This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen
Met de verordening wordt het Verdrag van Montreal van 1999 geïmplementeerd, dat de aansprakelijkheid en schadevergoedingen regelt voor passagiers die per vliegtuig reizen en hun bagage (zie de samenvatting).
Opmerking: De oorspronkelijke verordening (voordat deze werd gewijzigd door Verordening (EG) nr. 889/2002) betrof de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Unie (EU) voor overlijden of letsel van reizigers ten gevolge van ongevallen. Met de wijzigingsverordening van 2002 werd de oorspronkelijke verordening in overeenstemming gebracht met de nieuwe internationale regels in het Verdrag van Montreal, waarin ook aansprakelijkheid voor bagage en vertragingen is opgenomen.
Aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen voor passagiers en hun bagage
In de verordening zijn de aansprakelijkheidsregels samengevat die de EU op basis van EU-wetgeving, het Verdrag van Montreal en nationale wetgeving van EU-lidstaten toepast op luchtvaartmaatschappijen. Schadevergoeding wordt uitgedrukt als de geschatte waarde in lokale valuta van bijzondere trekkingsrechten (BTR)*.
Kennisgeving verzekering en passagiers
Luchtvaartmaatschappijen uit de EU zijn verplicht:
Luchtvaartmaatschappijen uit de EU zijn tevens verplicht elke passagier een schriftelijke mededeling te verstrekken betreffende de aansprakelijkheidsgrens van de luchtvaartmaatschappij voor de vlucht ten aanzien van:
De bovenstaande grenzen zijn gebaseerd op de in de verordening vastgestelde grenzen, tenzij de luchtvaartmaatschappij op vrijwillige basis hogere maximumgrenzen toepast. Voor vervoer door luchtvaartmaatschappijen van buiten de EU zijn deze vereisten uitsluitend van toepassing op vluchten naar, vanuit of binnen de EU.
Schadeloosstelling bij overlijden of letsel
Voor de aansprakelijkheid voor overlijden of letsel van passagiers gelden geen maximumbedragen. Voor schade tot 100 000 bijzondere trekkingsrechten kan de luchtvaartmaatschappij vorderingen tot schadeloosstelling niet betwisten. Boven dat bedrag kan ze zich tegen een vordering verzetten als ze het bewijs kan leveren dat ze niet nalatig is geweest of anderszins in gebreke is gebleven.
Voorschotten
Als een passagier gewond raakt of om het leven komt, moet de luchtvaartmaatschappij binnen 15 dagen nadat de schadevergoedingsgerechtigde geïdentificeerd is, een voorschot uitbetalen om aan onmiddellijke behoeften tegemoet te komen. Hierop zijn de volgende voorwaarden van toepassing.
Vertraging van passagiers
In geval van vertraging van passagiers is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor de schade, tenzij zij alle redelijke maatregelen getroffen heeft om de schade te voorkomen. De aansprakelijkheid is beperkt tot 4 150 bijzondere trekkingsrechten.
Vertraging van bagage
In geval van vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor de schade, tenzij zij alle redelijke maatregelen getroffen heeft om dit te voorkomen. De aansprakelijkheid is beperkt tot 1 000 bijzondere trekkingsrechten.
Vernietiging, verlies of beschadiging van bagage
De luchtvaartmaatschappij is aansprakelijk voor vernietiging, verlies of beschadiging van bagage tot een maximum van 1 000 bijzondere trekkingsrechten. Wanneer het aangegeven bagage betreft, is de maatschappij ook aansprakelijk indien zij niet in gebreke is gebleven, tenzij de bagage al beschadigd was. Wanneer het niet-aangegeven bagage betreft, is de luchtvaartmaatschappij slechts aansprakelijk als zij in gebreke is gebleven.
Hogere maximumbedragen voor bagage
Er kan een hogere aansprakelijkheidsgrens gelden indien passagiers voordat zij aan boord zijn gegaan, een speciale verklaring hebben afgelegd en een aanvullende vergoeding hebben betaald. De vergoeding moet in verhouding zijn tot de aanvullende kosten ten opzichte van bagage waarvan de waarde binnen de aansprakelijkheidsgrens wordt geraamd. Het tarief moet op verzoek worden verstrekt.
Klachten over bagage
In geval van beschadiging, vertraging of verlies van aangegeven bagage moet de passagier zo snel mogelijk een schriftelijke klacht indienen bij de luchtvaartmaatschappij. In geval van schade dient dit binnen zeven dagen en in geval van vertraging binnen 21 dagen na ontvangst te zijn.
Een gerechtelijke procedure moet worden aangevangen binnen twee jaar na het tijdstip van aankomst van het vliegtuig of het tijdstip waarop het vliegtuig had moeten aankomen.
Deze is sinds 17 oktober 1998 van toepassing.
Zie voor meer informatie:
Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen bij ongevallen (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1-3).
Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EG) nr. 2027/97 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage (COM(2013) 130 final van 13.3.2013).
Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Verdrag van Montreal) (PB L 194 van 18.7.2001, blz. 39-49).
Besluit 2001/539/EG van de Raad van 5 april 2001 inzake de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Verdrag van Montreal) (PB L 194 van 18.7.2001, blz. 38).
Laatste bijwerking 17.01.2022