 moeten de meldingsplichtige entiteiten in alle lidstaten verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen toepassen ten aanzien van zakelijke relaties of transacties die verband houden met landen die in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 zijn geïdentificeerd. 

B. Schrapping van de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675

In 2020 feliciteerde de FATF de Bahama’s met de aanzienlijke vooruitgang die was geboekt bij de verbetering van de AML/CFT-regelgeving. De Bahama’s hebben de doeltreffendheid van hun AML/CFT-systeem versterkt en de daarmee verband houdende technische tekortkomingen aangepakt om de toezeggingen van het actieplan na te komen en de door de FATF in oktober 2018 vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen. De FATF heeft de Bahama’s daarom in december 2020 geschrapt van de lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht. Het land is dus niet langer onderworpen aan verscherpt toezicht door de FATF. In april 2021 heeft de Commissie aanvullende benchmarks vastgesteld, waaraan de Bahama’s inmiddels hebben voldaan. De maatregelen zijn voldoende uitgebreid en voldoen aan de nodige vereisten om te oordelen dat de uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde strategische tekortkomingen zijn verholpen.

In juni 2018 schrapte de FATF Irak van de lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht als gevolg van de maatregelen die het land had genomen om zijn AML/CFT-systeem te versterken en hiermee verband houdende technische tekortkomingen aan te pakken met het doel de toezeggingen van zijn actieplan na te komen en de door de FATF in oktober 2013 vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen. Hoewel Irak dus niet langer onder verscherpt toezicht van de FATF stond, werd het land echter niet geschrapt van de EU-lijst. In januari 2019 deelde de Commissie een voorlopige beoordeling van de Iraakse AML/CFT-regelgeving met de autoriteiten van het land; hierin werden belangrijke strategische tekortkomingen vastgesteld. Sindsdien hebben talrijke bijeenkomsten van ambtenaren van de Commissie en de Iraakse autoriteiten plaatsgevonden. De Commissie heeft ook voortdurend bijkomende informatie van Irak ontvangen die haar meer inzicht gaf in de vooruitgang die het land maakt. Op basis van deze vooruitgang erkent de Commissie dat Irak maatregelen heeft genomen die voldoende uitgebreid zijn en voldoen aan de nodige vereisten om te oordelen dat de uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde strategische tekortkomingen zijn verholpen. De FATF was ingenomen met de aanzienlijke vorderingen die Botswana, Ghana en Mauritius hebben gemaakt bij de verbetering van hun AML/CFT-regelgeving en merkte op dat deze landen de wet- en regelgevingskaders hebben vastgesteld die nodig zijn in verband met de toezeggingen die zij in hun actieplan hebben gedaan met betrekking tot de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen.

De Commissie heeft in haar analyse geconcludeerd dat de Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius in dit stadium op basis van de beschikbare informatie niet langer strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving. De Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius hebben de doeltreffendheid van hun AML/CFT-regelgeving versterkt. Deze maatregelen zijn voldoende uitgebreid en voldoen aan de nodige vereisten om te oordelen dat de uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde strategische tekortkomingen zijn verholpen.

C. Andere derde landen die publiekelijk zijn geïdentificeerd door de FATF

In oktober 2021 heeft de FATF Turkije publiekelijk geïdentificeerd als een land met strategische tekortkomingen in zijn AML/CFT-regelgeving. Turkije deed op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sinds de goedkeuring van het wederzijdse evaluatierapport in oktober 2019 heeft Turkije vooruitgang geboekt met een aantal van de aanbevelingen uit dit rapport wat betreft de verbetering van zijn systeem, onder meer door het volgende te doen: bekendmaking van een overkoepelende nationale strategie voor autoriteiten die belast zijn met de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering; opzetten van een register van uiteindelijke begunstigden; ontwikkeling van de strategische analysecapaciteit binnen de financiële-inlichtingeneenheid; meer inbeslagnames van over de grens gesmokkelde liquide middelen; herziening van de straffen voor terrorismefinanciering om ervoor te zorgen dat rechtshandhavingsinstanties worden gestimuleerd om terrorismefinanciering onafhankelijk en in samenhang met terroristische misdrijven te onderzoeken; en wegwerken van de achterstand in de uitvoering van gerichte financiële sancties in het kader van resoluties van de VN-Veiligheidsraad inzake terrorisme- en proliferatiefinanciering.

