EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2006_340_R_0108_01

2006/837/EG: Besluit van het Europees Parlement van 27 april 2006 over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004
Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004

PB L 340 van 6.12.2006, p. 108–111 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

6.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 340/108


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 27 april 2006

over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004

(2006/837/EG)

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004 (1),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004 en de antwoorden van het Bureau (2),

gezien de aanbeveling van de Raad van 14 maart 2006 (5972/2006 — C6-0093/2006),

gelet op het EG-Verdrag en met name artikel 276 daarvan,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 over het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), inzonderheid artikel 185,

gezienVerordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (4), inzonderheid artikel 68,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid artikel 94,

gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie Begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volkgezondheid en voedselveiligheid (A6-0101/2006),

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor de begrotingsjaren 2004 en 2003;

Economische resultatenrekening over de begrotingsjaren 2004 en 2003

(x 1000 euro)

 

2004

2003

Ontvangsten

Vergoedingen voor vergunningen voor het in de handel brengen

68 412

58 657

Subsidie van de Commissie, met inbegrip van de bijdragen uit hoofde van de EER

20 529

19 786

Communautaire subsidie voor weesgeneesmiddelen

4 026

2 814

Bijdragen voor communautaire programma's

0

1 208

Ontvangsten in verband met administratieve verrichtingen

1 973

1 703

Diverse ontvangsten

1 473

1 788

Totaal (a)

96 413

85 956

Uitgaven (6)

Personeelsuitgaven

34 333

29 663

Huishoudelijke uitgaven

11 224

10 835

Beleidsuitgaven

38 573

32 838

Toewijzing aan afschrijvingen

3 650

2 364

Andere gegevens

280

0

Totaal (b)

88 060

75 700

Resultaat (c = a-b)

8 353

10 256

Resultaat (e)

1 160

676

Resultaat van het begrotingsjaar (f=c+e)

9 513

10 932

2.

keurt de afsluiting van de rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004 goed;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Geneesmiddelenbureau, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad (serie L).

De voorzitter

Josep BORRELL FONTELLES

De secretaris-generaal

Julian PRIESTLEY


(1)  PB C 269 van 28.10.2005, blz. 17.

(2)  PB C 332 van 28.12.2005, blz. 8.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG. Euratom) nr. 1261/2005 (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).

(6)  Het als uitgaven in het begrotingsjaar te beschouwen aandeel van de overgedragen kredieten is beoordeeld als geheel, en niet op basis van afzonderlijke verrichtingen.


RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve rekeningen van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004 (1),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Geneesmiddelenbureau voor het begrotingsjaar 2004 en de antwoorden van het Bureau (2),

gezien de aanbeveling van de Raad van 14 maart 2006 (5972/2006 — C6-0093/2006),

gelet op het EG-Verdrag en met name artikel 276 daarvan,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 over het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), inzonderheid artikel 185,

gezien Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (4), inzonderheid artikel 68,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid artikel 94,

gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie Begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volkgezondheid en voedselveiligheid (A6-0101/2006),

A.

overwegende dat de Rekenkamer verklaarde redelijke zekerheid verkregen te hebben dat de jaarrekening van het per 31 december 2004 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat de Rekenkamer verklaart redelijke zekerheid verkregen te hebben van alle agentschappen, maar voor het begrotingsjaar 2004 expliciet voorbehoud maakt ten aanzien van het Europees Bureau voor wederopbouw, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Europese Stichting voor opleiding, het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid,

1.

herinnert eraan dat overeenkomstig artikel 185 van het Financieel Reglement het Europees Parlement kwijting verleent voor de uitvoering van de begrotingen van de door de Gemeenschappen opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid die daadwerkelijke subsidies ten laste van de begroting ontvangen; wijst er echter op dat niet al deze organen volledig of zelfs gedeeltelijk worden gefinancierd met subsidies ten laste van de begroting; benadrukt dat het kwijtingsbesluit daarom zowel betrekking heeft op de financiering ten laste van de begroting als op de financiering niet ten laste van de begroting; acht het onaanvaardbaar dat een aantal van de door de Unie opgerichte organen verantwoording moeten afleggen van de besteding van uitgaven die zijn ontvangen uit andere bronnen dan de begroting, terwijl andere organen, die geen subsidie ten laste van de begroting ontvangen, dit niet hoeven; bevestigt het beginsel dat alle communautaire agentschappen, ongeacht of zij subsidies ontvangen, kwijting van het Parlement moeten krijgen, ook indien overeenkomstig hun basisbesluit een andere kwijtingsautoriteit optreedt; is van mening dat alle teksten die tegen dit beginsel ingaan, herzien moeten worden;

2.

acht tabel 1 van het verslag van de Rekenkamer, voor het eerst opgenomen in het kader van de kwijtingsprocedure 2003, waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden, de organisatie, de middelen, de activiteiten en de verleende diensten van het Bureau worden samengevat, van grote waarde; merkt op dat de in tabel 1 bevatte informatie door het Bureau is verstrekt; verzoekt de Rekenkamer de inhoud van tabel 1 te verifiëren;

