Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C:2007:179:FULL

    Publicatieblad van de Europese Unie, C 179, 01 augustus 2007


    Display all documents published in this Official Journal
     

    ISSN 1725-2474

    Publicatieblad

    van de Europese Unie

    C 179

    European flag  

    Uitgave in de Nederlandse taal

    Mededelingen en bekendmakingen

    50e jaargang
    1 augustus 2007


    Nummer

    Inhoud

    Bladzijde

     

    IV   Informatie

     

    INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

     

    Commissie

    2007/C 179/01

    Wisselkoersen van de euro

    1

     

    V   Bekendmakingen

     

    BESTUURLIJKE PROCEDURES

     

    Commissie

    2007/C 179/02

    Oproep tot het indienen van voorstellen — Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie

    2

     

    PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

     

    Commissie

    2007/C 179/03

    Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4818 — Citigroup/Nikko) — Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure ( 1 )

    12

    2007/C 179/04

    Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4821 — CVC/Taminco) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

    13

    2007/C 179/05

    Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4659 — TF1/Artémis/JV) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

    14

     

    ANDERE BESLUITEN

     

    Commissie

    2007/C 179/06

    Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    15

    2007/C 179/07

    Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    19

     


     

    (1)   Voor de EER relevante tekst

    NL

     


    IV Informatie

    INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

    Commissie

    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/1


    Wisselkoersen van de euro (1)

    31 juli 2007

    (2007/C 179/01)

    1 euro=

     

    Munteenheid

    Koers

    USD

    US-dollar

    1,3707

    JPY

    Japanse yen

    163,59

    DKK

    Deense kroon

    7,4409

    GBP

    Pond sterling

    0,674

    SEK

    Zweedse kroon

    9,19

    CHF

    Zwitserse frank

    1,6519

    ISK

    IJslandse kroon

    83,64

    NOK

    Noorse kroon

    7,9595

    BGN

    Bulgaarse lev

    1,9558

    CYP

    Cypriotische pond

    0,5842

    CZK

    Tsjechische koruna

    28,037

    EEK

    Estlandse kroon

    15,6466

    HUF

    Hongaarse forint

    250,45

    LTL

    Litouwse litas

    3,4528

    LVL

    Letlandse lat

    0,6967

    MTL

    Maltese lira

    0,4293

    PLN

    Poolse zloty

    3,789

    RON

    Roemeense leu

    3,159

    SKK

    Slowaakse koruna

    33,365

    TRY

    Turkse lira

    1,7498

    AUD

    Australische dollar

    1,5951

    CAD

    Canadese dollar

    1,454

    HKD

    Hongkongse dollar

    10,7258

    NZD

    Nieuw-Zeelandse dollar

    1,775

    SGD

    Singaporese dollar

    2,0712

    KRW

    Zuid-Koreaanse won

    1 260,08

    ZAR

    Zuid-Afrikaanse rand

    9,74

    CNY

    Chinese yuan renminbi

    10,3795

    HRK

    Kroatische kuna

    7,3085

    IDR

    Indonesische roepia

    12 644,71

    MYR

    Maleisische ringgit

    4,7351

    PHP

    Filipijnse peso

    62,093

    RUB

    Russische roebel

    35,006

    THB

    Thaise baht

    41,121


    (1)  

    Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


    V Bekendmakingen

    BESTUURLIJKE PROCEDURES

    Commissie

    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/2


    OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

    Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie

    (2007/C 179/02)

    1.   ACHTERGROND

    De Europese Commissie publiceert een oproep tot het indienen van voorstellen (ref. ECFIN/2007/A3-012) voor het houden van enquêtes in het kader van het (op 12 juli 2006 door de Commissie goedgekeurde (COM(2006) 379)) Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes in de 27 EU-lidstaten en in de kandidaat-lidstaten Kroatië, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije. Met het oog op deze samenwerking wordt tussen de Commissie en de gespecialiseerde organisaties een partnerschapskaderovereenkomst met een looptijd van drie jaar gesloten.

    Doel van het programma is informatie over de economische situatie van de EU-lidstaten en de kandidaat-lidstaten te verkrijgen, teneinde hun conjunctuurcycli met elkaar te kunnen vergelijken ten behoeve van het beheer van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het Geharmoniseerd programma is een onontbeerlijk hulpmiddel geworden, niet alleen voor het economische toezicht in het kader van de EMU, maar ook voor algemene economische beleidsdoeleinden.

    2.   DOEL EN SPECIFICATIES VAN DE ACTIE

    2.1   Doelstellingen

    Voor het Geharmoniseerd programma van de Europese Unie wordt een beroep gedaan op gespecialiseerde organisaties/instellingen die opinieonderzoeken uitvoeren op basis van medefinanciering. Daarom is de Commissie van plan overeenkomsten te sluiten met organisaties en instellingen die over de vereiste bekwaamheid beschikken om de komende drie jaar een of meer van de volgende enquêtes te houden:

    enquête naar de investeringen;

    enquête in de bouwsector;

    enquête in de detailhandel;

    enquête in de dienstensector;

    enquête in de industrie;

    consumentenenquête;

    ad-hocenquêtes over actuele economische onderwerpen. Dit zijn per definitie gelegenheidsenquêtes die worden verricht naast de maandelijkse enquêtes en waarbij van hetzelfde kader (de gebruikelijke steekproeven) als voor de maandelijkse enquêtes gebruik wordt gemaakt. Met deze gelegenheidsenquêtes wordt beoogd informatie over specifieke economische beleidsvraagstukken te verkrijgen.

    De enquêtes zijn gericht tot de bedrijfsleiders in de industrie, de investeringssector, de bouwsector, de detailhandel en de dienstensector en tot de consumenten.

    2.2   Technische specificaties

    2.2.1   Tijdschema van de werkzaamheden en toezending van de resultaten

    Onderstaande tabel geeft een overzicht van de enquêtes waarop deze oproep betrekking heeft:

    Enquête

    Aantal activiteiten/grootteklassen

    Aantal aggregaten

    Aantal vragen per maand

    Aantal vragen per kwartaal

    Industrie

    40/-

    16

    7

    9

    Investeringen

    6/6

    2

    2 vragen in maart/april

    4 vragen in oktober/november

    Bouwsector

    3/-

    2

    5

    1

    Detailhandel

    7/-

    2

    6

    -

    Diensten

    18/-

    1

    6

    1

    Consumenten

    24 onderverdelingen

    1

    14 (met inbegrip van twee facultatieve vragen)

    3

    De maandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van elke maand uitgevoerd en de resultaten worden ten minste 4-6 werkdagen vóór het einde van de maand en overeenkomstig een in de specifieke subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden.

    De driemaandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van de eerste maand van elk kwartaal (januari, april, juli en oktober) uitgevoerd en de resultaten worden ten minste 4-6 werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand januari, april, juli en oktober overeenkomstig het in de specifieke subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden.

    De halfjaarlijkse enquêtes naar de investeringen worden in maart/april en oktober/november uitgevoerd en de resultaten worden ten minste 4-6 werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand mei en december en overeenkomstig het in de specifieke subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden.