Turkije werkt aan de uitvoering van zijn FATF-actieplan door het volgende te doen: 1) toewijzen van meer middelen van de financiële-inlichtingeneenheid aan het toezicht op de naleving van de AML/CFT-regelgeving in sectoren met een hoog risico en meer inspecties ter plaatse; 2) toepassen van afschrikkende sancties tegen inbreuken op de AML/CFT-regelgeving, met name voor niet-geregistreerde geldovermakingsdiensten en wisselkantoren en in verband met de vereisten inzake nauwkeurige, adequate en actuele informatie over uiteindelijk begunstigden; 3) meer gebruik maken van financiële inlichtingen ter ondersteuning van witwasonderzoeken en meer proactieve verspreiding door de financiële-inlichtingeneenheid; 4) onderzoeken en vervolgen van meer complexe zaken van witwaspraktijken; 5) vaststellen van duidelijk afgebakende taken en meetbare prestatiedoelstellingen en maatstaven voor de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de terugvordering van criminele vermogensbestanddelen en de aanpak van terrorismefinancieringszaken, en gebruik maken van statistieken voor de actualisering van risicobeoordelingen en als basis voor het beleid; 6) meer financiële onderzoeken in terrorismezaken, voorrang geven aan het onderzoeken en vervolgen van terrorismezaken waarbij door de VN aangewezen groeperingen betrokken zijn en uitbreiden van terrorismeonderzoeken tot het identificeren van financierings- en ondersteuningsnetwerken; 7) wat betreft gerichte financiële sancties uit hoofde van de Resoluties 1373 en 1267 van de VN-Veiligheidsraad werk maken van uitgaande verzoeken en binnenlandse lijsten in verband met door de VN aangewezen groeperingen, overeenkomstig het risicoprofiel van Turkije; 8) zorgen voor volledige uitvoering van een op risico gebaseerde benadering van het toezicht op non-profitorganisaties om te voorkomen dat deze organisaties worden misbruikt voor terrorismefinanciering, contacten leggen met een breed scala aan non-profitorganisaties en rekening houden met hun feedback, ervoor zorgen dat de toegepaste sancties in verhouding staan tot eventuele schendingen en ervoor zorgen dat toezicht de legitieme activiteiten van non-profitorganisaties, zoals fondsenwerving, niet verstoort of ontmoedigt.

Overeenkomstig de herziene methode kan de Commissie in haar beoordeling van kandidaat-lidstaten rekening houden met in de toetredingsonderhandelingen opgenomen risicobeperkende maatregelen om de vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen. In dit verband heeft de Commissie met Turkije verdere risicobeperkende maatregelen ontwikkeld om de aanpassing aan Richtlijn (EU) 2015/849 te waarborgen. Op voorwaarde dat Turkije zijn toezeggingen nakomt, is de Commissie van oordeel dat de resterende tekortkomingen afdoende kunnen worden aangepakt met deze aanvullende risicobeperkende maatregelen. Daarom is het in dit stadium niet nodig verdere maatregelen op grond van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 vast te stellen.

2.RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING

Op 21/12/2021 is de Groep deskundigen witwassen en terrorismefinanciering (EGMLTF) via een schriftelijke procedure geraadpleegd over het ontwerp van gedelegeerde verordening.

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING

Bij deze gedelegeerde verordening wordt de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 gewijzigd.

De rechtsgevolgen van de bekendmaking van deze gedelegeerde verordening worden geregeld bij de basishandeling, Richtlijn (EU) 2015/849. 

