EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R1143

Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012

PE/72/2023/REV/1

PB L, 2024/1143, 23.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1143

23.4.2024

VERORDENING (EU) 2024/1143 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 april 2024

betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, en artikel 118, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de loop der jaren heeft de Unie kwaliteitsregelingen vastgelegd voor producten met identificeerbare specifieke kenmerken, waaronder geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen.

(2)

De Europese Green Deal, door de Commissie geïntroduceerd in haar mededeling van 11 december 2019, omvatte de ontwikkeling van een eerlijk, duurzaam, gezonder en milieuvriendelijker voedselsysteem dat voor iedereen toegankelijk is (“van boer tot bord”) als een van de beleidsmaatregelen om de economie van de Unie te transformeren voor een duurzame toekomst.

(3)

Geografische aanduidingen kunnen een belangrijke rol spelen op het gebied van duurzaamheid, ook in de circulaire economie, hetgeen hun waarde qua erfgoed vergroot en aldus hun rol in het kader van nationaal en regionaal beleid versterkt teneinde de doelstellingen van de Europese Green Deal te verwezenlijken.

(4)

In de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020, getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem”, waarin wordt opgeroepen tot een transitie naar duurzame voedselsystemen, wordt ook ertoe opgeroepen het wetgevingskader inzake geografische aanduidingen te versterken en er specifieke duurzaamheidscriteria in op te nemen. In die mededeling heeft de Commissie zich ertoe verbonden de positie van, onder meer, producenten van producten met geografische aanduidingen, hun coöperaties en producentenorganisaties in de voedselvoorzieningsketen te versterken. De nadruk moet op kleinschalige producenten worden gelegd, met name op hen die traditionele vaardigheden en knowhow het best in stand houden.

(5)

In haar mededeling van 25 november 2020, getiteld “Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten — Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen” heeft de Commissie zich ertoe verbonden te onderzoeken op welke manier geografische aanduidingen voor landbouwproducten, wijnen en gedistilleerde dranken versterkt, gemoderniseerd, gestroomlijnd en beter gehandhaafd kunnen worden.

(6)

De kwaliteit en diversiteit van de productie van wijn, gedistilleerde dranken, en van de landbouw- en voedselproductie in de Unie zijn enkele van haar grote troeven, die de producenten van de Unie een concurrentievoordeel biedt en een belangrijke bijdrage levert aan haar levend cultureel en gastronomisch erfgoed. Dat is te danken aan het vakmanschap en de vastberadenheid van de producenten van de Unie, die tradities en de diversiteit van de culturele identiteit in stand hebben gehouden als onderdeel van het erfgoed van de Unie, zonder daarbij de ontwikkeling van nieuwe productiemethoden en grondstoffen uit het oog te verliezen, waardoor traditionele producten uit de Unie symbool staan voor kwaliteit.

(7)

De burgers en consumenten in de Unie verlangen in toenemende mate kwaliteit, traditionele en toegankelijke producten met specifieke kwaliteiten en kenmerken die zowel aan hun oorsprong als aan hun wijze van productie zijn toe te schrijven. Tevens hechten ze belang aan het behoud van de diversiteit en voorzieningszekerheid van de landbouw- en voedselproductie in de Unie. Daardoor ontstaat een vraag naar wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, waaronder levensmiddelen, met aantoonbare specifieke kenmerken, met name die welke verband houden met hun geografische oorsprong. Burgers en consumenten zijn zich steeds meer bewust van de productieomstandigheden die bepalend zijn geweest voor de reputatie en identiteit van dergelijke producten.

(8)

Kwaliteitsproducten vormen een van de grootste troeven van de Unie, zowel voor haar economie als voor haar culturele identiteit. Die producten vormen de sterkste vertegenwoordiging van het merk “made in the EU”, dat in de hele wereld herkenbaar is en zij genereren groei en houden het erfgoed van de Unie in stand. Wijnen, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, waaronder levensmiddelen, zijn troeven van de Unie die verder moeten worden versterkt en beschermd.

(9)

Burgers en consumenten verwachten dat iedere geografische aanduiding en kwaliteitsregeling wordt ondersteund door een robuust verificatie- en controlesysteem, ongeacht of het product afkomstig is van de Unie of van een derde land.

(10)

De bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens is een grondrecht. Bij Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn er regels vastgesteld betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrij verkeer van die gegevens. Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (5) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in de loop van de desbetreffende procedures. De rollen van de Commissie en de lidstaten in verband met de verwerking van persoonsgegevens in de procedures waarvoor zij bevoegd zijn, moeten duidelijk worden omschreven om een hoog beschermingsniveau te waarborgen.

(11)

In het algemeen en om de verspreiding van persoonsgegevens tot een minimum te beperken, mogen de documenten die in de loop van de desbetreffende procedures moeten worden ingediend, geen persoonsgegevens bevatten. Indien dat niet mogelijk is, moet informatie die persoonsgegevens kan bevatten, zoals de contactgegevens van natuurlijke personen, in afzonderlijke specifieke documenten worden ingediend.

(12)

Voor de toepassing van deze verordening kunnen de voor- en achternaam van natuurlijke personen en de bijbehorende contactgegevens worden vermeld in de documenten die de Commissie en de lidstaten in de loop van de in deze verordening vastgelegde procedures verwerken. Persoonsgegevens kunnen, zij het zelden, voorkomen in de procedures voor de registratie, wijziging of annulering van geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten. Dat kan zowel op het niveau van de lidstaat als op het niveau van de Commissie gebeuren, indien de naam van de betrokken producentengroepering of van de indiener van het bezwaar de naam van een natuurlijke persoon bevat. Persoonsgegevens kunnen ook voorkomen als onderdeel van de naam van erkende producentengroeperingen. Dergelijke gegevens worden verwerkt in verband met de aanwijzing van die groepen en de opneming van hun namen in het Unieregister van geografische aanduidingen. Persoonsgegevens kunnen ook voorkomen als onderdeel van de naam van gedelegeerde en productcertificeringsinstanties en natuurlijke personen aan wie bepaalde officiële controletaken zijn gedelegeerd. Dergelijke gegevens worden verwerkt in het kader van de controleprocedures voor geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten, zowel op het niveau van de lidstaten als op het niveau van de Commissie. Persoonsgegevens komen daarentegen vaker voor als onderdeel van de naam van marktdeelnemers waaraan een overgangsperiode is toegekend in het registratie- of wijzigingsproces van een geografische aanduiding of van een gegarandeerde traditionele specialiteit, zowel op het niveau van de lidstaten als op het niveau van de Commissie. Persoonsgegevens zouden ook kunnen voorkomen als onderdeel van de naam van de producenten die zijn opgenomen in de lijst van marktdeelnemers en in het instrument dat de verklaring van naleving van het productdossier afgeeft, die door de lidstaten worden verwerkt in het kader van controleprocedures voor geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten. De Commissie en de lidstaten zouden bijgevolg kunnen worden verplicht informatie te verwerken die persoonsgegevens bevat, met name de naam van natuurlijke personen en hun contactgegevens.

(13)

Wanneer de Commissie en de lidstaten het noodzakelijk achten persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening te verwerken, is die verwerking gerechtvaardigd door het algemeen belang. Een correcte uitvoering van procedures voor de registratie, wijziging of annulering van geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en van controleprocedures in het kader van deze verordening en van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 (6) en (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad (7) is noodzakelijk voor de goede werking van het systeem ter bescherming van geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten. Die procedures zijn openbaar. Informatie over de betrokken entiteiten is noodzakelijk om hun verantwoordelijkheden in de procedures vast te stellen en eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld tussen de marktdeelnemers te waarborgen. Bovendien is de verwerking van de naam van producenten en producentengroeperingen in sommige gevallen onontbeerlijk voor het behartigen van hun belangen of het uitoefenen van hun rechten. De verwerking van persoonsgegevens kan plaatsvinden in verband met de toekenning van een overgangsperiode door de lidstaten of de Commissie in het kader van een procedure voor registratie of wijziging van een geografische aanduiding of een gegarandeerde traditionele specialiteit, alsook in verband met de aanwijzing van erkende producentengroeperingen en de opneming van hun namen in het Unieregister van geografische aanduidingen, met de opstelling van de door de lidstaten bijgehouden lijst van producenten van met een geografische aanduiding aangewezen producten en met de instelling en werking van het systeem dat de verklaring van naleving van het productdossier afgeeft. In al die gevallen vindt de verwerking van persoonsgegevens plaats in het algemeen belang en in sommige gevallen ook in het belang van de betrokkene.

(14)

In het algemeen wordt informatie die persoonsgegevens kan bevatten, overeenkomstig deze verordening gewoonlijk verwerkt in de vorm van digitale of papieren documenten die tussen de lidstaten en de Commissie of tussen de lidstaten en de betrokken producenten of personen kunnen worden uitgewisseld, of die worden gearchiveerd. Dergelijke informatie wordt noch aan derden bekendgemaakt, noch gepubliceerd. In het geval van bezwaarprocedures echter bezorgt de Commissie de aanvrager en de indiener van het bezwaar de contactgegevens van de tegenpartij, om ze met elkaar in contact te brengen met het oog op het starten van overleg en het bereiken van overeenstemming. Indien de aanvrager of de indiener van het bezwaar wordt geïdentificeerd aan de hand van een naam die de naam van een natuurlijke persoon bevat, zijn de naam en de contactgegevens persoonsgegevens die aan een derde moeten worden meegedeeld. Bovendien moet de aanvrager, met het oog op de correcte verwezenlijking van de doelstellingen van de bezwaarprocedure, op de hoogte worden gebracht van alle informatie die de indiener van het bezwaar heeft toegezonden om zijn bezwaar tegen de registratie, wijziging of annulering te rechtvaardigen. Overigens wordt de naam van aanvragers van wijzigingen, personen die om annulering verzoeken, producentengroeperingen, individuele producenten en begunstigden van de overgangsperiode gepubliceerd of openbaar gemaakt. De persoonsgegevens die deel uitmaken van de naam, moeten ook worden gepubliceerd. In het geval van procedures voor de goedkeuring van een wijziging op het niveau van de Unie moet de naam van de aanvrager worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie zodat een eventuele indiener van een bezwaar het belang van de aanvrager bij het aanvragen van de wijziging op het niveau van de Unie kan aanvechten. Indien een natuurlijke of rechtspersoon die in een derde land gevestigd is of woont, in het kader van een annuleringsprocedure om annulering verzoekt, moet zijn naam worden gepubliceerd zodat de persoon die de procedure heeft ingeleid, kan worden geïdentificeerd en een eventuele indiener van een bezwaar het rechtmatige belang van die persoon bij het annuleringsverzoek kan aanvechten. Indien in het kader van een procedure voor standaardwijzigingen de wijziging wordt meegedeeld door een natuurlijke of rechtspersoon die in een derde land gevestigd is of woont, wordt zijn naam gepubliceerd of openbaar gemaakt. Bij het invoeren van de informatie in het Unieregister van geografische aanduidingen moet de naam van de erkende producentengroepering openbaar worden gemaakt in dat register om redenen van transparantie en om die groepering in staat te stellen haar status van erkende producentengroepering voor de betrokken geografische aanduiding aan te tonen. De naam van gedelegeerde instanties en natuurlijke personen aan wie officiële controletaken zijn gedelegeerd met betrekking tot geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten van oorsprong uit hun grondgebied, en de naam van productcertificeringsinstanties met betrekking tot geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten van oorsprong uit derde landen worden door de lidstaten, respectievelijk de Commissie openbaar gemaakt om voor volledige transparantie van de controleprocedures te kunnen zorgen. Indien bij een verordening van de Commissie of een nationale handeling aan een producent een overgangsperiode wordt toegekend om een geografische aanduiding of een gegarandeerde traditionele specialiteit te gebruiken, moet daarin de naam van de producent worden vermeld en moet die openbaar worden gemaakt om de producent in staat te stellen de hem toegekende rechten uit te oefenen en om een gelijk speelveld te waarborgen. Binnen dat kader en met het oog op de correcte uitvoering van de procedures waarin deze verordening voorziet en in overeenstemming met de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, moeten de lidstaten en de Commissie de mogelijkheid hebben dergelijke persoonsgegevens aan derden bekend te maken of te publiceren.

(15)

Documentatie met betrekking tot de registratie van een geografische aanduiding en van een gegarandeerde traditionele specialiteit, in digitale of papieren vorm, moet worden bewaard gedurende een periode van 10 jaar na de annulering van de registratie, om verlies van historische informatie te voorkomen en vergelijking met mogelijke latere aanvragen met betrekking tot dezelfde of soortgelijke namen mogelijk te maken. Eventuele persoonsgegevens die onderdeel zijn van die documentatie moeten ook worden bewaard.

(16)

Voor de toepassing van Verordening (EU) 2018/1725 is de Commissie de autoriteit waarbij de betrokkene de desbetreffende rechten kan uitoefenen door opmerkingen te sturen, vragen te stellen, zorgen kenbaar te maken, of een klacht in te dienen met betrekking tot de verzameling en het gebruik van de persoonsgegevens. Daarom moet worden verduidelijkt dat de Commissie wordt beschouwd als de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2018/1725 in verband met de verwerking van persoonsgegevens in de procedures waarvoor ze verantwoordelijk is uit hoofde van deze verordening en de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) 2019/787, en de op grond van die drie verordeningen vastgestelde bepalingen. Bij het onderhouden en actualiseren van het Unieregister van geografische aanduidingen moet het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (European Union Intellectual Property Office — EUIPO) als verwerker optreden. Het EUIPO mag geen discretionaire bevoegdheid hebben om invloed uit te oefenen op het doel en de essentiële elementen van de verwerking van persoonsgegevens.

(17)

Voor de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 zijn de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de autoriteiten waarbij de betrokkene de desbetreffende rechten kan uitoefenen door opmerkingen te sturen, vragen te stellen, zorgen kenbaar te maken, of een klacht in te dienen met betrekking tot de verzameling en het gebruik van de persoonsgegevens. Daarom moet worden verduidelijkt dat de lidstaten worden beschouwd als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van Verordening (EU) 2016/679 in verband met de verwerking van persoonsgegevens in de procedures waarvoor ze verantwoordelijk zijn uit hoofde van deze verordening en de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) 2019/787, en de op grond van die drie verordeningen vastgestelde bepalingen.

(18)

Ervoor zorgen dat de intellectuele-eigendomsrechten met betrekking tot in de Unie beschermde namen in de gehele Unie op eenvormige wijze worden erkend en beschermd, is een prioriteit die enkel op het niveau van de Unie doeltreffend kan worden bereikt. Daarom moet in het recht van de Unie worden voorzien in een unitair en exhaustief systeem van geografische aanduidingen. Geografische aanduidingen zijn een collectief recht van alle in aanmerking komende producenten in een aangewezen gebied die bereid zijn een productdossier na te leven.

(19)

Collectief optredende producenten hebben meer bevoegdheden dan individuele producenten en nemen collectieve verantwoordelijkheden op zich om hun geografische aanduidingen te beheren, waaronder voldoen aan de maatschappelijke vraag naar producten die het resultaat zijn van duurzame productie. Evenzo kan de collectieve organisatie van de producenten van een product dat wordt aangewezen met een geografische aanduiding beter zorgen voor een eerlijke verdeling van de toegevoegde waarde over de actoren in de toeleveringsketen, om producenten een billijk inkomen te verschaffen dat hun kosten dekt en hen in staat stelt verder te investeren in de kwaliteit en duurzaamheid van hun producten. Het gebruik van geografische aanduidingen beloont de producenten op billijke wijze voor hun inspanningen om een brede waaier aan kwaliteitsproducten te produceren. Tegelijkertijd kan dat ten goede komen aan de plattelandseconomie, wat met name het geval is in gebieden met natuurlijke of andere specifieke beperkingen, zoals berggebieden en afgelegen gebieden, met inbegrip van de ultraperifere gebieden, waar de landbouwsector een aanzienlijk deel van de economie vertegenwoordigt en de productiekosten hoog zijn. Op die manier kunnen kwaliteitsregelingen een bijdrage leveren aan en een aanvulling vormen op het plattelandsontwikkelingsbeleid en de markt- en inkomensondersteunende instrumenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Ze kunnen met name bijdragen aan de ontwikkelingen in de landbouwsector en, vooral, in achterstandsgebieden. In de mededeling van de Commissie van 30 juni 2021, getiteld “Een langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden van de EU — Naar sterkere, verbonden, veerkrachtige en welvarende plattelandsgebieden in 2040” wordt de belangrijke rol van geografische aanduidingen erkend in het kader van de vlaggenschipinitiatieven ter bevordering van plattelandsgebieden, vanwege hun bijdrage aan de welvaart, economische diversifiëring en ontwikkeling van plattelandsgebieden en vanwege de sterke associatie tussen een product en de territoriale oorsprong ervan. Een Uniekader dat geografische aanduidingen beschermt door te voorzien in de opneming ervan in een register op het niveau van de Unie, is bevorderlijk voor de ontwikkeling van de landbouwsector, aangezien de daaruit voortvloeiende uniformere aanpak eerlijke concurrentie tussen de producenten van producten met die aanduidingen garandeert en, vanuit het perspectief van de consument, de geloofwaardigheid van producten versterkt. Het systeem van geografische aanduidingen heeft tot doel consumenten in staat te stellen beter geïnformeerde aankoopkeuzen te maken en, via etikettering en reclame, hen te helpen de producten correct te identificeren op de markt.

(20)

Een unitair en exhaustief systeem van geografische aanduidingen moet aanzienlijk bijdragen tot een grotere bewustwording, erkenning en kennis van consumenten in de Unie en in derde landen over de symbolen, aanduidingen en afkortingen waaruit de deelname aan kwaliteitsregelingen van de Unie en de toegevoegde waarde ervan blijkt. Dat systeem kan het promoten, uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8), van met een geografische aanduiding aangewezen producten, versterken en vergemakkelijken.

(21)

Geografische aanduidingen helpen, als een soort van intellectuele-eigendomsrecht, marktdeelnemers en bedrijven hun immateriële activa te valoriseren. Om te voorkomen dat er oneerlijke concurrentievoorwaarden ontstaan en om de interne markt te versterken, moeten alle producenten, met inbegrip van producenten uit derde landen, de mogelijkheid hebben een geregistreerde naam te gebruiken en in de hele Unie en via e-commerce met een geografische aanduiding aangewezen producten op de markt te brengen, op voorwaarde dat het product in kwestie voldoet aan de vereisten van het desbetreffende productdossier en dat de producent aan een controlesysteem onderworpen is. In het licht van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) 2019/787 en Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (9), moeten bepaalde juridische kwesties worden aangepakt, moeten sommige regels worden verduidelijkt en vereenvoudigd, en moeten de procedures worden gestroomlijnd.

(22)

Met het oog op de regulering van geografische aanduidingen voor landbouwproducten en levensmiddelen is het passend de betrokken landbouwproducten en levensmiddelen zodanig te definiëren dat rekening wordt gehouden met het internationale regelgevingskader, namelijk de Landbouwovereenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization — WTO), met inachtneming van het toepassingsgebied van de landbouwproducten die zijn opgenomen in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Daarom moet worden verwezen naar de gecombineerde nomenclatuur die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (10). De landbouwproducten en levensmiddelen moeten derhalve de producten omvatten die binnen het toepassingsgebied van de hoofdstukken 1 tot en met 23 van de gecombineerde nomenclatuur vallen, met inbegrip van de producten die zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening.

(23)

Het kwaliteitsbeleid van de Unie moet bijdragen tot de transitie naar een duurzaam voedselsysteem en moet beantwoorden aan de maatschappelijke vraag naar duurzame, milieu- en klimaatvriendelijke, dierenwelzijngaranderende, hulpbronnenefficiënte, sociaal en ethisch verantwoorde productiemethoden. Producenten van met een geografische aanduiding aangewezen producten moeten worden aangemoedigd om zich te houden aan duurzame praktijken die milieu-, sociale en economische doelstellingen omvatten en verder gaan dan verplichte normen. Die praktijken moeten in het productdossier of in een afzonderlijk initiatief worden opgenomen. De duurzaamheidspraktijken die zijn opgenomen in het productdossier moeten verband houden met ten minste een van de drie belangrijkste soorten duurzaamheid: met name milieugerelateerde, sociale en economische duurzaamheid.

(24)

Duurzaamheidspraktijken moeten bijdragen aan een of meer milieu-, sociale of economische doelstellingen. De milieudoelstellingen moeten betrekking hebben op klimaatmitigatie en -adaptatie, het behoud en het duurzame gebruik van de bodem, landschappen, water en natuurlijke hulpbronnen, het behoud van de biodiversiteit, de bescherming van zeldzame zaden, lokale rassen en plantenrassen, de bevordering van korte toeleveringsketens en het beheer en de bevordering van dierenwelzijn. De sociale doelstellingen moeten betrekking hebben op de verbetering van arbeidsvoorwaarden, alsook op collectieve onderhandelingen, sociale bescherming, veiligheidsnormen en het aantrekken en ondersteunen van zowel jonge als nieuwe producenten van met een geografische aanduiding aangewezen producten om generatievernieuwing te vergemakkelijken en de solidariteit en overdracht van kennis tussen generaties te vergemakkelijken. De economische doelstellingen moeten betrekking hebben op het waarborgen van een stabiel en billijk inkomen en een sterke positie in de waardeketen voor producenten van met een geografische aanduiding aangewezen producten, het verbeteren van de economische waarde van met een geografische aanduiding aangewezen producten en de herverdeling van de toegevoegde waarde in de waardeketen, het bijdragen tot de diversifiëring van de plattelandseconomie en tot lokale ontwikkeling, met inbegrip van werkgelegenheid in de landbouw, en tot het behoud van plattelandsgebieden.

(25)

Om de duurzaamheidsinspanningen van producenten van met een geografische aanduiding aangewezen producten zichtbaar te maken, kunnen producentengroeperingen of erkende producentengroeperingen duurzaamheidsverslagen opstellen waarin zij de duurzame praktijken meedelen die bij de productie van het betrokken product worden toegepast. De Commissie moet die verslagen openbaar maken.

(26)

De Unie streeft al een poos naar de vereenvoudiging van het regelgevingskader van het GLB. De procedures voor de wijziging van productdossiers voor met een geografische aanduiding aangewezen producten zijn in het kader van de herziening van het GLB reeds vereenvoudigd en doeltreffender gemaakt voor wijn en agrovoedingsproducten, met name door de regeling voor “standaardwijzigingen”, die voorheen in de sector wijn en gedistilleerde dranken van toepassing was, met de sector landbouwproducten uit te breiden. Dat vermindert de stappen voor de goedkeuring van wijzigingen die geen betrekking hebben op essentiële elementen van het productdossier en geen gevolgen hebben voor de belangen van derden die gevestigd zijn of wonen in andere lidstaten dan de lidstaat van oorsprong van de betrokken geografische aanduiding. Om de langdurige procedures voor registratie, wijziging op Unieniveau en annulering van de registratie, nog meer te vereenvoudigen, moeten geharmoniseerde procedureregels voor geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten in één enkel rechtsinstrument worden vastgelegd, met behoud van productspecifieke bepalingen voor wijn in Verordening (EU) nr. 1308/2013, voor gedistilleerde dranken in Verordening (EU) 2019/787 en voor landbouwproducten in deze verordening. De procedures voor de registratie, wijzigingen van het productdossier op Unieniveau en annulering van de registratie van geografische aanduidingen van oorsprong uit de Unie, met inbegrip van bezwaarprocedures, moeten door de lidstaten en de Commissie worden uitgevoerd. De lidstaten en de Commissie moeten verantwoordelijk zijn voor verschillende fasen van elke procedure. Wat de goedkeuring van standaardwijzigingen betreft, moeten de lidstaten echter als enige verantwoordelijk zijn voor het beheer van de procedure en de vaststelling van het definitieve besluit. De lidstaten moeten verantwoordelijk zijn voor de eerste fase van de procedure, die erin bestaat de aanvraag van de producentengroepering te ontvangen, ze te beoordelen, met inbegrip van het organiseren van een nationale bezwaarprocedure, en, op basis van de resultaten van de beoordeling, de aanvraag bij de Commissie in te dienen. De Commissie moet verantwoordelijk zijn voor het onderzoek van de aanvraag in de tweede fase van de procedure, met inbegrip van het voeren van een wereldwijde bezwaarprocedure, en het nemen van een besluit over het al dan niet verlenen van bescherming aan de geografische aanduiding. Er moeten termijnen voor het indienen van een bezwaarschrift worden vastgesteld om de volledige uitoefening van het recht van bezwaar te waarborgen zonder het registratieproces te vertragen. De indiener van het bezwaar moet tijdens het overleg met de aanvrager nadere bijzonderheden kunnen toevoegen aan de in het bezwaarschrift vermelde gronden. Geografische aanduidingen mogen alleen op het niveau van de Unie worden geregistreerd. De lidstaten moeten echter in staat zijn met ingang van de datum van de aanvraag bij de Commissie tot de registratie op het niveau van de Unie, op nationaal niveau overgangsbescherming te verlenen zonder dat zulks gevolgen heeft voor de interne markt of de internationale handel. De bescherming uit hoofde van deze verordening, die vanaf de registratie wordt geboden, moet eveneens beschikbaar worden gesteld voor geografische aanduidingen van derde landen die aan de desbetreffende criteria voldoen en die bescherming genieten in hun land van oorsprong. De Commissie moet ook de overeenkomstige procedures voor geografische aanduidingen van producten van oorsprong uit derde landen toepassen.

(27)

Om de lidstaten, derde landen en in een derde land gevestigde of wonende natuurlijke of rechtspersonen in staat te stellen eventuele fouten of aanvullende informatie met betrekking tot een registratieaanvraag onder de aandacht van de Commissie te brengen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om een kennisgeving van opmerkingen in te dienen.

(28)

Met het oog op coherente en doeltreffende besluitvorming met betrekking tot in de nationale procedure ingediende aanvragen tot bescherming en juridische bezwaren, moet de Commissie tijdig en regelmatig worden geïnformeerd indien bij nationale rechtbanken of andere instanties procedures worden ingeleid met betrekking tot een door de lidstaat aan de Commissie toegezonden aanvraag tot registratie en moet zij op de hoogte worden gebracht van de eindresultaten van die procedures. Om dezelfde reden moet een lidstaat, als hij van oordeel is dat een nationaal besluit waarop de aanvraag tot bescherming is gebaseerd, waarschijnlijk ongeldig zal worden verklaard als gevolg van een nationale gerechtelijke procedure, de Commissie van die beoordeling in kennis stellen. Indien de lidstaat verzoekt om schorsing van het onderzoek van een aanvraag op het niveau van de Unie, moet de Commissie worden vrijgesteld van de verplichting om de in deze verordening vastgelegde onderzoekstermijn na te leven. Om de aanvrager te beschermen tegen vexatoire rechtsvorderingen en om zijn recht op de bescherming van een naam binnen een redelijke termijn te vrijwaren, moet de vrijstelling worden beperkt tot gevallen waarin de aanvraag tot registratie op nationaal niveau ongeldig is verklaard door een onmiddellijk uitvoerbare maar niet definitieve rechterlijke beslissing, of waarin een lidstaat van mening is dat de vordering om de gegrondheid van de aanvraag aan te vechten op geldige gronden berust.

(29)

Om marktdeelnemers wier belangen door de registratie van een naam worden geraakt, in staat te stellen die naam gedurende een beperkte periode te blijven gebruiken hoewel het gebruik van die naam in strijd zou zijn met de beschermingsregeling van deze verordening, moeten specifieke afwijkingen voor het gebruik van de namen in de vorm van overgangsperioden worden toegestaan. Dergelijke perioden moeten ook worden toegestaan om tijdelijke moeilijkheden te overbruggen en met de langetermijndoelstelling te waarborgen dat alle producenten het productdossier naleven.

(30)

Met het oog op transparantie en uniformiteit tussen de lidstaten moet een centraal elektronisch Unieregister van geografische aanduidingen, geregistreerd als beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding, worden opgezet en bijgehouden. Het geregeld geactualiseerde register moet informatie verstrekken aan consumenten en aan degenen die betrokken zijn bij de handel in alle soorten geografische aanduidingen die in dat register zijn opgenomen. Het register moet een elektronische databank zijn die wordt opgeslagen in een informatiesysteem, en moet voor het publiek toegankelijk zijn. Het EUIPO moet, voortbouwend op zijn ervaring met het beheer van andere registers van intellectuele-eigendomsrechten, het Unieregister bijhouden en actualiseren met betrekking tot registraties, wijzigingen en annuleringen van geografische aanduidingen.

(31)

De Unie onderhandelt met haar handelspartners over internationale overeenkomsten, waaronder overeenkomsten die de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen versterken. Om de informatieverstrekking aan het publiek over de bij die internationale overeenkomsten beschermde namen te bevorderen, en met name om ervoor te zorgen dat het gebruik dat van die namen wordt gemaakt, wordt beschermd en gecontroleerd, mogen de namen worden ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen. Tenzij ze in dergelijke internationale overeenkomsten specifiek als beschermde oorsprongsbenamingen worden aangeduid, moeten de namen in het register worden ingeschreven als beschermde geografische aanduidingen.

(32)

Met het oog op de optimale werking van de interne markt is het belangrijk dat producenten en andere betrokken marktdeelnemers, autoriteiten en consumenten snel en gemakkelijk toegang kunnen hebben tot de relevante informatie over een geregistreerde beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding. Die informatie moet, indien van toepassing, informatie omvatten over de identiteit van de op nationaal niveau erkende producentengroepering.

(33)

Aan in het Unieregister van geografische aanduidingen opgenomen namen moet bescherming worden verleend teneinde te garanderen dat ze eerlijk worden gebruikt en ter voorkoming van praktijken die de consument kunnen misleiden. Om de bescherming van geografische aanduidingen te versterken en inbreuken doeltreffender te bestrijden, moet de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen gelden voor alle domeinnamen die in de Unie toegankelijk zijn, ongeacht de plaats waar de desbetreffende registers zijn opgezet.

(34)

Om vast te stellen of producten vergelijkbaar zijn met de door een geografische aanduiding aangewezen producten, moet met alle relevante factoren rekening worden gehouden. Zo moet onder meer worden nagegaan of de producten gemeenschappelijke objectieve kenmerken hebben, zoals de productiemethode, het fysieke uiterlijk of het gebruik van dezelfde grondstof; onder welke omstandigheden de producten vanuit het oogpunt van het relevante publiek worden gebruikt; of ze vaak via dezelfde kanalen worden verspreid; en of ze aan soortgelijke afzetregels onderworpen zijn.

(35)

Voortbouwend op de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie kan de evocatie van een geografische aanduiding met name ontstaan wanneer een term, teken of ander etiketterings- of verpakkingsmiddel in de geest van de normaal geïnformeerde, omzichtige en oplettende gemiddelde Europese consument een verband vertoont met het product dat met de geregistreerde geografische aanduiding wordt aangewezen.