    Voor de ad-hocenquêtes verbindt de begunstigde zich ertoe het specifieke tijdschema van deze enquêtes na te leven.

    Een gedetailleerde beschrijving van de actie (bijlage I van de specifieke subsidieovereenkomst) kan worden gedownload van het volgende internetadres:

    http://ec.europa.eu/economy_finance/tenders/2007/call2007_14en.htm

    2.2.2   Methode en vragenlijsten

    Nadere gegevens over de toe te passen methode, de vragenlijsten en de internationale richtsnoeren betreffende het houden van conjunctuurenquêtes worden verstrekt in de gebruikersgids voor het Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie op het volgende internetadres:

    http://ec.europa.eu/economy_finance/indicators/business_consumer_surveys/userguide_en.pdf

    3.   ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN DUUR

    3.1   Administratieve bepalingen

    De organisatie of instelling wordt geselecteerd voor een periode van maximaal drie jaar. De Commissie wenst met de geselecteerde aanvragers een samenwerkingsrelatie op lange termijn aan te gaan. Hiertoe zal tussen de betrokken partijen een partnerschapskaderovereenkomst voor een periode van drie jaar worden gesloten. In het kader van deze partnerschapskaderovereenkomst, waarin de gemeenschappelijke doelstellingen en de aard van de geplande acties zullen worden omschreven, kunnen tussen de betrokken partijen drie specifieke jaarlijkse subsidieovereenkomsten worden gesloten. De eerste van deze specifieke subsidieovereenkomsten zal betrekking hebben op de periode mei 2008-april 2009.

    3.2   Duur

    De enquêtes bestrijken de periode tussen 1 mei en 30 april, behalve voor de enquête naar de investeringen, waarvoor de periode tot 31 mei loopt. De duur van de actie mag niet langer zijn dan 12 maanden (13 maanden voor de enquête naar de investeringen).

    4.   FINANCIEEL KADER

    4.1   Communautaire financieringsbronnen

    De geselecteerde acties zullen worden gefinancierd uit begrotingsonderdeel 01 02 02 — Coördinatie van en toezicht op de Economische en Monetaire Unie.

    4.2   Geraamd totaal communautair budget voor deze oproep

    Voor deze enquêtes is voor de periode mei 2008-april 2009 een totaal budget van 5 000 000,00 euro (vijf miljoen euro) beschikbaar.

    De bedragen voor de daaropvolgende twee jaar kunnen met ongeveer 3 % worden verhoogd als daarvoor de nodige begrotingsmiddelen beschikbaar zijn.

    4.3   Percentage van de medefinanciering door de Gemeenschap

    Het aandeel van de Commissie in de medefinanciering van de enquêtes mag niet meer bedragen dan 50 % van de subsidiabele kosten die de begunstigde per enquête maakt. De Commissie bepaalt het percentage van de medefinanciering van geval tot geval.

    4.4   Financiering van de actie door de begunstigde en gemaakte subsidiabele kosten

    Van de begunstigde zal worden verlangd dat hij voor het eerste jaar een gedetailleerde, in euro's uitgedrukte begroting van de kosten en de financiering van de actie indient. Op verzoek van de Commissie wordt een gedetailleerde begroting voor respectievelijk het tweede en het derde jaar van de partnerschapskaderovereenkomst overgelegd.

    Het in de begroting vermelde subsidiebedrag dat bij de Commissie wordt aangevraagd, moet worden afgerond op het dichtstbijzijnde tiental. De begroting wordt als bijlage aan de specifieke subsidieovereenkomst gehecht. Deze cijfergegevens kunnen later eventueel voor controledoeleinden worden gebruikt door de Commissie.

    Er kunnen pas subsidiabele kosten worden gemaakt nadat de specifieke subsidieovereenkomst door alle partijen is ondertekend, behalve in uitzonderlijke gevallen. De subsidiabele kosten mogen echter in geen geval zijn gemaakt vóór de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend. Bijdragen in natura zijn geen subsidiabele kosten.

    4.5   Wijze van betaling

    In september kan door de begunstigde een verzoek om voorfinanciering van 40 % van het maximale subsidiebedrag worden ingediend. Twee maanden na de datum van voltooiing van de actie wordt een verzoek om betaling van het saldo ingediend, tezamen met een financiële staat en een gedetailleerde kostenlijst (voor nadere gegevens, zie de artikelen 5 en 6 van de specifieke subsidieovereenkomst).

    Voordat het verzoek om voorfinanciering en het verzoek om betaling van het saldo worden ingediend, moeten de uit de conjunctuurenquêtes verkregen gegevens tijdig worden toegezonden.

    Alleen kosten die in het kostentoerekeningssysteem van de begunstigde traceerbaar en identificeerbaar zijn, worden als subsidiabele kosten beschouwd.

    4.6   Uitbesteding

    Wanneer in een voorstel het bedrag van de door een subcontractant verleende diensten gelijk is aan of hoger is dan 50 % van het bedrag van de uit te voeren taken, moet de subcontractant alle nodige documenten overleggen zodat het voorstel van de aanvrager in zijn geheel kan worden beoordeeld ten aanzien van de uitsluitings-, selectie- en gunningscriteria (zie de punten 5, 6 en 7 hieronder). Dit houdt in dat de subcontractant moet aantonen dat hij voldoet aan de uitsluitingscriteria, alsmede aan de selectie- en de gunningscriteria die relevant zijn voor het door hem uit te voeren deel van de taken.

    De aanvrager van de subsidie gunt opdrachten aan inschrijvers die de beste prijs-kwaliteitverhouding bieden, waarbij ervoor wordt gezorgd belangenconflicten te voorkomen. Indien de uitbestedingssom hoger is dan 60 000,00 euro, moet de geselecteerde aanvrager met bewijsstukken aantonen dat de subcontractant op grond van de beste prijs-kwaliteitverhouding is geselecteerd.

    4.7   Gezamenlijke voorstellen

    In alle gevallen waarin gezamenlijke voorstellen worden ingediend, moeten de taken en de financiële bijdrage van alle deelnemers aan het voorstel duidelijk worden aangegeven. Alle deelnemers moeten alle nodige documenten verstrekken zodat het voorstel in zijn geheel kan worden beoordeeld ten aanzien van de uitsluitings-, selectie- en gunningscriteria (zie de punten 5, 6 en 7 hieronder) met betrekking tot hun taken.

    Eén van de deelnemers treedt als coördinator op en moet:

    de algemene verantwoordelijkheid voor het partnerschap ten aanzien van de Commissie op zich nemen;

    toezicht houden op de activiteiten van de andere deelnemer(s);

    zorgen voor de algemene samenhang en de tijdige indiening van de enquêteresultaten;

    de ondertekening van de overeenkomst centraliseren en de door alle deelnemers ondertekende overeenkomst bij de Commissie indienen (volmacht is mogelijk);

    de financiële bijdrage van de Commissie centraliseren en de verschuldigde bedragen aan de deelnemers doorstorten;

    de bewijsstukken betreffende de door elke deelnemer gedane uitgaven verzamelen en in één keer indienen.