Een direct gevolg van de vaststelling van deze gedelegeerde verordening is dat de meldingsplichtige entiteiten in alle lidstaten verplicht zijn om, overeenkomstig artikel 18 bis van Richtlijn (EU) 2015/849, verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen toe te passen ten aanzien van zakelijke relaties of transacties die verband houden met landen die in de bijlage bij deze gedelegeerde verordening opgenomen blijven.

Voorts is het op grond van artikel 155, lid 2, van het Financieel Reglement 2 voor personen en entiteiten die middelen of begrotingsgaranties van de Unie uitvoeren, verboden om nieuwe verrichtingen aan te gaan of te verlengen met entiteiten die zijn opgericht of gevestigd in landen die krachtens Richtlijn (EU) 2015/849 in deze gedelegeerde verordening zijn opgenomen, tenzij een actie fysiek wordt uitgevoerd in een van die landen en zij niet aan andere risicofactoren onderhevig is. Uitvoerende partners moeten deze vereisten ook omzetten in hun eigen contracten met geselecteerde financiële intermediairs.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE

van 7.1.2022

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van Burkina Faso, de Filipijnen, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, Senegal en Zuid-Sudan aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van de Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius uit die tabel

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie 3 , en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Unie moet zorgen voor een doeltreffende bescherming van de integriteit en de goede werking van haar financiële stelsel en van de interne markt tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering. In Richtlijn (EU) 2015/849 is daarom bepaald dat de Commissie derde landen moet identificeren waarvan de regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (“AML/CFT-regelgeving”) strategische tekortkomingen vertoont die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

(2)In Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 4 worden derde landen met een hoog risico geïdentificeerd die strategische tekortkomingen vertonen. Deze verordening moet in voorkomend geval worden herzien in het licht van de vooruitgang die deze derde landen met een hoog risico hebben geboekt bij het verhelpen van de strategische tekortkomingen in hun AML/CFT-regelgeving. De Commissie moet in haar beoordelingen rekening houden met nieuwe informatie die afkomstig is van internationale organisaties en normgevers, zoals de Financial Action Task Force (FATF).

(3)Gezien de hoge mate van integratie van het internationale financiële stelsel, de nauwe banden tussen marktdeelnemers, het hoge aantal grensoverschrijdende transacties naar/vanuit de Unie en de mate waarin de markt is opengesteld, wordt ervan uitgegaan dat elke AML/CFT-bedreiging voor het internationale financiële stelsel ook een bedreiging vormt voor het financiële stelsel van de Unie.

(4)Overeenkomstig de criteria van artikel 9, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 houdt de Commissie rekening met de recente beschikbare informatie, in het bijzonder de recent uitgebrachte publieke verklaringen (“Public Statements”) van de FATF, de FATF-lijst van jurisdicties onder verscherpt toezicht (“Jurisdictions under Increased Monitoring”) en FATF-verslagen van de International Cooperation Review Group in verband met de risico’s van afzonderlijke derde landen.