(36)

In het licht van de handelspraktijken en de rechtspraak van de Unie is duidelijkheid vereist over het gebruik van een geografische aanduiding in de verkoopbenaming van een verwerkt product waarvan het met de geografische aanduiding aangewezen product een ingrediënt is. Er moet worden gewaarborgd dat dat gebruik geschiedt in overeenstemming met eerlijke handelspraktijken en de reputatie van het product met de geografische aanduiding niet afzwakt, verwatert of schaadt. Daartoe moeten voorwaarden worden toegevoegd voor de kwaliteiten die door de geografische aanduiding als ingrediënt aan het verwerkte levensmiddel worden toegekend. Bovendien moeten de producenten van voorverpakte levensmiddelen de erkende producentengroepering, indien een dergelijke groepering bestaat, daarvan in kennis stellen voordat zij de geografische aanduiding in de naam van het voorverpakte levensmiddel beginnen te gebruiken. Een dergelijke aanpak is in overeenstemming met de doelstellingen om de bescherming van de geografische aanduidingen en de rol van de erkende producentengroeperingen te versterken. Met het oog op de verwezenlijking van die doelstellingen moeten de lidstaten aanvullende nationale procedureregels kunnen handhaven of invoeren die van toepassing zijn op interne situaties waarin de producent van voorverpakte levensmiddelen en de erkende producentengroepering op hun grondgebied gevestigd zijn, in overeenstemming met de Verdragen en de rechtspraak, en zonder het vrije verkeer van goederen en de vrijheid van vestiging te belemmeren. Voorts kunnen de erkende producentengroepering en de producent van voorverpakte levensmiddelen, met inachtneming van het beginsel van contractuele vrijheid, een overeenkomst sluiten over specifieke technische en visuele elementen van de presentatie van de geografische aanduiding van het ingrediënt in de naam van het voorverpakte levensmiddel.

(37)

Regels inzake het voortgezette gebruik van generieke termen moeten zodanig worden verduidelijkt dat generieke termen die lijken op of deel uitmaken van een beschermde naam of aanduiding, hun generieke status behouden.

(38)

Het toepassingsgebied van de uit hoofde van deze verordening verleende bescherming moet worden verduidelijkt, met name met betrekking tot de beperkingen op de inschrijving van nieuwe merken zoals bedoeld in Richtlijn (EU) 2015/2436 van het Europees Parlement en de Raad (11) en Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad (12) die strijdig zijn met de registratie van geografische aanduidingen. Een dergelijke verduidelijking is ook noodzakelijk met betrekking tot de houders van oudere intellectuele-eigendomsrechten, in het bijzonder die welke betrekking hebben op als geografische aanduiding geregistreerde merken en homonieme namen.

(39)

De relatie tussen merken en geografische aanduidingen moet worden verduidelijkt met betrekking tot de criteria voor de afwijzing van merkaanvragen, de ongeldigverklaring van merken en het naast elkaar bestaan van merken en geografische aanduidingen.

(40)

Geografische aanduidingen kunnen ook als merk worden geregistreerd voor zover een en ander verenigbaar is met deze verordening. Deze verordening doet derhalve geen afbreuk aan de nationale voorschriften met betrekking tot de boekhoudkundige waardering van die merken en de opneming ervan in de jaarlijkse balans van producenten en producentengroeperingen.

(41)

Producentengroeperingen spelen een cruciale rol in de aanvraagprocedure voor de registratie van geografische aanduidingen en het beheer van hun geografische aanduidingen. Producentengroeperingen kunnen zich bij het opstellen van hun aanvraag laten bijstaan door belanghebbende partijen, zoals regionale en lokale autoriteiten. Zij moeten worden toegerust met de middelen om de specifieke kenmerken van hun producten beter te identificeren en te vermarkten. De rol van de producentengroepering moet daarom worden verduidelijkt.

(42)

Aangezien producenten van producten met een geografische aanduiding doorgaans kleine of middelgrote ondernemingen zijn, worden ze geconfronteerd met concurrentie van andere marktdeelnemers in de voedselvoorzieningsketen, wat kan leiden tot oneerlijke concurrentie tussen lokale producenten en producenten die op grotere schaal actief zijn. In dat verband is het, ten behoeve van alle betrokken producenten, noodzakelijk om één enkele producentengroepering toe te staan specifieke acties uit te voeren namens de producenten. Daartoe moet een categorie van de erkende producentengroepering worden ingevoerd. In aanvulling op de algemene voorschriften inzake producentengroeperingen, die dienovereenkomstig ook van toepassing moeten zijn op erkende producentengroeperingen, moeten de criteria om als erkende producentengroepering te worden aangemerkt en de gerelateerde specifieke aanvullende rechten worden vastgelegd, met name om erkende producentengroeperingen de juiste instrumenten te bieden om hun intellectuele-eigendomsrechten beter te doen gelden tegenover oneerlijke praktijken en praktijken die waardevermindering veroorzaken. In dat verband moeten erkende producentengroeperingen alle producenten van de met de betrokken geografische aanduidingen aangewezen producten kunnen vertegenwoordigen en namens hen kunnen optreden. Zij moeten tevens worden belast met de uitvoering van een aantal in deze verordening genoemde specifieke taken, met name omdat de gevolgen of schaal van die taken betrekking hebben op alle producenten van het product. Daartoe wordt de scheiding tussen het nationale, het regionale en het lokale niveau opgevat in overeenstemming met de constitutionele structuur en het nationale recht van de lidstaten. De bepalingen inzake erkende producentengroeperingen zijn geïnspireerd op de reeds lang bestaande systemen in verschillende lidstaten. Die systemen hebben aangetoond dat de erkende producentengroepering een waardevol instrument is om het collectieve beheer en de bescherming van geografische aanduidingen te verbeteren, en dat derhalve moet worden behouden. Deze verordening moet dan ook voorzien in de nodige regelgevingsinstrumenten voor lidstaten die op een bepaald moment een dergelijk systeem wensen in te voeren.

(43)

Voor geografische aanduidingen waarvan het geografisch gebied in meerdere lidstaten is gelegen, moet, met instemming van de betrokken lidstaten, één enkele producentengroepering worden erkend. In het licht van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (13), moet dezelfde regeling van toepassing zijn met betrekking tot het grondgebied van Noord-Ierland.

(44)

Gelet op de waardevolle en voortdurende bijdrage van verenigingen van producentengroeperingen aan de promotie en popularisering van het systeem van geografische aanduidingen, moeten de rol en de taken van dergelijke verenigingen worden vastgelegd.

(45)

Teneinde de handhaving van geografische aanduidingen op de markten te verbeteren, moet de relatie tussen internetdomeinnamen en de bescherming van geografische aanduidingen worden verduidelijkt wat betreft het toepassingsgebied van de corrigerende maatregelen, de erkenning van geografische aanduidingen bij geschillenbeslechting en het eerlijke gebruik van domeinnamen. In het kader van systemen voor alternatieve geschillenbeslechting moeten de in de Unie ingestelde registers van landcodetopniveaudomeinnamen geografische aanduidingen erkennen als een recht dat bij die geschillen kan worden ingeroepen.

(46)

Om te voorkomen dat er oneerlijke concurrentievoorwaarden ontstaan, moeten alle marktdeelnemers, ook uit derde landen, gebruik kunnen maken van een geregistreerde geografische aanduiding, voor zover het betrokken product aan de vereisten van het desbetreffende productdossier voldoet. Het door de lidstaten opgezette systeem moet ook waarborgen dat marktdeelnemers die de regels volgen, het recht hebben onder de verificatie van de naleving van het productdossier te vallen.

(47)

De symbolen, aanduidingen en afkortingen die een geregistreerde geografische aanduiding aangeven, en de daaruit voortvloeiende rechten met betrekking tot de Unie, moeten worden beschermd in de Unie en in derde landen, om te garanderen dat ze op authentieke producten worden gebruikt en dat consumenten niet worden misleid in verband met de kwaliteiten van de producten.

(48)

De etikettering van gedistilleerde dranken en landbouwproducten moet in overeenstemming zijn met de algemene voorschriften van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (14), en met name met de bepalingen ter voorkoming van etikettering die de consument kan verwarren of misleiden.

(49)

Het gebruik van symbolen van de Unie op de verpakking (etikettering en reclamemateriaal) van met een geografische aanduiding aangewezen landbouwproducten moet verplicht worden gesteld, om de consument beter vertrouwd te maken met die categorie producten en de daaraan verbonden waarborgen, en om de herkenbaarheid van die producten op de markt te vergroten en daardoor controles te vergemakkelijken. Gezien de specifieke aard van die producten moeten de bijzondere bepalingen inzake etikettering voor gedistilleerde dranken worden behouden. Het gebruik van die symbolen of aanduidingen van de Unie moet facultatief blijven voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten uit derde landen. De etiketteringsvoorschriften voor beschermde oorsprongsbenamingen (BOB) en beschermde geografische aanduidingen (BGA) in de wijnsector moeten worden gehandhaafd in Verordening (EU) nr. 1308/2013, waarbij moet worden verduidelijkt dat de afkortingen “BOB” en “BGA” ook op het etiket mogen worden aangebracht.

(50)

Om de producenten van met een geografische aanduiding aangewezen producten zichtbaarheid te geven, moet het verplicht zijn om op het etiket de naam van de producent of, in het geval van landbouwproducten, de naam van de marktdeelnemer te vermelden.

(51)

De toegevoegde waarde van geografische aanduidingen is gebaseerd op het vertrouwen van de consument. Het systeem van geografische aanduidingen berust in hoge mate op zelfcontrole, zorgvuldigheid en individuele verantwoordelijkheid van de producenten, terwijl het de taak van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten is om de nodige maatregelen te nemen om het gebruik van namen van producten die in strijd zijn met de regels inzake geografische aanduidingen, te voorkomen of te beëindigen. De rol van de Commissie bestaat erin de lidstaten te controleren op basis van een risicoanalyse. Geografische aanduidingen moeten worden onderworpen aan het systeem van officiële controles, overeenkomstig de beginselen van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (15), dat een systeem van controles in alle stadia van de productie, verwerking en distributie moet omvatten. Elke marktdeelnemer moet worden onderworpen aan een controlesysteem waarmee de naleving van het productdossier wordt geverifieerd. Rekening houdend met het feit dat wijn onderworpen is aan de specifieke controles die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 1308/2013, moet deze verordening enkel voorzien in controles voor gedistilleerde dranken en landbouwproducten.

(52)

Om hun onpartijdigheid en doeltreffendheid te garanderen moeten de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen voor de verificatie van de naleving van het productdossier, aan een aantal operationele criteria voldoen. Er moeten bepalingen worden overwogen om bepaalde officiële controletaken te delegeren aan gedelegeerde en productcertificeringsinstanties en natuurlijke personen om de taak van de controleautoriteiten te vergemakkelijken en het systeem doeltreffender te maken. Informatie over de bevoegde autoriteiten, gedelegeerde en productcertificeringsinstanties en natuurlijke personen moet openbaar worden gemaakt om transparantie te waarborgen en belanghebbenden in staat te stellen contact met hen op te nemen.

(53)

Er moeten Europese normen van de Europese Commissie voor Normalisatie en internationale normen van de Internationale Organisatie voor Normalisatie worden gehanteerd voor de accreditatie van de gedelegeerde en productcertificeringsinstanties, die die normen op hun beurt moeten hanteren bij hun werkzaamheden. De accreditatie van die instanties moet plaatsvinden in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (16).

(54)

De handhaving van geografische aanduidingen op de markt, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, is belangrijk om frauduleuze en bedrieglijke praktijken te voorkomen en een doeltreffende bestrijding van namaak mogelijk te maken, en er aldus voor te zorgen dat producenten naar behoren worden beloond voor de toegevoegde waarde van hun producten met een geografische aanduiding en dat illegale gebruikers van die geografische aanduidingen ervan worden weerhouden hun producten te verkopen. Controles op de markt moeten worden uitgevoerd op basis van risicobeoordelingen of kennisgevingen van marktdeelnemers of bevoegde autoriteiten teneinde de conformiteit te waarborgen met het productdossier of enig document of een gelijkwaardig document, zoals de samenvatting van het productdossier. Er moeten passende, doeltreffende en evenredige administratieve en juridische stappen worden ondernomen ter voorkoming of beëindiging van het gebruik van namen voor producten of diensten die in strijd zijn met de beschermde geografische aanduidingen of die niet eerbiedigen.

(55)

Gezien het toegenomen gebruik van online intermediaire diensten verdient de handhaving van de bescherming van geografische aanduidingen tegen domeinnamen die inbreuk plegen op die bescherming bijzondere aandacht. De bevoegde nationale autoriteiten moeten over de instrumenten beschikken om adequaat te reageren op een in het kader van deze verordening vastgestelde inbreuk op de bescherming van een geografische aanduiding door een geregistreerde domeinnaam. Daarom moeten die autoriteiten bij de uitoefening van hun officiële controletaken passende maatregelen kunnen nemen om domeinnamen die in strijd met de bescherming van geografische aanduidingen zijn geregistreerd, vanaf hun grondgebied ontoegankelijk te maken, rekening houdend met het evenredigheidsbeginsel en de rechten en belangen van de betrokken partijen. Die maatregelen moeten in overeenstemming zijn met ander toepasselijk Unierecht, zoals Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (17).

(56)

Intermediaire diensten, in het bijzonder onlineplatforms, worden steeds vaker gebruikt voor de verkoop van producten, ook die met een geografische aanduiding, en kunnen in sommige gevallen een belangrijke ruimte vormen voor het voorkomen van fraude. Informatie met betrekking tot reclame, promotie en verkoop van goederen die in strijd is met de bescherming van geografische aanduidingen, moet uit hoofde van Verordening (EU) 2022/2065 als illegale inhoud worden beschouwd. In dat verband voorziet deze verordening in de identificatie van dergelijke illegale inhoud en in mogelijke maatregelen die door de nationale autoriteiten moeten worden genomen.

(57)

Aangezien een met een geografische aanduiding aangewezen product dat in een lidstaat is geproduceerd, in een andere lidstaat kan worden verkocht, moet worden gezorgd voor administratieve bijstand tussen de lidstaten om doeltreffende controles mogelijk te maken en moeten de praktische aspecten van die bijstand worden geregeld.

(58)

Met het oog op de optimale werking van de interne markt is het belangrijk dat producenten in verschillende contexten snel en gemakkelijk kunnen aantonen dat ze een beschermde naam mogen gebruiken, bijvoorbeeld tijdens douanecontroles, marktinspecties of op vraag van handelaren. Daartoe moet een verklaring van naleving van het productdossier ter beschikking van de marktdeelnemer worden gesteld.

(59)

In het licht van de bestaande praktijk moeten de twee verschillende instrumenten ter aanduiding van het verband tussen een product en zijn geografische oorsprong, namelijk de oorsprongsbenaming en de geografische aanduiding, behouden blijven. De regels voor en definities van planten- en dierenrassen moeten worden verduidelijkt om beter inzicht te krijgen in het verband tussen die rassen en geografische aanduidingen in geval van strijdigheid. De regels inzake het betrekken van diervoeder en grondstoffen moeten ongewijzigd blijven.

(60)

Voor beschermde oorsprongsbenamingen bestaat het verband tussen de geografische omgeving en de uitsluitend of hoofdzakelijk aan die omgeving toe te schrijven specifieke kwaliteit of kenmerken van het product doorgaans uit verschillende elementen. Tijdelijke wijzigingen waarbij gedurende een beperkte periode ontheffing wordt verleend van de eis om minstens 50 % van het diervoeder uit het geografische gebied te betrekken, mogen alleen worden goedgekeurd indien zij alle andere elementen van dat verband onverlet laten, anders zou de benaming ongeldig worden en zouden onder de beschermde naam producten op de markt worden gebracht die helemaal niet de met het geografische gebied verband houdende specifieke kwaliteit of kenmerken bezitten.

(61)

Een product met een geografische aanduiding moet voldoen aan bepaalde voorwaarden die in het productdossier zijn opgenomen. Om ervoor te zorgen dat die informatie ook voor belanghebbende partijen gemakkelijk te begrijpen is, moet het productdossier in een enig document worden samengevat.

(62)

De specifieke doelstelling van de regeling voor gegarandeerde traditionele specialiteiten bestaat erin producenten van traditionele producten behulpzaam te zijn bij het kenbaar maken van de waardetoevoegende eigenschappen van hun producten aan de consument. Om te voorkomen dat er oneerlijke concurrentievoorwaarden ontstaan, moeten alle producenten, ook die uit derde landen, de mogelijkheid hebben een geregistreerde naam van een gegarandeerde traditionele specialiteit te gebruiken, op voorwaarde dat het product in kwestie aan de vereisten van het desbetreffende productdossier voldoet en dat de producent aan een controlesysteem onderworpen is.

(63)

Aangezien er geen algemene internationale verplichting bestaat om regelingen voor gegarandeerde traditionele specialiteiten van derde landen te erkennen, en aangezien deze verordening uitsluitend binnen de Unie van toepassing is, moeten de traditionele praktijken met betrekking tot de wijze van productie, verwerking of samenstelling en het traditionele gebruik van grondstoffen of ingrediënten van een product dat is aangeduid met een naam die in aanmerking komt voor registratie als gegarandeerde traditionele specialiteit, worden opgevat als verwijzingen naar dergelijke praktijken of een dergelijk gebruik binnen de Unie. Dat moet eveneens gelden voor aanvragen uit derde landen.

(64)

Aangezien slechts enkele namen zijn geregistreerd, is de huidige regeling voor gegarandeerde traditionele specialiteiten onder de verwachtingen gebleven. De bestaande bepalingen moeten daarom beter, duidelijker en scherper worden zodat de regeling inzichtelijker, handzamer en aantrekkelijker wordt voor potentiële aanvragers. Om ervoor te zorgen dat namen van echte traditionele producten worden geregistreerd, moeten de criteria en voorwaarden voor de registratie van een naam worden aangepast, met name door het schrappen van de voorwaarde dat gegarandeerde traditionele specialiteiten een specifiek karakter moeten hebben.

(65)

Om ervoor te zorgen dat gegarandeerde traditionele specialiteiten in overeenstemming zijn met het productdossier, moeten de in groeperingen verenigde producenten zelf het product in een productdossier omschrijven. Ook producenten uit derde landen moet de mogelijkheid worden geboden een naam als gegarandeerde traditionele specialiteit te laten registreren.

(66)

Met het oog op transparantie moeten gegarandeerde traditionele specialiteiten in het Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten worden opgenomen.

(67)

Bij gegarandeerde traditionele specialiteiten die binnen de Unie zijn geproduceerd, moet het symbool van de Unie op het etiket worden aangebracht en moet het mogelijk zijn om het te combineren met de vermelding “gegarandeerde traditionele specialiteit”. Het gebruik van de namen, het symbool en de aanduiding van de Unie moet dienovereenkomstig worden gereguleerd om een uniforme aanpak in de hele interne markt te waarborgen.

(68)

Gegarandeerde traditionele specialiteiten moeten doeltreffend worden beschermd op de markt, zodat hun producenten naar behoren worden beloond voor hun toegevoegde waarde en illegale gebruikers van gegarandeerde traditionele specialiteiten ervan worden weerhouden hun producten te verkopen.

(69)

Om misleiding van de consument te vermijden moeten gegarandeerde traditionele specialiteiten worden beschermd tegen elke vorm van misbruik of imitatie, ook wat betreft producten die als ingrediënt worden gebruikt, en tegen alle andere misleidende praktijken. Met hetzelfde doel moeten regels worden vastgesteld voor specifieke vormen van gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten, in het bijzonder wat betreft het gebruik van termen die in de Unie generiek zijn, etikettering die geheel of gedeeltelijk bestaat uit een plantenras- of dierenrasbenaming, en merken.

(70)

De procedures voor de registratie, wijziging van het productdossier en annulering van de registratie van gegarandeerde traditionele specialiteiten van oorsprong uit de Unie, met inbegrip van bezwaarprocedures, moeten door de lidstaten en de Commissie worden uitgevoerd. De lidstaten en de Commissie moeten verantwoordelijk zijn voor verschillende fasen van elke procedure. De lidstaten moeten verantwoordelijk zijn voor de eerste fase van de procedure, bestaande uit het ontvangen van de producentengroepering, het beoordelen ervan, met inbegrip van het organiseren van een nationale bezwaarprocedure, en, op basis van de resultaten van die beoordeling, het indienen van de aanvraag tot registratie op Unieniveau bij de Commissie. De Commissie moet verantwoordelijk zijn voor het onderzoek van de aanvraag, met inbegrip van het voeren van een wereldwijde bezwaarprocedure, en het nemen van een besluit over het al dan niet verlenen van bescherming aan de gegarandeerde traditionele specialiteit. De bescherming uit hoofde van deze verordening, die vanaf de registratie wordt geboden, moet eveneens beschikbaar worden gesteld voor gegarandeerde traditionele specialiteiten uit derde landen die aan de desbetreffende criteria voldoen en die bescherming genieten in hun land van oorsprong. De Commissie moet ook de overeenkomstige procedures voor gegarandeerde traditionele specialiteiten van oorsprong uit derde landen uitvoeren.

(71)

De regeling inzake facultatieve kwaliteitsaanduidingen is ingevoerd bij Verordening (EU) nr. 1151/2012. Ze heeft betrekking op specifieke horizontale kenmerken van een of meer categorieën producten, landbouwproductiemethoden of verwerkingseigenschappen die van toepassing zijn in specifieke gebieden. De facultatieve kwaliteitsaanduiding “product uit de bergen” voldeed aan de voorwaarden voor facultatieve kwaliteitsaanduidingen en is bij die verordening ingevoerd. Die facultatieve kwaliteitsaanduiding heeft bergproducenten een doeltreffend instrument geboden om de afzet van hun producten te verbeteren en het feitelijke risico te beperken dat er bij de consument verwarring ontstaat omtrent het uit de bergen afkomstig zijn van producten op de markt. De mogelijkheid voor producenten om facultatieve kwaliteitsaanduidingen te gebruiken, moet worden behouden, aangezien de regeling in de lidstaten nog voor verbetering vatbaar is.

(72)

De bepalingen betreffende geografische aanduidingen voor wijn in Verordening (EU) nr. 1308/2013 en voor gedistilleerde dranken in Verordening (EU) 2019/787 moeten worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de in deze verordening vastgelegde gemeenschappelijke regels inzake de registratie, wijziging, annulering, bescherming en handhaving van geografische aanduidingen en bezwaren daartegen en, voor gedistilleerde dranken, inzake de controles waarin deze verordening voorziet.

(73)

Voor wijn zijn aanvullende wijzigingen nodig in de definitie van beschermde geografische aanduidingen om die in overeenstemming te brengen met de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS) van de WTO, waarin een geografische aanduiding waarvan het geografisch gebied overeenkomt met het gehele grondgebied van een land niet als uitzonderlijk geval is gedefinieerd. Hoewel een beschermde geografische aanduiding in de wijnsector die het hele grondgebied van een land bestrijkt, niet langer als uitzonderlijk geval moet worden gerechtvaardigd, verdient een dergelijke aanduiding niettemin een zorgvuldig onderzoek in het licht van de registratievoorwaarden, met name als het om zeer grote gebieden gaat. De afstemming op de definitie van geografische aanduiding in TRIPS mag niet tot gevolg hebben dat in de wijnsector creatieve of fictieve namen worden geregistreerd. Een naam die geen geografische benaming omvat, maar impliciet de plaats, de regio of het land van oorsprong van het product aangeeft, moet worden geacht in aanmerking te komen voor registratie.

(74)

Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad (18) betreffende de uitvoering van de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (“de Akte van Genève”) in de Unie moet worden gewijzigd om de erkende producentengroepering een grotere rol toe te kennen in de procedure voor de registratie van geografische aanduidingen van de Unie in het internationale register uit hoofde van de Akte van Genève. Verordening (EU) 2019/1753 moet ook worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat oorsprongsbenamingen van de zeven lidstaten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon in verband met producten die niet binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1151/2012 maar wel binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, ook kunnen worden geregistreerd op grond van de Akte van Genève.

(75)

Om bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot: het vastleggen van gedetailleerde procedures en termijnen voor de bezwaarprocedure; het vaststellen van bepalingen inzake wijzigingen op Unieniveau van productdossiers van geografische aanduidingen waarvoor geen enig document is gepubliceerd, inzake de ontvankelijkheid van aanvragen voor wijzigingen op Unieniveau, inzake het verband tussen Unie- en standaardwijzigingen en inzake standaardwijzigingen; het vaststellen van aanvullende voorschriften inzake het gebruik van geografische aanduidingen in de naam van verwerkte producten, onder verwijzing naar het gebruik van vergelijkbare ingrediënten en de criteria inzake de wezenlijke kenmerken van verwerkte producten; het belasten van het EUIPO met het opzetten en beheren van een informatie- en waarschuwingssysteem voor domeinnamen; het vaststellen van beperkingen en afwijkingen ten aanzien van het slachten van levende dieren of ten aanzien van het betrekken van grondstoffen; het vaststellen van regels ter bepaling van het gebruik van een plantenras- of dierenrasbenaming; het vaststellen van regels ter beperking van de informatie in het productdossier voor geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten; de nadere bepaling van de ontvankelijkheidscriteria voor gegarandeerde traditionele specialiteiten; het aanvullen van de regels voor de bezwaarprocedure voor gegarandeerde traditionele specialiteiten teneinde nadere procedures en termijnen vast te leggen; het aanvullen van de regels over de procedure voor wijzigingsaanvragen voor gegarandeerde traditionele specialiteiten; het aanvullen van de voorschriften inzake het gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten in de naam van verwerkte producten, onder verwijzing naar het gebruik van vergelijkbare ingrediënten en naar de criteria inzake de wezenlijke kenmerken van verwerkte producten; het vaststellen van nadere regels over de criteria voor facultatieve kwaliteitsaanduidingen; het reserveren van een aanvullende facultatieve kwaliteitsaanduiding, waarmee de gebruiksvoorwaarden ervan worden vastgelegd; uitzonderingen op het gebruik van de aanduiding “product uit de bergen” en het vastleggen van de productiemethoden en andere criteria die relevant zijn voor het gebruik van die facultatieve kwaliteitsaanduiding, met name met betrekking tot de bepaling van de voorwaarden waaronder grondstoffen of diervoeders van buiten het berggebied mogen komen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (19). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(76)

Bij de uitvoering van de in deze verordening vastgelegde voorschriften inzake geografische aanduidingen, gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen moet de Commissie worden bijgestaan door een comité, bestaande uit afgevaardigden van de lidstaten.

(77)

Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend met betrekking tot het volgende:

wat geografische aanduidingen betreft: het specificeren van de technische presentatie van, en de onlinetoegang tot, de indeling van de met een geografische aanduiding aangewezen producten overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur; het specificeren van het format en de onlinepresentatie van de begeleidende documentatie en het uitsluiten of anonimiseren van persoonsgegevens; het vaststellen van nadere regels inzake procedures, de vorm en presentatie van aanvragen tot registratie op Unieniveau, met inbegrip van aanvragen die betrekking hebben op meer dan één nationaal grondgebied; het specificeren van het format en de presentatie van bezwaren en het uitsluiten of anonimiseren van persoonsgegevens; het specificeren van het format en de presentatie van kennisgevingen van opmerkingen; het toekennen van een overgangsperiode om het gebruik van een geregistreerde naam toe te staan naast andere namen die anders in strijd zouden zijn met een geregistreerde naam, en het verlengen van die overgangsperiode; het afwijzen van een aanvraag; het besluit inzake de registratie van een geografische aanduiding indien geen overeenstemming is bereikt; het registreren van geografische aanduidingen die betrekking hebben op producten van derde landen die zijn beschermd uit hoofde van een internationale overeenkomst waarbij de Unie een overeenkomstsluitende partij is; het specificeren van de inhoud en presentatie van het Unieregister van geografische aanduidingen; het specificeren van het format en de onlinepresentatie van uittreksels uit het Unieregister van geografische aanduidingen en het uitsluiten of anonimiseren van persoonsgegevens; het vaststellen van nadere regels inzake de procedures, vorm en presentatie van wijzigingsaanvragen op Unieniveau en inzake procedures, de vorm en mededeling aan de Commissie van een standaardwijziging; het annuleren van de registratie van een geografische aanduiding; het vaststellen van nadere regels inzake de procedures en vorm van de annulering van een registratie en inzake de indiening van annuleringsverzoeken; het schrappen uit het Unieregister van geografische aanduidingen waarvan de registratie in strijd is met de bepalingen inzake homonieme namen; het specificeren van de technische kenmerken van de symbolen van de Unie, alsook van de technische regels inzake het gebruik ervan en het gebruik van aanduidingen en afkortingen op producten die met een geregistreerde geografische aanduiding in de handel zijn gebracht, met inbegrip van taalversies; het specificeren van de mededeling die derde landen aan de Commissie moeten verstrekken; de regelingen voor de monitoring en verificatie van de onder het productdossier vallende activiteit; het vaststellen van nadere regels over de aard en de soort van de uit te wisselen informatie en de methoden voor informatie-uitwisseling in het kader van wederzijdse bijstand met het oog op controles en handhaving; het vaststellen van nadere regels over de vorm en inhoud van de verklaring van naleving en de opneming in de lijst, over de vormen waarin zij door de marktdeelnemers of handelaren beschikbaar moeten worden gesteld voor controle of in het kader van de bedrijfsuitoefening, en over de omstandigheden, en de vormen, waarin een gelijkwaardige verklaring vereist is in het geval van producten van oorsprong uit derde landen; het vaststellen van regels inzake de vorm van het productdossier van geografische aanduidingen van landbouwproducten; het specificeren van het format en de onlinepresentatie van het enig document van geografische aanduidingen van landbouwproducten en het uitsluiten of anonimiseren van persoonsgegevens;

wat gegarandeerde traditionele specialiteiten betreft: het vaststellen van regels inzake de vorm van het productdossier; het specificeren van de inhoud en de presentatie van het Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten; het specificeren van de technische kenmerken van de symbolen van de Unie, alsook van de technische regels inzake het gebruik ervan en het gebruik van de aanduiding en de afkorting op producten die onder een gegarandeerde traditionele specialiteit in de handel worden gebracht, met inbegrip van taalversies; het bepalen van procedurele vereisten voor de bescherming van gegarandeerde traditionele specialiteiten; het vaststellen van nadere regels inzake procedures, de vorm en de indiening van registratieaanvragen, met inbegrip van aanvragen die betrekking hebben op meer dan één nationaal grondgebied, van aanvragen tot wijziging van een productdossier en van aanvragen tot annulering van een registratie; het specificeren van het format en de presentatie van bezwaren en het uitsluiten of anonimiseren van persoonsgegevens; het verlenen van overgangsperioden voor het gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten; het afwijzen van een registratieaanvraag; het besluit inzake de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit indien er geen overeenstemming is bereikt; het annuleren van de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit; het specificeren van de mededeling die derde landen aan de Commissie moeten verstrekken met betrekking tot de bevoegde autoriteiten en de productcertificeringsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de controles; het vaststellen van nadere regels over de aard en de soort van de informatie die tussen de lidstaten moet worden uitgewisseld en de methoden daarvoor, met het oog op controles en handhaving; en het vaststellen van nadere regels over de vorm en inhoud van de verklaring van naleving en de opneming in de lijst, en over de omstandigheden, en de vormen, waarin zij door de marktdeelnemers of handelaren beschikbaar moeten worden gesteld voor controle of in het kader van de bedrijfsuitoefening, ook in het geval van producten van oorsprong uit derde landen;

wat facultatieve kwaliteitsaanduidingen betreft: het vaststellen van de nodige technische voorschriften voor de kennisgeving van de facultatieve kwaliteitsaanduidingen; en het vaststellen van regels met betrekking tot formulieren, procedures of andere technische details die nodig zijn voor het gebruik van facultatieve kwaliteitsaanduidingen;

wat oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen in de wijnsector uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013 betreft: de vorm van het productdossier, het vaststellen van het format en de onlinepresentatie van het enig document, en de uitsluiting of anonimisering van persoonsgegevens; de door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken mededeling, de regels inzake de autoriteit die belast is met de controle op de naleving van het productdossier in verband met beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, ook wanneer het geografisch gebied zich in een derde land bevindt, en de door de lidstaten uit te voeren controles ter verificatie van de naleving van het productdossier, met inbegrip van tests;

wat traditionele aanduidingen in de wijnsector uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013 betreft: de door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken mededeling, de regels inzake de autoriteit die belast is met de controle op de naleving van de definitie van de traditionele aanduiding en, indien relevant, de voorwaarden voor het gebruik van traditionele aanduidingen, de maatregelen die de lidstaten moeten nemen om onrechtmatig gebruik van beschermde traditionele aanduidingen te voorkomen, en de door de lidstaten te verrichten controles voor verificatie van de naleving van de voorschriften; de ongeldigverklaring en de schrapping uit het register van beschermde traditionele aanduidingen van in strijd met deze verordening geregistreerde traditionele aanduidingen;

wat gedistilleerde dranken uit hoofde van Verordening (EU) 2019/787 betreft: de vorm van het productdossier, het vaststellen van het format en de onlinepresentatie van het enig document en de uitsluiting of anonimisering van persoonsgegevens;

wat de toepassing van de Akte van Genève in de Unie betreft: de machtiging voor een lidstaat die partij is bij de Overeenkomst van Lissabon en bereid is zijn oorsprongsbenamingen uit hoofde van de Akte van Genève te registreren, om de nodige wijzigingen aan te brengen en het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (“het internationaal bureau”) daarvan in kennis te stellen, zoals bepaald in Verordening (EU) 2019/1753.

Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (20).

(78)

De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om uitvoeringshandelingen vast te stellen zonder Verordening (EU) nr. 182/2011 toe te passen met betrekking tot: de registratie van een naam indien er geen ontvankelijk bezwaar is of, in het geval van een ontvankelijk bezwaar, wanneer overeenstemming is bereikt over geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten, en, indien nodig, de wijziging van de bekendgemaakte informatie, op voorwaarde dat het niet om substantiële wijzigingen gaat; het opzetten en bijhouden van een openbaar toegankelijk elektronisch register van geografische aanduidingen en elektronisch register van gegarandeerde traditionele specialiteiten; het toekennen van een overgangsperiode voor het gebruik van geografische aanduidingen na een bezwaar dat in het kader van de nationale procedure is ingediend; en het specificeren van de wijze waarop de naam en het adres van de bevoegde autoriteiten en gedelegeerde instanties moeten worden gemaakt voor gegarandeerde traditionele specialiteiten.

(79)

De Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en Verordening (EU) nr. 1151/2012 moet daarom worden ingetrokken.

(80)

De beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten die reeds zijn geregistreerd uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1151/2012, de beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen die reeds zijn geregistreerd uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de geografische aanduidingen die reeds zijn geregistreerd uit hoofde van Verordening (EU) 2019/787, moeten beschermd blijven uit hoofde van deze verordening en moeten automatisch in het betreffende register worden opgenomen.

(81)

Er moet worden voorzien in een passend mechanisme voor de vlotte beëindiging van de nationale bescherming van geografische aanduidingen die niet binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1151/2012, maar wel binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Tegelijkertijd moet de registratie van die geografische aanduidingen uit hoofde van deze verordening worden gefaciliteerd door voor die aanduidingen ontheffing te verlenen van de nationale fase van de registratieprocedure. Indien zij uit hoofde van de Overeenkomst van Lissabon worden geregistreerd, moeten die geografische aanduidingen uit hoofde van de Akte van Genève kunnen worden geregistreerd zonder hun rechten van voorrang te verliezen.

(82)

Er moet echter worden voorzien in passende regelingen met het oog op een vlotte overgang van de regels van Verordening (EU) nr. 1151/2012, Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Verordening (EU) 2019/787 naar de regels van deze verordening.

(83)

Het is passend bepalingen vast te stellen om te zorgen voor een soepele overgang van de bij Verordening (EU) nr. 1151/2012 ingestelde regeling naar de bij deze verordening ingestelde regeling, ook wat betreft gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. Die bepalingen hebben tot doel de rechtszekerheid te waarborgen, zodat de autoriteiten van de lidstaten, de producenten, de producentengroeperingen en de andere betrokken personen of entiteiten ondubbelzinnig hun rechten en verplichtingen kunnen kennen en dienovereenkomstig hun voorzieningen kunnen treffen.

(84)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het tot stand brengen van een uniforme bescherming van geografische aanduidingen, alsook de invoering van een systeem voor de bescherming van gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(85)

Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 18 juli 2022 heeft hij een advies uitgebracht,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden de regels inzake de volgende kwaliteitsregelingen vastgelegd:

a)

beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen voor wijn, beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen voor landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen, zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), en geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken;

b)

gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen, zoals vastgelegd in titel III, respectievelijk hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3, voor landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen, zoals bedoeld in artikel 51.

Voor de toepassing van de titels I, II en V, met uitzondering van titel II, hoofdstuk 5, heeft de term “geografische aanduidingen” betrekking op beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen voor wijn, beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen voor landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen, als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), en geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken.

Artikel 2

Definities

1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

“wijn”: de in artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde producten;

b)

“gedistilleerde drank”: een gedistilleerde drank in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) 2019/787;

c)

“etikettering”: voor alle producten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, etikettering zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punt j), van Verordening (EU) nr. 1169/2011;

d)

“productiestap”: elk stap van de productie, met inbegrip van grondstoffen, of van de verwerking, bereiding of rijping, tot het moment waarop het product klaar is om op de markt te worden gebracht;

e)

“marktdeelnemer”: een natuurlijke of rechtspersoon die activiteiten verricht waarvoor een of meer van de in het productdossier vastgelegde verplichtingen gelden;

f)

“verwerkt product”: een verwerkt product zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt o), van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (21);

g)

“gedelegeerde instantie”: een gemachtigde instantie, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 5, van Verordening (EU) 2017/625, die certificeert dat voldaan is aan het productdossier voor producten die zijn aangewezen met een geografische aanduiding of met een gegarandeerde traditionele specialiteit;

h)

“generieke term”: een productnaam die, hoewel hij verband houdt met de plaats, de streek of het land waar het product oorspronkelijk werd geproduceerd of op de markt werd gebracht, de gebruikelijke naam van een product in de Unie is geworden;

i)

“plantenrasbenaming”: aanduiding van een bepaald ras die algemeen wordt gebruikt of officieel is opgenomen in een nationale lijst of een lijst van de Unie, overeenkomstig de Richtlijnen 2002/53/EG (22) 2002/55/EG (23), 2008/90/EG (24) van de Raad of Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad (25), in de taal of talen waarin ze wordt gebruikt of is geregistreerd, op de datum van de aanvraag tot registratie van de betrokken geografische aanduiding;

j)

“dierenrasbenaming”: de naam van een ras dat onder Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad (26) valt, die is opgenomen in stamboeken of fokregisters. Voor soorten die niet onder die verordening vallen, is dat de naam van een ras dat uit hoofde van het nationale recht in stamboeken of fokregisters is opgenomen. Die naam is vastgelegd in de taal of talen waarin hij in de lijst is opgenomen op de datum van de aanvraag tot registratie van de betrokken geografische aanduiding;

k)

“gecombineerde nomenclatuur”: de goederennomenclatuur die is vastgesteld bij artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2658/87.

2.   Voor de toepassing van titel II wordt verstaan onder:

a)

“productdossier”: het document zoals bedoeld in:

i)

artikel 94 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wijn;

ii)

artikel 22 van Verordening (EU) 2019/787 voor gedistilleerde dranken;

iii)

artikel 49 van deze verordening voor landbouwproducten;

b)

“enig document”: een document waarin het productdossier wordt samengevat en waarnaar wordt verwezen in:

i)

artikel 95 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wijn;

ii)

artikel 23 van Verordening (EU) 2019/787 voor gedistilleerde dranken;

iii)

artikel 50 van deze verordening voor landbouwproducten.

3.   Voor de toepassing van titel III, hoofdstuk 2, wordt onder “traditioneel” verstaan: het aantoonbare historische gebruik van de naam door producenten in een gemeenschap gedurende een periode die de overdracht tussen generaties mogelijk heeft gemaakt. Die periode moet ten minste dertig jaar bedragen en dergelijk gebruik kan door veranderende hygiëne-, veiligheids- en andere relevante praktijken genoodzaakte wijzigingen omvatten.

Artikel 3

Gegevensbescherming

1.   De lidstaten en de Commissie verwerken en publiceren de persoonsgegevens die zij hebben ontvangen in de loop van de procedures voor registratie, goedkeuring van wijzigingen, annulering, bezwaar, toekenning van een overgangsperiode en controle op grond van deze verordening en de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) 2019/787, overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2018/1725 en (EU) 2016/679.

2.   De Commissie is een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2018/1725 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de procedure waarvoor zij bevoegd is overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2019/787 en (EU) nr. 1308/2013 en deze verordening.

3.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn verwerkingsverantwoordelijken in de zin van Verordening (EU) 2016/679 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de procedures waarvoor ze bevoegd zijn overeenkomstig de Verordeningen (EU) 2019/787 en (EU) nr. 1308/2013 en deze verordening.

4.   Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (European Union Intellectual Property Office — EUIPO) is een “verwerker” in de zin van Verordening (EU) 2018/1725 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens die verband houden met het Unieregister van geografische aanduidingen.

TITEL II

GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

Artikel 4

Doelstellingen

Deze titel voorziet in een unitair en exhaustief systeem van geografische aanduidingen ter bescherming van de namen van wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten met kenmerken, attributen of een reputatie die verband houden met hun plaats van productie, teneinde:

a)

ervoor te zorgen dat collectief optredende producenten over de nodige bevoegdheden en verantwoordelijkheden beschikken om de betrokken geografische aanduiding te beheren, onder meer om in te spelen op de maatschappelijke vraag, bijvoorbeeld op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn, naar producten die het resultaat zijn van duurzame productie in haar drie dimensies van economische, milieugerelateerde en sociale waarde, en om op de markt actief en concurrerend te zijn;

b)

bij te dragen tot eerlijke concurrentie en toegevoegde waarde te genereren met als doel die over de hele afzetketen te verdelen, om ervoor te zorgen dat producenten een billijk rendement behalen en over de capaciteit beschikken om te investeren in de kwaliteit, reputatie en duurzaamheid van hun producten, alsook bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het plattelandsontwikkelingsbeleid door steun te verlenen aan landbouw- en verwerkingsactiviteiten, knowhow in stand te houden en specifieke producten te bevorderen waarvan de kwaliteit kan worden toegeschreven aan het geografisch gebied waar zij worden geproduceerd;

c)

ervoor te zorgen dat consumenten betrouwbare informatie en de nodige garanties krijgen over de oorsprong, authenticiteit, kwaliteit, reputatie en andere met de geografische oorsprong of geografische omgeving van die producten verband houdende kenmerken en dat zij die producten gemakkelijk kunnen identificeren op de markt, ook in de elektronische handel;

d)

efficiënte en gebruiksvriendelijke registratie van geografische aanduidingen te waarborgen, rekening houdend met de passende bescherming van intellectuele-eigendomsrechten;

e)

ervoor te zorgen dat controles, de handhaving en het in de handel brengen in de hele Unie, ook in de elektronische handel, doeltreffend verlopen, waarbij de integriteit van de interne markt wordt gewaarborgd; en

f)

bij te dragen tot de doeltreffende bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in verband met die producten op de markten van derde landen.

Artikel 5

Toepassingsgebied

1.   Deze titel heeft betrekking op:

a)

wijn, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt a);

b)

gedistilleerde dranken, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt b); en

c)

landbouwproducten.

Voor de toepassing van deze titel heeft de term “landbouwproducten” betrekking op landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen en visserij- en aquacultuurproducten, die zijn opgenomen in de hoofdstukken 1 tot en met 23 van de gecombineerde nomenclatuur in deel twee van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, en de landbouwproducten onder de rubrieken van de gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij deze verordening, met uitzondering van wijn en gedistilleerde dranken.

2.   De registratie en de bescherming van geografische aanduidingen doen geen afbreuk aan de verplichting van producenten om andere regels van de Unie na te leven, met name die betreffende het in de handel brengen van producten, sanitaire en fytosanitaire regels, de gemeenschappelijke marktordening, de mededingingsregels en de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten.

3.   Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (27) is niet van toepassing op het in deze verordening vastgelegde systeem van geografische aanduidingen.

Artikel 6

Indeling

1.   Met een geografische aanduiding aangewezen producten worden volgens de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld op het niveau van twee, vier, zes of, indien een lidstaat daartoe besluit, acht cijfers. Indien een geografische aanduiding betrekking heeft op producten van meer dan één categorie, wordt elke vermelding gespecificeerd. De productindeling mag alleen worden gebruikt voor statistische, administratieve en registratiedoeleinden, met name ten behoeve van de douaneautoriteiten. Die indeling wordt niet gebruikt ter bepaling van vergelijkbare producten met het oog op bescherming tegen direct en indirect commercieel gebruik zoals bedoeld in artikel 26, lid 1, punt a).

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de technische presentatie van, en onlinetoegang tot, de in lid 1 van dit artikel bedoelde indeling vastleggen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 7

Duurzaamheid

1.   Een producentengroepering of, in voorkomend geval, een erkende producentengroepering kan afspraken maken over duurzame praktijken die moeten worden toegepast bij de productie van het met een geografische aanduiding aangewezen product of bij het verrichten van andere activiteiten waarvoor een of meer van de in het productdossier vastgelegde verplichtingen gelden. Dergelijke praktijken beogen de toepassing, op het gebied van milieugerelateerde, sociale en economische duurzaamheid of van dierenwelzijn, van duurzaamheidsnormen die verder gaan dan hetgeen vereist is in het Unierecht of het nationale recht.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt onder “duurzame praktijk” een praktijk verstaan die bijdraagt tot een of meerdere sociale, economische of milieudoelstellingen, met inbegrip van:

a)

klimaatmitigatie en -adaptatie, duurzaam gebruik en bescherming van landschappen, water en bodem, de transitie naar een circulaire economie, daaronder begrepen vermindering van voedselverspilling, preventie en bestrijding van verontreiniging, en bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen;

b)

de productie van landbouwproducten, op zodanige wijze dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt verminderd en de risico’s van het gebruik daarvan worden beheerst, of dat het gevaar van antimicrobiële resistentie bij de landbouwproductie wordt verminderd;

c)

dierenwelzijn;

d)

een billijk inkomen voor producenten, diversificatie van de activiteiten, bevordering van de lokale landbouwproductie en valorisatie van het plattelandsweefsel en lokale ontwikkeling;

e)

het behoud van de werkgelegenheid in de landbouw door het aantrekken en ondersteunen van jonge producenten en nieuwe producenten van producten met een geografische aanduiding; en

f)

het verbeteren van de arbeids- en veiligheidsvoorwaarden in landbouw en verwerkingsactiviteiten.

3.   Wanneer de producentengroepering of, in voorkomend geval, de erkende producentengroepering besluit dat alle producenten van het betrokken product verplicht zijn de in lid 1 bedoelde duurzame praktijken toe te passen, worden die praktijken opgenomen in het productdossier overeenkomstig de registratie- of wijzigingsprocedure.

Artikel 8

Duurzaamheidsverslag

1.   Een producentengroepering of, in voorkomend geval, een erkende producentengroepering kan op basis van verifieerbare informatie een duurzaamheidsverslag opstellen en regelmatig actualiseren, waarin wordt beschreven welke duurzame praktijken bij de productie van het product worden toegepast en op welke manier de productiemethoden een invloed hebben op de duurzaamheid ten aanzien van de verbintenissen op milieu-, sociaal of economisch gebied of op het gebied van dierenwelzijn, en waarin de nodige informatie wordt verstrekt om duidelijk te maken hoe duurzaamheid de ontwikkeling, prestaties en positie van het product beïnvloedt.

2.   De Commissie maakt het duurzaamheidsverslag openbaar.

Hoofdstuk 2

Registratie van geografische aanduidingen

Artikel 9

Aanvrager in de nationale fase van de registratieprocedure

1.   Aanvragen voor de registratie van geografische aanduidingen mogen enkel worden ingediend door een aanvragende producentengroepering. Een aanvragende producentengroepering is een vereniging, ongeacht haar rechtsvorm, van producenten van hetzelfde product waarvan de naam voor registratie wordt voorgesteld. Overheidsinstanties en andere belanghebbende partijen kunnen helpen bij het opstellen van de aanvraag en bij de desbetreffende procedure.

2.   Voor de toepassing van deze titel kan een door een lidstaat aangewezen autoriteit geacht worden een aanvragende producentengroepering te zijn met betrekking tot geografische aanduidingen van een gedistilleerde drank, indien het voor de betrokken producenten niet haalbaar is om een groepering te vormen om reden van hun aantal, geografische locatie of organisatorische kenmerken. In een dergelijk geval worden die redenen vermeld in de in artikel 10, lid 2, bedoelde aanvraag.

3.   Voor de toepassing van deze titel kan een individuele producent geacht worden een aanvragende producentengroepering te zijn indien wordt aangetoond dat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

die producent is als enige bereid een aanvraag tot registratie van een geografische aanduiding in te dienen;

b)

het betrokken geografische gebied wordt afgebakend op basis van het verband zoals bedoeld in artikel 49, lid 1, punt f), van deze verordening, artikel 94, lid 1, punt i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 22, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2019/787, en niet op basis van eigendomsgrenzen; en

c)

de kenmerken van het betrokken geografische gebied verschillen merkbaar van die van naburige gebieden of de kenmerken van het product verschillen van de producten die in naburige gebieden worden geproduceerd of, in het geval van geografische aanduidingen voor een gedistilleerde drank, de gedistilleerde drank bezit een specifieke kwaliteit, reputatie of ander kenmerk dat duidelijk toe te schrijven is aan zijn geografische oorsprong.

4.   Voor een geografische aanduiding die een grensoverschrijdend geografische gebied aanwijst, kunnen verscheidene aanvragende producentengroeperingen uit verschillende lidstaten of derde landen een gezamenlijke aanvraag voor de registratie van een geografische aanduiding indienen. Een dergelijke gezamenlijke aanvraag wordt tot alle betrokken lidstaten gericht.

Artikel 10

Nationale fase van de registratieprocedure

1.   Een aanvraag tot registratie van een geografische aanduiding voor een product van oorsprong uit de Unie wordt ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van oorsprong van het product.

2.   De in lid 1 bedoelde aanvraag omvat:

a)

het productdossier;

b)

het enig document; en

c)

de in artikel 12, lid 1, bedoelde begeleidende documentatie.

3.   De lidstaat onderzoekt de registratieaanvraag om na te gaan of ze voldoet aan de registratievoorwaarden in de respectieve bepalingen voor wijn, gedistilleerde dranken of landbouwproducten, naargelang het geval.

4.   In het kader van het in lid 3 van dit artikel bedoelde onderzoek organiseert de betrokken lidstaat een nationale bezwaarprocedure. De nationale bezwaarprocedure waarborgt de bekendmaking van de registratieaanvraag, met uitzondering van de in artikel 12, lid 1, punten b) en c), bedoelde documenten, en voorziet in een termijn van ten minste één maand vanaf de datum van bekendmaking waarbinnen elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die is gevestigd of woont in de lidstaat van oorsprong van het betrokken product, bij die lidstaat een bezwaar tegen de registratieaanvraag kan indienen.

5.   De betrokken lidstaat stelt de regels voor de bezwaarprocedure vast. Die regels kunnen criteria omvatten voor de ontvankelijkheid van een bezwaar, een periode van overleg tussen de aanvragende producentengroepering en elke indiener van een bezwaar, en de indiening van een verslag van de aanvragende producentengroepering over het resultaat van het overleg, met inbegrip van eventuele wijzigingen die de aanvragende producentengroepering in de registratieaanvraag heeft aangebracht.

6.   Indien de betrokken lidstaat, na het onderzoek van de registratieaanvraag en na beoordeling van de resultaten van eventueel ontvangen bezwaren en van eventuele met de aanvragende producentengroepering overeengekomen wijzigingen in de aanvraag, van oordeel is dat aan de vereisten van deze verordening is voldaan, kan hij een gunstig besluit nemen en een aanvraag tot registratie op Unieniveau indienen zoals bedoeld in artikel 13.

7.   De betrokken lidstaat zorgt ervoor dat elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang de mogelijkheid heeft beroep in te stellen. De betrokken lidstaat zorgt er ook voor dat een gunstig besluit en het bijbehorende productdossier worden bekendgemaakt en dat het productdossier elektronisch toegankelijk is.

8.   In het geval van een gezamenlijke aanvraag zoals bedoeld in artikel 9, lid 4, wordt de aanvraag tot alle betrokken lidstaten gericht en worden de desbetreffende nationale procedures, met inbegrip van de bezwaarfase, in al die lidstaten uitgevoerd.

Artikel 11

Voorlopige nationale bescherming

1.   Een lidstaat mag tijdelijk voorlopige bescherming op nationaal niveau verlenen aan een naam, met ingang van de datum waarop een aanvraag tot registratie op Unieniveau bij de Commissie is ingediend.

2.   De nationale bescherming eindigt op de datum waarop hetzij de overeenkomstig artikel 21 vastgestelde uitvoeringshandeling waarin over de registratieaanvraag wordt beslist, in werking treedt, hetzij de registratieaanvraag wordt ingetrokken.

3.   Wanneer een naam niet uit hoofde van deze verordening wordt geregistreerd, ligt de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de voorlopige nationale bescherming volledig bij de betrokken lidstaat.

4.   De door de lidstaten overeenkomstig dit artikel genomen maatregelen hebben uitsluitend op nationaal niveau werking en hebben geen gevolgen voor de interne markt of het internationale handelsverkeer.

Artikel 12

Begeleidende documentatie

1.   De begeleidende documentatie bij de registratieaanvraag omvat:

a)

voor zover relevant, informatie over voorgestelde beperkingen op het gebruik of de bescherming van de geografische aanduiding en eventuele door de aanvragende producentengroepering voorgestelde overgangsmaatregelen;

b)

de naam en contactgegevens van de aanvragende producentengroepering;

c)

de naam en contactgegevens van één of meer bevoegde autoriteiten, gedelegeerde of productcertificeringsinstanties of natuurlijke personen die de naleving van het productdossier controleren overeenkomstig:

i)

artikel 116 bis van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wijn;

ii)

artikel 39 van deze verordening voor gedistilleerde dranken en landbouwproducten;

d)

alle andere informatie die de betrokken lidstaat of, indien van toepassing, de aanvragende producentengroepering passend acht.

2.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarbij het format en de onlinepresentatie van de begeleidende documentatie zoals bepaald in lid 1, punten a), b) en c), van dit artikel in de registratieaanvraag op Unieniveau zoals bepaald in artikel 13 worden vastgesteld, en voorziet in de uitsluiting of anonimisering van persoonsgegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 13

Aanvraag tot registratie op Unieniveau

1.   Voor geografische aanduidingen betreffende producten van oorsprong uit de Unie omvat de registratieaanvraag:

a)

het enig document;

b)

de in artikel 12, lid 1, punten a), b) en c), bedoelde begeleidende documentatie;

c)

een verklaring van de lidstaat tot welke de aanvraag in de nationale fase van de registratieprocedure was gericht, waarin wordt bevestigd dat de aanvraag aan de registratievoorwaarden voldoet;

d)

een eventuele overgangsperiode die de nationale autoriteiten na de nationale onderzoeks- en bezwaarprocedure hebben toegestaan of voorgesteld, alsook informatie over de daarmee verband houdende ontvankelijke bezwaren; en

e)

de verwijzing naar de elektronische bekendmaking van het geactualiseerde productdossier.

2.   Voor geografische aanduidingen betreffende producten van oorsprong buiten de Unie omvat de aanvraag tot registratie op Unieniveau:

a)

het productdossier met de verwijzing naar de bekendmaking ervan;

b)

het enig document;

c)

de in artikel 12, lid 1, punten a), b) en c), bedoelde begeleidende documentatie;

d)

juridisch bewijs van bescherming van de geografische aanduiding in haar land van oorsprong; en

e)

een volmacht ingeval de verzoeker zich laat vertegenwoordigen door een agent.

3.   De in artikel 9, lid 4, bedoelde gezamenlijke registratieaanvraag bevat, in aanvulling op het enig document, naargelang het geval, de in lid 1, punten b) tot en met e), of lid 2, punten c), d) en e), van dit artikel genoemde documenten van alle betrokken lidstaten of derde landen.

4.   De in dit artikel bedoelde documenten worden opgesteld in een van de officiële talen van de Unie.

5.   De Commissie legt door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast betreffende de procedures, vorm en presentatie van aanvragen tot registratie op Unieniveau, inclusief voor aanvragen die betrekking hebben op meer dan één nationaal grondgebied. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 14

Indiening van de aanvraag tot registratie op Unieniveau

1.   Een aanvraag tot registratie van een geografische aanduiding op Unieniveau wordt op een elektronische manier bij de Commissie ingediend, via een digitaal systeem.

Indien één of meer lidstaten daarom verzoeken, past de Commissie het digitale systeem aan om ervoor te zorgen dat de lidstaten die dat wensen er ook gebruik van kunnen maken voor het nationale deel van de procedure voor de registratie van een geografische aanduiding.

2.   Indien de registratieaanvraag betrekking heeft op een geografisch gebied buiten de Unie, wordt de aanvraag bij de Commissie ingediend, hetzij rechtstreeks door een aanvrager, namelijk een producentengroepering of een individuele producent, hetzij via de autoriteiten van het betrokken derde land.

Een individuele producent van een derde land moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 9, lid 3. Een producentengroepering van een derde land moet een producentengroepering zijn van een product waarvan de naam voor registratie wordt voorgesteld.

3.   Een gezamenlijke registratieaanvraag zoals bedoeld in artikel 9, lid 4, wordt ingediend door:

a)

één van de betrokken lidstaten; of

b)

een aanvrager van een derde land, namelijk een producentengroepering of individuele producent, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van dat derde land.

4.   De namen waarvoor aanvragen tot registratie op Unieniveau zijn ingediend, worden door de Commissie openbaar gemaakt via het in lid 1 bedoelde digitale systeem.

Artikel 15

Onderzoek door de Commissie en openbaarmaking ten behoeve van bezwaar

1.   De Commissie onderzoekt de registratieaanvragen die overeenkomstig artikel 14, leden 1, 2 en 3, worden ingediend. Zij controleert of de aanvragen de vereiste informatie bevatten en of ze geen kennelijke fouten bevatten, rekening houdend met de uitkomst van de nationale onderzoeks- en bezwaarprocedure die de betrokken lidstaat heeft uitgevoerd.

2.   Het onderzoek duurt niet langer dan zes maanden vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag. De Commissie kan de aanvrager verzoeken om aanvullende informatie te verstrekken of zijn aanvraag te wijzigen. Wanneer de Commissie dergelijke verzoeken tot de aanvrager richt, bedraagt de onderzoekstermijn ten hoogste vijf maanden vanaf de dag waarop de Commissie het antwoord van de aanvrager ontvangt.

3.   Indien de Commissie het in lid 2 bedoelde onderzoek niet binnen de gestelde termijn afrondt, stelt zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de redenen voor de vertraging, met vermelding van de tijd die zij naar schatting nodig zal hebben om het onderzoek af te ronden, hetgeen ten hoogste één maand in beslag mag nemen.

4.   Wanneer de Commissie van oordeel is dat aan de voorwaarden van de artikelen 9, 10, 12, 13, 28, 29, 30, 31, 46 en 47, artikel 48, leden 1 en 2, en artikel 50 van deze verordening, de artikelen 93 en 95 en artikel 100, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, of van artikel 3, lid 4, en artikel 23 en artikel 34, lid 4, van Verordening (EU) 2019/787, naargelang het geval, is voldaan, maakt zij het enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 16

Nationale betwisting van een registratieaanvraag

1.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke nationale administratieve of gerechtelijke procedure die schadelijk zou kunnen zijn voor de registratie van een geografische aanduiding.

2.   De Commissie is vrijgesteld van de verplichting om de termijnen voor het verrichten van het in artikel 15, lid 2, bedoelde onderzoek in acht te nemen en de lidstaat in kennis te stellen van de redenen voor de vertraging indien zij een mededeling ontvangt van die lidstaat betreffende een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 10, lid 6, waarbij:

a)

de Commissie ervan in kennis wordt gesteld dat het in artikel 10, lid 6, bedoelde besluit op nationaal niveau ongeldig is verklaard door een onmiddellijk uitvoerbare, maar niet definitieve administratieve of rechterlijke beslissing; of

b)

de Commissie wordt verzocht het onderzoek te schorsen omdat er een nationale administratieve of gerechtelijke procedure is ingeleid om de geldigheid van de aanvraag aan te vechten en de lidstaat oordeelt dat die procedure op geldige gronden is gebaseerd.

3.   De in lid 2 bedoelde vrijstelling geldt totdat de Commissie er door de betrokken lidstaat van in kennis is gesteld dat de oorspronkelijke aanvraag opnieuw geldig is, of dat de lidstaat zijn verzoek tot schorsing intrekt.

4.   Indien de in artikel 10, lid 6, bedoelde gunstige beslissing van een lidstaat geheel of gedeeltelijk ongeldig is verklaard bij een definitieve beslissing van een nationale rechtbank, overweegt die lidstaat, indien nodig, passende maatregelen, zoals de intrekking of wijziging van de aanvraag tot registratie op Unieniveau.