    5.   SUBSIDIABILITEITSCRITERIA

    5.1   Juridische status van de aanvrager

    De oproep is gericht tot organisaties en instellingen (juridische entiteiten) die in een van de EU-lidstaten, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of Turkije rechtspersoonlijkheid bezitten. De aanvragers moeten aantonen dat zij rechtspersoonlijkheid bezitten en daarvan het vereiste bewijs leveren door middel van het standaardformulier „Juridische entiteit”.

    5.2   Uitsluitingscriteria

    Van subsidiëring worden uitgesloten, aanvragers die (1):

    a)

    in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surseance van betaling verkeren of wier faillissement is aangevraagd of tegen wie een procedure van vereffening, akkoord of surseance van betaling loopt, dan wel die hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een overeenkomstige toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving;

    b)

    bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt;

    c)

    bij de uitoefening van hun beroep ernstige fouten hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken;

    d)

    niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst dan wel van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd;

    e)

    bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt;

    f)

    na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen;

    g)

    in een belangenconflict verkeren;

    h)

    valse verklaringen hebben afgelegd in de verlangde inlichtingen of deze inlichtingen niet hebben verstrekt.

    De aanvragers moeten aan de hand van het standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit” bewijzen dat zij niet in een van de in punt 5.2 genoemde situaties verkeren.

    5.3   Administratieve en financiële sancties

    1.

    Onverminderd de toepassing van contractuele sancties worden gegadigden of inschrijvers die zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen of die ernstig in gebreke zijn gebleven ten aanzien van hun contractuele verplichtingen in het kader van een eerdere opdracht, uitgesloten van alle uit hoofde van de communautaire begroting gefinancierde opdrachten en subsidies gedurende maximaal twee jaar vanaf de vaststelling van de na een contradictoire dialoog met de contractant bevestigde overtreding. De duur van de uitsluiting kan op drie jaar worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding.

    Inschrijvers of gegadigden die zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen, worden bovendien bestraft met financiële sancties ten belope van 2 tot 10 % van het totaalbedrag van de te gunnen opdracht.

    Contractanten die in gebreke zijn gesteld omdat zij ernstig zijn tekortgeschoten bij de nakoming van hun contractuele verplichtingen, worden eveneens bestraft met financiële sancties van 2 tot 10 % van de totale contractwaarde. Dit percentage kan op 4 tot 20 % worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding.

    2.

    In de in punt 5.2, onder a), c) en d), bedoelde gevallen worden de gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende ten hoogste twee jaar te rekenen vanaf de vaststelling van de overtreding, wanneer die is bevestigd na een contradictoire dialoog met de contractant.

    In de in punt 5.2, onder b) en e), bedoelde gevallen worden de gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende ten minste één jaar en ten hoogste vier jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van de rechterlijke beslissing.

    De duur van de uitsluiting kan oplopen tot vijf jaar in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding of de eerste rechterlijke beslissing.

    3.

    De in punt 5.2, onder e), bedoelde gevallen omvatten:

    a)

    fraudegevallen zoals bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij besluit van de Raad van 26 juli 1995;

    b)

    corruptiegevallen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn, zoals vastgesteld bij besluit van de Raad van 26 mei 1997;

    c)

    gevallen van deelneming aan een criminele organisatie zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Gemeenschappelijk optreden 98/733/JBZ van de Raad (2);

    d)

    gevallen van het witwassen van geld zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 91/308/EEG van de Raad (3).

    6.   SELECTIECRITERIA

    De aanvrager moet over stabiele en toereikende financieringsbronnen beschikken om zijn werkzaamheden tijdens de gehele uitvoeringstermijn van de actie te kunnen blijven uitoefenen. Hij moet over de vereiste vak- en beroepsbekwaamheid beschikken om de voorgestelde actie of het voorgestelde werkprogramma tot een goed einde te brengen.

    6.1   Financiële draagkracht van de aanvrager

    De aanvrager moet over de vereiste financiële draagkracht beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en moet de balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren verstrekken. Deze bepaling geldt niet voor overheidsinstellingen en internationale organisaties.

    6.2   Operationele capaciteit van de aanvrager

    De aanvrager moet over de vereiste operationele capaciteit beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en dit met passende bewijsstukken aantonen.

    De bekwaamheid van de aanvrager zal aan de volgende criteria worden getoetst:

    ten minste drie jaar bewezen ervaring met de voorbereiding en uitvoering van enquêtes;

    bewezen ervaring met de evaluatie van enquêteresultaten en de aanpak van methodische aspecten (steekproeven, vragenlijsten en programmering);

    bekwaamheid om de methoden van het Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie toe te passen, te voldoen aan de door de Europese Commissie en de OESO gezamenlijk opgestelde internationale richtsnoeren betreffende het houden van conjunctuurenquêtes (zie punt 2.2.2), en de instructies van de Commissie op te volgen, namelijk: de maandelijkse termijnen voor de toezending van de resultaten in acht nemen en het enquêteprogramma op verzoek van de diensten van de Commissie verbeteren of aanpassen in overeenstemming met de afspraken die op de coördinatievergaderingen met vertegenwoordigers van de medewerkende organisaties/instellingen zijn gemaakt.

    7.   GUNNINGSCRITERIA

    De opdracht wordt aan de geselecteerde gegadigden gegund op basis van de volgende criteria:

    de mate van deskundigheid en ervaring van de gegadigde op de in punt 6.2 genoemde terreinen;

    de mate van deskundigheid en ervaring van de gegadigde op het gebied van het opstellen van indicatoren op basis van de enquêteresultaten met het oog op analyse en onderzoek op conjunctureel en economisch gebied, inclusief sectorale analyse;

    de doeltreffendheid van de voorgestelde enquêtemethode (steekproefontwerp, steekproefomvang, dekkingsgraad, antwoordpercentage enz.);

    de bekwaamheid van de gegadigde en zijn kennis van de specifieke enquêtekenmerken van de sector en van het land waar de enquête(s) zal/zullen worden uitgevoerd;

    de doeltreffendheid van de werkorganisatie van de gegadigde op het gebied van flexibiliteit, infrastructuur, gekwalificeerd personeel en uitrusting voor de uitvoering van de taken, de toezending van de resultaten, de deelneming aan de voorbereiding van de enquêtes in het kader van het Geharmoniseerd programma en de contacten met de diensten van de Commissie.

    8.   PRAKTISCHE PROCEDURES

    8.1   Voorwaarden voor de presentatie en indiening van voorstellen

    De voorstellen moeten het ingevulde en ondertekende standaardformulier voor subsidieaanvragen bevatten, alsmede alle in het formulier genoemde bewijsstukken. De aanvragers kunnen voorstellen voor diverse enquêtes en diverse landen indienen. Voor elk land moet echter een afzonderlijk voorstel worden ingediend.

    Elk voorstel moet uit drie delen bestaan:

    een administratief dossier;

    een technisch dossier;

    een financieel dossier.