(5)In februari 2021 deed Burkina Faso op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de West-Afrikaanse antiwitwasgroep (GIABA) om de doeltreffendheid om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sinds de afronding van het wederzijdse evaluatierapport in 2019 heeft Burkina Faso vooruitgang geboekt met een aantal van de aanbevelingen uit dit rapport wat betreft de verbetering van de technische naleving en de doeltreffendheid, onder andere door in december 2020 een nationale AML/CFT-strategie goed te keuren. Burkina Faso zal zijn actieplan uitvoeren door onder meer het volgende te doen: 1) goedkeuren en uitvoeren van follow-upmechanismen voor de monitoring van maatregelen van de nationale strategie; 2) aanvragen van wederzijdse rechtshulp en andere vormen van internationale samenwerking overeenkomstig het risicoprofiel; 3) uitbreiden van de capaciteit van alle toezichthoudende autoriteiten op het gebied van AML/CFT en toepassen van op risico gebaseerd toezicht op financiële instellingen en aangewezen niet-financiële bedrijven en beroepen; 4) bijhouden van uitgebreide, actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijk begunstigden en versterken van de sancties bij schending van transparantieverplichtingen; 5) verbreden van de verslaglegging over meldingen van verdachte transacties; 6) versterken van de personele middelen van de financiële-inlichtingeneenheid door meer aanwerving, opleiding en budget; 7) organiseren van opleiding voor rechtshandhavingsautoriteiten, openbaar aanklagers en andere autoriteiten; 8) aantonen dat confiscatie een beleidsdoelstelling voor de autoriteiten is; 9) uitbreiden van de capaciteit van en steun voor rechtshandhavingsautoriteiten en openbaar aanklagers die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorismefinanciering, overeenkomstig de desbetreffende nationale strategie; en 10) toepassen van doeltreffende financiële sancties vanwege terrorisme- en proliferatiefinanciering en op risico gebaseerde monitoring en toezicht op non-profitorganisaties. Op basis hiervan moet Burkina Faso worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(6)In februari 2021 deden de Kaaimaneilanden op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de Caribische Financial Action Task Force (CFATF) om de doeltreffendheid van hun AML/CFT-regelgeving te versterken. De Kaaimaneilanden moeten hun actieplan verder uitvoeren om de strategische tekortkomingen te verhelpen, onder meer door het volgende te doen: 1) opleggen van adequate en doeltreffende sancties wanneer betrokkenen (met inbegrip van rechtspersonen) geen nauwkeurige, adequate en actuele informatie over uiteindelijk begunstigden indienen die voldoet aan de vereisten; en 2) aantonen dat zij alle vormen van witwassen vervolgen overeenkomstig het risicoprofiel van het rechtsgebied en dat dergelijke vervolgingen leiden tot de toepassing van afschrikkende, doeltreffende en evenredige sancties. Op basis hiervan moeten de Kaaimaneilanden worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(7)In juni 2021 deed Haïti op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de CFATF om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Haïti zal zijn actieplan uitvoeren door onder meer het volgende te doen: 1) ontwikkelen van het risicobeoordelingsproces inzake witwassen en terrorismefinanciering en verspreiden van de bevindingen; 2) vergemakkelijken van de informatie-uitwisseling met buitenlandse tegenhangers; 3) aanpakken van de technische tekortkomingen in het wet- en regelgevingskader die een belemmering vormen voor de uitvoering van preventieve AML/CFT-maatregelen en uitvoeren van op risico gebaseerd AML/CFT-toezicht voor alle financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen met een verhoogd risico ten aanzien van witwassen/terrorismefinanciering; 4) ervoor zorgen dat basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden wordt bijgehouden en tijdig toegankelijk is; 5) beter gebruik maken van financiële inlichtingen en andere informatie van bevoegde autoriteiten voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering; 6) aanpakken van de technische tekortkomingen wat betreft witwassen en aantonen dat de autoriteiten