Artikel 17

Bezwaarprocedure op Unieniveau

1.   Binnen drie maanden na de datum van de bekendmaking van het enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier overeenkomstig artikel 15, lid 4, in het Publicatieblad van de Europese Unie kunnen de autoriteiten van een lidstaat of een derde land, of een natuurlijke of rechtspersoon die een rechtmatig belang heeft en in een derde land is gevestigd of woont, bij de Commissie bezwaar indienen.

2.   Elke natuurlijke of rechtspersoon die een rechtmatig belang heeft en is gevestigd of woont in een andere lidstaat dan de lidstaat vanwaar de aanvraag tot registratie op Unieniveau is ingediend, kan bezwaar indienen bij de lidstaat waar die persoon is gevestigd of woont, binnen een termijn die de betrokken lidstaat in staat stelt het bezwaar te onderzoeken en een besluit te nemen over het al dan niet indienen van bezwaar bij de Commissie overeenkomstig lid 1. De lidstaten kunnen die termijn vastleggen in hun nationale recht.

3.   In een bezwaarschrift wordt verklaard dat bezwaar wordt gemaakt tegen de registratie van een geografische aanduiding. Een bezwaarschrift zonder die verklaring is nietig.

4.   De Commissie onderzoekt de ontvankelijkheid van het bezwaar. Indien de Commissie van oordeel is dat het bezwaar ontvankelijk is, verzoekt zij, binnen vijf maanden na de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 15, lid 4, de indiener van het bezwaar en de aanvrager passend overleg te plegen gedurende een redelijke periode van ten hoogste drie maanden. De Commissie zendt het bezwaar en alle door de indiener van het bezwaar verstrekte documenten toe aan de aanvrager. Op elk tijdstip gedurende die periode kan de Commissie op verzoek van de aanvrager de overlegtermijn éénmaal met ten hoogste drie maanden verlengen.

5.   De indiener van het bezwaar en de aanvrager vangen zonder onnodige vertraging passend overleg aan. Ze verstrekken elkaar de relevante informatie om te beoordelen of de registratieaanvraag voldoet aan deze verordening, Verordening (EU) nr. 1308/2013 of Verordening (EU) 2019/787, naargelang het geval.

6.   Binnen een maand na afloop van het in lid 4 bedoelde overleg stelt de aanvrager de Commissie in kennis van het resultaat van dat overleg, met inbegrip van alle uitgewisselde informatie, en deelt hij mee of er overeenstemming is bereikt met een of alle indieners van het bezwaar en welke wijzigingen in de registratieaanvraag daaruit eventueel voortvloeien. Ook de indiener van het bezwaar kan de Commissie na afloop van het overleg in kennis stellen van zijn standpunt.

7.   Indien de overeenkomstig artikel 15, lid 4, bekendgemaakte gegevens na afloop van het overleg zoals bedoeld in lid 4 van dit artikel zijn gewijzigd, herhaalt de Commissie haar onderzoek van de gewijzigde registratieaanvraag. Indien de registratieaanvraag aanzienlijk is gewijzigd en de Commissie van oordeel is dat de gewijzigde aanvraag aan de voorwaarden voor registratie voldoet, maakt zij het enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier opnieuw bekend overeenkomstig artikel 15, lid 4.

8.   De in dit artikel bedoelde documenten worden opgesteld in een van de officiële talen van de Unie.

9.   De Commissie voltooit haar beoordeling van de aanvraag tot registratie op Unieniveau, rekening houdend met eventuele verzoeken om overgangsperioden, het resultaat van de bezwaarprocedure en alle andere kwesties die zich nadien in verband met haar onderzoek aandienen en die tot een wijziging van het enig document kunnen leiden.

10.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met nadere procedures en termijnen voor de bezwaarprocedure.

11.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarbij het format en de presentatie van bezwaarschriften worden vastgesteld en persoonsgegevens worden uitgesloten of geanonimiseerd. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 18

Opmerkingen

1.   Binnen drie maanden na de datum van de bekendmaking van het enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier overeenkomstig artikel 15, lid 4, kunnen de autoriteiten van een lidstaat of van een derde land, of een natuurlijke of rechtspersoon die in een derde land gevestigd is of woont, opmerkingen indienen bij de Commissie.

2.   Een kennisgeving van opmerkingen vermeldt alle fouten of bevat aanvullende informatie met betrekking tot de registratieaanvraag, met inbegrip van mogelijke inbreuken op het Unierecht. Een kennisgeving van opmerkingen verleent geen rechten aan de in lid 1 bedoelde autoriteiten of personen en geeft evenmin aanleiding tot inleiding van een bezwaarprocedure.

3.   Indien na de indiening van een kennisgeving van opmerkingen de overeenkomstig artikel 15, lid 4, bekendgemaakte gegevens aanzienlijk zijn gewijzigd, maakt de Commissie het enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier opnieuw bekend overeenkomstig dat lid.

4.   De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen, de inhoud en de presentatie van kennisgevingen van opmerkingen vastleggen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 19

Bezwaargronden

1.   Een overeenkomstig artikel 17 ingediend bezwaar is alleen ontvankelijk indien de indiener van het bezwaar aantoont dat:

a)

de voorgestelde geografische aanduiding niet voldoet aan de definitie van de geografische aanduiding of aan de vereisten van deze verordening, deel II, titel II, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 of artikel 3, lid 4, en hoofdstuk III van Verordening (EU) 2019/787, naargelang het geval;

b)

een of meer van de in artikel 28, 29 of 30, of artikel 48, lid 1, bedoelde omstandigheden een belemmering vormen voor de registratie van de voorgestelde geografische aanduiding; of

c)

de registratie van de voorgestelde geografische aanduiding schade zou toebrengen aan het bestaan van een geheel of gedeeltelijk identieke naam of van een merk, of aan het bestaan van producten die, te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking van de informatie waarin artikel 15, lid 4, voorziet, ten minste vijf jaar legaal op de markt zijn.

2.   De ontvankelijkheid van een bezwaar wordt beoordeeld door de Commissie met betrekking tot het grondgebied van de Unie.

Artikel 20

Overgangsperiode voor het gebruik van geografische aanduidingen

1.   Voor producten van oorsprong uit een lidstaat of een derde land waarvan de aanduiding geheel of gedeeltelijk bestaat uit een naam die in strijd is met artikel 26, lid 1, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een overgangsperiode van maximaal vijf jaar toekennen om het verdere gebruik mogelijk te maken van die aanduiding, waaronder ze in de handel zijn gebracht, mits uit een ontvankelijk bezwaar, uit hoofde van artikel 10, lid 4, of artikel 17, tegen de aanvraag tot registratie van de geografische aanduiding waarvan de bescherming wordt geschonden, blijkt dat:

a)

de registratie van de betrokken geografische aanduiding schade zou toebrengen aan het bestaan van een geheel of gedeeltelijk identieke naam in de productaanduiding, of

b)

die producten legaal in de handel zijn gebracht met die naam in de productaanduiding op het betrokken grondgebied gedurende ten minste vijf jaar voorafgaand aan de in artikel 15, lid 4, bedoelde bekendmaking.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld, behalve de uitvoeringshandelingen waarvoor overeenkomstig artikel 10, lid 4, een ontvankelijk bezwaar is ingediend, die worden vastgesteld zonder toepassing van die onderzoeksprocedure.

3.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende overgangsperiode tot een totale periode van 15 jaar verlengen of direct een overgangsperiode van 15 jaar toekennen, mits tevens wordt aangetoond dat:

a)

de naam in de in lid 1 bedoelde aanduiding vóór de indiening van de aanvraag tot registratie van de betrokken geografische aanduiding bij de Commissie al minstens 25 jaar wettig volgens loyale en constante gebruiken gangbaar was;

b)

de bedoeling van het gebruik van de naam in de in lid 1 bedoelde aanduiding er op geen enkel ogenblik in heeft bestaan te profiteren van de reputatie van de naam van het als geografische aanduiding geregistreerde product, en

c)

de consument niet is of niet zou kunnen zijn misleid aangaande de ware oorsprong van het product.

4.   De in lid 3 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld, behalve de uitvoeringshandelingen waarvoor uit hoofde van artikel 10, lid 4, een ontvankelijk bezwaar is ingediend, die worden vastgesteld zonder toepassing van die onderzoeksprocedure.

5.   Wanneer een in de leden 1 en 3 bedoelde aanduiding wordt gebruikt, wordt in de etikettering en, indien van toepassing, in de productbeschrijving als het product online wordt verhandeld, het land van oorsprong duidelijk zichtbaar vermeld.

6.   Wat betreft aanvragen tot registratie van geografische aanduidingen en wijzigingen op het niveau van de Unie, kan een lidstaat, ter overbrugging van tijdelijke moeilijkheden ten aanzien van de langetermijndoelstelling om te garanderen dat alle marktdeelnemers ten aanzien van een met een geografische aanduiding aangewezen product in het betrokken gebied het desbetreffende productdossier naleven, een overgangsperiode voor naleving van maximaal tien jaar toestaan vanaf de datum waarop de aanvraag bij de Commissie is ingediend, op voorwaarde dat de betrokken marktdeelnemers dat product legaal in de handel hebben gebracht en daarbij gedurende ten minste vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag bij de autoriteiten van die lidstaat de betrokken naam ononderbroken hebben gebruikt en naar dat feit hebben verwezen in de in artikel 10, lid 4, bedoelde nationale bezwaarprocedure.

7.   Indien de termijn tussen de aanvraag tot registratie op Unieniveau en de registratie van de betrokken naam langer is dan vijf jaar, kan de lidstaat de overgangsperiode met maximaal vijf jaar verlengen. Het besluit tot verlenging van de overgangsperiode wordt onverwijld meegedeeld aan de Commissie, die het besluit bekendmaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

8.   Behalve wat de bezwaarprocedure betreft, is lid 6 van overeenkomstige toepassing voor een geografische aanduiding die betrekking heeft op een geografisch gebied dat in een derde land gelegen is.

Artikel 21

Besluit van de Commissie betreffende de registratieaanvraag

1.   Indien de Commissie, op basis van de informatie die zij tijdens het overeenkomstig artikel 15 verrichte onderzoek heeft verkregen, oordeelt dat niet aan een of meer van de in dat artikel bedoelde voorwaarden wordt voldaan, verwerpt zij de registratieaanvraag door middel van uitvoeringshandelingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2.   Bij ontstentenis van een ontvankelijk bezwaar registreert de Commissie de geografische aanduiding door middel van uitvoeringshandelingen, zonder de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure toe te passen. De Commissie kan rekening houden met de kennisgevingen van opmerkingen die zij overeenkomstig artikel 18 heeft ontvangen.

3.   Indien de Commissie een ontvankelijk bezwaar ontvangt, doet zij, volgens de in artikel 17 bedoelde procedure en rekening houdend met de resultaten daarvan, het volgende:

a)

zij stelt uitvoeringshandelingen vast tot registratie van de geografische aanduiding zonder de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure toe te passen, indien een overeenkomst is bereikt, na te hebben gecontroleerd of de overeenkomst in overeenstemming is met het Unierecht, en wijzigt zo nodig de overeenkomstig artikel 15, lid 4, bekendgemaakte informatie, mits die wijzigingen niet substantieel zijn, of

b)

zij stelt uitvoeringshandelingen vast waarin wordt beslist over de registratieaanvraag, indien geen overeenkomst is bereikt; die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4.   De uitvoeringshandelingen tot registratie van een geografische aanduiding voorzien in alle voorwaarden die van toepassing zijn op de registratie en de herbekendmaking voor informatiedoeleinden van het enig document dat overeenkomstig artikel 15, lid 4, is bekendgemaakt en na de bezwaarprocedure is gewijzigd in het geval van andere wijzigingen dan bedoeld in artikel 17, lid 7, en artikel 18, lid 3.

5.   Uitvoeringsverordeningen van de Commissie tot registratie en uitvoeringsbesluiten van te Commissie tot verwerping worden bekendgemaakt in de L-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 22

Unieregister van geografische aanduidingen

1.   Door middel van uitvoeringshandelingen en zonder toepassing van de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure zet de Commissie een openbaar toegankelijk Unieregister van geografische aanduidingen op en houdt zij dat bij. Dat register bestaat uit drie delen die overeenkomen met geografische aanduidingen van respectievelijk wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten. Dossiers die na 13 mei 2024 in dat register worden ingevoerd, hebben een machinaal leesbaar formaat, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 13, van Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad (28).

2.   Het EUIPO onderhoudt het Unieregister en actualiseert het met betrekking tot registraties, wijzigingen en annuleringen van geografische aanduidingen.

3.   Elke geografische aanduiding van wijn en van landbouwproducten wordt in het Unieregister van geografische aanduidingen aangeduid als “beschermde oorsprongsbenaming” of “beschermde geografische aanduiding”, naargelang het geval, en elke geografische aanduiding van gedistilleerde dranken wordt aangeduid als “geografische aanduiding”.

4.   Geografische aanduidingen die betrekking hebben op producten uit derde landen die zijn beschermd uit hoofde van een internationale overeenkomst waarbij de Unie een overeenkomstsluitende partij is, mogen in het Unieregister van geografische aanduidingen worden ingeschreven. In dergelijke gevallen registreert de Commissie die geografische aanduidingen door middel van uitvoeringshandelingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Wat wijn en landbouwproducten betreft, worden de namen van die producten in het Unieregister van geografische aanduidingen ingeschreven als beschermde geografische aanduidingen, tenzij ze in de in de eerste alinea bedoelde overeenkomsten specifiek als beschermde oorsprongsbenamingen worden aangeduid.

5.   Elke geografische aanduiding wordt in zijn oorspronkelijke schrift in het Unieregister van geografische aanduidingen ingeschreven. Indien het oorspronkelijke schrift niet in Latijnse lettertekens is, wordt de geografische aanduiding in Latijnse lettertekens getranscribeerd of getranslitereerd en worden beide versies van de geografische aanduiding ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen en hebben ze gelijke status.

6.   De Commissie maakt de lijst van de in lid 4 bedoelde internationale overeenkomsten, alsook de lijst van de uit hoofde van die overeenkomsten beschermde geografische aanduidingen openbaar en actualiseert die regelmatig.

7.   De Commissie bewaart documentatie met betrekking tot de registratie van een geografische aanduiding in digitale of papieren vorm. In geval van annulering van de registratie bewaart de Commissie de documentatie gedurende tien jaar daarna.

8.   De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen de inhoud en de presentatie van het Unieregister van geografische aanduidingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 23

Uittreksels uit het Unieregister van geografische aanduidingen

1.   Eenieder moet in staat zijn gemakkelijk en gratis een officieel uittreksel uit het Unieregister van geografische aanduidingen te downloaden waaruit de registratie van de geografische aanduiding blijkt, alsook andere relevante gegevens, waaronder de datum van de aanvraag tot registratie van de geografische aanduiding of een andere prioriteitsdatum. Officiële uittreksels van registraties die na 13 mei 2024 in dat register worden ingevoerd, hebben een machinaal leesbaar formaat, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 13, van Richtlijn (EU) 2019/1024. Dat officiële uittreksel kan worden gebruikt als authentiek certificaat in juridische, gerechtelijke, administratieve of soortgelijke procedures.

2.   Indien een producentengroepering overeenkomstig artikel 33 door de nationale autoriteiten is erkend, wordt die groepering als vertegenwoordiger van de producenten van een met een geografische aanduiding aangewezen product geïdentificeerd in het Unieregister van geografische aanduidingen en in het in lid 1 van dit artikel bedoelde officiële uittreksel.

3.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen het format en de onlinepresentatie van uittreksels uit het Unieregister van geografische aanduidingen specificeren en voorzien in de uitsluiting of anonimisering van persoonsgegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 24

Wijziging van een productdossier

1.   Een producentengroepering van een product waarvan de naam een geregistreerde geografische aanduiding is, kan een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier indienen. Indien er een erkende producentengroepering bestaat, is die groepering de enige die een aanvraag kan indienen.

2.   Wijzigingen in een productdossier worden ingedeeld in twee categorieën:

a)

wijzigingen op Unieniveau, die een bezwaarprocedure op Unieniveau vereisen, en

b)

standaardwijzigingen die op het niveau van de lidstaten of de derde landen moeten worden behandeld.

3.   Een wijziging wordt als een wijziging op Unieniveau beschouwd indien ze een wijziging van het enig document of het gelijkwaardig document met zich meebrengt, en:

a)

een wijziging omvat:

i)

voor landbouwproducten, in de naam of in het gebruik van de naam;

ii)

voor wijn, in de naam of in het gebruik van de naam, of in de categorie van het product of de producten die met de geografische aanduiding worden aangewezen;

iii)

voor gedistilleerde dranken, in de naam of een deel van de naam, of in het gebruik van de naam of in de categorie van het product of de producten die met de geografische aanduiding worden aangewezen, of in de wettelijke naam, of

b)

het verband met het in het enig document bedoelde geografische gebied dreigt te verbreken; of

c)

verdere beperkingen voor de afzet van het product meebrengt.

De in de punten a), b) en c) bedoelde criteria worden door de lidstaten geverifieerd.

4.   Elke andere wijziging van een productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding, die geen wijziging op Unieniveau is overeenkomstig lid 3, wordt als een standaardwijziging beschouwd.

5.   Een standaardwijziging wordt beschouwd als een tijdelijke wijziging indien ze betrekking heeft op een tijdelijke verandering van het productdossier als gevolg van door de overheidsinstanties opgelegde verplichte sanitaire of fytosanitaire maatregelen, van een natuurramp of ongunstige weersomstandigheden, of van aanzienlijke marktverstoringen door uitzonderlijke omstandigheden, waaronder geopolitieke gebeurtenissen, met gevolgen voor het aanbod van grondstoffen, op voorwaarde dat de natuurramp, de ongunstige weersomstandigheden of de aanzienlijke marktverstoringen officieel erkend zijn door de bevoegde autoriteiten.

6.   Wijzigingen op Unieniveau worden goedgekeurd door de Commissie. De goedkeuringsprocedure verloopt door overeenkomstige toepassing van de in de artikelen 9 en 10 en in de artikelen 12 tot en met 21 vastgelegde procedure.

7.   Van buiten de Unie afkomstige aanvragen voor wijzigingen op Unieniveau bevatten bewijsstukken waaruit blijkt dat de gevraagde wijziging strookt met de in dat derde land geldende wetgeving inzake de bescherming van geografische aanduidingen.

8.   Indien een aanvraag voor een wijziging op Unieniveau van het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding ook standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen omvat, onderzoekt de Commissie alleen de wijziging op Unieniveau. Standaardwijzigingen of tijdelijke wijzigingen worden geacht niet te zijn ingediend. Het onderzoek van dergelijke aanvragen richt zich op de voorgestelde wijzigingen op Unieniveau. Indien nodig kan de Commissie of de betrokken lidstaat de aanvrager verzoeken andere elementen van het productdossier te wijzigen.

9.   Standaardwijzigingen worden beoordeeld en goedgekeurd door de lidstaten of derde landen op het grondgebied waarvan het geografische gebied van het betrokken product zich bevindt, en worden meegedeeld aan de Commissie. De Commissie maakt die wijzigingen openbaar.

10.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met bepalingen inzake wijzigingen op Unieniveau van productdossiers van geografische aanduidingen waarvoor geen enig document is bekendgemaakt, inzake de ontvankelijkheid van aanvragen voor wijzigingen op Unieniveau, inzake het verband tussen wijzigingen op Unieniveau en standaardwijzigingen, en inzake standaardwijzigingen, met inbegrip van de bekendmaking ervan.

11.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast betreffende de procedures, vorm en presentatie van een aanvraag voor een wijziging op Unieniveau en betreffende de procedures, vorm en mededeling van standaardwijzigingen aan de Commissie. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 25

Annulering van de registratie

1.   In de onderstaande gevallen kan de Commissie, op eigen initiatief of naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, een derde land of een natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die in een derde land gevestigd is of woont, door middel van uitvoeringshandelingen de registratie van een geografische aanduiding annuleren:

a)

indien de naleving van de vereisten van het productdossier niet langer kan worden gewaarborgd; of

b)

indien er in ten minste de zeven voorgaande jaren geen product onder de geografische aanduiding op de markt is gebracht.

2.   De Commissie kan ook uitvoeringshandelingen vaststellen tot annulering van de registratie op verzoek van de producenten van het onder de geregistreerde naam in de handel gebrachte product. Indien er een erkende producentengroepering bestaat, is die producentengroepering de enige die een dergelijk verzoek kan indienen.

3.   Registratie van de naam als een ander intellectuele-eigendomsrecht dan een geografische aanduiding, met name als merk, is gedurende één jaar na annulering van de registratie van een geografische aanduiding niet toegestaan, tenzij een dergelijk intellectuele-eigendomsrecht reeds bestond of een dergelijk merk reeds was geregistreerd vóór de registratie van de geografische aanduiding.

4.   De artikelen 10, 13 tot en met 17 en 21 zijn van overeenkomstige toepassing op de annuleringsprocedure.

Bezwaren zijn slechts ontvankelijk indien wordt aangetoond dat een belanghebbende natuurlijke of rechtspersoon nog steeds commercieel afhankelijk is van de geregistreerde naam.

5.   Alvorens de in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringshandelingen vast te stellen raadpleegt de Commissie de autoriteiten van de lidstaat, de autoriteiten van het derde land of, zo mogelijk, de producent uit het derde land die oorspronkelijk de registratie van de betrokken geografische aanduiding heeft aangevraagd, tenzij om de annulering rechtstreeks door die oorspronkelijke aanvragers is verzocht. De raadplegingsperiode bedraagt ten minste één maand.

6.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast betreffende procedures, de vorm en presentatie van de aanvragen tot annulering van een registratie.

7.   De in de leden 1, 2 en 6 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Hoofdstuk 3

Bescherming van geografische aanduidingen

Artikel 26

Bescherming van geografische aanduidingen

1.   In het Unieregister van geografische aanduidingen ingeschreven geografische aanduidingen worden beschermd tegen:

a)

elk direct of indirect commercieel gebruik van de geografische aanduiding voor producten die niet onder de registratie vallen, indien die producten vergelijkbaar zijn met de onder die naam geregistreerde producten of wanneer het gebruik van die geografische aanduiding voor een product of dienst de reputatie van een beschermde naam uitbuit, afzwakt, verwatert of schaadt, ook wanneer die producten als ingrediënt worden gebruikt;

b)

elk misbruik, elke nabootsing of elke voorstelling, zelfs indien de werkelijke oorsprong van de producten of diensten is aangegeven of indien de beschermde naam is vertaald, getranscribeerd of getranslitereerd of vergezeld gaat van uitdrukkingen als “soort”, “type”, “methode”, “op de wijze van”, “imitatie”, “smaak”, “zoals” en dergelijke, ook wanneer die producten als ingrediënt worden gebruikt;

c)

elke andere valse of misleidende aanduiding met betrekking tot de herkomst, de oorsprong, de aard of de wezenlijke hoedanigheden van het product die wordt gebruikt op de binnen- of buitenverpakking, op reclamemateriaal of in documenten of informatie op online-interfaces betreffende het betrokken product, alsook het gebruik van een recipiënt die een valse indruk aangaande de oorsprong van het product kan wekken;

d)

andere praktijken die de consument kunnen misleiden aangaande de werkelijke oorsprong van het product.

2.   Lid 1 is van toepassing op alle domeinnamen die in de Unie toegankelijk zijn.

3.   Nationale voorschriften inzake benamingen die worden gebruikt voor landbouwproducten, wijnen en gedistilleerde dranken mogen geen aanleiding geven tot verwarring met geregistreerde geografische aanduidingen.

4.   De in lid 1 bedoelde bescherming is ook van toepassing op:

a)

goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen zonder dat ze binnen dat gebied in het vrije verkeer worden gebracht;

b)

goederen die worden verkocht door middel van verkoop op afstand, zoals elektronische handel, en

c)

goederen die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen.

5.   De in artikel 3, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad (29) genoemde entiteiten hebben het recht bij de douaneautoriteiten een aanvraag in te dienen om alle derde partijen te beletten om in het kader van het handelsverkeer goederen in de Unie binnen te brengen zonder dat die daar in het vrije verkeer worden gebracht, indien die goederen, met inbegrip van de verpakking, uit derde landen afkomstig zijn en in strijd zijn met lid 1 van dit artikel.

6.   Uit hoofde van deze verordening geregistreerde geografische aanduidingen mogen in de Unie niet generiek worden.

7.   Indien een geografische aanduiding een samengestelde naam is die een term bevat die als generiek wordt beschouwd, vormt het gebruik van die term in de regel geen gedraging zoals bedoeld in lid 1, punten a) en b).

Artikel 27

Gebruik van geografische aanduidingen ter aanwijzing van een product dat wordt gebruikt als ingrediënt in de naam van een verwerkt product

1.   Onverminderd artikel 26 en artikel 37, lid 7, van deze verordening en de artikelen 7 en 17 van Verordening (EU) nr. 1169/2011, mag de geografische aanduiding ter aanwijzing van een product dat als ingrediënt in een verwerkt product wordt gebruikt, in de naam van dat verwerkte product of op het etiket of in het reclamemateriaal ervan worden gebruikt, indien:

a)

het verwerkte product geen ander product bevat dat vergelijkbaar is met het met de geografische aanduiding aangewezen ingrediënt;

b)

het met de geografische aanduiding aangewezen ingrediënt in toereikende hoeveelheden wordt gebruikt om het betrokken verwerkte product een wezenlijk kenmerk te verlenen, en

c)

het percentage van het in het verwerkte product aanwezige met de geografische aanduiding aangewezen ingrediënt op het etiket wordt vermeld.

2.   Producenten van een voorverpakt levensmiddel, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punt e), van Verordening (EU) nr. 1169/2011, dat als ingrediënt een met een geografische aanduiding aangewezen product bevat, die die geografische aanduiding willen gebruiken in de naam van dat voorverpakte levensmiddel, ook in reclamemateriaal, moeten bovendien de erkende producentengroepering daarvan vooraf schriftelijk in kennis stellen, indien er voor die geografische aanduiding een dergelijke groepering bestaat. Die producenten nemen in die kennisgeving de informatie op waaruit blijkt dat aan de in lid 1 van dit artikel opgenomen voorwaarden voldaan werd, en handelen dienovereenkomstig. De erkende producentengroepering bevestigt binnen vier maanden schriftelijk de ontvangst van die kennisgeving. De producent van voorverpakte levensmiddelen mag de geografische aanduiding in de naam van het voorverpakte levensmiddel beginnen te gebruiken na ontvangst van die bevestiging of, indien dat eerder is, na het verstrijken van bovengenoemde termijn. De erkende producentengroepering kan bij die bevestiging niet-bindende informatie over het gebruik van de betrokken geografische aanduiding voegen.

De lidstaten kunnen, in overeenstemming met de Verdragen, aanvullende procedureregels vaststellen voor de op hun grondgebied gevestigde producenten van voorverpakte levensmiddelen.

3.   Onverminderd lid 1 kunnen de erkende producentengroepering en de producent van voorverpakte levensmiddelen een contractuele overeenkomst sluiten over de specifieke technische en visuele aspecten van de presentatie van de geografische aanduiding van het ingrediënt in de naam van het voorverpakte levensmiddel op het etiket, elders dan in de lijst van ingrediënten, of in het reclamemateriaal.

4.   Dit artikel is niet van toepassing op gedistilleerde dranken.

5.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels over het gebruik van vergelijkbare producten als ingrediënten en de criteria inzake de wezenlijke kenmerken van de in lid 1 van dit artikel bedoelde verwerkte producten.

Artikel 28

Generieke termen

1.   Generieke termen worden niet als geografische aanduiding geregistreerd.

2.   Om te bepalen of een term al dan niet generiek is geworden, wordt rekening gehouden met alle relevante factoren, in het bijzonder:

a)

de bestaande situatie in de consumptiegebieden;

b)

de relevante nationale rechtshandelingen of rechtshandelingen van de Unie.

Artikel 29

Gelijkluidende geografische aanduidingen

1.   Een geografische aanduiding waarvoor een aanvraag is ingediend nadat in de Unie een geheel of gedeeltelijk gelijkluidende geografische aanduiding is aangevraagd of beschermd, wordt niet geregistreerd, tenzij er in de praktijk voldoende onderscheid is tussen de omstandigheden van het plaatselijke en reeds lang bestaande gebruik en de aanbiedingsvorm van de twee geheel of gedeeltelijk gelijkluidende aanduidingen, rekening houdend met de noodzaak te waarborgen dat de betrokken producenten billijk worden behandeld en de consumenten niet worden misleid ten aanzien van de werkelijke identiteit of geografische oorsprong van de producten.

2.   Een geheel of gedeeltelijk gelijkluidende naam die bij de consument ten onrechte de indruk wekt dat de producten van oorsprong zijn van een ander grondgebied, wordt niet geregistreerd, ook al is de naam juist voor het grondgebied, de regio of de plaats waaruit de betrokken producten feitelijk van oorsprong zijn.

3.   Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een in de Unie aangevraagde of beschermde geheel of gedeeltelijk gelijkluidende geografische aanduiding verstaan:

a)

geografische aanduidingen die zijn ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen;

b)

geografische aanduidingen waarvoor een aanvraag is ingediend, op voorwaarde dat ze vervolgens worden ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen;

c)

oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen die in de Unie worden beschermd overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1753, en

d)

geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gelijkwaardige termen die zijn beschermd op grond van een internationale overeenkomst tussen de Unie en een of meer derde landen.

4.   De Commissie schrapt door middel van een uitvoeringshandeling elke in strijd met lid 1 of 2 geregistreerde geografische aanduiding uit het Unieregister. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 30

Merken

Een naam wordt niet als geografische aanduiding geregistreerd indien de registratie van de als geografische aanduiding voorgestelde naam, rekening houdend met de reputatie en bekendheid van een merk en met de tijd dat het reeds in gebruik is, de consument zou kunnen misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van het product.

Artikel 31

Verband tussen geografische aanduidingen en merken

1.   Een aanvraag tot registratie van een merk waarvan het gebruik in strijd zou zijn met artikel 26, wordt afgewezen indien de aanvraag tot registratie van het merk wordt ingediend na de datum waarop de aanvraag tot registratie van de geografische aanduiding bij de Commissie is ingediend.

2.   Uniemerken die in strijd met lid 1 zijn geregistreerd, worden nietig verklaard door het EUIPO en nationale merken die in strijd met lid 1 zijn geregistreerd, worden nietig verklaard door de bevoegde nationale autoriteiten.

