EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie

1) DOELSTELLING

In een samenhangend kader de fundamentele elementen van een gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie samenbrengen, alsmede de toekomstige maatregelen en samenwerkingsverbanden omschrijven met het oog op de uitwerking van een gestructureerd beleid van preventie en bestrijding van illegale immigratie.

2) BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende een gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie [COM(2001) 672 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]

3) SAMENVATTING

1. Op de Europese Raad van Tampere in 1999 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om illegale immigratie aan de bron te bestrijden en zo te komen tot een efficiënter beheer van de migratiestromen in nauwe samenwerking met de landen van herkomst en doorreis (punt 22 en 23 van de conclusies). Voordien was in het actieplan van Wenen reeds verklaard dat er praktische voorstellen moesten worden gedaan om de illegale immigratie doeltreffender te bestrijden.

In dat verband zijn dan ook verschillende voorstellen ingediend, namelijk:

  • een richtlijn tot omschrijving van de hulp bij illegale binnenkomst en een kaderbesluit betreffende het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van de hulp bij binnenkomst (es de en fr);
  • een richtlijn betreffende de harmonisatie van de aan vervoerders opgelegde geldboetes (es de en fr);
  • een mededeling van de Commissie over een communautair immigratiebeleid [COM(2000) 757 def.];
  • een mededeling van de Commissie met voorstellen inzake een open coördinatiemethode (es de en fr)voor het communautaire immigratiebeleid.

2. Bij de uitwerking van die algemene communautaire strategie herinnert de Commissie eraan dat het tevens belangrijk is de verplichtingen na te komen krachtens bepaalde internationale overeenkomsten zoals het Europees Mensenrechtenverdrag en het Vluchtelingenverdrag van Genève betreffende het statuut van vluchtelingen.

3. Bij het debat over de mogelijkheid en de tenuitvoerleggingsvoorwaarden van een algemeen plan voor de strijd tegen illegale immigratie moet rekening worden gehouden met verschillende elementen, zoals:

  • het bestaan van verschillende vormen van onrechtmatig verblijf en de specifieke behoeften van potentieel kwetsbare groepen (vrouwen, niet-begeleide minderjarigen, enz.);
  • de noodzaak van een intensievere samenwerking met de landen van herkomst en doorreis. Meer in het bijzonder moeten de kandidaat-lidstaten het Schengen -acquis volledig in eigen wetgeving omzetten. Om de migratiestromen te kunnen beheersen moet de Gemeenschap zich dus onder meer ook beraden over bepaalde aspecten van haar buitenlands beleid;
  • het bestaan van een geheel van voorschriften, betreffende de afgifte van visa, controle van de buitengrenzen, mensenhandel en illegale tewerkstelling, die op correcte wijze moeten worden toegepast. Om bij te dragen tot een samenhangende toepassing van de juridische voorschriften op het gebied van de justitiële samenwerking moeten de lidstaten bovendien gemeenschappelijke definities geven voor de omschrijving van criminele feiten en moeten zij gemeenschappelijke sancties vastleggen. Het instrument van het kaderbesluit is in 2001 gebruikt voor de strijd tegen de mensenhandel en voor de omschrijving van het strafrechtelijk kader voor de strijd tegen de hulp bij illegale binnenkomst en illegaal verblijf.

Het visumbeleid

4. Het visumbeleid is nauw verbonden met het beleid ter beheersing van de migratiestromen. In dat verband zijn er twee fundamentele besluiten van kracht, namelijk de verordening tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de verordening tot vaststelling van een uniform visummodel. Overeenkomstig punt 22 van de conclusies van Tampere moet nu de samenwerking worden verbeterd van de diensten die belast zijn met de afgifte en controle van de visa (uitwisseling van informatie, wederzijdse bijstand, opleiding van personeel).

5. In dat verband beraadt de Commissie zich over de wenselijkheid van de oprichting van:

  • gezamenlijke visabureaus, bijvoorbeeld door de lancering van een proefproject;
  • een netwerk voor de uitwisseling van informatie betreffende afgegeven visa, waarbij onder meer persoonsgegevens, foto's en een afschrift van de reisdocumenten worden bewaard.