witwaszaken identificeren, onderzoeken en vervolgen op een wijze die strookt met het risicoprofiel van Haïti; 7) aantoonbare toename van de identificatie, tracering en terugvordering van opbrengsten van misdrijven; 8) aanpakken van de technische tekortkomingen wat betreft terrorismefinanciering en de regels inzake gerichte financiële sancties; 9) toepassen van passende op risico gebaseerde monitoring voor non-profitorganisaties die die het risico lopen te worden misbruikt voor terrorismefinanciering, zonder hun legitieme activiteiten te verstoren of te ontmoedigen. Op basis hiervan moet Haïti worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(8)In oktober 2021 deed Jordanië op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de Financial Action Task Force voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENAFATF) om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sinds de goedkeuring van het wederzijdse evaluatierapport in november 2019 heeft Jordanië vooruitgang geboekt met een aantal van de aanbevelingen uit dit rapport wat betreft de verbetering van zijn systeem, onder andere door zijn nationale risicobeoordeling af te ronden. Jordanië zal zijn FATF-actieplan uitvoeren door het volgende te doen: 1) voltooien en verspreiden van de risicobeoordelingen inzake witwassen en terrorismefinanciering voor non-profitorganisaties, rechtspersonen en virtuele activa; 2) verbeteren van op risico gebaseerd toezicht en toepassen van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties bij niet-naleving; 3) voor aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen opleidings- en bewustmakingsprogramma’s uitvoeren inzake hun AML/CFT-verplichtingen, met name met betrekking tot het indienen en registreren van meldingen van verdachte transacties; 4) bijhouden van uitgebreide en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden voor rechtspersonen en juridische constructies; 5) onderzoeken en vervolgen van witwaspraktijken, onder meer door parallel aan strafbare feiten ook financiële onderzoeken uit te voeren, overeenkomstig de risico’s die zijn vastgesteld in de nationale risicobeoordeling; 6) invoeren van een wettelijke verplichting om de hulpmiddelen in beslag te nemen die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt voor witwasmisdrijven; 7) ontwikkelen en uitvoeren van een juridisch en institutioneel kader voor gerichte financiële sancties; en 8) ontwikkelen van een op risico gebaseerde benadering voor het toezicht op de non-profitsector om te voorkomen dat deze wordt misbruikt voor terrorismefinanciering. Op basis hiervan moet Jordanië worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(9)In oktober 2021 deed Mali op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de GIABA om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sinds de goedkeuring van het wederzijdse evaluatierapport in november 2019 heeft Mali vooruitgang geboekt met een aantal van de aanbevelingen uit dit rapport wat betreft de verbetering van zijn systeem, onder andere door zijn nationale risicobeoordeling goed te keuren. Mali zal zijn FATF-actieplan uitvoeren door het volgende te doen: 1) verspreiden van de resultaten van de nationale risicobeoordeling onder alle belanghebbenden, onder andere door bewustmakingsactiviteiten in de sectoren met de hoogste risico’s; 2) ontwikkelen van een op risico gebaseerde benadering van het AML/CFT-toezicht op alle financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen met een hoger risico, en een begin maken met de uitvoering daarvan, en toepassen van effectieve, evenredige en afschrikkende sancties bij niet-naleving; 3) een uitgebreide beoordeling van de risico’s in verband met witwassen en terrorismefinanciering voor alle soorten rechtspersonen; 4) uitbreiden van de capaciteit van de financiële-inlichtingeneenheid en de rechtshandhavingsautoriteiten en bevorderen van hun samenwerking bij het gebruik van financiële inlichtingen; 5) alle relevante bevoegde autoriteiten betrekken bij het onderzoeken en vervolgen van witwaspraktijken; 6) uitbreiden van de capaciteit van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het onderzoeken en vervolgen van witwaszaken; 7) vaststellen van