3.   Een merk waarvan het gebruik in strijd is met artikel 26, maar dat vóór de datum van indiening van de aanvraag tot registratie van de geografische aanduiding bij de Commissie, is aangevraagd, ingeschreven of door gebruik te goeder trouw op het grondgebied van de Unie is verworven, mag, indien de desbetreffende wetgeving in die mogelijkheid voorziet, niettegenstaande de registratie van een geografische aanduiding, verder worden gebruikt en vernieuwd, mits er geen gronden voor nietigheid of vervallenverklaring van het merk uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/2436 of Verordening (EU) 2017/1001 bestaan. In dergelijke gevallen is het gebruik van de eenmaal geregistreerde geografische aanduiding en van het betrokken merk toegestaan.

4.   Voor de toepassing van de leden 1 en 3 geldt dat indien geografische aanduidingen in de Unie zijn geregistreerd zonder dat er een aanvraag tot registratie op Unieniveau is ingediend, de datum van indiening bij de Commissie van de aanvraag tot registratie van de geografische aanduiding de datum van de eerste dag van bescherming is.

5.   Onverminderd Verordening (EU) nr. 1169/2011 mogen de garantie- of certificeringsmerken, bedoeld in artikel 28, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/2436 en de collectieve merken, bedoeld in artikel 29, lid 3, van die richtlijn, evenals de collectieve Uniemerken, bedoeld in hoofdstuk VIII van Verordening (EU) 2017/1001, op etiketten worden gebruikt, samen met de geografische aanduiding.

Artikel 32

Producentengroeperingen

1.   Een producentengroepering is een vereniging van producenten van hetzelfde product of dezelfde producten, ongeacht haar rechtsvorm. Voor producentengroeperingen gelden de volgende criteria:

a)

zij voeren taken uit hoofde van deze verordening uit, met inbegrip van ten minste één in lid 4 gespecificeerde taak;

b)

zij worden vrijwillig opgericht op initiatief van, en bestaan uit, producenten; en

c)

zij hebben een democratische structuur, en de zeggenschap en de controle erover berust bij hun leden.

Aanvragende producentengroeperingen voldoen uiterlijk op de datum van registratie van de betrokken geografische aanduiding aan die criteria.

Een producent van een met een geografische aanduiding aangewezen product heeft het recht zich bij een producentengroepering aan te sluiten. De lidstaten kunnen het lidmaatschap beperken tot bepaalde categorieën producenten, rekening houdend met de aard van het onder de betrokken producentengroepering vallende product.

2.   De lidstaten kunnen bepalen dat marktdeelnemers en vertegenwoordigers van bedrijfstakken die verband houden met een van de schakels in de toeleveringsketen van met een geografische aanduiding aangewezen producten, en belanghebbenden, zoals bedoeld in artikel 157 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, lid kunnen zijn van een producentengroepering indien zij een specifiek belang hebben in de producten die onder de producentengroepering vallen. Die leden hebben geen zeggenschap over de producentengroepering.

3.   De lidstaten kunnen aanvullende voorschriften vaststellen, met name met betrekking tot de organisatie, de statuten, de werking en de aard van het lidmaatschap van, en tot de financiële bijdragen aan, producentengroeperingen.

4.   Een producentengroepering kan met name de volgende taken verrichten:

a)

ontwikkelen van het productdossier, aanvragen van registratie, wijziging en annulering, en ontwikkelen van activiteiten, waaronder ondersteuning van hun leden met hun eigen controlesystemen om de naleving van het betrokken productdossier te verifiëren en te waarborgen;

b)

nemen van passende maatregelen om de bescherming van de geografische aanduiding en de rechtstreeks daarmee verband houdende intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen, met inbegrip van het ondernemen van gerechtelijke stappen en het indienen van verzoeken om optreden bij douaneautoriteiten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 608/2013 en het voorkomen of tegengaan van maatregelen of marketingpraktijken die de reputatie of de waarde van de betrokken geografische aanduiding schaden of zouden kunnen schaden;

c)

vertegenwoordigen van haar leden in netwerken voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten en met betrekking tot instanties ter bestrijding van namaak die op Unie- of op nationaal niveau zijn opgericht;

d)

overeenkomen van duurzame praktijken zoals bedoeld in artikel 7, ongeacht of die zijn opgenomen in het productdossier of als afzonderlijk initiatief, met inbegrip van regelingen voor verificatie van het naleven van die praktijken en ter waarborging van passende publiciteit ervoor, met name in een door de Commissie ter beschikking gesteld informatiesysteem;

e)

nemen van maatregelen om de prestaties van de geografische aanduiding te verbeteren wat betreft milieugerelateerde, sociale en economische duurzaamheid, waaronder:

i)

ontwikkeling, organisatie en uitvoering van collectieve marketing- en reclamecampagnes;

ii)

verspreiding van voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten die tot doel hebben de kenmerken van het met een geografische aanduiding aangewezen product aan de consument mee te delen, waaronder de ontwikkeling van toeristische diensten in het betrokken geografische gebied;

iii)

verrichting van analyses van de economische, sociale of milieuprestaties van de productie, het voedingsprofiel en het organoleptisch profiel van het met de geografische aanduiding aangewezen product;

iv)

verspreiding van informatie over de geografische aanduiding, het betrokken symbool van de Unie en de afkorting (BOB of BGA), en

v)

verstrekking van advies en opleiding en verspreiding van richtsnoeren inzake beste praktijken aan huidige en toekomstige producenten, onder meer op het gebied van duurzame praktijken, met name die welke worden bedoeld in artikel 7, wetenschappelijke en technische vooruitgang, digitalisering, gendermainstreaming en gelijkheid, en bewustmaking van consumenten;

f)

bestrijden van inbreuken en vermoedelijk frauduleus gebruik op de markten van met een geografische aanduiding aangewezen producten die niet in overeenstemming zijn met het productdossier door het gebruik van de geografische aanduiding op de interne markt en op de markten van derde landen waar de geografische aanduidingen worden beschermd, onder meer op online-interfaces, te monitoren en te verifiëren, en zo nodig de handhavingsautoriteiten te informeren door middel van vertrouwelijke systemen, indien die beschikbaar zijn;

g)

nemen van maatregelen om de waarde van producten te vergroten en, zo nodig, ondernemen van stappen om maatregelen of commerciële praktijken die het imago en de waarde van die producten schaden of zouden kunnen schaden, te beletten of tegen te gaan, met inbegrip van marketingpraktijken die tot waardevermindering leiden en lagere prijzen.

5.   De lidstaten kunnen op hun grondgebied de producenten helpen bij de oprichting en werking van producentengroeperingen.

6.   Indien er voor een met een geografische aanduiding aangewezen product geen producentengroepering bestaat, kunnen de lidstaten de in lid 4, punten b), e) en f), bedoelde taken uitvoeren. De lidstaten werken samen met de producenten en staan hen bij voor het oprichten van een producentengroepering.

7.   De lidstaten kunnen een openbaar register aanleggen van producentengroeperingen voor met een geografische aanduiding aangewezen producten van oorsprong uit hun grondgebied, met inbegrip van autoriteiten zoals bedoeld in artikel 9, lid 2, en van producenten zoals bedoeld in artikel 9, lid 3. Dat register bevat ten minste de naam, de rechtsvorm en het adres van elke producentengroepering en alle geografische aanduidingen die onder de betrokken producentengroepering vallen.

Artikel 33

Erkende producentengroeperingen

1.   Naast artikel 32 kunnen de lidstaten een systeem van erkenning van producentengroeperingen toepassen. Dat erkenningssysteem kan worden toegepast op alle producentengroeperingen waarvan de leden een product met een geografische aanduiding produceren, of op producentengroeperingen die gespecificeerde categorieën met een geografische aanduiding aangewezen producten produceren. Een producentengroepering kan alleen op verzoek worden erkend. In het kader van het erkenningssysteem worden de in artikel 9, lid 2, bedoelde autoriteiten en de in artikel 9, lid 3, bedoelde producenten als erkende producentengroeperingen beschouwd.

2.   De lidstaten die het in lid 1 bedoelde erkenningssysteem toepassen, voorzien voor de erkenning van een producentengroepering in de volgende criteria:

a)

een bepaalde rechtsvorm, en

b)

vervulling van een van de volgende voorwaarden:

i)

een minimumaandeel van meer dan 50 % van de producenten van het product als leden, of

ii)

een minimumaandeel van de leden onder de producenten van het product en een minimumaandeel van meer dan 50 % van het volume of de waarde van de verhandelbare productie.

De lidstaten kunnen in extra criteria voorzien, zoals:

a)

beschikking over de nodige financiële bijdragen van haar leden;

b)

regels inzake de toelating van leden, de beëindiging van het lidmaatschap en de niet-nakoming van de lidmaatschapsverplichtingen;

c)

op schrift gestelde statuten.

Voldoet een producentengroepering niet langer aan de erkenningscriteria, dan wordt de erkenning geschorst of ingetrokken.

3.   Indien een producentengroepering wordt erkend uit hoofde van het in lid 1 van dit artikel bedoelde erkenningssysteem, is de erkende producentengroepering de enige die het recht heeft:

a)

de in artikel 32 bedoelde taken uit te oefenen namens alle producenten die het met de betrokken geografische aanduiding aangewezen product produceren, onverminderd het recht van individuele producenten om op te treden om hun belangen te verdedigen;

b)

van een producent van voorverpakte levensmiddelen een kennisgeving te ontvangen over het gebruik van de geografische aanduiding van een ingrediënt in de naam van een voorverpakt levensmiddel zoals bedoeld in artikel 27, lid 2;

c)

te verzoeken om bindende regels voor de reglementering van de levering van met een geografische aanduiding aangewezen producten overeenkomstig artikel 166 bis, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, ook voor een periode van maximaal zes jaar overeenkomstig artikel 166 bis, lid 4, punt c), van die verordening;

d)

standaardbepalingen voor waardeverdeling vast te stellen die mogen worden toegepast overeenkomstig artikel 172 bis van Verordening (EU) nr. 1308/2013;

e)

overeenstemming te bereiken over duurzame praktijken, overeenkomstig artikel 7 van deze verordening;

f)

goedkeuring van een wijziging aan te vragen overeenkomstig artikel 24, lid 1, van deze verordening;

g)

een verzoek tot annulering in te dienen overeenkomstig artikel 25, lid 2, van deze verordening.

4.   De lidstaten kunnen ook bepalen dat de erkende producentengroepering de enige producentengroepering is die recht heeft op uitvoering van de taken:

a)

bedoeld in artikel 32, lid 4, punten a) en d), indien de gevolgen van die taken betrekking hebben op alle producenten van het met de betrokken geografische aanduiding aangewezen product;

b)

bedoeld in artikel 32, lid 4, punten b), e) en f), indien die taken op internationaal, nationaal of regionaal niveau worden uitgeoefend, onverminderd de mogelijkheid voor de producenten van het met de betrokken geografische aanduiding aangewezen product om die taken op lokaal niveau uit te voeren.

5.   Een producentengroepering die is gevestigd in een lidstaat die geen erkenningssysteem zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel toepast, heeft de mogelijkheid om de in artikel 32, lid 4, punten b), c), e) en f), bedoelde taken uit te oefenen in een lidstaat die wél een dergelijk erkenningssysteem toepast.

6.   Indien een geografische aanduiding een geografisch gebied aanwijst dat in meer dan één lidstaat ligt, werken de autoriteiten van de betrokken lidstaten of, indien relevant, van het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Noord-Ierland samen bij het aanwijzen van één erkende producentengroepering. Indien de betrokken lidstaten, of indien relevant, het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Noord-Ierland, geen overeenstemming bereiken of indien een van de betrokken lidstaten het in lid 1 bedoelde erkenningssysteem niet toepast, wordt voor die geografische aanduiding geen producentengroepering erkend.

7.   De lidstaten kunnen bepalen dat producentengroeperingen die vóór 13 mei 2024 uit hoofde van het nationale recht zijn erkend, overeenkomstig lid 1 worden erkend.

Indien een dergelijke erkende producentengroepering niet voldoet aan de criteria van lid 2, past zij zich uiterlijk op 14 mei 2026 aan de desbetreffende regels aan. Indien er op die datum geen naleving wordt bereikt, verlengt de betrokken lidstaat die termijn eenmaal met ten hoogste één jaar of trekt hij de erkenning in.

8.   Indien een lidstaat het in lid 1 bedoelde systeem van erkende producentengroeperingen toepast, stelt hij de Commissie via een digitaal systeem in kennis van de naam en het adres van de erkende producentengroepering voor elke geregistreerde geografische aanduiding, en actualiseert hij die informatie wanneer zich een wijziging voordoet. De Commissie maakt die informatie openbaar en actualiseert het Unieregister van geografische aanduidingen dienovereenkomstig.

Artikel 34

Verenigingen van producentengroeperingen

1.   Een vereniging van producentengroeperingen kan worden opgericht op initiatief van belanghebbende producentengroeperingen.

2.   Een vereniging van producentengroeperingen kan met name de volgende taken uitvoeren:

(a)

deelnemen aan adviesorganen;

(b)

informatie uitwisselen met overheidsinstanties over beleidskwesties die verband houden met geografische aanduidingen;

(c)

aanbevelingen doen voor een betere ontwikkeling van het beleid inzake geografische aanduidingen, in het bijzonder met betrekking tot duurzaamheid, bestrijding van fraude en namaak, waardecreatie onder marktdeelnemers, mededingingsregels en plattelandsontwikkeling;

(d)

beste praktijken bevorderen en verspreiden onder producenten met betrekking tot het beleid inzake geografische aanduidingen;

(e)

deelnemen aan afzetbevorderingsacties in de zin van Verordening (EU) nr. 1144/2014.

Artikel 35

Bescherming van geografische aanduidingen in domeinnamen

1.   De in de Unie ingestelde registers van landcodetopniveaudomeinnamen zorgen ervoor dat bij procedures voor alternatieve geschillenbeslechting voor domeinnamen, geregistreerde geografische aanduidingen worden erkend als een recht dat bij die procedures kan worden ingeroepen.

2.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met bepalingen waarbij het EUIPO wordt belast met het opzetten en beheren van een informatie- en waarschuwingssysteem voor domeinnamen dat de aanvrager bij de indiening van een aanvraag voor een geografische aanduiding informatie verstrekt over de beschikbaarheid van de geografische aanduiding als domeinnaam, en desgewenst over de registratie van een domeinnaam die identiek is aan zijn geografische aanduiding. In de Unie gevestigde registers voor landcodetopniveaudomeinnamen kunnen het EUIPO vrijwillig de desbetreffende informatie en gegevens verstrekken.

3.   Uiterlijk op 14 november 2025 evalueert de Commissie de noodzaak en haalbaarheid van een informatie- en waarschuwingssysteem zoals bedoeld in lid 2, rekening houdend met het functioneren van de vrijwillige verstrekking van de in dat lid bedoelde informatie en gegevens, en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag met haar voornaamste bevindingen in. Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 36

Gebruiksrecht

Een geregistreerde geografische aanduiding mag worden gebruikt door elke marktdeelnemer die een product in de handel brengt dat overeenstemt met het desbetreffende productdossier.

De lidstaten waarborgen dat marktdeelnemers onder de verificatie van de naleving van het productdossier vallen die is ingesteld overeenkomstig artikel 39 van deze verordening of artikel 116 bis van Verordening (EU) nr. 1308/2013, naargelang het geval.

Indien een geografische aanduiding geheel of gedeeltelijk bestaat uit de naam van het landgoed van één aanvragende producent, belet dat niet dat andere marktdeelnemers de geregistreerde geografische aanduiding gebruiken, op voorwaarde dat zij die gebruiken om een product aan te duiden dat overeenstemt met het productdossier.

Artikel 37

Symbolen van de Unie, aanduidingen en afkortingen

1.   Aanduidingen, afkortingen en symbolen die verwijzen naar geografische aanduidingen mogen alleen worden gebruikt in verband met producten die overeenkomstig het desbetreffende productdossier zijn geproduceerd. Zij mogen ook worden gebruikt voor informatieve en educatieve doeleinden, mits dat gebruik niet misleidend is voor de consument.

2.   De volgende symbolen van de Unie die bedoeld zijn om geografische aanduidingen te markeren en bekend te maken, worden vastgesteld:

a)

een symbool ter aanduiding van beschermde oorsprongsbenamingen van landbouwproducten, en

b)

een symbool ter aanduiding van beschermde geografische aanduidingen van landbouwproducten. Dat symbool mag ook worden gebruikt voor geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken.

3.   In het geval van landbouwproducten en gedistilleerde dranken van oorsprong uit de Unie die in de handel worden gebracht met een geografische aanduiding, worden in de etikettering en in het reclamemateriaal de bijbehorende symbolen van de Unie aangebracht. Wat de etikettering betreft, wordt de geografische aanduiding in hetzelfde gezichtsveld als het symbool van de Unie aangebracht.

De etiketteringsvereisten van artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 voor de presentatie van verplichte vermeldingen zijn van toepassing op de geografische aanduiding.

4.   In afwijking van de eerste alinea van lid 3 mogen in het geval van gedistilleerde dranken symbolen van de Unie worden weggelaten.

5.   Bij landbouwproducten met een geografische aanduiding worden in de etikettering in hetzelfde gezichtsveld als de geografische aanduiding een aanduiding van de naam van de producent of marktdeelnemer aangebracht. In dat geval wordt onder de naam van de marktdeelnemer verstaan de naam van de marktdeelnemer die verantwoordelijk is voor het productiestadium waarin het product met de geografische aanduiding wordt verkregen, of die verantwoordelijk is voor de ingrijpende verwerking van dat product.

Bij gedistilleerde dranken met een geografische aanduiding wordt in de etikettering in hetzelfde gezichtsveld als de geografische aanduiding een aanduiding van de naam van de producent aangebracht.

Indien verpakkingen of recipiënten als grootste oppervlak het oppervlak hebben dat wordt beschreven in artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1169/2011, is de vermelding van de naam van de producent of marktdeelnemer vrijwillig.

Landbouwproducten en gedistilleerde dranken die met een geografische aanduiding in de handel worden gebracht en die vóór 14 mei 2026 zijn geëtiketteerd, mogen verder in de handel worden gebracht zonder te voldoen aan de verplichting om de naam van de producent of marktdeelnemer in hetzelfde gezichtsveld als de geografische aanduiding te vermelden, totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

6.   Bij landbouwproducten of gedistilleerde dranken met een geografische aanduiding mogen de aanduidingen “beschermde oorsprongsbenaming” of “beschermde geografische aanduiding” in de etikettering en in het reclamemateriaal van landbouwproducten worden aangebracht, en mag de aanduiding “geografische aanduiding” in de etikettering en in het reclamemateriaal van gedistilleerde dranken worden aangebracht.

De afkortingen “BOB” of “BGA”, die overeenkomen met de aanduidingen “beschermde oorsprongsbenaming” of “beschermde geografische aanduiding”, mogen in de etikettering en in het reclamemateriaal van met een geografische aanduiding aangewezen landbouwproducten worden aangebracht.

7.   Aanduidingen en afkortingen mogen worden gebruikt in de etikettering en in het reclamemateriaal van verwerkte producten wanneer de geografische aanduiding verwijst naar een ingrediënt daarvan. In dat geval wordt de aanduiding of de afkorting aangebracht naast de naam van het ingrediënt dat duidelijk als ingrediënt wordt geïdentificeerd. Het symbool van de Unie mag niet worden geplaatst bij de naam van het levensmiddel in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1169/2011.

8.   De symbolen van de Unie waarop de beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding wordt vermeld, de aanduidingen “beschermde oorsprongsbenaming”, “beschermde geografische aanduiding” en “geografische aanduiding” en de afkortingen “BOB” of “BGA”, naargelang het geval, mogen pas in de etikettering worden aangebracht na de bekendmaking van de handeling tot registratie van die geografische aanduiding.

9.   De volgende zaken kunnen eveneens in de etikettering worden aangebracht:

a)

afbeeldingen van het in het productdossier bedoelde geografische gebied van oorsprong, en

b)

tekst, afbeeldingen of symbolen die verwijzen naar de lidstaat en de regio waarin dat geografische gebied van oorsprong gelegen is, mits dergelijke verwijzingen de consument niet misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit of oorsprong van het product.

10.   Symbolen van de Unie die verband houden met geografische aanduidingen die zijn ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen ter aanwijzing van producten van oorsprong uit derde landen, mogen worden aangebracht in de etikettering en in het reclamemateriaal voor het product, in welk geval de symbolen worden gebruikt overeenkomstig lid 3.

11.   De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen de technische kenmerken van de symbolen van de Unie voor geografische aanduidingen, alsook de technische regels inzake het gebruik ervan en het gebruik van de aanduidingen en afkortingen op met een geregistreerde geografische aanduiding in de handel gebrachte producten, ook wat de taalversies betreft. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Hoofdstuk 4

Controle en handhaving

Artikel 38

Toepassingsgebied

1.   Dit hoofdstuk is van toepassing op wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten.

Lid 2, eerste alinea, punt a), lid 3 en, wat de verificatie van de naleving van het productdossier betreft, lid 4 van dit artikel, alsook de artikelen 39, 40, 41 en 44, zijn echter uitsluitend van toepassing op gedistilleerde dranken en landbouwproducten.

2.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder controle verstaan:

a)

verificatie dat een met een geografische aanduiding aangewezen product overeenkomstig het overeenkomstige productdossier is geproduceerd, en

b)

verificatie van het gebruik van geografische aanduidingen op de markt, ook op online-interfaces.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk omvat handhaving alle maatregelen waarmee wordt beoogd de naleving van titel II, hoofdstuk 3, van deze verordening te waarborgen.

3.   Bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties en natuurlijke personen aan wie bepaalde officiële controletaken zijn gedelegeerd, moeten aan de vereisten van Verordening (EU) 2017/625 voldoen.

4.   Niettegenstaande artikel 116, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625, verricht de Commissie de in titel VI, hoofdstuk I, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde controles, met inbegrip van audits, op basis van een risicoanalyse, naargelang van het betrekkelijke aantal geografische aanduidingen in de lidstaat, het aantal verrichte controles of de onregelmatigheden in verband met de verificatie van de naleving of met het gebruik van de geografische aanduidingen die zijn vermeld in het overeenkomstig artikel 113 van Verordening (EU) 2017/625 opgestelde jaarverslag van de lidstaat. Artikel 116, lid 2, en de artikelen 118 en 120 tot en met 124 van Verordening (EU) 2017/625 zijn niet van toepassing op controles, met inbegrip van audits, van geografische aanduidingen.

Artikel 39

Verificatie van de naleving van het productdossier

1.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk stelt elke marktdeelnemer die wenst deel te nemen aan activiteiten die onder het productdossier van een met een geografische aanduiding aangewezen product vallen, de in lid 3, punten a) en b), bedoelde bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties of natuurlijke personen daarvan in kennis. De lidstaten stellen een lijst op van marktdeelnemers die activiteiten verrichten waarvoor een of meer verplichtingen gelden op grond van het productdossier van een product dat wordt aangewezen met een geografische aanduiding die is ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen van oorsprong uit hun grondgebied, en houden die lijst actueel.

2.   De producenten zijn verantwoordelijk voor eigen controles op de naleving van het productdossier van met een geografische aanduiding aangewezen producten voordat het product in de handel wordt gebracht.

3.   Naast de in lid 2 bedoelde eigen controles wordt, voordat een met een geografische aanduiding aangewezen product van oorsprong uit de Unie in de handel wordt gebracht, verificatie van de naleving van het productdossier verricht door:

a)

een of meer bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 3, punt 3, van Verordening (EU) 2017/625, of

b)

een of meer gedelegeerde instanties of natuurlijke personen aan wie bepaalde officiële controletaken zijn gedelegeerd, zoals bedoeld in titel II, hoofdstuk III, van Verordening (EU) 2017/625.

4.   Voor geografische aanduidingen die producten van oorsprong uit een derde land aanwijzen, wordt, voordat het betrokken product op de markt wordt gebracht, de verificatie van de naleving van het productdossier verricht door:

a)

een of meer door het derde land aangewezen bevoegde autoriteiten, of

b)

een of meer productcertificeringsinstanties.

5.   Indien een onder het productdossier vallende activiteit wordt uitgevoerd door een of meer marktdeelnemers in een ander land dan het land van oorsprong van de geografische aanduiding, worden in het productdossier bepalingen vastgelegd voor de verificatie van de naleving door die marktdeelnemers. Indien de betrokken handeling in de Unie plaatsvindt, stellen de marktdeelnemers de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de handeling plaatsvindt daarvan in kennis en worden zij aan verificatie onderworpen.

6.   Wanneer een lidstaat artikel 9, lid 2, toepast, wordt de verificatie van de naleving van het productdossier verricht door een andere autoriteit dan die welke wordt geacht een producentengroepering te zijn uit hoofde van dat lid.

7.   De kosten van de verificatie van de naleving van het productdossier mogen worden gedragen door de marktdeelnemers die aan die controles onderworpen zijn. De lidstaten kunnen vergoedingen of heffingen innen om geheel of gedeeltelijk de kosten van officiële controles en andere officiële activiteiten te dekken.

8.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast betreffende:

a)

de door derde landen aan de Commissie te verrichten mededeling, onder meer over de namen en adressen van de bevoegde autoriteiten en de productcertificeringsinstanties;

b)

de regelingen voor monitoring en verificatie van de in lid 5 bedoelde handelingen.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 40

Openbare informatie over bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties en productcertificeringsinstanties, en natuurlijke personen

1.   De lidstaten maken voor elk met een geografische aanduiding aangewezen product de naam en het adres van de in artikel 39, lid 3, bedoelde bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties en natuurlijke personen openbaar, en houden die informatie actueel.

2.   De Commissie maakt de naam en het adres van de in artikel 39, lid 4, bedoelde bevoegde autoriteiten en productcertificeringsinstanties openbaar, en actualiseert die informatie regelmatig.

3.   De Commissie kan een digitaal portaal opzetten waar de naam en het adres van de in de leden 1 en 2 bedoelde bevoegde autoriteiten, gedelegeerde en productcertificeringsinstanties en natuurlijke personen openbaar worden gemaakt.

Artikel 41

Accreditatie van gedelegeerde en productcertificeringsinstanties

1.   De in artikel 39, lid 3, punt b), bedoelde gedelegeerde instanties en de in artikel 39, lid 4, punt b), bedoelde productcertificeringsinstanties voldoen aan en zijn geaccrediteerd overeenkomstig een van beide onderstaande normen, naargelang de relevantie daarvan voor de gedelegeerde taken:

a)

norm EN ISO/IEC 17065 “Conformity assessment — Requirements for bodies certifying products, processes and services” (Conformiteitsbeoordeling — Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten), of

b)

norm EN ISO/IEC 17020 “Conformity assessment — Requirements for the operation of various types of bodies performing inspection” (Conformiteitsbeoordeling — Eisen voor het functioneren van verschillende soorten instanties die inspecties uitvoeren).

2.   De in lid 1 bedoelde accreditatie wordt uitgevoerd door een nationale accreditatie-instantie die is erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 en die ondertekenaar is van een multilaterale overeenkomst in het kader van de Europese samenwerking voor accreditatie, waaronder de in lid 1 vermelde normen vallen, of door een accreditatie-instantie van buiten de Unie die ondertekenaar is van een multilaterale erkenningsregeling van het International Accreditation Forum of van een regeling voor wederzijdse erkenning van de International Laboratory Accreditation Cooperation, waaronder de in lid 1 vermelde normen vallen.

Artikel 42

Verificatie van het gebruik van geografische aanduidingen op de markt en handhaving

1.   De lidstaten wijzen een of meer bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de verificatie van, en de handhavingsmaatregelen inzake, het gebruik van geografische aanduidingen nadat het met een geografische aanduiding aangewezen product in de handel is gebracht, waaronder handelingen vallen als opslag, doorvoer, distributie of het te koop aanbieden, ook in de elektronische handel. Die autoriteiten kunnen dezelfde zijn als de bevoegde autoriteiten die worden bedoeld in artikel 39, lid 3, punt a), van deze verordening en in artikel 116 bis, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

2.   De in lid 1 bedoelde autoriteiten handelen met regelmaat en gepaste frequentie, op basis van risicoanalyse en ontvangen kennisgevingen, ook van producentengroeperingen, om te waarborgen dat voor de betrokken geografische aanduiding het productdossier of het enig document of een equivalent daarvan wordt nageleefd, ook in online-presentaties en in de etikettering.

3.   De lidstaten nemen passende administratieve en gerechtelijke maatregelen om gebruik, ook via online-interfaces, in strijd met de artikelen 26 en 27 van namen van producten of diensten die op hun grondgebied zijn geproduceerd, op de markt gebracht of verricht, of die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen, te voorkomen of te beëindigen.

4.   De lidstaten nemen passende administratieve en gerechtelijke maatregelen om domeinnamen die in strijd zijn met artikel 26, lid 3, vanaf hun grondgebied ontoegankelijk te maken.

5.   De overeenkomstig lid 1 aangewezen autoriteit of autoriteiten faciliteert/faciliteren de informatie-uitwisseling tussen de betrokken departementen, agentschappen en instanties, zoals politie, agentschappen ter bestrijding van namaak, douane, bureaus voor intellectuele eigendom, autoriteiten op het gebied van het levensmiddelenrecht en retailinspecteurs, om efficiënte handhaving te waarborgen.

Artikel 43

Verplichtingen van aanbieders op de onlinemarkt

1.   Alle informatie in verband met de reclame voor, en promotie en verkoop van, producten die voor in de Unie gevestigde personen toegankelijk is en die in strijd is met de in de artikelen 26 en 27 van deze verordening bedoelde bescherming van geografische aanduidingen, wordt beschouwd als illegale inhoud, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt h), van Verordening (EU) 2022/2065.

2.   De relevante nationale gerechtelijke of administratieve autoriteiten van de lidstaten kunnen, overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2022/2065 een bevel uitvaardigen om op te treden tegen illegale inhoud, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.

3.   Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2022/2065 kan elke persoon of entiteit aanbieders van hostingdiensten in kennis stellen van de aanwezigheid van specifieke inhoud die in strijd is met de artikelen 26 en 27 van deze verordening.

Artikel 44

Wederzijdse bijstand en uitwisseling van informatie

1.   De lidstaten verlenen elkaar bijstand bij de uitvoering van de in dit hoofdstuk bedoelde controles en handhaving overeenkomstig titel IV van Verordening (EU) 2017/625.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen gedetailleerde regels vaststellen inzake de aard en de soort van de tussen de lidstaten uit te wisselen informatie en de methoden voor het uitwisselen van die informatie ten behoeve van controle en handhaving in het kader van dit hoofdstuk. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 45

Verklaring van naleving van het productdossier

1.   Een marktdeelnemer van wie een product na verificatie van naleving zoals bedoeld in artikel 39 van deze verordening en artikel 116 bis van Verordening (EU) nr. 1308/2013 in overeenstemming blijkt te zijn met het productdossier van een overeenkomstig deze verordening beschermde geografische aanduiding, heeft, op verzoek en afhankelijk van het systeem dat in de betrokken lidstaat wordt toegepast, recht op:

a)

een verklaring, ook digitaal, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift kan zijn, waaruit blijkt dat de productie in overeenstemming is met het productdossier, of

b)

opneming in een door de bevoegde autoriteit opgestelde lijst van erkende marktdeelnemers, zoals de lijst bedoeld in artikel 39, lid 1, van deze verordening of artikel 116 bis van Verordening (EU) nr. 1308/2013, naargelang het geval. Het desbetreffende uittreksel uit de lijst (“opneming in de lijst”) wordt online ter beschikking gesteld van elke erkende marktdeelnemer.