3.

dringt erop aan dat agentschappen niet alleen moeten streven naar een deugdelijke besteding van de middelen, maar tevens naar een zo efficiënt en doeltreffend mogelijke wijze van besteding; verzoekt de Rekenkamer de mogelijkheid te onderzoeken om in de speciale jaarverslagen over de agentschappen ook een beoordeling op te nemen van de resultaten en de bereikte doelen; dringt er in dit verband overeenkomstig zijn resoluties over het verlenen van kwijting voor 2003 op aan dat rekening wordt gehouden met de volgende aspecten: dat overlapping van de taken van verschillende agentschappen zo veel mogelijk wordt voorkomen, dat duidelijk wordt gemaakt welke maatregelen worden genomen met het oog op een verbetering van de transparantie en de communicatie met het publiek en welke communautaire maatregelen er zijn voor positieve actie op alle niveaus van aanwerving, opleiding en toewijzing van verantwoordelijkheden;

4.

stelt vast dat de communautaire agentschappen niet altijd een goed imago of een goede pers hebben en dat vele van hen dit negatieve imago niet verdient; is van mening dat dit onder de aandacht van de burgers van de Unie moet worden gebracht door zo vaak als nodig is en met gebruikmaking van daarvoor geschikte middelen uiteen te zetten waarom deze agentschappen zijn opgericht en welke resultaten ze hebben bereikt; verzoekt de Commissie maatregelen hiertoe te treffen met gebruikmaking van de middelen die zij daarvoor nodig acht;

5.

wijst erop dat de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 de structuren en werkwijzen van de communautaire agentschappen op vele manieren heeft beïnvloed, en dat een aantal agentschappen in hun activiteitenverslagen de aandacht vestigt op deze effecten, en daarbij met name wijst op de toename van het aantal administrateurs; verzoekt de Commissie de werkelijke of veronderstelde problemen te analyseren en de nodige aanpassingen aan de regelingen aan te bevelen;

6.

wijst erop dat de Commissie zich heeft voorgenomen de wijze van presentatie van de activiteitenverslagen over haar directoraten-generaal te harmoniseren; roept op tot het hanteren van een gelijksoortige benadering bij de activiteitenverslagen van de communautaire agentschappen, die wat inhoud betreft enorm uiteenlopen; verzoekt de Commissie de communautaire agentschappen mede te delen welke informatie en activiteitenindicatoren geleverd moeten worden;

7.

merkt op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat de met de banken afgesloten contracten een looptijd van langer dan vijf jaar hadden, in strijd met de uitvoeringsregels van het financieel reglement van het Bureau, die eisen dat minstens om de vijf jaar een uitnodiging tot inschrijving moet plaatsvinden; neemt kennis van het antwoord van het Bureau waarin de redenen worden uiteengezet voor de vertraging die is opgetreden bij de oproep tot inschrijving en de voordelen die verbonden zijn aan rechtstreekse onderhandelingen met de bank; zal hiermee rekening houden bij de overweging tot herziening van het Financieel Reglement;

8.

merkt op dat de uitvoeringsgraad van zowel de operationele als de administratieve begroting in 2004 lager was dan in 2003; is zeer verheugd dat de begrotingslijn voor weesgeneesmiddelen volledig is uitgevoerd;

9.

wijst erop dat de nieuwe wetgeving op farmaceutisch gebied, die in 2004 is aangenomen, aanzienlijke invloed heeft gehad op het werk van het Bureau en op zijn beheerstructuren; feliciteert het Bureau met zijn succesvolle aanpassing aan het nieuwe regelgevingskader;

10.

merkt op dat de tenuitvoerlegging door de lidstaten van het pan-Europese systeem voor geneesmiddelenbewaking (EudraVigilance-database) trager is verlopen dan verwacht; is echter verheugd over de recente aankondiging van de uitvoerend directeur dat de situatie in de loop van 2005 aanzienlijk is verbeterd;

11.

dringt er bij het Bureau op aan de contacten met de consumentenorganisaties te intensiveren om de bewustwording inzake giftige en eventueel schadelijke elementen in geneesmiddelen te vergroten; onderstreept dat het de taak van het Bureau is het algemeen belang te verdedigen;

12.

verzoekt de Commissie de agentschappen te helpen om zo nauwgezet mogelijk het werkschema dat is overeengekomen voor het komende jaar te volgen, om een deugdelijke planning en uitvoering van de activiteiten mogelijk te maken en met name ingrijpende ultieme wijzigingen van de werklast te voorkomen;

13.

verzoekt de Commissie de onderlinge synergie tussen agentschappen door efficiëntere samenwerking te verbeteren en te vermijden dat overlapping van taken en tekortkomingen optreden bij gemeenschappelijke aspecten van opleiding, transversale toepassing van het communautaire beleid, gebruik van de meest recente beheerssystemen en probleemoplossing in verband met een goed begrotingsbeheer.


(1)  PB C 269 van 28.10.2005, blz. 17.

(2)  PB C 332 van 28.12.2005, blz. 8.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG. Euratom) nr. 1261/2005 (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).


Top