een rechtskader en procedures voor de uitvoering van gerichte financiële sancties; en 8) toepassen van een op risico gebaseerde benadering voor het toezicht op de non-profitsector om te voorkomen dat deze wordt misbruikt voor terrorismefinanciering. Op basis hiervan moet Mali worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(10)In februari 2021 deed Marokko op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de MENAFATF om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Marokko heeft stappen gezet om zijn AML/CFT-regelgeving te verbeteren, onder meer door meer financiële en personele middelen ter beschikking te stellen van de financiële-inlichtingeneenheid, zodat deze meer analysecapaciteit heeft om haar kerntaak van operationele en strategische analyse te vervullen. Marokko moet zijn actieplan verder uitvoeren om de strategische tekortkomingen te verhelpen, onder meer door het volgende te doen: 1) verbeteren van op risico gebaseerd toezicht, nemen van corrigerende maatregelen en toepassen van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties bij niet-naleving; 2) ervoor zorgen dat de informatie over de uiteindelijk begunstigden adequaat en nauwkeurig is en geverifieerd wordt, met inbegrip van informatie over rechtspersonen en buitenlandse juridische constructies; 3) verbreden van de verslaglegging over meldingen van verdachte transacties; 4) voorrang geven aan het opsporen, onderzoeken en vervolgen van alle vormen van witwassen, overeenkomstig het risicoprofiel van het land; en 5) monitoring en daadwerkelijk toezicht op de naleving door financiële instellingen en aangewezen niet-financiële bedrijven en beroepen, met verplichtingen inzake gerichte financiële sancties. Op basis hiervan moet Marokko worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(11)In juni 2021 deden de Filipijnen op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de Aziatisch-Pacifische antiwitwasgroep (APG) om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sindsdien hebben de Filipijnen stappen gezet om hun AML/CFT-regelgeving te verbeteren door richtsnoeren te ontwikkelen en toe te passen voor het schrappen van vermeldingen van de lijst en het vrijgeven van activa die werden bevroren in het kader van gerichte financiële sancties in verband met proliferatiefinanciering. De Filipijnen moeten hun actieplan uitvoeren door onder meer het volgende te doen: 1) aantoonbaar werk maken van doeltreffend op risico gebaseerd toezicht op aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen; 2) aantonen dat toezichthouders AML/CFT-controles gebruiken om risico’s in verband met de goksector te beperken; 3) invoeren van nieuwe registratievereisten voor geld- en waardetransferdiensten en toepassen van sancties voor niet-geregistreerde en illegale geldtransactieoperatoren; 4) verbeteren en stroomlijnen van de toegang van rechtshandhavingsinstanties tot informatie over uiteindelijk begunstigden en ervoor zorgen dat deze informatie accuraat en actueel is; 5) aantoonbare toename van het gebruik van financiële inlichtingen en van het aantal onderzoeken en vervolgingen van witwaszaken overeenkomstig het risico; 6) aantoonbare toename van identificatie, onderzoek en vervolging van witwaszaken; 7) aantonen dat passende maatregelen worden genomen met betrekking tot de non-profitsector (met inbegrip van niet-geregistreerde non-profitorganisaties), zonder de legitieme activiteiten te verstoren; en 8) vergroten van de doeltreffendheid van het kader voor gerichte financiële sancties vanwege zowel terrorisme- als proliferatiefinanciering. Op basis hiervan moeten de Filipijnen worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(12)In februari 2021 deed Senegal op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF en de GIABA om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Senegal moet zijn actieplan verder uitvoeren om de strategische tekortkomingen te verhelpen, onder meer door het volgende te doen: 1) zorgen voor een consistent inzicht bij de betrokken autoriteiten in de risico’s met betrekking tot witwassen/terrorismefinanciering (met name voor aangewezen niet-financiële bedrijven en beroepen), door middel van opleiding en voorlichting; 