2.   De in lid 1, respectievelijk punt a) en punt b), bedoelde verklaring van naleving en opneming in de lijst worden door de importeur op verzoek ter beschikking gesteld van handhavingsautoriteiten, douane of andere autoriteiten in de Unie die belast zijn met de verificatie van het gebruik van geografische aanduidingen voor goederen die voor het vrije verkeer zijn aangegeven of op de interne markt worden gebracht. De marktdeelnemer kan de verklaring of opneming in de lijst ter beschikking stellen van het publiek of van eenieder die in het kader van zakelijke activiteiten om bewijs van naleving verzoekt. De verklaring en opneming in de lijst worden regelmatig geactualiseerd op basis van een risicobeoordeling.

3.   Een marktdeelnemer aan wie de verklaring van naleving niet langer wordt afgegeven of die van de lijst is verwijderd, mag de verklaring van naleving of de opneming in de lijst niet langer tonen of gebruiken.

4.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen gedetailleerde regels vast betreffende de vorm en de inhoud van de verklaring van naleving en de opneming in de lijst, de vormen waarin die door de marktdeelnemers of handelaren ter beschikking moeten worden gesteld ten behoeve van controle of in het kader van zakelijke activiteiten, alsook betreffende de omstandigheden, en de vormen, waarin een gelijkwaardige verklaring vereist is in het geval van producten van oorsprong uit derde landen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Hoofdstuk 5

Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten

Artikel 46

Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten

1.   Een “oorsprongsbenaming” van een landbouwproduct is een naam die een product aanduidt:

a)

dat van oorsprong is uit een bepaalde plaats, een bepaalde streek of, in uitzonderlijke gevallen, een bepaald land;

b)

waarvan de kwaliteit of de kenmerken hoofdzakelijk of uitsluitend zijn toe te schrijven aan een specifieke geografische omgeving met haar eigen door de natuur en de mens bepaalde factoren; en

c)

waarvan alle productiestappen in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

2.   Een “geografische aanduiding” van een landbouwproduct is een naam die een product aanduidt:

a)

dat van oorsprong is uit een bepaalde plaats, een bepaalde streek of een bepaald land;

b)

waarvan een bepaalde kwaliteit, de reputatie, of een ander kenmerk hoofdzakelijk aan de geografische oorsprong ervan is toe te schrijven; en

c)

waarvan ten minste een van de productiestappen plaatsvindt in het afgebakende geografische gebied.

3.   Niettegenstaande lid 1 worden bepaalde namen voor producten waarvan de grondstoffen afkomstig zijn uit een geografisch gebied dat groter is dan of verschillend is van het afgebakende geografische gebied, toch als oorsprongsbenamingen geregistreerd mits:

a)

het productiegebied van de grondstoffen afgebakend is;

b)

er bijzondere voorwaarden aan de productie van de grondstoffen zijn verbonden;

c)

er controleregelingen bestaan die de naleving van de in punt b) bedoelde voorwaarden waarborgen; en

d)

de desbetreffende oorsprongsbenamingen vóór 1 mei 2004 in het land van oorsprong als oorsprongsbenaming erkend waren.

Voor de toepassing van dit lid mogen alleen levende dieren, vlees en melk als grondstoffen worden beschouwd.

Artikel 47

Specifieke regels inzake het betrekken van diervoeder en grondstoffen en inzake slachten

1.   Voor een product van dierlijke oorsprong waarvan de naam als oorsprongsbenaming is geregistreerd, wordt het diervoeder volledig betrokken uit het afgebakende geografische gebied.

2.   Voor zover het praktisch niet haalbaar is om alle diervoeder uit het afgebakende geografische gebied te betrekken, mag buiten dat gebied geproduceerd diervoeder worden toegevoegd, op voorwaarde dat de kwaliteit of de kenmerken van het product die hoofdzakelijk aan de geografische omgeving zijn toe te schrijven, daardoor niet worden aangetast. De hoeveelheid diervoeder die afkomstig is van buiten het afgebakende geografische gebied mag op jaarbasis niet meer dan 50 % van de droge stof uitmaken.

3.   Een tijdelijke wijziging zoals bedoeld in artikel 24, lid 5, mag afwijken van lid 2 van dit artikel totdat het opnieuw mogelijk is diervoeder te betrekken uit het afgebakende gebied, mits het in artikel 49, lid 1, punt f), i), bedoelde verband niet volledig ongedaan wordt gemaakt.

4.   Beperkingen ten aanzien van de oorsprong van grondstoffen die zijn opgenomen in het productdossier van een product waarvan de naam als geografische aanduiding is geregistreerd, worden gemotiveerd met betrekking tot het in artikel 49, lid 1, punt f), ii), bedoelde verband.

5.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met afwijkingen en beperkingen ten aanzien van het slachten van levende dieren en ten aanzien van het betrekken van grondstoffen. Die afwijkingen en voorwaarden zijn gegrond op objectieve criteria en houden rekening met dierenwelzijn, kwaliteit of gebruik van de grondstoffen en erkende knowhow of natuurlijke factoren, waaronder beperkingen die van invloed zijn op de landbouwproductie in bepaalde gebieden.

Artikel 48

Planten- en dierenrassen

1.   Een naam kan niet als geografische aanduiding worden geregistreerd indien hij in conflict is met een plantenras- of dierenrasbenaming en hij de consument kan misleiden aangaande de werkelijke identiteit of oorsprong van het met de geografische aanduiding aangewezen product of hij kan leiden tot verwarring tussen met de geografische aanduiding aangewezen producten en het planten- of dierenras in kwestie.

2.   De in lid 1 bedoelde voorwaarden worden beoordeeld in het licht van het daadwerkelijke gebruik van de namen die in conflict zijn, met inbegrip van het gebruik van de plantenras- of dierenrasbenaming buiten het gebied van oorsprong en het gebruik van de plantenrasbenaming.

3.   Deze verordening vormt geen belemmering voor het in de handel brengen van een product dat niet in overeenstemming is met het productdossier van een geregistreerde geografische aanduiding, waarvan de etikettering de naam of een deel van de naam van die geografische aanduiding bevat, die geheel of gedeeltelijk uit een plantenras- of dierenrasbenaming bestaat, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het betrokken product bevat het genoemde planten- of dierenras of is ervan afgeleid;

b)

de consument wordt niet misleid;

c)

de plantenras- of dierenrasbenaming wordt in het kader van eerlijke concurrentie gebruikt;

d)

door het gebruik van de plantenras- of dierenrasbenaming wordt geen misbruik gemaakt van de reputatie van de geregistreerde geografische aanduiding; en

e)

de productie en de afzet van het betrokken product vond ook al vóór de datum van de aanvraag tot registratie van de geografische aanduiding buiten het oorsprongsgebied plaats.

4.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels ter bepaling van het gebruik van plantenras- en dierenrasbenamingen.

Artikel 49

Productdossier

1.   Een productdossier omvat ten minste:

a)

de als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te registreren naam, zoals die in de handel of in de omgangstaal wordt gebruikt om het specifieke product in het afgebakende geografische gebied te beschrijven;

b)

een beschrijving van het product, indien relevant met inbegrip van de betrokken grondstoffen en planten- en dierenrassen, met inbegrip van de handelsbenaming van de soort en de wetenschappelijke naam ervan, alsook de belangrijkste fysische, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken van het product;

c)

de beschrijving van het geografische gebied dat wordt afgebakend met betrekking tot het in punt f), i) of ii) van dit lid bedoelde verband, en, waar passend, gegevens waaruit blijkt dat aan de vereisten van artikel 46, lid 3, is voldaan;

d)

het bewijs dat het product van oorsprong is uit het afgebakende geografische gebied dat is gespecificeerd overeenkomstig artikel 46, lid 1, punt c), of artikel 46, lid 2, punt c);

e)

een beschrijving van de methode voor het verkrijgen van het product en, waar passend, de authentieke en onveranderlijke lokale methoden; alsook informatie betreffende de verpakking, indien de aanvragende producentengroepering aangeeft en op afdoende en productspecifieke wijze motiveert dat de verpakking in het afgebakende geografische gebied moet plaatsvinden om de kwaliteit te behouden, om de oorsprong te waarborgen of om de controle te verzekeren, rekening houdend met het Unierecht, in het bijzonder het Unierecht betreffende het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten;

f)

de gegevens ten bewijze van het volgende:

i)

met betrekking tot een beschermde oorsprongsbenaming, het verband tussen de kwaliteit of de kenmerken van het product en de geografische omgeving zoals bedoeld in artikel 46, lid 1, punt b). De gegevens betreffende de menselijke factoren van die geografische omgeving kunnen, indien van toepassing, worden beperkt tot een beschrijving van het bodem- en landschapsbeheer, teeltpraktijken of andere relevante menselijke bijdragen aan de instandhouding van de natuurlijke factoren van de geografische omgeving zoals bedoeld in die bepaling;

ii)

met betrekking tot een beschermde geografische aanduiding, het verband tussen een bepaalde kwaliteit, de reputatie of een ander kenmerk van het product en de geografische oorsprong, zoals bedoeld in artikel 46, lid 2, punt b).

2.   Het productdossier kan ook het volgende bevatten:

a)

duurzame praktijken zoals bedoeld in artikel 7;

b)

alle specifieke etiketteringsregels voor het betrokken product;

c)

andere toepasselijke vereisten waarin de lidstaten of, indien van toepassing, een producentengroepering voorzien, rekening houdend met het feit dat die vereisten objectief en niet-discriminerend moeten zijn en verenigbaar moeten zijn met het Unie- en nationale recht.

3.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels die grenzen stellen aan de in het in lid 1 van dit artikel bedoelde productdossier op te nemen informatie, indien dat noodzakelijk is om buitensporig omvangrijke registratieaanvragen te vermijden.

4.   De Commissie kan in uitvoeringshandelingen regels vastleggen betreffende de vorm van het productdossier. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 50

Enig document

1.   Het enig document bevat:

a)

de belangrijkste gegevens van het productdossier, namelijk de naam die als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding moet worden geregistreerd, een beschrijving van het product, met inbegrip van, waar passend, specifieke regels inzake verpakking en etikettering en een beknopte beschrijving van het geografische gebied;

b)

een beschrijving van het verband tussen het product en de geografische omgeving of de geografische oorsprong in de zin van artikel 49, lid 1, punt f), met inbegrip van, waar passend, de specifieke elementen van de productbeschrijving of de productiemethode die dat verband staven.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen het format en de onlinepresentatie van het enig document zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel vaststellen en persoonsgegevens uitsluiten of anonimiseren. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Titel III

Gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen

Hoofdstuk 1

Toepassingsgebied

Artikel 51

Toepassingsgebied

Deze titel is van toepassing op landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen.

Voor de toepassing van deze titel heeft de term “landbouwproducten, met inbegrip van levensmiddelen” betrekking op de voor menselijke consumptie bestemde landbouwproducten die zijn opgenomen in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en de levensmiddelen en landbouwproducten die zijn opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Deze titel is niet van toepassing op gedistilleerde dranken of wijnbouwproducten zoals gedefinieerd in deel II van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, met uitzondering van wijnazijn.

Hoofdstuk 2

Gegarandeerde traditionele specialiteiten

Artikel 52

Doelstellingen

1.   Er wordt een regeling voor gegarandeerde traditionele specialiteiten (GTS’en) ingesteld om traditionele productiemethoden en recepten in stand te houden door:

a)

producenten van traditionele producten behulpzaam te zijn bij het in de handel brengen van hun traditionele recepten en producten en het aan de consument kenbaar maken van de waardetoevoegende eigenschappen daarvan;

b)

toegevoegde waarde te helpen genereren door bij te dragen tot eerlijke concurrentie in de afzetketen en een billijk inkomen voor producenten en bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het plattelandsontwikkelingsbeleid.

2.   De registratie en de bescherming van gegarandeerde traditionele specialiteiten doen geen afbreuk aan de verplichting van producenten om andere regels van de Unie na te leven, met name die betreffende het in de handel brengen van producten, betreffende de gemeenschappelijke marktordening, en betreffende levensmiddelenetikettering.

3.   Richtlijn (EU) 2015/1535 is niet van toepassing op de in deze verordening vastgelegde regeling voor gegarandeerde traditionele specialiteiten.

Artikel 53

Geschiktheidscriteria

1.   Een naam komt in aanmerking voor registratie als gegarandeerde traditionele specialiteit indien hij een product beschrijft dat:

a)

het resultaat is van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met het traditionele gebruik van dat product; of

b)

is vervaardigd uit traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

2.   Om te kunnen worden geregistreerd als gegarandeerde traditionele specialiteit, moet een naam:

a)

traditioneel zijn gebruikt om het product aan te duiden; of

b)

het traditionele karakter van het product aangeven.

3.   Indien in de bezwaarprocedure uit hoofde van artikel 61 wordt aangetoond dat de naam ook wordt gebruikt in een andere lidstaat of in een derde land met het oog op het onderscheiden van producten die vergelijkbaar zijn of een identieke of soortgelijke naam hebben, kan in het overeenkomstig artikel 64, lid 3, punt b), vastgestelde registratiebesluit worden bepaald dat de naam van de gegarandeerde traditionele specialiteit vergezeld gaat van de claim “vervaardigd volgens de traditie van”, onmiddellijk gevolgd door de naam van een land of een streek daarvan.

4.   Een naam wordt niet geregistreerd indien hij uitsluitend verwijst naar claims die algemeen van aard zijn en ten aanzien van een reeks producten worden gebruikt, of naar claims waarin wordt voorzien in specifieke wetgeving van de Unie.

5.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels ter verduidelijking van de in dit artikel vastgelegde geschiktheidscriteria.

Artikel 54

Productdossier

1.   Een productdossier omvat ten minste:

a)

de voor registratie voorgestelde productnaam, in de passende taalversies;

b)

een beschrijving van het product, met inbegrip van de belangrijkste fysische, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken;

c)

een beschrijving van de productiemethode die door de producenten moet worden gevolgd, waar passend met inbegrip van de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, indien relevant met inbegrip van de handelsnaam van de betrokken soort en de wetenschappelijke naam ervan, en de bereidingswijze van het product; en

d)

de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen.

Het productdossier kan ook etiketteringsvereisten bevatten.

2.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels die grenzen stellen aan de in het productdossier op te nemen informatie, indien dat noodzakelijk is om buitensporig omvangrijke registratieaanvragen te vermijden.

3.   De Commissie kan in uitvoeringshandelingen regels vastleggen betreffende de vorm van het productdossier. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 55

Producentengroeperingen

1.   Een producentengroepering is een vereniging, ongeacht haar rechtsvorm, die bestaat uit producenten van hetzelfde product of dezelfde producten. De groepering wordt opgericht op initiatief van producenten volgens de aard van het betrokken product of de betrokken producten. Een producentengroepering handelt op transparante en niet-discriminerende wijze. Ook heeft zij een democratische structuur en berust de zeggenschap en de controle erover bij de leden ervan.

2.   De lidstaten kunnen bepalen dat marktdeelnemers, vertegenwoordigers van bedrijfstakken die verband houden met een van de schakels in de toeleveringsketen van met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen producten, en belanghebbenden zoals bedoeld in artikel 157 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, lid kunnen zijn van een producentengroepering indien zij een specifiek belang hebben in de producten die onder de producentengroepering vallen. Die leden hebben geen zeggenschap over de producentengroepering.

3.   Een producentengroepering kan met name de volgende taken verrichten:

a)

ontwikkelen van het productdossier, aanvragen van wijziging en annulering, beheren van de eigen controles van de leden ervan;

b)

maatregelen nemen om de prestaties van de gegarandeerde traditionele specialiteiten te verbeteren;

c)

voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten opzetten die erop gericht zijn de waardetoevoegende eigenschappen van het product kenbaar te maken aan de consument;

d)

maatregelen nemen om de waarde van producten te vergroten en, indien nodig, stappen ondernemen om maatregelen die het imago van die producten schaden, te beletten of tegen te gaan.

Artikel 56

Nationale fase van de registratieprocedure

1.   Aanvragen voor de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit mogen enkel worden ingediend door een aanvragende producentengroepering. Een aanvragende producentengroepering is een vereniging, ongeacht haar rechtsvorm, bestaande uit producenten van hetzelfde product waarvan de naam voor registratie wordt voorgesteld of uit een individuele producent indien de betrokken persoon de enige producent is die bereid is een aanvraag in te dienen. Meerdere aanvragende producentengroeperingen uit verschillende lidstaten of derde landen kunnen een gezamenlijke registratieaanvraag indienen. Overheidsinstanties en andere belanghebbende partijen kunnen helpen bij het opstellen van de aanvraag en bij de desbetreffende procedure.

2.   Een aanvraag tot registratie van een naam als gegarandeerde traditionele specialiteit bestaat uit:

a)

de naam en het adres van de aanvragende producentengroepering;

b)

het in artikel 54 bedoelde productdossier.

3.   Indien de aanvraag wordt opgesteld door een producentengroepering die in een lidstaat is gevestigd, wordt de aanvraag gericht tot de autoriteiten van die lidstaat. De lidstaat onderzoekt de aanvraag om te controleren of ze voldoet aan de voorwaarden van de in artikel 53 bedoelde geschiktheidscriteria. In het kader van dat onderzoek voert de lidstaat een nationale bezwaarprocedure. Indien de lidstaat oordeelt dat aan de vereisten van dit hoofdstuk is voldaan, kan hij een gunstig besluit nemen en een aanvraag tot registratie op Unieniveau zoals bedoeld in artikel 58 indienen.

4.   De lidstaat zorgt ervoor dat elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang de mogelijkheid heeft beroep in te stellen. De lidstaat zorgt er ook voor dat een gunstig besluit en het bijbehorende productdossier worden bekendgemaakt en dat het productdossier elektronisch toegankelijk is.

Artikel 57

Aanvraag tot registratie op Unieniveau

1.   Een aanvraag tot registratie op Unieniveau van een gegarandeerde traditionele specialiteit omvat het in artikel 54 bedoelde productdossier en:

a)

voor aanvragen uit lidstaten, een verklaring van de lidstaat waaraan de aanvraag was gericht in het nationale stadium van de registratieprocedure, waarin wordt bevestigd dat de aanvraag aan de registratievoorwaarden voldoet en informatie over een eventueel ontvankelijk bezwaar op nationaal niveau naar aanleiding van de nationale onderzoeks- en bezwaarprocedure; of

b)

voor aanvragen uit derde landen, een volmacht ingeval de aanvrager wordt vertegenwoordigd door een agent.

2.   De in lid 1 bedoelde documenten worden in één van de officiële talen van de Unie opgesteld.

3.   Een gezamenlijke aanvraag bevat het in artikel 54 bedoelde productdossier en, naargelang het geval, de in lid 1, punt b), van dit artikel bedoelde verklaring van alle betrokken lidstaten of derde landen. De desbetreffende nationale procedures, met inbegrip van de bezwaarfase, worden in alle betrokken lidstaten uitgevoerd.

4.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast betreffende de procedures, vorm en presentatie van registratieaanvragen, inclusief aanvragen tot registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit die betrekking heeft op meer dan één nationaal grondgebied. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 58

Indiening van de aanvraag tot registratie op Unieniveau

1.   Een aanvraag tot registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit op Unieniveau wordt elektronisch, via een digitaal systeem, bij de Commissie ingediend. Op verzoek van ten minste één lidstaat past de Commissie het digitale systeem aan om het, voor lidstaten die dat wensen, geschikt te maken voor gebruik in het nationale deel van de procedure voor de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit.

2.   Indien de registratieaanvraag wordt gedaan door een aanvrager die is gevestigd in een derde land, wordt de aanvraag bij de Commissie ingediend, hetzij rechtstreeks door een aanvrager, namelijk een producentengroepering of een individuele producent, hetzij via de autoriteiten van het betrokken derde land.

3.   Een gezamenlijke registratieaanvraag zoals bedoeld in artikel 56, lid 1, wordt ingediend door:

a)

één van de betrokken lidstaten; of

b)

een aanvrager van een derde land, namelijk een producentengroepering of een individuele producent, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van dat derde land.

4.   De namen waarvoor aanvragen tot registratie op Unieniveau zijn ingediend, worden door de Commissie openbaar gemaakt via het in lid 1 bedoelde digitale systeem.

Artikel 59

Onderzoek door de Commissie en bekendmaking ten behoeve van bezwaar

1.   De Commissie onderzoekt elke aanvraag die zij overeenkomstig artikel 58, leden 1, 2 en 3, ontvangt om na te gaan of die de nodige informatie en geen kennelijke fouten bevat, rekening houdend met het resultaat van de door de betrokken lidstaat uitgevoerde onderzoeks- en bezwaarprocedure. Een dergelijk onderzoek houdt rekening met het resultaat van de door de betrokken lidstaat uitgevoerde nationale procedure.

2.   Het onderzoek duurt niet langer dan zes maanden vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag. De Commissie kan de aanvrager verzoeken om aanvullende informatie of om wijziging. Wanneer de Commissie dergelijke verzoeken tot de aanvrager richt, bedraagt de onderzoekstermijn ten hoogste vijf maanden vanaf de dag waarop de Commissie het antwoord van de aanvrager heeft ontvangen.

3.   Indien de Commissie het in lid 2 bedoeld onderzoek niet binnen de gestelde termijn afrondt, stelt zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de redenen voor de vertraging, met vermelding van de tijd die naar schatting nodig is om het onderzoek af te ronden, hetgeen ten hoogste één maand in beslag mag nemen.

4.   Indien de Commissie op basis van het overeenkomstig lid 1 van dit artikel verrichte onderzoek van oordeel is dat aan de voorwaarden van de artikelen 53, 54, 56 en 57 is voldaan, maakt zij het productdossier bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 60

Nationale betwisting van een registratieaanvraag

1.   De lidstaten houden de Commissie op de hoogte van elke nationale administratieve of gerechtelijke procedure die schadelijk kan zijn voor de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit.

2.   De Commissie is vrijgesteld van de verplichting om de termijnen voor het verrichten van het in artikel 59, lid 2, bedoelde onderzoek in acht te nemen en de lidstaat in kennis te stellen van de redenen voor de vertraging indien zij een mededeling ontvangt van een lidstaat betreffende een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 56, waarbij:

a)

de Commissie ervan in kennis wordt gesteld dat het in artikel 56, lid 3, bedoelde besluit op nationaal niveau ongeldig is verklaard door een onmiddellijk uitvoerbare, maar niet definitieve administratieve of rechterlijke beslissing; of

b)

de Commissie wordt verzocht het onderzoek te schorsen omdat er een nationale administratieve of gerechtelijke procedure is ingeleid om de geldigheid van de aanvraag aan te vechten en de lidstaat oordeelt dat die procedure op geldige gronden is gebaseerd.

3.   De vrijstelling geldt totdat de Commissie door de lidstaat ervan in kennis is gesteld dat de oorspronkelijke aanvraag opnieuw geldig is, of dat de lidstaat zijn verzoek tot schorsing intrekt.

4.   Indien de in artikel 56, lid 3, bedoelde gunstige beslissing van een lidstaat geheel of gedeeltelijk ongeldig is verklaard bij een definitieve beslissing van een nationale rechtbank, overweegt die lidstaat, indien nodig, passende maatregelen, zoals de intrekking of wijziging van de aanvraag tot registratie op Unieniveau.

Artikel 61

Bezwaarprocedure op Unieniveau

1.   Binnen drie maanden na de datum van de bekendmaking van het productdossier in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 59, lid 4, kunnen de autoriteiten van een lidstaat of van een derde land of een natuurlijke of rechtspersoon die een rechtmatig belang heeft en in een derde land gevestigd is of woont, bij de Commissie een bezwaar indienen.

2.   Elke natuurlijke of rechtspersoon die een rechtmatig belang heeft en gevestigd is of woont in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de aanvraag tot registratie op Unieniveau is ingediend, kan bezwaar indienen bij de lidstaat waar die persoon gevestigd is of woont, binnen een termijn die de betrokken lidstaat in staat stelt het bezwaar te onderzoeken en een besluit te nemen over het al dan niet indienen van bezwaar bij de Commissie overeenkomstig lid 1. De lidstaten kunnen die termijn vastleggen in hun nationale wetgeving.

3.   In een bezwaarschrift wordt vermeld dat bezwaar wordt gemaakt tegen de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit. Een bezwaarschrift waarin dat niet is vermeld, is nietig.

4.   De Commissie controleert de ontvankelijkheid van het bezwaar. Indien de Commissie van oordeel is dat het bezwaar ontvankelijk is, verzoekt zij, uiterlijk vijf maanden na de bekendmaking, zoals bedoeld in artikel 59, lid 4, van het productdossier in het Publicatieblad van de Europese Unie de indiener van het bezwaar en de aanvrager passend overleg te plegen gedurende een redelijke periode van ten hoogste drie maanden. De Commissie zendt het bezwaar en alle door de indiener van het bezwaar verstrekte documenten toe aan de aanvrager. Op elk tijdstip gedurende die periode kan de Commissie op verzoek van de aanvrager de overlegtermijn éénmaal met ten hoogste drie maanden verlengen.

5.   De indiener van het bezwaar en de aanvrager vangen zonder onnodige vertraging passend overleg aan. Ze verstrekken elkaar de informatie die relevant is om te beoordelen of de registratieaanvraag aan de voorwaarden van dit hoofdstuk voldoet.

6.   Binnen een maand na afloop van het in lid 4 bedoelde overleg stelt de aanvrager de Commissie in kennis van het resultaat van het overleg, met inbegrip van alle uitgewisselde informatie, en deelt hij mee of er overeenstemming is bereikt met een of alle indieners van het bezwaar en welke wijzigingen in de aanvraag daaruit eventueel voortvloeien. Ook de indiener van het bezwaar kan de Commissie aan het einde van het overleg in kennis stellen van zijn standpunt.

7.   Indien, na afloop van het overleg, het overeenkomstig artikel 59, lid 4, bekendgemaakte productdossier is gewijzigd, herhaalt de Commissie haar onderzoeken van de registratieaanvraag zoals gewijzigd. Indien de aanvraag ingrijpend is gewijzigd en de Commissie van oordeel is dat de gewijzigde aanvraag aan de voorwaarden voor registratie voldoet, maakt zij het productdossier opnieuw bekend overeenkomstig dat lid.

8.   De in dit artikel bedoelde documenten worden opgesteld in een van de officiële talen van de Unie.

9.   De Commissie voltooit haar beoordeling van de aanvraag tot registratie op Unieniveau, rekening houdend met eventuele verzoeken om overgangsperioden, het resultaat van de bezwaarprocedure en alle andere kwesties die zich nadien in verband met haar onderzoek aandienen en die aanleiding kunnen geven tot een wijziging van het productdossier.

10.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met nadere procedures en termijnen voor de bezwaarprocedure.

11.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarbij het format en de presentatie van bezwaarschriften worden vastgesteld en persoonsgegevens worden uitgesloten of geanonimiseerd. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 62

Bezwaargronden

1.   Een overeenkomstig artikel 61 ingediend bezwaar is alleen ontvankelijk indien de indiener van het bezwaar aantoont dat:

a)

de voorgestelde gegarandeerde traditionele specialiteit niet voldoet aan de bepalingen van dit hoofdstuk; of

b)

de registratie van de naam het bestaan van een geheel of gedeeltelijk identieke naam in gevaar zou brengen.

2.   De ontvankelijkheid van een bezwaar wordt beoordeeld met betrekking tot het grondgebied van de Unie.

Artikel 63

Overgangsperioden voor het gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten

1.   Voor producten waarvan de benaming geheel of gedeeltelijk bestaat uit een naam die in strijd is met artikel 68, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een overgangsperiode van maximaal vijf jaar toestaan om het verdere gebruik mogelijk te maken van de benaming waaronder die producten in de handel zijn gebracht, mits uit een ontvankelijk bezwaar overeenkomstig artikel 56, lid 3, of artikel 61 tegen de aanvraag tot registratie van de gegarandeerde traditionele specialiteit waarvan de bescherming wordt geschonden, blijkt dat die benaming gedurende ten minste vijf jaar vóór de datum van bekendmaking van het in artikel 59, lid 4, bedoelde productdossier legaal op de interne markt is gebruikt.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld, behalve de uitvoeringshandelingen waarvoor overeenkomstig artikel 56, lid 3, een ontvankelijk bezwaar is ingediend, die worden vastgesteld zonder toepassing van die onderzoeksprocedure.

Artikel 64

Besluit van de Commissie betreffende de registratieaanvraag

1.   Indien de Commissie, op basis van de informatie die zij tijdens het overeenkomstig artikel 59 verrichte onderzoek heeft verkregen, oordeelt dat niet aan een of meer van de daarin bedoelde voorwaarden wordt voldaan, verwerpt zij de registratieaanvraag door middel van uitvoeringshandelingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2.   Bij ontstentenis van een ontvankelijk bezwaar registreert de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen, en zonder de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure toe te passen, de gegarandeerde traditionele specialiteit.

3.   Indien de Commissie een ontvankelijk bezwaar ontvangt, doet zij, volgens de in artikel 61 bedoelde procedure en rekening houdend met de resultaten daarvan, het volgende:

a)

zij stelt uitvoeringshandelingen vast tot registratie van de gegarandeerde traditionele specialiteit zonder de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure toe te passen, indien een overeenkomst is bereikt, na te hebben gecontroleerd of de overeenkomst in overeenstemming is met het Unierecht, en wijzigt zo nodig de overeenkomstig artikel 59, lid 4, bekendgemaakte informatie, mits die wijzigingen niet substantieel zijn; of

b)

zij stelt uitvoeringshandelingen vast waarin wordt beslist over de registratieaanvraag, indien geen overeenkomst is bereikt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4.   De uitvoeringshandelingen tot registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit voorzien in alle voorwaarden die van toepassing zijn op de registratie en de herbekendmaking voor informatiedoeleinden van het productdossier dat overeenkomstig artikel 59, lid 4, is bekendgemaakt en na de bezwaarprocedure is gewijzigd in het geval van andere wijzigingen dan bedoeld in artikel 61, lid 7.