    De volgende standaardformulieren kunnen bij de Commissie worden verkregen:

    een standaardformulier voor subsidieaanvragen;

    een model van een kostenraming voor het verstrekken van een schatting van de enquêtekosten en een financieringsplan;

    een standaardformulier „Financiële identificatie”;

    een standaardformulier „Juridische entiteit”;

    een standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit”;

    een standaardformulier voor de verklaring betreffende de bereidheid om de partnerschapskaderovereenkomst en de specifieke subsidieovereenkomst te ondertekenen;

    een standaardformulier inzake uitbesteding;

    een standaardformulier voor de beschrijving van de enquêtemethode,

    alsook documenten met betrekking tot de financiële aspecten van de subsidie:

    een vademecum voor de opstelling van financiële ramingen en financiële staten;

    een model van de partnerschapskaderovereenkomst;

    een model van de specifieke jaarlijkse subsidieovereenkomst.

    (a)

    Deze documenten kunnen worden gedownload van het volgende internetadres:

    http://ec.europa.eu/economy_finance/tenders/2007/call2007_14en.htm

    (b)

    Ingeval het niet mogelijk is gebruik te maken van bovenstaande optie, kunnen de documenten schriftelijk worden aangevraagd bij de:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

    Eenheid ECFIN-A3 (Conjunctuuronderzoek)

    Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2007/A3-012

    BU-1 3/146

    B-1049 Brussel

    Fax (32-2) 296 36 50

    E-mail ecfin-bcs-mail@ec.europa.eu

    onder vermelding van „Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2007/A3-012”.

    De Commissie behoudt zich het recht voor deze standaarddocumenten te wijzigen overeenkomstig de behoeften van het Geharmoniseerd programma van de Europese Unie en/of de vereisten van het beheer van de begrotingsmiddelen.

    De voorstellen moeten in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap worden ingediend, eventueel vergezeld van een vertaling in het Engels, Frans of Duits.

    De aanvrager moet één ondertekend origineel en drie kopieën van het voorstel, bij voorkeur ongeniet, verstrekken. Dit zal het administratieve werk vergemakkelijken bij het gereedmaken van al de nodige kopieën/documenten voor het (de) selectiecomité(s).

    De voorstellen moeten worden ingediend in een dubbele gesloten enveloppe.

    Op de buitenste enveloppe moet het in punt 8.3 opgegeven adres worden vermeld.

    Op de binnenste gesloten enveloppe met het voorstel moet worden vermeld: „Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2007/A3-012 — Mag niet door de postkamer worden geopend”.

    De gegadigden zullen er door terugzending van het samen met het voorstel ingediende ontvangstbevestigingsformulier van in kennis worden gesteld dat hun voorstel is ontvangen.

    8.2   Inhoud van de voorstellen

    8.2.1   Administratief dossier

    Het administratieve dossier moet de volgende stukken bevatten:

    een ondertekend standaardformulier voor subsidieaanvragen;

    een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Juridische entiteit” en de verlangde bewijsstukken die de juridische status van de organisatie of instelling aantonen;

    een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Financiële identificatie”;

    een ondertekend standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit”;

    een ondertekend standaardformulier voor de verklaring betreffende de bereidheid om de partnerschapskaderovereenkomst en de specifieke subsidieovereenkomst te ondertekenen, indien de betrokkene wordt geselecteerd;

    het organisatieschema van de organisatie of instelling (met vermelding van de naam en functie van de personen met een bestuursfunctie) en van de operationele dienst die verantwoordelijk is voor het houden van de enquêtes;

    het bewijs dat de organisatie of instelling financieel gezond is: hiertoe moeten de balansen en de winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren, d.w.z. 2006 en 2005, worden bijgevoegd.

    8.2.2   Technisch dossier

    Het technische dossier moet de volgende stukken bevatten:

    een beschrijving van de werkzaamheden van de organisatie of instelling. Deze beschrijving moet het mogelijk maken de bekwaamheid, alsook de omvang en de duur van de ervaring op de in punt 6.2 genoemde terreinen te beoordelen. In de beschrijving dienen vroegere relevante studies, dienstverleningscontracten, adviesopdrachten, enquêtes, publicaties en andere werkzaamheden te worden genoemd, onder vermelding van de naam van de opdrachtgever(s); meer bepaald dienen de voor rekening van de Europese Commissie uitgevoerde opdrachten te worden vermeld. Tevens moeten de meest relevante studies en/of resultaten worden bijgevoegd;

    een gedetailleerde beschrijving van de operationele organisatie voor het houden van de enquêtes. Alle dienstige stukken betreffende de infrastructuur, de voorzieningen, de middelen en het gekwalificeerd personeel (beknopte cv's van de medewerkers die het meest bij het houden van de enquête(s) betrokken zijn) waarover de aanvrager beschikt, moeten worden bijgevoegd;

    (een) naar behoren ingevuld standaardformulier(en) waarin een gedetailleerde beschrijving van de enquêtemethode wordt gegeven: steekproefmethode, steekproeffout, beoogde steekproefgrootte, dekkingsgraad, beoogd antwoordpercentage, enz.;

    een naar behoren ingevuld standaardformulier met vermelding van de subcontractanten die bij de actie betrokken zijn, waarbij een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de taken die zullen worden uitbesteed.

    8.2.3   Financieel dossier

    Het financiële dossier moet de volgende stukken bevatten:

    voor elke enquête: een naar behoren ingevulde en gedetailleerde standaardkostenraming (in euro's) die betrekking heeft op een periode van twaalf maanden en die een financieringsplan voor de actie bevat, alsmede een gedetailleerd overzicht van de totale subsidiabele kosten en de subsidiabele kosten per eenheid voor de uitvoering van de enquête, met inbegrip van de kosten voor uitbesteding;

    in voorkomend geval, een attest dat de organisatie of instelling niet BTW-plichtig is;

    in voorkomend geval, een document waaruit de financiële bijdrage van andere organisaties (medefinanciering) blijkt.

    8.3   Adres en uiterste datum voor de indiening van voorstellen

    Gegadigden die belangstelling hebben voor deze oproep tot het indienen van voorstellen, wordt verzocht hun subsidieaanvragen bij de Europese Commissie in te dienen.

    Aanvragen kunnen worden ingediend:

    a)

    hetzij per aangetekende brief of via particuliere koerierdienst tot uiterlijk 10 oktober 2007, waarbij de datum van het poststempel of de datum van het afgiftebewijs van de koerierdienst als bewijs geldt, op onderstaand adres:

    per aangetekende brief:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

    Ter attentie van de heer Johan VERHAEVEN

    Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2007/A3-012

    Eenheid R2, kamer BU1 — 3/13

    B-1049 Brussel

    via particuliere koerierdienst:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

    Ter attentie van de heer Johan VERHAEVEN

    Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2007/A3-012

    Eenheid R2, kamer BU1 — 3/13

    Bourgetlaan 1-3

    B-1140 Brussel (Evere)

    b)

    hetzij door afgifte op de centrale postdienst van de Europese Commissie op onderstaand adres (rechtstreeks of via een door de aanvrager daartoe gemachtigde persoon, inclusief via particuliere koerierdiensten):

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Economische en financiële zaken

    Ter attentie van de heer Johan VERHAEVEN

    Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2007/A3-012

    Eenheid R2, kamer BU1 — 3/13

    Bourgetlaan 1-3

    B-1140 Brussel (Evere)

    uiterlijk op 10 oktober 2007 om 16.00 uur (Brusselse tijd). In dit geval geldt als bewijs van afgifte het ontvangstbewijs dat is gedateerd en ondertekend door de ambtenaar van de bovengenoemde dienst die de documenten in ontvangst heeft genomen.

