This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document JOC_2003_045_E_0109_01
Proposal for a Council Regulation amending Regulation (EC) No 603/1999 imposing a definitive anti-dumping duty on imports of polypropylene binder or baler twine originating in Poland, the Czech Republic and Hungary and collecting definitively the provisional duty imposed (COM(2002) 574 final)
Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 603/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije en tot definitieve inning van het voorlopig ingestelde recht (COM(2002) 574 def.)
Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 603/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije en tot definitieve inning van het voorlopig ingestelde recht (COM(2002) 574 def.)
PB C 45E van 25.2.2003, p. 109–111
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 603/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije en tot definitieve inning van het voorlopig ingestelde recht /* COM/2002/0574 def. */
Publicatieblad Nr. 045 E van 25/02/2003 blz. 0109 - 0111
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 603/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije en tot definitieve inning van het voorlopig ingestelde recht (door de Commissie ingediend) TOELICHTING 1. De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 603/1999 definitieve antidumpingrechten ingesteld op de invoer van bindtouw van polypropyleen uit onder meer Hongarije. 2. Dit product werd evenwel vrijgesteld van rechten wanneer het wordt vervaardigd en rechtstreeks wordt uitgevoerd naar en gefactureerd aan een importeur in de Gemeenschap door de onderneming Tiszai Vegyi Kombinat Rt (hierna "TVK" genoemd), waarvan de Commissie een individuele prijsverbintenis heeft aanvaard (Besluit 1999/215/EG). 3. TVK heeft de Commissie meegedeeld dat het ingevolge wijzigingen in zijn handelsactiviteiten zijn verbintenis wilde opzeggen. 4. Gezien het bovenstaande is het noodzakelijk Verordening (EG) nr. 603/1999 te wijzigen door TVK te schrappen van de lijst van ondernemingen die voor vrijstelling van de antidumpingrechten in aanmerking komen, en een definitief recht in te stellen. 5. Tezelfdertijd wijzigt de Commissie artikel 1 van Besluit 1999/215/EG waarin de lijst is opgenomen van ondernemingen waarvan verbintenissen zijn aanvaard. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 603/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bindtouw van polypropyleen van oorsprong uit Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije en tot definitieve inning van het voorlopig ingestelde recht DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap [1], inzonderheid op artikel 8, [1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000, PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2. Gezien het voorstel dat door de Commissie werd ingediend na overleg met het Raadgevend Comité, Overwegende hetgeen volgt: A. VOORAFGAANDE PROCEDURE (1) In maart 1999 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 603/1999 [2] definitieve antidumpingrechten ingesteld op de invoer van bindtouw van polypropyleen uit Polen, de Tsjechische Republiek en Hongarije. [2] PB L 75 van 20.3.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1657/2001, PB L 221 van 17.8.2001, blz. 1. (2) In het kader van deze procedure heeft de Commissie bij Besluit 1999/215/EG van 16 maart 1999 [3] een prijsverbintenis aanvaard die onder meer werd aangeboden door de Hongaarse onderneming Tiszai Vegyi Kombinat Rt (hierna "de onderneming" genoemd). [3] PB L 75 van 20.3.1999, blz. 34. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2000/324/EG, PB L 112 van 11.5.2000, blz. 65. (3) Het door deze onderneming in de Gemeenschap ingevoerde bindtouw van polypropyleen uit Hongarije (aanvullende TARIC-code 8582) was bij artikel 2, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 603/1999 vrijgesteld van antidumpingrechten. B. VRIJWILLIGE OPZEGGING VAN EEN VERBINTENIS (4) Ingevolge wijzigingen in zijn handelsactiviteiten heeft Tiszai Vegyi Kombinat Rt de Commissie meegedeeld dat het zijn verbintenis wilde opzeggen. (5) Dienovereenkomstig werd bij Besluit 2001/XXX/EG van de Commissie de verbintenis van deze onderneming opgezegd en werd haar naam geschrapt van de in artikel 1, lid 1, van Besluit 1999/215/EG opgenomen lijst van ondernemingen waarvan verbintenissen werden aanvaard. C. DEFINITIEVE RECHTEN (6) Het onderzoek dat tot de door de onderneming aangeboden verbintenis heeft geleid, werd bij Verordening (EG) nr. 603/1999 met een definitieve vaststelling inzake dumping en schade afgesloten. (7) Overeenkomstig artikel 8, lid 9, van Verordening (EG) nr. 384/96 dient het antidumpingrecht dat op het door de onderneming uitgevoerde bindtouw moet worden ingesteld, te worden gebaseerd op de feiten die zijn vastgesteld bij het onderzoek dat tot de verbintenis aanleiding heeft gegeven. In dit verband, en gelet op het feit dat de vastgestelde dumpingmarge lager was dan de schademarge, wordt het dienstig geacht het definitieve antidumpingrecht vast te stellen op 26,4% ad valorem, hetgeen overeenstemt met de vastgestelde dumpingmarge (zie ook overweging 26 van Verordening (EG) nr. 603/1999). D. WIJZIGING VAN VERORDENING (EG) nr. 603/1999 (8) Gezien het bovenstaande dienen de in artikel 1, lid 2, en artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 603/1999 opgenomen lijsten van ondernemingen die aan de antidumpingrechten zijn onderworpen respectievelijk van de antidumpingrechten zijn vrijgesteld, dienovereenkomstig te worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 603/1999 wordt als volgt vervangen: "2. Het definitief antidumpingrecht dat van toepassing is bij de invoer van de door de onderstaande ondernemingen vervaardigde producten op de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, bedraagt: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Artikel 2 Artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 603/1999 wordt als volgt vervangen: "2. Bij de aangifte van producten die worden ingevoerd in het kader van aangeboden en aanvaarde verbintenissen, dienen de volgende aanvullende TARIC-codes te worden vermeld: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, [...] Voor de Raad De voorzitter