Verzameling en analyse van informatie

6. Om een duidelijk beeld te krijgen over het fenomeen van illegale immigratie op Europees niveau moeten de lidstaten een vergelijkende analyse maken van de gegevens uit verschillende landen. De samenwerking die in dit kader tot stand komt in het kader van het CIREFI (es de en fr)-netwerk moet worden versterkt.

De Commissie beraadt zich over de wenselijkheid om:

  • een actieplan in te dienen om de verzameling en analyse van gegevens inzake asiel en immigratie te verbeteren;
  • een voorstel in te dienen om de werking van het 'early warningsysteem' inzake illegale migratiestromen te verbeteren.

Grenscontroles

7. Om de controle van de buitengrenzen te versterken, stelt de Commissie voor om:

  • een Europese grenswacht op te richten (verkennende studies worden gefinancierd in het kader van het ODYSSEUS (es de en fr)-programma);
  • de opleidingsprogramma's voor grenswachters te harmoniseren (er worden proefprojecten opgezet in het kader van de Europese politieacademie). Op langere termijn is het echter wellicht raadzaam om een echte Europese grenswachtacademie op te richten;
  • de samenwerking te verbeteren tussen de administratieve diensten door verbindingsambtenaren uit te wisselen.

8. De middelen die zijn toegekend voor de tenuitvoerlegging van het Odysseus-programma zullen vanaf het begrotingsjaar 2001 zijn uitgeput. Daarom heeft de Commissie voorgesteld een beschikking van de Raad vast te stellen betreffende een nieuw actieprogramma (Argo genoemd) dat loopt van 1 januari 2002 tot 31 december 2006. Dit nieuwe programma moet de administratieve samenwerking ondersteunen en eventueel uitmonden in de oprichting van een "permanente technische structuur voor samenwerking en ondersteuning" die de coherentie en doeltreffendheid van de samenwerking moet waarborgen. Deze instantie heeft drie belangrijke opdrachten:

  • verzameling, opslag en verspreiding van informatie (gegevens van het Europees observatorium voor migratie, het early warningsysteem, enz.);
  • coördinatie van de administratieve samenwerking (Europese grenswachtacademie, opleiding, enz.);
  • beheer van systemen (SIS, Eurodac) die informatie verzamelen over migratiestromen in het algemeen.

9. De Commissie overweegt een mededeling te publiceren over het Europees grensbeheer waarin deze voorstellen nader worden omschreven.

Een alomvattende aanpak

10. Op het gebied van de strijd tegen de illegale immigratie is een alomvattende aanpak de meest geschikte. Bij een dergelijke aanpak worden ook andere fundamentele kwesties meegewogen, zoals:

  • de mensenhandel en -smokkel (de Commissie zal een voorstel indienen voor een richtlijn betreffende de toekenning van een verblijfsvergunning voor slachtoffers van de mensenhandel die meewerken aan het strafrechtelijk onderzoek tegen hun uitbuiters);
  • de economische exploitatie van migranten. Met name moet aandacht worden geschonken aan de inbeslagneming van alle financiële opbrengsten van criminele activiteiten in verband met illegale immigratie;
  • de samenwerking met de landen van herkomst en doorreis;
  • de verantwoordelijkheid van de vervoerder;
  • het overname- en terugkeerbeleid. In dat verband zal de Commissie in de loop van 2002 een groenboek publiceren.

Voorts onderstreept de Commissie dat illegale immigratie vaak verbonden is met georganiseerde criminele netwerken die op internationale schaal actief zijn. In dat verband is de harmonisatie van de bepalingen betreffende de sancties voor strafrechtelijke inbreuken een heel nuttig instrument.

11. Bovenstaande overwegingen leiden de Commissie ertoe zich ook te beraden over de rol van andere organisaties zoals Europol (zie in dat verband ook artikel 30 van het EG-Verdrag).

12. De Commissie verzoekt de Raad een actieplan uit te werken waarin de prioritaire acties zijn aangegeven.

4) UITVOERINGSMAATREGELEN

In de loop van 2002 dient de Commissie de volgende documenten in:

  • een groenboek (es de en fr) over het communautair terugkeerbeleid;
  • een mededeling over de controle van de Europese grenzen;
  • een reflectiedocument over een Europees systeem voor de controle van visa.

5) verdere werkzaamheden

Laatste wijziging: 17.10.2005

Top