This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Het door de Raad van Europa in 1964 opgestelde verdrag moest als rechtsgrondslag dienen voor de harmonisatie van de specificaties voor geneesmiddelen van algemeen belang voor de Europese bevolking en voor de opstelling van specificaties voor het groeiende aantal nieuwe geneesmiddelen die op de markt kwamen.
Door het besluit wordt, namens de Europese Gemeenschap (nu de Europese Unie (EU)), het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee aanvaard.
Het doel van de Europese farmacopee is het waarborgen van de kwaliteit van geneesmiddelen en de stoffen in deze geneesmiddelen. De farmacopee bestaat uit monografieën die officiële normen worden die van toepassing zijn op het grondgebied van de landen die verdragsluitende partijen zijn.
Op werd een protocol bij het verdrag ondertekend met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het verdrag. Het besluit is op in werking getreden.
Na verloop van tijd is het lidmaatschap van de Europese farmacopee gegroeid tot de meeste Europese landen, samen met de EU. De delegaties van de lidstaten nemen deel aan de Europese Farmacopee Commissie (zie hieronder) en hebben het recht om over alle technische vraagstukken te stemmen. De EU stemt namens de EU-lidstaten over alle niet-technische aangelegenheden.
Bovendien nemen veel niet-Europese landen als waarnemer deel aan de commissie. Ze kunnen dus betrokken worden bij het wetenschappelijke werk van de commissie, van deze ervaring profiteren en werken aan de kwaliteitscontrole van geneesmiddelen en de gebruikte analysemethoden.
De samenstelling van de Europese farmacopee wordt uitgevoerd door twee organen.
In de EU-wetgeving wordt specifiek verwezen naar het verplichte karakter van de monografieën van de Europese farmacopee in Richtlijn 2001/83/EG betreffende geneesmiddelen voor de mensen (zie de samenvatting) en Verordening (EU) 2019/6 betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (zie de samenvatting).
Het verdrag is op in werking getreden.
Op hebben België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk een onder auspiciën van de Raad van Europa opgesteld verdrag betreffende de samenstelling van een Europees farmacopee ondertekend.
Zie voor meer informatie:
Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van , blz. 19-21).
Achtereenvolgende wijzigingen aan de overeenkomst werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Besluit 94/358/EG van de Raad van betreffende de aanvaarding, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van , blz. 17-18).
laatste bijwerking