    9.   WAT GEBEURT ER MET DE ONTVANGEN AANVRAGEN?

    Alle aanvragen worden gecontroleerd om na te gaan of zij aan de formele subsidiabiliteitscriteria voldoen.

    Voorstellen die als subsidiabel worden aangemerkt, worden beoordeeld op basis van de hierboven gespecificeerde gunningscriteria.

    De Commissie zal de voorstellen in de loop van de maanden oktober-december 2007 selecteren. Hiertoe zal een selectiecomité worden ingesteld onder leiding van de directeur-generaal van Economische en financiële zaken. Dit comité zal bestaan uit ten minste drie personen die ten minste twee verschillende gespecialiseerde eenheden vertegenwoordigen welke ten opzichte van elkaar niet in een hiërarchische verhouding staan. Het comité zal een eigen secretariaat hebben voor de communicatie met de uiteindelijk geselecteerde gegadigden. Niet-geselecteerde gegadigden zullen eveneens persoonlijk bericht ontvangen.

    10.   BELANGRIJKE OPMERKINGEN

    Deze oproep tot het indienen van voorstellen houdt in geen geval een contractuele verbintenis in van de Commissie jegens de organisaties/instellingen die als gevolg van deze aankondiging een voorstel indienen. Alle contacten betreffende de oproep moeten schriftelijk verlopen.

    Aanvragers dienen nota te nemen van de contractuele bepalingen, die zullen moeten worden nageleefd wanneer de subsidie wordt toegekend.

    Ter bescherming van het financiële belang van de Gemeenschappen kunnen uw persoonsgegevens worden doorgegeven aan interne controlediensten, de Europese Rekenkamer, de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden en/of het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

    De gegevens van marktdeelnemers die in een van de in artikel 93, artikel 94, artikel 96, lid 1, onder b), en artikel 96, lid 2, onder a), van het Financieel Reglement genoemde situaties verkeren, kunnen in een centrale databank worden opgenomen en worden meegedeeld aan de aangewezen personen van de Commissie, andere instellingen, agentschappen, autoriteiten en organen, als vermeld in artikel 95, leden 1 en 2, van het Financieel Reglement. Hiermee worden ook de personen bedoeld die ten aanzien van de genoemde marktdeelnemers over vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheden beschikken. Alle in de gegevensbank opgenomen betrokkenen hebben het recht te worden geïnformeerd over de op hen betrekking hebbende gegevens; daartoe moet een verzoek aan de rekenplichtige van de Commissie worden gericht.


    (1)  Overeenkomstig de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

    (2)  PB L 351, 29.12.1998, blz. 1.

    (3)  PB L 166, 28.6.1991, blz. 77.


    PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

    Commissie

    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/12


    Voorafgaande aanmelding van een concentratie

    (Zaak COMP/M.4818 — Citigroup/Nikko)

    Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2007/C 179/03)

    1.

    Op 18 juli 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming Citigroup Inc. („Citigroup”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening van de Raad zeggenschap verkrijgt over de onderneming Nikko Cordial Corporation („Nikko”, Japan) door de aankoop van aandelen.

    2.

    De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

    voor Citigroup: financiële diensten, met inbegrip van bankdiensten, leningen, verzekeringen en beleggingsdiensten, financiële planning en bemiddeling;

    voor Nikko: financiële diensten, met inbegrip van retail en wholesale effectenmakelarij, investeringsbankdiensten, vermogensbeheer en fondsbeheer, etc.

    3.

    Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) moet worden opgemerkt dat deze zaak in aanmerking komt voor de in de mededeling uiteengezette procedure.

    4.

    De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie aan haar kenbaar te maken.

    Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen de Commissie per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentie nummer COMP/M.4818 — Citigroup/Nikko, aan onderstaand adres worden toegezonden:

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Directoraat-generaal Concurrentie

    Griffie Fusiezaken

    J-70

    B-1049 Brussel


    (1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

    (2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/13


    Voorafgaande aanmelding van een concentratie

    (Zaak COMP/M.4821 — CVC/Taminco)

    Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2007/C 179/04)

    1.

    Op 23 juli 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de onderneming CVC Capital Partners Sarl („CVC”, Luxemburg) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening zeggenschap verkrijgt over de onderneming Taminco N.V. („Taminco”, België) door de aankoop van aandelen.

    2.

    De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

    voor CVC: private equity-fonds;

    voor Taminco: fabrikant van chemische producten, met name van ammoniak vervaardigde chemische producten.

    3.

    Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) zij vermeld dat deze zaak voor bedoelde procedure in aanmerking kan komen.

    4.

    De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

    Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4821 — CVC/Taminco, aan onderstaand adres worden toegezonden:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Concurrentie

    Griffie voor concentraties

    J-70

    B-1049 Brussel


    (1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

    (2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/14


    Voorafgaande aanmelding van een concentratie

    (Zaak COMP/M.4659 — TF1/Artémis/JV)

    Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2007/C 179/05)

    1.

    Op 24 juli 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en volgend op een verwijzing in het kader van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr.139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen TF1 („TF1”, Frankrijk), die onder zeggenschap staat van het Bouygues-concern („Bouygues”, Frankrijk) en Artémis SA („Artémis”, Frankrijk), die onder zeggenschap staat van de onderneming Financière Pinault („Financière Pinault”, Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening, door de aankoop van aandelen gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over een nieuw opgerichte vennootschap die een gezamenlijke onderneming is.

    2.

    De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

    voor TF1: televisie en media;

    voor Bouygues: bouwnijverheid, telecommunicatie, media;

    voor Artémis: luxe-artikelen, distributie, media;

    voor Financière Pinault: houdstermaatschappij;

    voor de gemeenschappelijke onderneming: publicatie van een gratis maandelijks tijdschrift met coupons, en een website.

    3.

    Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) zij vermeld dat deze zaak voor bedoelde procedure in aanmerking kan komen.

    4.

    De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

    Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4659 — TF1/Artémis/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Concurrentie

    Griffie voor concentraties

    J-70

    B-1049 Brussel


    (1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

    (2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


    ANDERE BESLUITEN

    Commissie

    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/15


    Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    (2007/C 179/06)

    Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1). Bezwaren moeten de Commissie binnen zes maanden na deze bekendmaking bereiken.