5.   Uitvoeringsverordeningen van de Commissie tot registratie en uitvoeringsbesluiten van te Commissie tot verwerping worden bekendgemaakt in de L-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 65

Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten

1.   Door middel van uitvoeringshandelingen en zonder toepassing van de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure zet de Commissie een openbaar toegankelijk Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten op en houdt zij dat bij. Dossiers die na 13 mei 2024 in dat register worden ingevoerd, hebben een machinaal leesbaar formaat, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 13, van Richtlijn (EU) 2019/1024.

2.   De Commissie bewaart documentatie met betrekking tot de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit in digitale of papieren vorm. In geval van annulering van de registratie bewaart de Commissie de documentatie gedurende tien jaar daarna.

3.   De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen de inhoud en de presentatie van het Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 66

Wijziging van een productdossier

1.   Een producentengroepering van een product waarvan de naam een geregistreerde gegarandeerde traditionele specialiteit is, kan een aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier indienen. De aanvragen bevatten een omschrijving van en een toelichting op de verzochte wijzigingen.

2.   De procedure tot wijziging van een productdossier verloopt door overeenkomstige toepassing van de in de artikelen 56 tot en met 64 vastgelegde procedure.

3.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels voor de procedure tot wijziging van een productdossier.

4.   De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, nadere regels vast betreffende de procedures, vorm en presentatie van een aanvraag tot wijziging van een productdossier. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 67

Annulering van de registratie

1.   In de onderstaande gevallen kan de Commissie, op eigen initiatief of naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, een derde land of een natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die in een derde land gevestigd is of woont, door middel van uitvoeringshandelingen de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit annuleren:

a)

indien overeenstemming met het productdossier niet langer kan worden gewaarborgd;

b)

indien gedurende ten minste de zeven voorgaande jaren geen product als gegarandeerde traditionele specialiteit in de handel is gebracht.

2.   De Commissie kan ook, door middel van uitvoeringshandelingen, op verzoek van de producenten van het onder de geregistreerde naam in de handel gebrachte product, een registratie annuleren.

3.   De artikelen 56 tot en met 62 en artikel 64 zijn van overeenkomstige toepassing op de annuleringsprocedure.

Bezwaren zijn slechts ontvankelijk indien wordt aangetoond dat een belanghebbende natuurlijke of rechtspersoon blijvend commercieel afhankelijk is van de geregistreerde naam.

4.   Alvorens de in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringshandelingen vast te stellen raadpleegt de Commissie de autoriteiten van de betrokken lidstaat, de autoriteiten van het betrokken derde land of, indien mogelijk, de producent uit het derde land die oorspronkelijk de registratie van de gegarandeerde traditionele specialiteit had aangevraagd, tenzij die oorspronkelijke aanvragers rechtstreeks om de annulering hebben verzocht. De raadplegingsperiode bedraagt ten minste één maand.

5.   De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, nadere regels vast betreffende de procedures, vorm en presentatie van de verzoeken om annulering van een registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit.

6.   De in de leden 1, 2 en 5 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 68

Beperking op het gebruik van geregistreerde gegarandeerde traditionele specialiteiten

1.   Geregistreerde gegarandeerde traditionele specialiteiten zijn, ook wat betreft producten die als ingrediënt worden gebruikt, beschermd tegen misbruik, imitatie of evocatie, zelfs indien de beschermde benaming is vertaald, evenals tegen elke andere praktijk die de consument kan misleiden.

2.   De op nationaal niveau gebruikte benamingen voor landbouwproducten en levensmiddelen mogen geen aanleiding geven tot verwarring met geregistreerde gegarandeerde traditionele specialiteiten.

3.   De in lid 1 bedoelde bescherming is ook van toepassing op producten die worden verkocht door middel van verkoop op afstand, zoals elektronische handel.

4.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen procedurele vereisten vaststellen voor de bescherming van gegarandeerde traditionele specialiteiten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

5.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels voor het gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten in de naam van verwerkte producten, onder verwijzing naar het gebruik van vergelijkbare ingrediënten en naar de criteria voor het verlenen van essentiële kenmerken aan de verwerkte producten.

Artikel 69

Uitzonderingen voor bepaalde gebruiken

De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan:

a)

het gebruik van termen die in de Unie generiek zijn, zelfs als de generieke term deel uitmaakt van een als gegarandeerde traditionele specialiteit beschermde naam;

b)

het in de handel brengen van producten waarvan de etikettering geheel of gedeeltelijk bestaat uit de te goeder trouw gebruikte plantenras- of dierenrasbenaming;

c)

de toepassing van regels van de Unie of van de lidstaten inzake intellectuele eigendom, en met name die inzake oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen en merken en rechten die uit hoofde van die regels zijn verleend.

Artikel 70

Symbool van de Unie, aanduiding en afkorting

1.   Er wordt een symbool van de Unie vastgesteld voor als gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen producten. De aanduiding “gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting “GTS” en het symbool van de Unie dat naar de gegarandeerde traditionele specialiteit verwijst, mogen alleen worden gebruikt met betrekking tot producten die in overeenstemming met het desbetreffende productdossier zijn geproduceerd. Zij mogen ook worden gebruikt voor informatieve en educatieve doeleinden, mits dat gebruik niet misleidend is voor de consument. De aanduiding “gegarandeerde traditionele specialiteit” of de daarmee overeenkomende afkorting “GTS” mag in de etikettering worden aangebracht.

2.   In het geval van producten van oorsprong uit de Unie die in de handel worden gebracht als overeenkomstig deze verordening geregistreerde gegarandeerde traditionele specialiteit, worden in de etikettering en het reclamemateriaal het in lid 2 bedoelde symbool van de Unie en de geregistreerde naam in hetzelfde gezichtsveld aangebracht. De etiketteringsvereisten van artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 voor de presentatie van verplichte vermeldingen zijn van toepassing op de geregistreerde gegarandeerde traditionele specialiteit.

3.   Het symbool van Unie mag worden gebruikt in de etikettering van buiten de Unie geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten.

4.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de technische kenmerken van het symbool van de Unie vast, alsook de technische regels inzake het gebruik ervan en het gebruik van de aanduiding en de afkorting op producten die in de handel worden gebracht als gegarandeerde traditionele specialiteit, ook wat de taalversies betreft. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 71

Deelname aan de regeling voor gegarandeerde traditionele specialiteiten

1.   Een als gegarandeerde traditionele specialiteit geregistreerde naam mag worden gebruikt door elke marktdeelnemer die een product in de handel brengt dat in overeenstemming is met het desbetreffende productdossier.

2.   De lidstaten waarborgen dat marktdeelnemers onder de verificatie van de naleving van het productdossier vallen die is ingesteld overeenkomstig artikel 72.

Artikel 72

Controles en handhaving

1.   Onder controles van gegarandeerde traditionele specialiteiten wordt verstaan:

a)

verificatie dat een met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen product in overeenstemming met het desbetreffende productdossier is geproduceerd; en

b)

verificatie van het gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten op de markt.

2.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk omvat handhaving alle maatregelen waarmee wordt beoogd de naleving van de artikelen 68, 69 en 70 van deze verordening te waarborgen.

3.   Bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties en natuurlijke personen aan wie bepaalde officiële controletaken zijn gedelegeerd, moeten aan de respectieve vereisten van Verordening (EU) 2017/625 voldoen.

4.   Elke marktdeelnemer die wenst deel te nemen aan activiteiten waarvoor een of meer verplichtingen gelden op grond van het productdossier van een met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen product, stelt de in lid 6, punten a) en b), bedoelde bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties of natuurlijke personen daarvan in kennis.

De lidstaten stellen een lijst op van marktdeelnemers die activiteiten verrichten waarvoor een of meer verplichtingen gelden op grond van het productdossier van een product dat wordt aangewezen met een gegarandeerde traditionele specialiteit die is ingeschreven in het Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten. uit hun grondgebied, en houden die lijst actueel.

5.   De producenten zijn verantwoordelijk voor eigen controles op de naleving van het productdossier van met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen producten voordat het product in de handel wordt gebracht.

6.   Naast de in lid 5 bedoelde eigen controles wordt, voordat een met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen product van oorsprong uit de Unie in de handel wordt gebracht, verificatie van de naleving van het productdossier verricht door:

a)

een of meer bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 3, punt 3, van Verordening (EU) 2017/625; of

b)

een of meer gedelegeerde instanties of natuurlijke personen aan wie bepaalde officiële controletaken zijn gedelegeerd, zoals bedoeld in titel II, hoofdstuk III, van Verordening (EU) 2017/625.

7.   Voor gegarandeerde traditionele specialiteiten die producten van oorsprong uit een derde land aanwijzen, wordt, voordat het product op de markt wordt gebracht, de verificatie van de naleving van het productdossier verricht door:

a)

een of meer door het derde land aangewezen bevoegde autoriteiten; of

b)

één of meer productcertificeringsinstanties.

De kosten van de verificatie van de naleving van het productdossier mogen worden gedragen door de marktdeelnemers die aan die controles onderworpen zijn. De lidstaten kunnen een vergoeding aanrekenen ter dekking van hun kosten voor de verificatie van de naleving van het productdossier.

8.   De lidstaten maken voor elk met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen product de naam en het adres van de in lid 6 bedoelde bevoegde autoriteiten, gedelegeerde instanties en natuurlijke personen openbaar, en houden die informatie actueel.

9.   De Commissie maakt de naam en het adres van de in lid 7 bedoelde bevoegde autoriteiten en productcertificeringsinstanties openbaar, en actualiseert die informatie regelmatig.

10.   De Commissie kan een digitaal portaal opzetten waar de naam en het adres van de in de leden 6 en 7 bedoelde bevoegde autoriteiten, gedelegeerde en productcertificeringsinstanties en natuurlijke personen openbaar worden gemaakt.

11.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast betreffende de door de derde landen aan de Commissie te verrichten mededeling, onder meer over de naam en het adres van de bevoegde autoriteiten en de productcertificeringsinstanties. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

12.   De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen en zonder de in artikel 88, lid 2, bedoelde procedure toe te passen, bepalen op welke wijze de naam en het adres van de in dit artikel bedoelde bevoegde autoriteiten en gedelegeerde instanties openbaar worden gemaakt.

Artikel 73

Accreditatie van gedelegeerde en productcertificeringsinstanties

1.   De in artikel 72, lid 6, punt b), bedoelde gedelegeerde instanties en de in artikel 72, lid 7, punt b), bedoelde productcertificeringsinstanties voldoen aan en zijn geaccrediteerd overeenkomstig een van beide onderstaande normen, naargelang de relevantie daarvan voor de gedelegeerde taken:

a)

norm EN ISO/IEC 17065 “Conformity assessment — Requirements for bodies certifying products, processes and services” (Conformiteitsbeoordeling — Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten); of

b)

norm EN ISO/IEC 17020 “Conformity assessment — Requirements for the operation of various types of bodies performing inspection” (Conformiteitsbeoordeling — Eisen voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoeren).

2.   De in lid 1 bedoelde accreditatie wordt uitgevoerd door een nationale accreditatie-instantie die is erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 en die ondertekenaar is van een multilaterale overeenkomst in het kader van de Europese samenwerking voor accreditatie, die betrekking heeft op de in lid 1 vermelde normen, of door een accreditatie-instantie van buiten de Unie die ondertekenaar is van een multilaterale erkenningsregeling van het International Accreditation Forum of van een regeling voor wederzijdse erkenning van de International Laboratory Accreditation Cooperation, die betrekking hebben op de in lid 1 vermelde normen.

Artikel 74

Verificatie van het gebruik van een gegarandeerde traditionele specialiteit op de markt en handhaving

1.   De lidstaten wijzen een of meer bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de verificatie van, en de handhavingsmaatregelen inzake, het gebruik van een gegarandeerde traditionele specialiteit nadat het met een gegarandeerde traditionele specialiteit aangewezen product in de handel is gebracht, waaronder handelingen vallen als opslag, doorvoer, distributie of het te koop aanbieden, ook in de elektronische handel. Die autoriteiten kunnen dezelfde zijn als de bevoegde autoriteiten die worden bedoeld in artikel 72, lid 6, punt a). De verificatie van het gebruik van gegarandeerde traditionele specialiteiten wordt uitgevoerd op basis van een risicoanalyse.

2.   De in lid 1 bedoelde autoriteiten zorgen ervoor dat het productdossier van de betrokken gegarandeerde traditionele specialiteit wordt nageleefd.

3.   De lidstaten nemen passende administratieve en gerechtelijke maatregelen om het gebruik van namen van producten of diensten die op hun grondgebied zijn geproduceerd, op de markt gebracht of verricht, of die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen, dat in strijd is met de bescherming van gegarandeerde traditionele specialiteiten uit hoofde van artikel 68, te voorkomen of beëindigen.

4.   De overeenkomstig lid 1 aangewezen autoriteit of autoriteiten faciliteert/faciliteren de informatie-uitwisseling tussen de betrokken departementen, agentschappen en instanties, zoals politie, agentschappen ter bestrijding van namaak, douane, bureaus voor intellectuele eigendom, autoriteiten op het gebied van het levensmiddelenrecht en retailinspecteurs, om efficiënte handhaving te waarborgen.

Artikel 75

Verplichtingen van aanbieders op de onlinemarkt

1.   Alle informatie in verband met de reclame voor, en promotie en verkoop van, producten die voor in de Unie gevestigde personen toegankelijk is en die in strijd is met de in artikel 68 van deze verordening bedoelde bescherming van een gegarandeerde traditionele specialiteit, wordt beschouwd als illegale inhoud, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt h), van Verordening (EU) 2022/2065.

2.   De relevante nationale gerechtelijke of administratieve autoriteiten van de lidstaten kunnen, overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2022/2065 een bevel uitvaardigen om op te treden tegen illegale inhoud, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 76

Wederzijdse bijstand en uitwisseling van informatie

1.   De lidstaten verlenen elkaar bijstand bij de uitvoering van de in dit hoofdstuk bedoelde controles en handhaving overeenkomstig titel IV van Verordening (EU) 2017/625.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vaststellen inzake de aard en de soort van de tussen de lidstaten uit te wisselen informatie en de methoden voor het uitwisselen van die informatie ten behoeve van controle en handhaving in het kader van dit hoofdstuk. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 77

Verklaring van naleving van het productdossier

1.   Een marktdeelnemer van wie een product na de in artikel 72 bedoelde verificatie van de naleving in overeenstemming is bevonden met het productdossier van een overeenkomstig deze verordening beschermde gegarandeerde traditionele specialiteit, heeft op verzoek en afhankelijk van het systeem dat in de betrokken lidstaat wordt toegepast, recht op:

a)

een verklaring, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift kan zijn, waaruit de naleving van het productdossier blijkt; of

b)

opneming in een door de bevoegde autoriteit opgestelde lijst van erkende marktdeelnemers, zoals de in artikel 72, lid 4, bepaalde lijst. Het desbetreffende uittreksel uit de lijst (“opneming in de lijst”) wordt online beschikbaar gesteld van elke erkende marktdeelnemer.

2.   De respectievelijk in lid 1, punt a) en in lid 1, punt b), bedoelde verklaring van naleving en opneming in de lijst worden regelmatig geactualiseerd op basis van een risicobeoordeling.

3.   Een marktdeelnemer aan wie de verklaring van naleving niet langer wordt afgegeven of die van de lijst is verwijderd, toont of gebruikt de verklaring van naleving of de opneming in de lijst niet langer.

4.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast betreffende de vorm en inhoud van de verklaring van naleving en de opneming in de lijst, alsook betreffende de omstandigheden, en de vormen, waarin die door de marktdeelnemers of handelaren beschikbaar moeten worden gesteld voor controle of in het kader van de bedrijfsuitoefening, ook in het geval van een gelijkwaardige verklaring betreffende producten van oorsprong uit derde landen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Hoofdstuk 3

Facultatieve kwaliteitsaanduidingen

Artikel 78

Doel

Er wordt een regeling voor facultatieve kwaliteitsaanduidingen ingesteld om het op de interne markt kenbaar maken van de waardetoevoegende kenmerken of eigenschappen van een landbouwproduct door de producenten van dat product te vergemakkelijken.

Artikel 79

Nationale voorschriften

1.   De lidstaten kunnen nationale voorschriften inzake facultatieve kwaliteitsaanduidingen en -regelingen die niet onder deze verordening vallen, behouden voor zover die voorschriften in overeenstemming zijn met het Unierecht.

2.   De Commissie kan een digitaal systeem opzetten en ondersteunen voor de opneming van de in lid 1 bedoelde aanduidingen en regelingen om de kennis van de producten en regelingen in de hele Unie te bevorderen. De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de nadere technische gegevens vaststellen die nodig zijn voor de kennisgeving van de facultatieve kwaliteitsaanduidingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 80

Facultatieve kwaliteitsaanduidingen

1.   Facultatieve kwaliteitsaanduidingen voldoen aan de volgende criteria:

a)

zij houden verband met een kenmerk van een of meer categorieën producten of met een teelt- of verwerkingseigenschap die van toepassing is op specifieke gebieden;

b)

het gebruik ervan voegt waarde toe aan het product in vergelijking met producten van een soortgelijk type; en

c)

zij hebben een Uniedimensie.

2.   Facultatieve kwaliteitsaanduidingen die technische productkwaliteiten beschrijven met het oog op de toepassing van verplichte handelsnormen en niet zijn bedoeld om de consumenten over die productkwaliteiten te informeren, vallen buiten het toepassingsgebied van dit hoofdstuk.

3.   Onder facultatieve kwaliteitsaanduidingen vallen niet de facultatieve gereserveerde vermeldingen ter ondersteuning en aanvulling van op basis van de sector of de productcategorie vastgestelde specifieke handelsnormen.

4.   De Commissie is bevoegd, teneinde rekening te houden met de specifieke kenmerken van bepaalde sectoren alsook met consumentenverwachtingen, om, ter aanvulling van deze verordening, overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot vaststelling van nadere voorschriften aangaande de in lid 1 van dit artikel bedoelde criteria.

5.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de voor de toepassing van dit hoofdstuk vereiste regels over formulieren, procedures en technische voorschriften vaststellen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

6.   De Commissie houdt, wanneer zij overeenkomstig de leden 4 en 5 gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vaststelt, rekening met de internationale normen die van toepassing zijn.

Artikel 81

Reservering van aanvullende facultatieve kwaliteitsaanduidingen

De Commissie is bevoegd, teneinde rekening te houden met de verwachtingen van de consument, de ontwikkelingen op het gebied van wetenschappelijke en technische kennis, de situatie op de markt, en de ontwikkelingen inzake handelsnormen en internationale normen, om, ter aanvulling van deze verordening, overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter reservering van extra facultatieve kwaliteitsaanduidingen en ter bepaling van de gebruiksvoorwaarden ervan.

Artikel 82

Product uit de bergen

1.   De aanduiding “product uit de bergen” wordt vastgesteld als een facultatieve kwaliteitsaanduiding. Zij wordt als syntagma gereserveerd. Zij wordt alleen gebruikt ter omschrijving van de in de bijlage I bij het VWEU genoemde producten voor menselijke consumptie waarvan:

a)

zowel de grondstoffen als de diervoeders voor landbouwhuisdieren hoofdzakelijk uit berggebieden afkomstig zijn;

b)

in het geval van verwerkte producten, de verwerking eveneens in berggebieden plaatsvindt.

2.   Voor de toepassing van dit artikel wordt onder berggebieden binnen de Unie verstaan gebieden die zijn afgebakend op grond van Artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (30).

Voor de producten van derde landen vallen onder berggebieden de gebieden die door het betrokken derde land officieel als berggebied zijn aangewezen of die voldoen aan criteria die gelijkwaardig zijn aan de in artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 genoemde criteria.

3.   De Commissie is bevoegd om, in naar behoren gemotiveerde gevallen en teneinde rekening te houden met natuurlijke beperkingen die van invloed zijn op de landbouwproductie in berggebieden, ter aanvulling van deze verordening, overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot vaststelling van afwijkingen van de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden, met name die uit hoofde waarvan wordt toegestaan dat de grondstoffen of diervoeders van buiten de berggebieden afkomstig zijn, die uit hoofde waarvan wordt toegestaan dat de verwerking van de producten plaatsvindt in een af te bakenen geografisch gebied buiten de berggebieden, en de afbakening van dat geografische gebied.

4.   De Commissie bevoegd om, teneinde rekening te houden met natuurlijke beperkingen die van invloed zijn op de landbouwproductie in berggebieden, ter aanvulling van deze verordening, overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen aangaande het bepalen van de productiemethoden en de andere criteria die relevant zijn voor de toepassing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde facultatieve kwaliteitsaanduiding.

Artikel 83

Beperkingen van het gebruik en controles

1.   Een facultatieve kwaliteitsaanduiding mag uitsluitend worden gebruikt ter beschrijving van producten die voldoen aan de desbetreffende gebruiksvoorwaarden.

2.   De bepalingen van dit hoofdstuk gelden onverminderd de toepassing van Unie- of nationale voorschriften inzake intellectuele eigendom, en met name die inzake oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen en merken en rechten die uit hoofde van die voorschriften zijn verleend.

3.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vaststellen inzake het gebruik van facultatieve kwaliteitsaanduidingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

4.   De lidstaten verrichten, op basis van een risicobeoordeling, controles op de naleving van de voorschriften van dit hoofdstuk en leggen bij overtreding passende administratieve sancties op.

TITEL IV

WIJZIGINGEN VAN DE VERORDENINGEN (EU) Nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 EN (EU) 2019/1753

Artikel 84

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013

Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 93, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

“b)

“geografische aanduiding”: benaming, ook een traditioneel gebruikte benaming, voor het benoemen van een in artikel 92, lid 1, bedoeld product:

i)

waarvan de specifieke kwaliteit, de reputatie of andere kenmerken aan de geografische oorsprong ervan toe te schrijven zijn;

ii)

dat afkomstig is uit een bepaalde plaats of regio of een bepaald land;

iii)

waarvan ten minste 85 % van de voor de bereiding van het product gebruikte druiven uitsluitend uit dat geografische gebied afkomstig zijn;

iv)

waarvan de productie plaatsvindt in dat geografische gebied; en

v)

dat is verkregen van wijnstokrassen die tot de soort Vitis vinifera behoren of die het resultaat zijn van een kruising van Vitis vinifera met andere soorten van het geslacht Vitis.”;

2)

de artikelen 94 en 95 worden vervangen door:

“Artikel 94

Productdossier

1.   In het productdossier kunnen de betrokken partijen de met de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding verband houdende productieomstandigheden natrekken. Het productdossier bevat:

a)

de benaming waarvoor bescherming wordt aangevraagd;

b)

de categorieën wijnbouwproducten;

c)

het type geografische aanduiding: beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding;

d)

een beschrijving van de wijn of wijnen:

i)

met betrekking tot een oorsprongsbenaming, de belangrijkste analytische en organoleptische kenmerken;

ii)

met betrekking tot een geografische aanduiding, de belangrijkste analytische kenmerken en een beoordeling of indicatie van de organoleptische kenmerken;

e)

indien van toepassing, de specifieke oenologische procedés die bij de productie van de wijn of wijnen zijn gebruikt, alsook de relevante beperkingen bij de productie ervan;

f)

de afbakening van het geografische gebied, gelet op het in punt i) van dit lid bedoelde verband;

g)

de maximumopbrengst per hectare;

h)

het wijndruivenras of de wijndruivenrassen waarvan de wijn is of de wijnen zijn verkregen;

i)

de gegevens inzake het verband bedoeld in artikel 93, lid 1, punt a), i), of, in voorkomend geval, punt b), i):

i)

met betrekking tot een beschermde oorsprongsbenaming, het verband tussen de kwaliteit of de kenmerken van het product en de geografische omgeving, zoals bedoeld in artikel 93, lid 1, punt a), i); de gegevens betreffende de menselijke factoren van die geografische omgeving kunnen, indien van toepassing, worden beperkt tot een beschrijving van het beheer van de bodem, het plantenmateriaal en het landschap, teeltpraktijken of andere relevante menselijke bijdragen aan de instandhouding van de natuurlijke factoren van de geografische omgeving, zoals bedoeld in dat punt;

ii)

met betrekking tot een beschermde geografische aanduiding, het verband tussen een specifieke kwaliteit, de reputatie of een ander kenmerk van het product en de geografische oorsprong, zoals bedoeld in artikel 93, lid 1, punt b), i);

j)

andere toepasselijke vereisten waarin de lidstaten of, indien van toepassing, een erkende producentengroepering voorzien, mits die vereisten objectief en niet-discriminerend zijn en verenigbaar zijn met het Unie- en nationale recht.

2.   Het productdossier kan duurzame praktijken bevatten overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

3.   Indien de wijn of wijnen gedeeltelijk gedealcoholiseerd mag of mogen worden, bevat het productdossier ook een beschrijving van de gedeeltelijk gedealcoholiseerde wijn of wijnen overeenkomstig lid 1, punt d), mutatis mutandis, en, indien van toepassing, de specifieke oenologische procedés die voor de bereiding van de gedeeltelijk gedealcoholiseerde wijn of wijnen worden toegepast, alsook de beperkingen die gelden voor de bereiding van die wijn of wijnen.

Artikel 95

Enig document

1.   Het enig document bevat het volgende:

a)

de benaming die moet worden beschermd als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding;

b)

de lidstaat of het derde land waartoe het afgebakende gebied behoort;

c)

het type geografische aanduiding;

d)

een beschrijving van de wijn of wijnen:

e)

de categorieën wijnbouwproducten;

f)

de maximumopbrengst per hectare;

g)

het wijndruivenras of de wijndruivenrassen waarvan de wijn of wijnen is of zijn verkregen;

h)

een beknopte omschrijving van het afgebakende geografische gebied;

i)

een beschrijving van het verband bedoeld in artikel 94, lid 1, punt i);

j)

indien van toepassing, de specifieke bij de productie van de wijn of wijnen gebruikte oenologische procedés, alsook de relevante beperkingen bij de productie ervan;

k)

indien van toepassing, de specifieke verpakkings- en etiketteringsregels en alle andere essentiële voorschriften ter zake.

2.   Als een aanvraag op meer dan één categorie wijnbouwproducten betrekking heeft, worden voor elke categorie van de betrokken wijnbouwproducten gegevens verstrekt die het verband bedoeld in artikel 94, lid 1, punt i), onderbouwen.

(*1)  Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012 (PB L, 2024/1143, 23.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj).”;"

3)

de artikelen 96 tot en met 99 worden geschrapt;

4)

in artikel 100 worden de leden 1 en 2 geschrapt;

5)

de artikelen 101 en 102 worden geschrapt;

6)

artikel 103 wordt vervangen door:

“Artikel 103

Bescherming

De in deze verordening bedoelde beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen worden beschermd overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 31, 35 en 36 van Verordening (EU) 2024/1143.”;

7)

de artikelen 104, 105 en 106 worden geschrapt;

8)

in artikel 107 worden de leden 2, 3 en 4 geschrapt;

9)

artikel 110 wordt vervangen door:

“Artikel 110

Uitvoeringsbevoegdheden

1.   De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met voorschriften aangaande:

a)

de vorm van het productdossier.

b)

het vaststellen van het format en de onlinepresentatie van het in artikel 95 bedoelde enig document;

c)

de uitsluiting of anonimisering van persoonsgegevens.

2.   Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, van Verordening (EU) 2024/1143 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”;

10)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 113 bis

Relatie met oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

1.   De registratie van een traditionele aanduiding waarvan het gebruik in strijd zou zijn met artikel 26 van Verordening (EU) 2024/1143 wordt afgewezen indien de aanvraag tot registratie van de traditionele aanduiding wordt ingediend na de datum waarop de aanvraag tot registratie van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bij de Commissie is ingediend.

2.   De Commissie verklaart, door middel van uitvoeringshandelingen, de traditionele aanduidingen die in strijd met lid 1 van dit artikel zijn geregistreerd, ongeldig en schrapt die uit het in artikel 25 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie (*2) bedoelde register.

3.   Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 229, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, wijzigingen van productdossiers, het register van beschermde namen, de annulering van bescherming en het gebruik van symbolen, en voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een adequaat controlesysteem (PB L 9 van 11.1.2019, blz. 46).”;"

11)

in deel II, titel II, hoofdstuk I, afdeling 2, wordt onderafdeling 4 vervangen door:

“Onderafdeling 4

Controles op de naleving van het productdossier voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen en van de overeenstemming met de definitie en de voorwaarden voor het gebruik van beschermde traditionele aanduidingen, en controles op de handhaving van de voorwaarden voor het gebruik van traditionele aanduidingen

Artikel 116 bis

Controles

1.   De lidstaten doen het nodige om een einde te maken aan het onrechtmatige gebruik van beschermde traditionele aanduidingen bedoeld in deze verordening.

2.   De lidstaten wijzen de autoriteit aan die bevoegd is voor controles op de naleving van het productdossier voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen en van de overeenstemming met de definitie en de voorwaarden voor het gebruik van traditionele aanduidingen, en voor de controles op de handhaving van de voorwaarden voor het gebruik van traditionele aanduidingen. Daartoe zijn artikel 4, leden 2 en 4, en artikel 5, leden 1, 4 en 5, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (*3) van toepassing.

3.   In de Unie controleert de in lid 2 van dit artikel bedoelde bevoegde autoriteit of een of meer gemachtigde instanties zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 5, van Verordening (EU) 2017/625 die overeenkomstig de in titel II, hoofdstuk III, van die verordening vastgestelde criteria als certificerende instantie voor het product optreden, jaarlijks de naleving van productdossiers, zowel tijdens de productie van wijn als tijdens of na de verpakking ervan, alsook de overeenstemming met de definitie in artikel 112 van deze verordening, en, waar van toepassing, de voorwaarden voor het gebruik van de traditionele aanduiding, zoals bedoeld in artikel 115, lid 3, van deze verordening.

Elke marktdeelnemer die wenst deel te nemen aan een activiteit die onder het productdossier van een met een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding aangewezen product valt, stelt de in de eerste alinea bedoelde bevoegde autoriteit of gemachtigde instanties daarvan in kennis. De lidstaten stellen een lijst op van marktdeelnemers die activiteiten verrichten waarvoor een of meer verplichtingen gelden op grond van het productdossier van een product met een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding die is ingeschreven in het Unieregister van geografische aanduidingen van oorsprong uit hun grondgebied, en houden die lijst actueel.