2) aanvragen van wederzijdse rechtshulp en andere vormen van internationale samenwerking overeenkomstig het risicoprofiel van het land; 3) ervoor zorgen dat financiële instellingen en aangewezen niet-financiële bedrijven en beroepen worden onderworpen aan adequaat en doeltreffend toezicht; 4) bijhouden en actualiseren van uitgebreide informatie over uiteindelijk begunstigden over rechtspersonen en regelingen en het versterken van de sancties bij schending van transparantieverplichtingen; 5) verder versterken van de personele middelen van de financiële inlichtingeneenheden om de operationele analysecapaciteit op peil te houden; 6) aantonen dat voortdurend wordt gewerkt aan de versterking van de opsporingsmechanismen en de capaciteit om witwassen en daaraan gerelateerde strafbare feiten te onderzoeken en te vervolgen, overeenkomstig het risicoprofiel van het land; 7) vaststellen van uitgebreide en gestandaardiseerde beleidsmaatregelen en procedures voor de identificatie, tracering, inbeslagname en confiscatie van opbrengsten en hulpmiddelen van misdrijven, overeenkomstig het risicoprofiel van het land; 8) vergroten van het inzicht van de autoriteiten in de risico’s van terrorismefinanciering en uitbreiden van de capaciteit van en steun voor rechtshandhavingsautoriteiten en openbaar aanklagers die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorismefinanciering, overeenkomstig de desbetreffende nationale strategie van 2019; en 9) toepassen van doeltreffende financiële sancties vanwege terrorisme- en proliferatiefinanciering en op risico gebaseerde monitoring en toezicht op non-profitorganisaties. Op basis hiervan moet Senegal worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(13)In juni 2021 deed Zuid-Sudan op hoog politiek niveau de toezegging om samen te werken met de FATF om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Zuid-Sudan zal zijn actieplan uitvoeren door onder meer het volgende te doen: 1) aanvragen van het lidmaatschap van de Antiwitwasgroep van Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESAAMLG) en instemmen met een wederzijdse evaluatie door de ESAAMLG of een andere beoordelingsinstantie; 2) grondige herziening van de AML/CFT-wet (2012), met de steun van internationale partners, onder andere in de vorm van technische bijstand, teneinde te voldoen aan de FATF-normen; 3) aanwijzen van een autoriteit of autoriteiten die belast is (zijn) met de coördinatie van de nationale risicobeoordelingen inzake witwassen en terrorismefinanciering; 4) toetreden tot en uitvoeren van het Verdrag van Wenen van 1988, het Verdrag van Palermo van 2000 en het Verdrag van 1999 inzake terrorismefinanciering; 5) de bevoegde autoriteiten moeten naar behoren gestructureerd en toegerust zijn om een op risico gebaseerde benadering van AML/CFT-toezicht voor financiële instellingen toe te passen; 6) ontwikkelen van een alomvattend rechtskader voor het verzamelen van informatie over uiteindelijk begunstigden en het verifiëren van de juistheid daarvan, voor rechtspersonen; 7) operationeel maken van een volledig functionerende en onafhankelijke financiële-inlichtingeneenheid; 8) vaststellen en uitvoeren van het juridische en institutionele kader voor gerichte financiële sancties overeenkomstig de resoluties van de VN-Veiligheidsraad inzake terrorisme- en proliferatiefinanciering; en 9) beginnen met de uitvoering van gericht op risico gebaseerd toezicht/monitoring van non-profitorganisaties die het risico lopen te worden misbruikt voor terrorismefinanciering. Op basis hiervan moet Zuid-Sudan worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont zoals bedoeld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(14)Op basis hiervan en uitgaande van de meest recente informatie is de Commissie tot de conclusie gekomen dat Burkina Faso, de Filipijnen, Haïti, Jordanië, de Kaaimaneilanden, Mali, Marokko, Senegal en Zuid-Sudan moeten worden beschouwd als derde landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging voor het financiële stelsel van de Unie vormen volgens de criteria van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849. Opgemerkt zij dat deze landen schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld.