    SAMENVATTING

    VERORDENING (EG) nr. 510/2006 VAN DE RAAD

    „MIÓD WRZOSOWY Z BORÓW DOLNOŚLĄSKICH”

    EG-nr: PL/PGI/005/0449/18.2.2005

    BOB ( ) BGA ( X )

    Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

    1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

    Naam:

    Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi

    Adres:

    ul. Wspólna 30, PL-00-930 Warszawa

    Tel.:

    (48-22) 623 27 07

    Fax:

    (48-22) 623 25 03

    E-mail:

    jakub.jasinski@minrol.gov.pl

    2.   Aanvragende groepering:

    Naam:

    Regionalny Związek Pszczelarzy we Wrocławiu

    De groepering omvat bovendien heidehoningproducenten uit de volgende organisaties:

    Związek Pszczelarzy Ziemi Legnickiej

    Regionalny Związek Pszczelarzy w Jeleniej Górze

    Regionalne Zrzeszenie Pszczelarzy w Oławie

    Stowarzyszenie Pszczelarzy Rzeczypospolitej Polskiej we Wrocławiu

    Adres:

    ul. Mazowiecka 17, PL-50-412 Wrocław

    Tel.:

    (48-71) 363 28 99

    Fax:

    (48-71) 363 28 99

    E-mail:

    hurtownia@oleje.net

    Samenstelling:

    Producenten/verwerkers ( X )andere ( )

    3.   Productcategorie

    categorie 1.4 — Honing

    4.   Overzicht van het productdossier

    (samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

    4.1.   Naam: „Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich”

    4.2.   Beschrijving:

    Organoleptische kenmerken:

    Vóór het kristalliseren heeft de honing een amber tot roodbruine kleur; nadien kleurt hij geeloranje tot bruin. De zeer stroperige consistentie is terug te voeren op thixotropie (een bij bepaalde stoffen optreden fenomeen waarbij de stof in colloïdale suspensie overgaat van geltoestand in vloeibare soltoestand). De kristalkorrels van de heidehoning zijn van een gemiddelde dikte. De smaak is licht suikerig, scherp en bitter. Het aroma is uitgesproken en doet denken aan heidegeur.

    Fysisch-chemische kenmerken:

    gehalte aan water max. 22 %;

    gehalte aan glucose en fructose min. 60 g/100 g;

    gehalte aan sucrose max. 4 g/100 g;

    gehalte aan wateroplosbare stoffen max. 0,1 g/100 g;

    diastase-index (schaal van Schade) min. 8;

    gehalte 5-hydroxymethylfurfural (HMF) max. 40 mg/hg;

    prolinegehalte min. 30 mg/100 g;

    pH tussen 4 en 4,5.

    Het gemiddelde vrije-prolinegehalte van de honing is over het algemeen echter hoger en ligt rond 64,4 mg/100 g. Het kan bovendien aanzienlijk variëren van 30,9 tot 103,3 mg/100 g. Het gehalte aan vrije aminozuren van de honing uit de bossen van Neder-Silezië („Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich”) bedraagt ca. 36 mg/100 g. Het gehalte aan vrije aminozuren en aan door hydrolyse verkregen eiwitten bedraagt per 100 g honing bijna 875 mg, incl. 700 mg fenylanaline, de stof die aan de basis ligt van thixotropie.

    Microscopische kenmerken

    Het gehalte aan heidekruidpollen als dominante pollenbestanddeel, mag niet lager zijn dan 50 %. Het pollen is afkomstig van heidegewassen van de familie van de ericaceeën (orde van de ericales).

    4.3.   Geografisch gebied: De gebieden met de heidegewassen op basis waarvan de heidehoning van Neder-Silezië („Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich”) wordt verkregen, zijn als volgt afgebakend:

    De zuidgrens strekt zich uit langs weg 353, vanaf de stad Zgorzelec tot de autoweg E 40 richting Bolesławiec, en volgt dan de verbindingsweg tussen Bolesławiec en Chojnów (de E 40 die vanaf Lubkowek overgaat in weg 94);

    de oostgrens strekt zich uit langs weg 335, vanaf de stad Chojnów tot Chocianów, via Brunów, Szklary Dolne en Trzmielów. Vanaf Chocianów volgt de grens de weg 331 tot in Parchów aan de noordoostgrens van het boskanton Chocianów. Zij volgt voorts de zuid-, oost- en noordgrens van het boskanton Przemków tot aan de grens van de regionale directie der nationale bossen (Kanał Północny), tot aan weg 328 richting Niegosławice.

    De noordgrens van het geografische gebied loopt vanaf Niegosławice lang de weg naar Szprotawa via de plaatsen Sucha Dolna en Henryków Wichlice. Vanaf Szprotawa volgt zij weg 12 richting Żagań, volgt die weg verder via de stad Żary en loopt tot Żarki Wielkie aan de westgrens van Polen met Duitsland.

    De westgrens van het geografische gebied loopt vanaf Żarki Wielkie aan de Duits-Poolse grens richting zuiden tot aan de stad Zgorzelec.

    4.4.   Bewijs van oorsprong: Oorsprong en kwaliteit van „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” worden in verschillende fasen gecontroleerd, van de productie tot de afzet van het afgewerkte product. De controles vormen samen een coherent toezichtssysteem dat borg staat voor de nagestreefde eindkwaliteit.

    De beschermde geografische aanduiding „Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich” mag enkel worden gebruikt voor de honingproductie van imkers die zijn geregistreerd in door de controlestructuur bijgehouden registers. Het gaat met name om de volgende registers:

    het register van marktdeelnemers die actief zijn in de sector productie en afvullen van de honing, en kasten mogen installeren in de bossen van Neder-Silezië;

    het register van de etiketten die worden gebruikt door de marktdeelnemers die actief zijn in de sector productie en afvullen van honing.

    De in die registers opgenomen marktdeelnemers worden door de controlestructuur geverifieerd. Nagegaan wordt of de producten met de beschermde geografische aanduiding „Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich” overeenkomstig de verordening en het productdossier zijn geproduceerd. De controles bestaan uit inspecties bij de marktdeelnemers die actief zijn in de sector productie en afvullen van honing. Ook de documenten en de kwaliteit van het eindproduct dat op de markt wordt gebracht, worden geverifieerd. Tot slot wordt nagegaan of de verkochte hoeveelheden overeenstemmen met de geproduceerde.

    4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: Voordat de kasten naar de heidegronden worden vervoerd, wordt de van vorige voedingsbronnen afkomstige honing geslingerd en worden de kasten voorzien van ramen ter bevordering van de raatbouw. Zo nodig krijgen de bijen suikerstroop als extra. Deze stroop moet in kleine hoeveelheden worden verstrekt, max. 0,5 kg/24 u.. Uiterlijk zeven dagen vóór het vervoer van de bijen naar de heidegronden wordt het bijvoeren met stroop stopgezet. Bijvoeren van bijen in de periode waarin zij nectar voor de productie van „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” inzamelen, is verboden.

    Bij het vervoer van de bijen worden de hygiënevoorschriften in acht genomen en moeten de kasten goed worden geventileerd. De nectar moet in de bossen van Neder-Silezië worden geoogst tijdens de bloeiperiode van de heidestruiken (augustus- september). Het slingeren van de honing met speciale daartoe bestemde apparaten (een soort van radiale of tangentiële centrifuge) gebeurt in de inrichtingen van de imker of in een mobiele inrichting bij de plaats waar de honing wordt geoogst.