4.   De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast betreffende:

a)

de mededeling die de lidstaten aan de Commissie moeten verstrekken;

b)

de voorschriften betreffende de autoriteit die verantwoordelijk is voor de controle op de naleving van het productdossier wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, ook wanneer het geografische gebied zich in een derde land bevindt, en voor de controle van de overeenstemming met de definitie in artikel 112 en, indien van toepassing, de voorwaarden voor het gebruik van traditionele aanduidingen;

c)

de door de lidstaten te nemen maatregelen voor het voorkomen van het onrechtmatige gebruik van beschermde traditionele aanduidingen;

d)

de door de lidstaten te verrichten controles en verificaties van de naleving van het productdossier, inclusief tests.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 229, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*3)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).”;"

12)

aan artikel 120, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“h)

de afkortingen “BOB” en “BGA”, die overeenkomen met de aanduidingen “beschermde oorsprongsbenaming” of “beschermde geografische aanduiding”.”;

13)

artikel 166 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Onverminderd de artikelen 167 en 167 bis van deze verordening kunnen lidstaten, op verzoek van een uit hoofde van artikel 152, lid 1, of artikel 161, lid 1, van deze verordening erkende producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties of, een uit hoofde van artikel 157, lid 1, van deze verordening erkende brancheorganisatie of een producentengroepering zoals bedoeld in artikel 32 van Verordening (EU) 2024/1143 of een erkende producentengroepering zoals bedoeld in artikel 33 van Verordening (EU) 2024/1143, voor een beperkte periode bindende voorschriften vaststellen tot regulering van het aanbod van in artikel 1, lid 2, van deze verordening bedoelde landbouwproducten met een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding uit hoofde van artikel 46, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2024/1143 of uit hoofde van artikel 93, lid 1, punten a) en b), van deze verordening. Wanneer een erkende producentengroepering zoals bedoeld in artikel 33 van Verordening (EU) 2024/1143 bestaat, heeft de in artikel 32 van die verordening bedoelde producentengroepering dat recht niet.”;

b)

in lid 4 wordt punt c) vervangen door:

“c)

mogen niet voor langer dan drie jaar verplicht worden gesteld, behalve op verzoek van een erkende producentengroepering zoals bedoeld in artikel 33 van Verordening (EU) 2024/1143, wanneer die periode maximaal zes jaar kan bedragen, maar mogen na die periode worden verlengd na een nieuw verzoek zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel;”;

14)

aan artikel 231 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   Artikel 113 bis is niet van toepassing op aanvragen tot bescherming van een traditionele aanduiding die vóór 13 mei 2024 bij de Commissie zijn ingediend.”.

Artikel 85

Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/787

Verordening (EU) 2019/787 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 3 worden de punten 6 en 7 geschrapt;

2)

de artikelen 16 en 21 worden geschrapt;

3)

in artikel 22 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 bis.   Het productdossier kan ook duurzame praktijken bevatten.”;

4)

artikel 23 wordt vervangen door:

“Artikel 23

Enig document

Het enig document bevat het volgende:

a)

de belangrijkste gegevens van het productdossier, waaronder de naam die moet worden beschermd, de categorie waartoe de gedistilleerde drank behoort of de term “gedistilleerde drank”, de productiemethode, een beschrijving van de kenmerken van de gedistilleerde drank, een beknopte definitie van het geografische gebied en, waar passend, de specifieke verpakkings- en etiketteringsregels;

b)

een beschrijving van het verband tussen de gedistilleerde drank en de geografische oorsprong zoals bedoeld in artikel 3, punt 4, met inbegrip van, waar passend, de specifieke elementen van de productomschrijving of de productiemethode die dat verband staven.”;

5)

de artikelen 24 tot en met 33 worden geschrapt;

6)

artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de leden 1, 2 en 3 worden geschrapt;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“De bescherming van geografische aanduidingen uit hoofde van deze verordening geldt onverminderd de beschermde geografische aanduidingen en de beschermde oorsprongsbenamingen van wijnproducten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013.”;

7)

de artikelen 35, 36, 38, 39 en 40 worden geschrapt;

8)

artikel 42 wordt vervangen door:

“Artikel 42

Uitvoeringsbevoegdheden

1.   De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met betrekking tot:

a)

de vorm van het productdossier;

b)

het vaststellen van het format en de onlinepresentatie van het enig document bedoeld in artikel 23;

c)

de uitsluiting of anonimisering van persoonsgegevens.

2.   Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88, lid 2, van Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad (*4) bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

(*4)  Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012 (PB L, 2024/1143, 23.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj).”;"

9)

bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende punt wordt ingevoegd:

“9 bis.

Aardappel-eau-de-vie

a)

Aardappel-eau-de-vie is een gedistilleerde drank die uitsluitend is verkregen door alcoholische vergisting en distillatie van aardappelknollen tot minder dan 94,8 % vol., op zodanige wijze dat het distillaat een aroma en een smaak heeft die afkomstig zijn van de gebruikte grondstoffen.

b)

Het gehalte aan methanol van aardappel-eau-de-vie bedraagt ten hoogste 1 000 gram per hectoliter alcohol van 100 % vol.

c)

Het alcoholvolumegehalte van aardappel-eau-de-vie bedraagt ten minste 38 % vol.

d)

Er mag geen alcohol, al dan niet verdund, aan worden toegevoegd.

e)

Aardappel-eau-de-vie wordt niet gearomatiseerd.

f)

Als middel om de kleur aan te passen mag aan aardappel-eau-de-vie uitsluitend karamel worden toegevoegd.

g)

Aardappel-eau-de-vie mag worden verzoet met het oog op het op smaak afmaken van het product. Het eindproduct mag echter niet meer dan 10 gram per liter aan zoetstoffen bevatten, uitgedrukt als invertsuiker.”;

b)

de volgende punten worden ingevoegd:

“13 bis.

Brood-eau-de-vie

a)

Brood-eau-de-vie is een gedistilleerde drank die uitsluitend is verkregen door alcoholische vergisting en distillatie van vers brood tot minder dan 86 % vol., op zodanige wijze dat het distillaat een aroma en een smaak heeft die afkomstig zijn van de gebruikte grondstoffen.

b)

Het alcoholvolumegehalte van brood-eau-de-vie bedraagt ten minste 38 % vol.

c)

Er mag geen alcohol, al dan niet verdund, aan worden toegevoegd.

d)

Brood-eau-de-vie wordt niet gearomatiseerd.

e)

Als middel om de kleur aan te passen mag aan brood-eau-de-vie uitsluitend karamel worden toegevoegd.

f)

Brood-eau-de-vie mag worden verzoet met het oog op het op smaak afmaken van het product. Het eindproduct mag echter niet meer dan 20 gram per liter aan zoetstoffen bevatten, uitgedrukt als invertsuiker.

13 ter.

Berkensap-eau-de-vie, ahornsap-eau-de-vie en berken- en ahornsap-eau-de-vie

a)

Berkensap-eau-de-vie, ahornsap-eau-de-vie en berken- en ahornsap-eau-de-vie zijn gedistilleerde dranken die uitsluitend zijn verkregen door het onder normale druk vergisten van vers berkensap of vers ahornsap of van beiden verkregen beslag rechtstreeks te distilleren tot een alcoholgehalte van minder dan 88 % vol., op zodanige wijze dat het verkregen distillaat organoleptische kenmerken heeft die afkomstig zijn van berkensap of ahornsap of beide.

b)

Het alcoholvolumegehalte van berkensap-eau-de-vie, ahornsap-eau-de-vie en berken- en ahornsap eau-de-vie bedraagt 38 %.

c)

Er mag geen alcohol, al dan niet verdund, aan worden toegevoegd.

d)

Berkensap-eau-de-vie, ahornsap-eau-de-vie en berken- en ahornsap-eau-de-vie mogen niet worden gearomatiseerd.

e)

Als middel om de kleur aan te passen, mag aan berkensap-eau-de-vie, ahornsap-eau-de-vie en berken- en ahornsap-eau-de-vie uitsluitend karamel worden toegevoegd.

f)

Berkensap-eau-de-vie, ahornsap-eau-de-vie en berken- en ahornsap-eau-de-vie mogen worden verzoet met het oog op het op smaak afmaken van het product. Het eindproduct mag echter niet meer dan 20 gram per liter aan zoetstoffen bevatten, uitgedrukt als invertsuiker.”.

Artikel 86

Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/1753

Verordening (EU) 2019/1753 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 2 wordt het volgende lid ingevoegd:

“2 bis.   In afwijking van lid 2 bevat dat verzoek, indien het tot de in lid 2, punt a), bedoelde lidstaat gerichte verzoek afkomstig is van een in artikel 33 van Verordening 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad (*5) bedoelde erkende producentengroepering, verifieerbare informatie over het economische belang van de internationale bescherming van de betrokken geografische aanduiding.

Op basis van het in de eerste alinea bedoelde verzoek beoordeelt de betrokken lidstaat het economische belang bij internationale bescherming van die geografische aanduiding. Indien uit die beoordeling dat blijkt een dergelijk economisch belang voorhanden is, verzoekt die lidstaat de Commissie de geografische aanduiding te registreren.

(*5)  Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012 (PB L, 2024/1143, 23.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj).”;"

2)

in artikel 11 wordt het volgende lid ingevoegd:

“2 bis.   Met betrekking tot elke uit een lidstaat die partij is bij de Overeenkomst van Lissabon afkomstige oorsprongsbenaming van een product dat niet onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1151/2012 valt, maar wel onder dat van Verordening (EU) 2024/1143, heeft de betrokken lidstaat, op basis van een verzoek van een natuurlijke of rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, punt ii), van de Akte van Genève of van een begunstigde als gedefinieerd in artikel 1, punt xvii), van de Akte van Genève, of op eigen initiatief, de keuze om te verzoeken om:

a)

de internationale inschrijving van die oorsprongsbenaming uit hoofde van de Akte van Genève, binnen 12 maanden vanaf de datum van registratie uit hoofde van Verordening 2024/1143, indien de betrokken lidstaat de Akte van Genève heeft geratificeerd of er op grond van de machtiging zoals bedoeld in artikel 3 van Besluit (EU) 2019/1754 toe is toegetreden; of

b)

de annulering van de inschrijving van die oorsprongsbenaming in het internationaal register.

Indien het een verzoek zoals bedoeld in de eerste alinea, punt a), betreft, brengt de betrokken lidstaat de Commissie van de in deze alinea bedoelde keuze op de hoogte binnen een maand, te rekenen vanaf de datum van registratie van die oorsprongsbenaming uit hoofde van Verordening (EU) 2024/1143, en indien het een in punt b) van die alinea bedoeld verzoek betreft, uiterlijk op 14 mei 2025.

In de in punt a) van de eerste alinea genoemde gevallen gaat de betrokken lidstaat, in overleg met de Commissie, bij het internationaal bureau na of er uit hoofde van regel 7, punt 4, van de gemeenschappelijke regels wijzigingen moeten worden aangebracht met het oog op inschrijving uit hoofde van de Akte van Genève. De Commissie verleent de betrokken lidstaat bij uitvoeringshandeling machtiging om de nodige wijzigingen aan te brengen en aan het internationaal bureau kennisgeving te doen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 15, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Indien het verzoek om inschrijving uit hoofde van Verordening (EU) 2024/1143 wordt afgewezen en de desbetreffende bestuursrechtelijke en juridische rechtsmiddelen zijn uitgeput, of indien het verzoek om inschrijving uit hoofde van de Akte van Genève niet is ingediend, verzoekt de betrokken lidstaat onverwijld om de annulering van de inschrijving van die oorsprongsbenaming in het internationaal register.”.

TITEL V

BEVOEGDHEIDSDELEGATIE, PROCEDURELE BEPALINGEN EN OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 87

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen zoals bedoeld in artikel 17, lid 10, artikel 24, lid 10, artikel 27, lid 5, artikel 35, lid 2, artikel 47, lid 5, artikel 48, lid 4, artikel 49, lid 3, artikel 53, lid 5, artikel 54, lid 2, artikel 61, lid 10, artikel 66, lid 3, artikel 68, lid 5, artikel 80, lid 4, artikel 81 en artikel 82, leden 3 en 4, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van zeven jaar met ingang van 13 mei 2024. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van zeven jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen die verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de bevoegdheidsdelegatie zoals bedoeld in de in lid 2 genoemde artikelen te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

6.   Een op grond van de in lid 2 genoemde artikelen vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 88

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité kwaliteitsbeleid inzake landbouwproducten, wijn en gedistilleerde dranken. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 89

Overgangsbepaling voor de indeling van geografische aanduidingen

De in artikel 6, lid 1, bedoelde indeling van geografische aanduidingen die vóór 13 mei 2024 zijn geregistreerd of aangevraagd, geschiedt overeenkomstig de tabel in bijlage III.

Artikel 90

Overgangsbepalingen voor in behandeling zijnde aanvragen en geregistreerde benamingen

1.   De regels die vóór 13 mei 2024 van toepassing waren, blijven van toepassing op aanvragen tot registratie van geografische aanduidingen, aanvragen tot goedkeuring van een wijziging op het niveau van de Unie van het productdossier en verzoeken tot annulering van geografische aanduidingen die de Commissie vóór 13 mei 2024 heeft ontvangen.

2.   De artikelen 17 en 19, artikel 20, leden 1 tot en met 5, en artikel 21 zijn evenwel van toepassing op aanvragen en verzoeken waarvoor, met het oog op bezwaar, de aanvraag tot registratie van een geografische aanduiding, de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging op Unieniveau van het productdossier of het verzoek tot annulering van een geografische aanduiding in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt na 13 mei 2024.

3.   Het bepaalde in artikel 20, lid 7, betreffende de verlenging van de overgangsperiode is ook van toepassing op overgangsperioden die nog lopen op 13 mei 2024.

4.   Artikel 29, lid 4, is niet van toepassing op de benamingen die vóór 13 mei 2024 zijn geregistreerd of aangevraagd.

5.   De regels die vóór 13 mei 2024 van toepassing waren, blijven van toepassing op aanvragen tot registratie van gegarandeerde traditionele specialiteiten, aanvragen tot goedkeuring van een wijziging op Unieniveau van het productdossier en verzoeken tot annulering van gegarandeerde traditionele specialiteiten die de Commissie vóór 13 mei 2024 ontvangt.

6.   De artikelen 61 tot en met 64 zijn evenwel van toepassing op aanvragen en verzoeken waarvoor, met het oog op bezwaar, de aanvraag tot registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit, de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging op Unieniveau van het productdossier of het verzoek tot annulering van een gegarandeerde traditionele specialiteit in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt na 13 mei 2024.

Artikel 91

Overgangsbepalingen voor de nationale bezwaarprocedure voor geografische aanduidingen

De volgende overgangsbepalingen zijn van toepassing:

a)

in afwijking van artikel 84, punt 3), van deze verordening is artikel 96, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van toepassing tot en met 31 december 2024;

b)

in afwijking van artikel 85, punt 5), van deze verordening is artikel 24, lid 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2019/787 van toepassing tot en met 31 december 2024;

c)

in afwijking van artikel 94 van deze verordening is artikel 49, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van toepassing tot en met 31 december 2024.

Artikel 92

Overgangsbepalingen voor nationale geografische aanduidingen

1.   De uit hoofde van het nationale recht verleende bescherming van geografische aanduidingen voor producten die niet binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1151/2012 maar wel onder deze verordening vallen, eindigt op 14 mei 2025 indien bij de Commissie geen registratieaanvraag overeenkomstig artikel 13 van deze verordening is ingediend.

2.   Indien een aanvraag tot registratie van een geografische aanduiding, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, vóór de in dat lid bedoelde datum bij de Commissie wordt ingediend, eindigt de nationale bescherming van die geografische aanduiding op de datum waarop de Commissie overeenkomstig artikel 21 besluit over de registratie ervan. Artikel 10 is niet van toepassing op die aanvraag. Indien de registratieaanvraag verworpen wordt, wordt de nationale bescherming voortgezet totdat alle rechtsmiddelen zijn uitgeput, indien van toepassing. Nadat de nationale bescherming is beëindigd, verzoekt de betrokken lidstaat onverwijld om annulering van de inschrijving van de overeenkomstige oorsprongsbenaming in het internationaal register van het Internationaal Bureau.

Artikel 93

Continuïteit van de registers

1.   Elke oorsprongsbenaming en geografische aanduiding van wijn en landbouwproducten, en elke geografische aanduiding van gedistilleerde dranken, met inbegrip van alle relevante gegevens en gegevens over in behandeling zijnde aanvragen tot registratie, wijziging of annulering, die op 12 mei 2024 zijn opgenomen in de respectieve registers van geografische aanduidingen zoals bedoeld in artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, artikel 104 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 33 van Verordening (EU) 2019/787, worden automatisch opgenomen in het Unieregister van geografische aanduidingen.

2.   Elke gegarandeerde traditionele specialiteit die in het in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde register van gegarandeerde traditionele specialiteiten is opgenomen, met inbegrip van alle relevante gegevens en gegevens over op 12 mei 2024 in behandeling zijnde aanvragen tot registratie, wijziging of annulering, wordt automatisch ingeschreven in het Unieregister van gegarandeerde traditionele specialiteiten.

Artikel 94

Intrekking

Verordening (EU) nr. 1151/2012 wordt ingetrokken.

Artikel 95

Concordantietabel

Verwijzingen naar de ingetrokken Verordening (EU) nr. 1151/2012 en verwijzingen naar de geschrapte bepalingen zoals bedoeld in de artikelen 84 en 85 van deze verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV bij deze verordening.

Artikel 96

Intrekking of vervanging van de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen

De gedelegeerde handelingen en de uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld op grond van Verordening (EU) nr. 1151/2012 of op basis van de in de artikelen 84 en 85 van deze verordening bedoelde bepalingen worden door de Commissie ingetrokken of vervangen, naargelang het geval, voor zover dat nodig is om ze in overeenstemming te brengen met de bevoegdheden waarin deze verordening voorziet.

Artikel 97

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 13 mei 2024.

Artikel 10, leden 4 en 5, artikel 39, lid 1, en artikel 45 zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2025.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 april 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

H. LAHBIB


(1)   PB C 443 van 22.11.2022, blz. 116.

(2)   PB C 79 van 2.3.2023, blz. 74.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 28 februari 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 26 maart 2024.

(4)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(5)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(7)  Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

(9)  Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).

(10)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(11)  Richtlijn (EU) 2015/2436 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (herschikking) (PB L 336 van 23.12.2015, blz. 1).

(12)  Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1).

(13)   PB C 384 I van 12.11.2019, blz. 1.

(14)  Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).

(15)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

(16)  Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

(17)  Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een interne markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).

(18)  Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de maatregelen van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 1).

(19)   PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(20)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(21)  Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).

(22)  Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1).

(23)  Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

(24)  Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8).

(25)  Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1).

(26)  Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij (“Fokkerijverordening”) (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 66).

(27)  Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).

(28)  Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 56).

(29)  Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad (PB L 181 van 29.6.2013, blz. 15).

(30)  Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).


BIJLAGE I

Landbouwproducten bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c)

Producten

GN-post 25.01 (zout)

GN-post 32.03 (cochenille)

GN-post 33.01 (etherische oliën)

GS-posten 35.01 t/m 35.05 (eiwitstoffen, gewijzigd zetmeel, lijm)

GN-posten 41.01 t/m 41.03 (huiden en vellen)

GN-post 43.01 (pelterijen)

GN-post 45.01 (kurk)

GN-posten 50.01 t/m 50.03 (ruwe zijde; afval van zijde)

GS-posten 51.01 t/m 51.03 (wol; fijn haar; grof haar)

GN-posten 52.01 t/m 52.03 (katoen, niet gekaard en niet gekamd; afval van katoen; katoen, gekaard of gekamd)

GN-post 53.01 (ruw vlas)

GN-post 53.02 (ruwe hennep)


BIJLAGE II

Levensmiddelen en landbouwproducten zoals bedoeld in artikel 51

Gegarandeerde traditionele specialiteiten

a)

kant-en-klaargerechten,

b)

bier,

c)

chocolade en afgeleide producten,

d)

brood;

e)

gebak,

f)

suikergoed,

g)

biscuits en andere bakkerswaren,

h)

dranken op basis van plantenextracten,

i)

deegwaren,

j)

zout,

k)

spuitwater,

l)

kurk.


BIJLAGE III

Concordantietabel betreffende de indeling zoals bedoeld in artikel 89

Bestaande productindeling

Posten van de gecombineerde nomenclatuur die overeenkomen met de bestaande productindeling

Wijn

GN 22 04

Gedistilleerde dranken

GN 22 08

Categorie 1.1. Vers vlees (en verse slachtafval)

GN 02

Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)

GN 16

Categorie 1.3. Kaas

GN 04 06

Categorie 1.4. Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter, enz.)

GN 04

Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.)

GN 15

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

GN 07; GN 08; GN 10; GN 11; GN 20

Categorie 1.7. Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren

GN 03; GN 16

Categorie 1.8. Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen enz.)

Categorie 1.8 omvat verschillende posten van de gecombineerde nomenclatuur

Categorie 2.1. Bier

GN 22 03

Categorie 2.2. Chocolade en afgeleide producten

GN 18 06

Categorie 2.3. Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

GN 19 05

Categorie 2.4. Dranken op basis van plantenextracten

GN 22 05; GN 22 06

Categorie 2.5. Deegwaren

GN 19 02

Categorie 2.6. Zout

GN 25 01

Categorie 2.7. Natuurlijke gommen en harsen

GN 13 01

Categorie 2.8. Mosterdpasta

GN 21 03

Categorie 2.9. Hooi

GN 12 14 90

Categorie 2.10. Etherische oliën

GN 33 01

Categorie 2.11. Kurk

GN 45 01

Categorie 2.12. Cochenille

GN 32 03

Categorie 2.13. Sierbloemen en -planten

GN 06 02; GN 06 03; GN 06 04

Categorie 2.14. Katoen

GN 52 01

Categorie 2.15. Wol

GN 51 01

Categorie 2.16. Teenwilgen

GN 14 01

Categorie 2.17. Gezwingeld vlas

GN 53 01 21

Categorie 2.18. Leder

GN 41

Categorie 2.19. Bont

GN 43 01

Categorie 2.20. Veren

GN 05 05

Categorie 2.21. Gearomatiseerde wijnen

GN 22 05

Categorie 2.22. Andere alcoholhoudende dranken

GN 22 06

Categorie 2.23. Bijenwas

GN 15 21 90


BIJLAGE IV

Concordantietabel

Deze verordening

Verordening (EU) nr. 1151/2012

Verordening (EU) nr. 1308/2013

Verordening (EU) 2019/787

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 101, lid 1, tweede alinea

Artikel 3, leden 6 en 7

Artikel 3

Artikel 4

Artikelen 1 en 4

Artikel 5

Artikel 2

Artikel 99, lid 3

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 49, lid 1

Artikel 95, in de versie van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van kracht op 12 mei 2024

Artikel 24, leden 1, 2 en 3, en lid 4, eerste alinea

Artikel 10, lid 1

Artikel 49, lid 2

Artikel 96, lid 2

Artikel 24, lid 5, eerste alinea

Artikel 10, lid 2

Artikel 8, lid 1

Artikel 94, lid 1, in de versie van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van kracht op 12 mei 2024

Artikel 23, lid 1, in de versie van Verordening (EU) 2019/787 van kracht op 12 mei 2024

Artikel 10, lid 3

Artikel 49, lid 2

Artikel 96, lid 3, eerste alinea

Artikel 24, lid 5, tweede alinea

Artikel 10, leden 4 en 5

Artikel 49, lid 3, eerste alinea

Artikel 96, lid 3, tweede alinea

Artikel 24, lid 6, eerste alinea

Artikel 10, lid 6

Artikel 49, lid 4

Artikel 96, lid 5, eerste alinea

Artikel 24, lid 7, eerste alinea

Artikel 10, lid 7

Artikel 49, lid 4

Artikel 24, lid 7, tweede en derde alinea

Artikel 10, lid 8

Artikel 24, lid 4, derde alinea

Artikel 11

Artikel 9

Artikel 25

Artikel 12

Artikel 13, lid 1

Artikel 8, lid 2, en artikel 49, lid 4, eerste alinea

Artikel 96, lid 5, tweede en derde alinea

Artikel 23, lid 2, in de versie van Verordening (EU) 2019/787 van kracht op 12 mei 2024, en artikel 24, lid 7, eerste en vierde alinea

Artikel 13, lid 2

Artikel 8, lid 1

Artikel 23, lid 1, in de versie van Verordening (EU) 2019/787 van kracht op 12 mei 2024

Artikel 13, lid 3

Artikel 13, lid 4

Artikel 49, lid 6

Artikel 24, lid 9

Artikel 13, lid 5

Artikel 49, lid 7

Artikel 14

Artikel 14, lid 2

Artikel 49, lid 5

Artikel 24, lid 8

Artikel 14, lid 3

Artikel 24, lid 4, tweede alinea

Artikel 14, lid 4

Artikel 50, lid 1, derde alinea

Artikel 97, lid 1

Artikel 26, lid 1, tweede alinea

Artikel 15, leden 1, 2 en 3

Artikel 50, lid 1

Artikel 97, lid 2

Artikel 26, lid 1, eerste alinea

Artikel 15, lid 4

Artikel 50, lid 2

Artikel 96, lid 4, eerste alinea

Artikel 26, lid 2

Artikel 16, lid 1

Artikel 49, lid 8

Artikel 96, lid 6

Artikel 16, leden 2, 3 en 4

Artikel 50, lid 3

Artikel 97, lid 3

Artikel 17

Artikel 51

Artikel 98

Artikel 27

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 10

Artikel 28

Artikel 20

Artikel 15

Artikel 29

Artikel 21, lid 1

Artikel 52, lid 1

Artikel 97, lid 4, tweede alinea

Artikel 30, lid 1

Artikel 21, leden 2, 3 en 5

Artikel 52, leden 2, 3 en 4

Artikel 99, leden 1 en 2

Artikel 30, leden 2, 3 en 4

Artikel 21, lid 4

Artikel 22

Artikel 11

Artikel 104

Artikel 33

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 53

Artikel 105

Artikel 31

Artikel 25

Artikel 54

Artikel 106

Artikel 32

Artikel 26

Artikel 13

Artikel 103

Artikel 21

Artikel 27

Artikel 28, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 101, lid 1, eerste alinea

Artikel 35, lid 1, eerste alinea

Artikel 28, lid 2

Artikel 41, lid 2

Artikel 101, lid 1, derde alinea

Artikel 35, lid 2, tweede alinea

Artikel 29, leden 1 en 2

Artikel 6, lid 3

Artikel 100, leden 1 en 2

Artikel 34, leden 1 en 2

Artikel 29, leden 3 en 4

Artikel 30

Artikel 6, lid 4

Artikel 101, lid 2

Artikel 35, lid 2

Artikel 31, leden 1, 2 en 3

Artikel 14

Artikel 102

Artikel 36

Artikel 31, lid 4

Artikel 31, lid 5

Artikel 12, lid 5

Artikel 32

Artikel 45

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 12, lid 1, en artikel 46

Artikel 37, lid 1

Artikel 44

Artikel 16

Artikel 37, lid 2

Artikel 12, lid 2

Artikel 37, lid 3

Artikel 12, lid 3

Artikel 37, lid 4

Artikel 37, lid 5

Artikel 37, lid 6

Artikel 12, lid 3

Artikel 37, lid 7

Artikel 37, lid 8

Artikel 37, lid 9

Artikel 12, lid 4

Artikel 37, lid 10

Artikel 12, lid 6

Artikel 37, lid 11

Artikel 12, lid 7

Artikel 38, lid 1

Artikel 35

Artikel 38, lid 2

Artikel 36, lid 3

Artikel 39, lid 1

Artikel 38, lid 1

Artikel 39, lid 3

Artikel 37, lid 1

Artikel 38, lid 2

Artikel 39, lid 4

Artikel 37, lid 2

Artikel 38, lid 3

Artikel 39, lid 6

Artikel 38, lid 2, tweede alinea

Artikel 39, lid 7

Artikel 38, lid 2, derde alinea

Artikel 40, lid 1

Artikel 38, lid 4, eerste alinea

Artikel 40, lid 2

Artikel 37, lid 3

Artikel 38, lid 4, tweede alinea

Artikel 41

Artikel 39

Artikel 38, lid 5

Artikel 42, lid 1

Artikel 39, lid 2, tweede alinea

Artikel 42, lid 2

Artikel 39, lid 1

Artikel 42, lid 3

Artikel 13, lid 3

Artikel 39, lid 2, eerste alinea

Artikel 42, leden 4 en 5

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46, lid 1

Artikel 5, lid 1

Artikel 46, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 46, lid 3

Artikel 5, lid 3

Artikel 47, lid 5

Artikel 5, lid 4, tweede en derde alinea

Artikel 48, leden 1 en 2

Artikel 6, lid 2

Artikel 48, lid 3

Artikel 42, lid 1

Artikel 48, lid 4

Artikel 42, lid 2

Artikel 49

Artikel 7

Artikel 50, lid 1

Artikel 8, lid 1, punt c)

Artikel 50, lid 2

Artikel 49, lid 7, tweede alinea

Artikel 51

Artikel 2, lid 1, eerste alinea

Artikel 52

Artikel 17

Artikel 53

Artikel 18

Artikel 54

Artikel 19

Artikel 55

Artikel 45

Artikel 56, lid 1

Artikel 49, lid 1

Artikel 56, lid 2

Artikel 20, lid 1

Artikel 56, lid 3

Artikel 49, leden 2, en 3, en lid 4, eerste alinea

Artikel 56, lid 4

Artikel 49, lid 4, tweede en derde alinea

Artikel 57, lid 1

Artikel 20, lid 1, punt b), en artikel 20, lid 2, punt a)

 

 

Artikel 57, lid 1, punt a)

Artikel 20, lid 2, punt b)

Artikel 57, lid 3

Artikel 49, lid 7, tweede alinea

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 50, leden 1 en 2

Artikel 60

Artikel 50, lid 3

Artikel 61

Artikel 51

Artikel 62

Artikel 21

Artikel 63

Artikel 24 bis

Artikel 64

Artikel 52

Artikel 65

Artikel 22

Artikel 66

Artikel 53

Artikel 67

Artikel 54

Artikel 68

Artikel 24

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 23, leden 2, 3 en 4

Artikel 71, lid 1

Artikel 23, lid 1

Artikel 71, lid 2

Artikel 46, lid 1

Artikel 72, lid 1

Artikel 36, lid 3

Artikel 72, lid 6

Artikel 37, lid 1, eerste alinea

Artikel 72, lid 7, eerste alinea

Artikel 37, lid 2

Artikel 72, lid 7, tweede alinea

Artikel 37, lid 1, tweede alinea

Artikel 72, lid 9

Artikel 37, lid 3

Artikel 73

Artikel 39

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 27

Artikel 79

Artikel 28

Artikel 80

Artikel 29

Artikel 81

Artikel 30

Artikel 82

Artikel 31

Artikel 83, leden 1, 2 en 3

Artikel 33

Artikel 83, lid 4

Artikel 34

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 56

Artikel 88

Artikel 57

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

Artikel 92

Artikel 93

Artikel 58

Artikel 94

Artikel 95

Artikel 96

Artikel 59

Bijlage I

Bijlage I, punt I

Bijlage II

Bijlage I, punt II

Bijlage III


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1143/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top