(15)Het is van het grootste belang dat de Commissie derde landen permanent monitort en de ontwikkelingen van hun juridische en institutionele kaders, de bevoegdheden en procedures van de bevoegde instanties en de doeltreffendheid van hun AML/CFT-regelgeving beoordeelt, met het oog op bijwerking van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675.

(16)De Commissie verbindt zich ertoe waar nodig technische bijstand te verlenen aan de in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 opgenomen derde landen om hen te helpen de vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen.

(17)De Commissie heeft de vooruitgang beoordeeld die bij het verhelpen van de strategische tekortkomingen is geboekt door de in Verordening (EU) 2016/1675 vermelde landen die in juni of oktober 2021 door de FATF van de lijst zijn geschrapt of door de Commissie zijn geëvalueerd overeenkomstig haar herziene methode voor het identificeren van derde landen met een hoog risico, op basis van de nieuwe vereisten van Richtlijn (EU) 2015/849, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/843. De Commissie heeft de evaluatie afgerond van de vorderingen van de Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius.

(18)De Commissie concludeerde daaruit dat de Bahama’s de strategische tekortkomingen in hun AML/CFT-regelgeving die door de Commissie waren vastgesteld overeenkomstig haar methode voor het identificeren van derde landen met een hoog risico, heeft verholpen. De Bahama’s hebben onlangs een aantal maatregelen getroffen om hun AML/CFT-kader en met name de transparantieaspecten van de regels inzake uiteindelijk begunstigden te versterken. Met die maatregelen is voldaan aan de aanvullende benchmarks die door de Commissie zijn vastgesteld. De Commissie zal samen met de FATF en de CFATF blijven toezien op de ontwikkeling van de AML/CFT-regelgeving van de Bahama’s.

(19)De Commissie concludeerde dat Irak voldoende vooruitgang heeft geboekt bij de aanpak van de strategische tekortkomingen in zijn AML/CFT-regelgeving, die door de Commissie waren vastgesteld overeenkomstig haar methode voor het identificeren van derde landen met een hoog risico. Irak heeft onlangs een aantal maatregelen genomen om zijn AML/CFT-kader te versterken. Deze maatregelen gaan in op de bedenkingen die de Commissie had uitgedrukt in haar voorlopige beoordeling. De Commissie zal blijven samenwerken met de FATF en de MENAFATF om de ontwikkeling van de AML/CFT-regelgeving te monitoren.

(20)De FATF was ingenomen met de aanzienlijke vorderingen die Botswana, Ghana en Mauritius hebben gemaakt bij de verbetering van hun AML/CFT-regelgeving en constateerde dat deze landen de nodige wet- en regelgevingskaders hebben vastgesteld om de toezeggingen na te komen die zij in hun actieplan hebben gedaan met betrekking tot de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen. Deze landen zijn dus niet langer onderworpen aan monitoring door de FATF in het kader van haar lopende wereldwijde nalevingsproces ten aanzien van de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Deze landen zullen hun werkzaamheden met de met de FATF vergelijkbare regionale organisaties voortzetten om hun AML/CFT-regelgeving verder te verbeteren.

(21)De Commissie heeft in haar analyse geconcludeerd dat de Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius in dit stadium op basis van de beschikbare informatie geen strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving. De Bahama’s, Botswana, Ghana, Irak en Mauritius hebben de doeltreffendheid van hun AML/CFT-regelgeving versterkt, en daarmee verband houdende technische tekortkomingen aangepakt, en zijn de toezeggingen nagekomen die zij hadden gedaan in hun actieplan met betrekking tot de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen en de door de Commissie vastgestelde aanvullende benchmarks of voorlopige bedenkingen.

(22)Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

In de tabel in punt I (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”) van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 worden de volgende regels toegevoegd:

Burkina Faso

Kaaimaneilanden

Haïti

Jordanië

Mali

·Marokko

·Filipijnen

·Senegal

·Zuid-Sudan

Artikel 2

In de tabel in punt I (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”) van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 worden de volgende regels geschrapt:

Bahama’s

Botswana

Ghana

Irak

Mauritius

Artikel 3

De tabel in punt I (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”) van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wordt vervangen door de volgende tabel:

Nr.

Derde land met een hoog risico

1

Afghanistan

2

Barbados

3

Burkina Faso

4

Cambodja

5

Kaaimaneilanden

6

Haïti

7

Jamaica

8

Jordanië

9

Mali

10

Marokko

11

Myanmar

12

Nicaragua

13

Pakistan

14

Panama

15

Filipijnen

16

Senegal

17

Zuid-Sudan

18

Syrië

19

Trinidad en Tobago

20

Uganda

21

Vanuatu

22

Jemen

23

Zimbabwe

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7.1.2022

   Voor de Commissie

   Mairead McGUINNESS
   Lid van de Commissie

(1)    Werkdocument van de diensten van de Commissie, Methodology for identifying high-risk third countries under Directive (EU) 2015/849, SWD(2020) 99.
(2)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(3)    PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73.
(4)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1).
Top