    De honing wordt afgevuld in levensmiddelenrecipiënten die in overeenstemming zijn met de code inzake goede productiepraktijken in de bijenteeltsector en met de toepasselijke bepalingen. De capaciteit van de veelsoortige recipiënten is doorgaans niet groter dan 1 500 g. Filteren, romig opkloppen en pasteuriseren zijn verboden, evenals kunstmatige verhitting. In geen enkele productiefase mag de honing in de raat warmer zijn dan 45 oC.

    Alleen bijen van de volgende rassen en kruisingen daarvan mogen worden gebruikt voor de productie van „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich”:

    Apis mellifera mellifera (West- en Midden-Europese bij);

    Apis mellifera carnica (Carnioolse bij);

    Apis mellifera caucasica (Kaukasische bij).

    4.6.   Verband: De vroegste vermeldingen van de bijenteelt in deze regio dateren uit geschriften uit de tijd van Karel de Grote (eind 8e en begin 9e eeuw). Daarin staat dat de veroverde volkeren een belasting moesten betalen in de vorm van honing en was. De aanwezigheid van honing, en met name van heidehoning, wordt tevens bevestigd door talrijke verwijzingen in de literatuur uit verschillende perioden.

    De bij imkers zo populaire heidegronden zijn aanzienlijk uitgebreid na de enorme bosbranden van 1900. De achteruitgang van het bosbestand in Neder-Silezië heeft de ontwikkeling van uitgestrekte heidegronden sterk gestimuleerd. Uit studies over heidehoning uit 1958 blijkt dat de heidehoning uit de bossen van Neder-Silezië het hoogste gehalte aan heidepollen als dominant pollenaandeel bevatten (tussen 59 en 98 %).

    De lange honingoogsttraditie in de regio en de hoge kwaliteit van het product liggen aan de basis van de uitstekende reputatie die „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” geniet. Deze reputatie wordt bevestigd door de prijzen die deze honing wegkaapt op het feest van wijn en honing in Przemków, de resultaten van peilingen bij de exposanten, consumenten en bezoekers en door de prijs, die 3 tot 8 PLN/kg hoger ligt dan die van andere soorten heidehoning. Een andere bevestiging van de reputatie van dit product is het feit dat deze honing, als enige van het gewest, deel uitmaakt van de regionale mand die de maarschalk van Neder-Silezië traditioneel overhandigt aan buitenlandse gasten of als geschenk op reis meeneemt. „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” is een zeldzaam product dat het gewest Neder-Silezië vertegenwoordigt op talrijke beurzen en tentoonstellingen over typische producten uit verschillende Poolse gewesten.

    Het typische heidekarakter van de bossen van Neder-Silezië blijkt uit de talrijke verbanden tussen deze plant en de in de regio genomen initiatieven. In het dorpje Borówki bevindt zich het „Huis van de heide” (wrzosowa chata), een ecomuseum waar typische producten worden gepresenteerd, en de plaatselijke actiegroep van de regio staat bekend onder de naam „Heideland” (Wrzosowa Kraina).

    De bossen van Neder-Silezië, en met name de militaire oefengebieden Świętoszów en Przemków, bestrijken 10 000 ha dichte heidevelden. Kenmerken voor deze gebieden zijn de bijzonder hoge gemiddelde jaartemperatuur en het hoge percentage zonne-uren die samen garant staan voor rijkelijke hoeveelheden heidenectar, vooral in regenachtige jaren.

    „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” heeft niet alleen een uitstekende reputatie, een grote bekendheid en een hechte band met zijn regio van oorsprong, hij bezit tevens een bijzondere samenstelling: een zeer hoog prolinegehalte (min. 30 mg/100 g), en een laag gehalte aan sucrose (max. 4 g/100 g) en aan water (max. 22 %). Tevens typisch voor deze honing is zijn stabiele pH (4 à 4,5), zijn hoge gehalte aan dominante heidebloempollen (ten minste 50 %) en het exclusieve gebruik van zorgvuldig geselecteerde bijenrassen.

    4.7.   Controlestructuur:

    Naam:

    Inspekcja Jakości Handlowej Artykułów Rolno-Spożywczych

    Adres:

    ul. Wspólna 30, PL-00-930 Warszawa

    Tel.:

    (48-22) 623 29 00

    Fax:

    (48-22) 623 29 98, (48-22) 623 29 99

    E-mail:

    sekretariat@ijhars.gov.pl

    4.8.   Etikettering: Alle producenten die honing met de benaming „Miód Wrzosowy z Borów Dolnośląskich” verkopen, moeten een uniform gemeenschappelijk etiket aanbrengen op de recipiënten waarin de honing is afgevuld. De etiketten worden geleverd via de regionale imkervereniging in Wrocław. De beginselen en de procedures voor de afgifte van de etiketten worden aan de controlestructuur meegedeeld. Deze beginselen en procedures mogen in geen geval discriminerend zijn ten opzichte van producenten die niet bij de regionale imkervereniging in Wrocław zijn aangesloten.


    (1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


    1.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 179/19


    Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    (2007/C 179/07)

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

    SAMENVATTING

    VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

    „ΣΤΑΦΙΔΑ ΖΑΚΥΝΘΟΥ” (STAFIDA ZAKYNTHOU)

    EG-nummer: EL/PDO/005/0493/12.9.2005

    BOB( X ) BGA ( )

    Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

    1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

    Naam:

    Υπουργείο Αγροτικήσ Αναπτυξησ και Τροφίμων — Διεύθυνση Βιολογικήσ Γεωργίασ, Τμήμα Π.Ο.Π., Π.Γ.Ε., Ε.Π.Π.Ε.

    Adres:

    Αcharnon 29, GR-101 76, Athènes

    Tel.:

    (30) 210 823 20 25

    Fax:

    (30) 210 882 12 41

    E-mail:

    yp3popge@otenet.gr

    2.   Groepering:

    Naam:

    Ομάδα παραγωγών i) Φρούτα και λαχανικά ένωσησ αγροτικών συνεταιρισμών Ζακύνθου (κορινθιακή σταφίδα)

    Adres:

    Lomvardou 42, GR-291 00, Zakynthos

    Tel.:

    (30) 269 502 76 11/504 24 26

    Fax:

    (30) 269 502 22 68

    E-mail:

    easzakinthoy@aias.gr

    Samenstelling:

    Producenten/Verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

    3.   Productcategorie:

    Categorie 1.6 — Fruit, groenten en granen, vers of bewerkt

    4.   Overzicht van het productdossier:

    (samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

    4.1   Naam: „Σταφίδα Ζακύνθου” (Stafida Zakynthou)

    4.2.   Beschrijving: Stafida Zakynthou (Zante Bes) wordt uitsluitend uit de Vitis corinthica druif geproduceerd, welke in de zon gedroogd wordt.

    De belangrijkste kenmerken van het bewerkte product zijn:

    het kleine, uniforme formaat van de bes, met een diameter tussen 4 en 8 mm;

    de gelijkmatige, zwartachtige kleur;

    het maximale vochtgehalte bedraagt niet meer dan 18 % van het gewicht van het product;

    de afwezigheid van pitjes. In maximaal 2 % van de bessen mogen pitjes voorkomen.

    Het product staat op de Europese en internationale markt bekend onder de naam „Zante currants” („Zante bessen”) en de volgende types zijn op de markt:

    klein, met een diameter tussen 4 en 7 mm;

    middelgroot, met een diameter tussen 6 en 8 mm;

    gemengd, met een diameter tussen 4 en 8 mm.

    4.3.   Geografisch gebied: Het product „Stafida Zakynthou” wordt geproduceerd en gedroogd in de provincie Zakynthos. Het productiegebied beslaat 16 700 stremma, dat is 10 % van de landbouwgrond op het eiland.

    4.4.   Bewijs van oorsprong: De leden van de coöperatie voor groenten en fruit van Zakynthos zijn verplicht hun landbouwgrond te registreren op een lijst die aangemaakt, opgeslagen en bijgehouden wordt door de toezichthoudende instantie. Wanneer de producten voor verwerking door de telers worden aangeleverd, zijn de producten verpakt in genummerde en gestapelde kratten die speciaal geschikt zijn voor het verpakken van voedingsmiddelen. Ieder genummerd krat correspondeert met een bepaalde teler. Om de traceerbaarheid van het product te kunnen garanderen houdt de productverwerker jaarlijks een archief bij waarin de nummering van de kartonnen dozen waarin het eindproduct verpakt wordt, correspondeert met de nummering van de plastic kratten.

    4.5   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

    Telen

    Vitis corinthica wordt op Zakynthos droog en in wijnpijpen geteeld. De wijnranken worden in de vorm van een beker gesnoeid. Een belangrijke groeitechniek is het aanbrengen van sneden op de bast van de wijnranken. Ter vervanging van de sneden worden de trossen bespoten met een hiervoor geschikte mix van gewasregulerende stoffen, die voor dit doel is goedgekeurd door nationale en Gemeenschapswetgeving.

    Oogsten — drogen

    Zodra de druiven de voor hen karakteristieke zwarte kleur en zoetigheid hebben bereikt en de trossen gemakkelijk verwijderd kunnen worden, wordt het fruit met de hand geplukt. Op de dag dat het fruit geoogst is,worden de druiven op droogbedden, papier of plastic druivennetten te drogen gelegd in de zon. Er worden geen chemische producten gebruikt om het drogingsproces te ondersteunen. Nadat het fruit gedroogd is, worden met een plastic hark voorzichtig de druiven van elkaar gescheiden en de steeltjes verwijderd. Hierna worden de producten door de telers opgeslagen.

    Verzameling — opslag

    De verzameling van het product vindt plaats gedurende de eerste tien dagen van september. Het product wordt vanuit de opslagruimtes gezeefd en bij de verwerkers afgeleverd. Het product blijft bij de verwerker opgeslagen totdat het verwerkt wordt.

    Verwerking

    Het verwerken van het gedroogde product omvat:

    het verwijderen van erg kleine druiven, samengeklonterde druiven, delen van steeltjes en plantenmateriaal van de rank;

    het product wordt op basis van het formaat gescheiden;

    de bessen worden met schoon water gewassen;

    het vocht op de buitenkant van de bessen wordt gedroogd door lucht over de productielijn te blazen;

    verwijderen van de steeltjes en een laatste productcontrole.

    Er worden tijdens het verwerkingsproces geen stoffen aan de bessen toegevoegd.

    Verpakken — verwijderen van insecten

    Het eindproduct wordt door de verwerker verpakt; voor detailhandel worden de druiven in verzegelde verpakkingen in hoeveelheden tussen 0,2 kg en 1 kg verpakt, en voor groothandel worden de druiven verpakt in verzegelde dozen die tussen 10 en 15 kg product bevatten. Voordat de partij verzonden wordt voor verkoop, worden insecten verwijderd.

    4.6.   Verband: Vanaf het begin van de 16e eeuw wordt de Vitis corinthica druif op Zakynthos geteeld en onder de Venetiërs verspreidde het telen van de druif zich over het gehele eiland. Als gevolg van de superieure kwaliteit van het product is er een enorme vraag naar het product in Europa.

    Vanwege de enorme vraag naar het product is deze druif uitgegroeid tot het belangrijkste landbouwproduct op het eiland. Daarnaast speelt het telen ervan een grote rol in de economie van het eiland.

    De superieure kwaliteit van het product is te danken aan de speciale bodemgesteldheid en klimaatomstandigheden, de teelt- droog- en verwerkingsmethodes.

    De alkali- en kalkhoudende bodem van Zakynthos, de afwezigheid van lentevorst, de vele uren zonneschijn en de hoge temperaturen gedurende de periode mei tot en met juli, evenals de minimale hoeveelheid neerslag gedurende de maanden juli en augustus dragen bij aan het hoge suikergehalte van het product, en daarmee aan de zo kenmerkende, zoete smaak. Bovendien dragen zij bij aan het kleine, uniforme formaat van de bessen en bevorderen zij de aanmaak van antocyane kleurstoffen welke het eindproduct een gelijkmatige zwartachtige kleur geeft.

    Door de overwegende noordenwind in combinatie met de hoge gemiddelde temperatuur tijdens de droogperiode worden de bessen, slechts door blootstelling aan de zon, binnen de gestelde tijd gedroogd, zonder dat andere stoffen benodigd zijn.

    Bovendien wordt de buitengewone kwaliteit en consumentenveiligheid van het product gegarandeerd door de teelmethode — aangepast om volledig gebruik te maken van de bodem- en klimaatomstandigheden in het gebied —, de behoedzame behandeling van het product tijdens het oogsten en drogen, en het verwerken en de doorlopende controle tijdens het verwerkingsproces.

    4.7.   Controlestructuur:

    Naam:

    Οργανισμός Πιστοποίησης και Επίβλεψης Γεωργικών Προϊόντων (Ο.Π.Ε.ΓΕ.Π.) — AGROCERT

    Adres:

    Androu 1 & Patission, GR-112 57, Athènes

    Tel.:

    (30) 210 823 12 77

    Fax:

    (30) 210 823 14 38

    E-mail:

    agrocert@otenet.gr


    Naam:

    Νομαρχιακή Αυτοδιοίκηση Ζακύνθου, Δ/νση Αγροτικής Ανάπτυξης

    Adres:

    Diikitirio, GR-291 00, Zakynthos

    Tel.:

    (30) 269 504 93 41

    Fax:

    (30) 269 504 83 12

    E-mail:

    u14804@minagric.gr

    4.8.   Etikettering: De woorden „ΣΤΑΦΙΔΑ ΖΑΚΥΝΘΟΥ (ΠΟΠ)” dienen in het midden van de verpakking gedrukt te zijn. Deze woorden dienen gedrukt te zijn boven een afbeelding van het eiland Zakynthos (schaal van 1:300 000) met letters die ten minste tweemaal zo breed zijn als de andere vermeldingen op de verpakking.

    Bovendien dient een door nationale en Gemeenschapswetgeving voorgeschreven tekst in het midden van de verpakking gedrukt te worden.

    De producten die in kartonnen dozen voor de groothandel verpakt zijn, dienen de woorden „small”, „medium” of „blended” of een vertaling daarvan, te bevatten.


    (1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


    Top