Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De arbeidstijd van zeevarenden

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 1999/63/EG — Overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

  • De richtlijn voorziet in de opneming in wetgeving van de overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden1 die tussen de Associatie van reders2 van de Europese Gemeenschap en de Federatie van de bonden voor het vervoerspersoneel is gesloten op .
  • In de richtlijn wordt rekening gehouden met het Maritiem Arbeidsverdrag (MAV) van 2006 van de Internationale Arbeidsorganisatie met betrekking tot de werktijden van zeevarenden.

KERNPUNTEN

  • Deze wetgeving moet worden gerespecteerd door elk zeeschip, ongeacht of het staats- of particulier eigendom is, dat geregistreerd staat in een lidstaat van de Europese Unie (EU) en gewoonlijk gebruikt wordt in de handelsscheepvaart.
  • De richtlijn specificeert een maximumarbeidstijd of een minimumrusttijd binnen een bepaalde periode.
  • Arbeidstijd:
    • de standaardarbeidstijd is een achturendag, met één dag rust per week en rust op algemene feestdagen;
    • de maximumarbeidstijd mag niet langer zijn dan 14 uur in elke periode van 24 uur of 72 uur in elke periode van zeven dagen.
  • Rusttijden:
    • mogen niet korter zijn dan tien uur in elke periode van 24 uur of 77 uur in elke periode van zeven dagen;
    • kunnen ten hoogste in twee perioden, waarvan er een minstens zes uur moet bedragen, worden opgedeeld;
    • moeten plaatsvinden met een tijdruimte ertussen van niet langer dan 14 uur;
    • mogen zo min mogelijk worden verstoord door veiligheidsoefeningen zoals periodieke appels, brandbestrijdingsoefeningen en oefeningen voor noodgevallen;
    • moeten ter compensatie een toereikende rusttijd omvatten voor zeevarenden van wie de normale rusttijd wordt verstoord door oproepen tot arbeid.
  • De dagelijkse arbeids- en rusttijd van de zeevarenden dient te worden bijgehouden.
  • Geen zeevarende van jonger dan 18 jaar mag ’s nachts3 werken, behalve voor specifieke taken of opleiding.
  • De indienstneming, aanmonstering of tewerkstelling van zeevarenden jonger dan 18 jaar is niet toegestaan indien dit gevaar oplevert voor hun gezondheid of veiligheid.
  • Kapiteins hebben het recht van de bemanning te verlangen alle uren te werken die noodzakelijk zijn voor de onmiddellijke veiligheid van het schip, de personen aan boord, de lading en anderen die op zee in nood verkeren.
  • De bijzonderheden van werkafspraken aan boord en de bepalingen van de wetgeving moeten toegankelijk zijn en worden opgehangen.
  • Bij de vaststelling van de sterkte van de bemanning moet er rekening mee worden gehouden dat excessieve arbeidstijden vermeden of tot een minimum beperkt moeten worden om voldoende rust te waarborgen en vermoeidheid te beperken.
  • Alle zeevarenden:
    • moeten in het bezit zijn van een gezondheidscertificaat waaruit blijkt dat zij medisch gezien geschikt zijn voor het werk aan boord — de richtlijn bevat de bijzonderheden voor dergelijke certificaten, met inbegrip van voorschriften voor afgifte, geldigheid en de aard van de medische keuring. Er zijn enkele uitzonderingen toegestaan;
    • hebben recht op een jaarlijkse vakantie met behoud van loon op basis van een minimum van 2,5 gewerkte dagen per maand en pro rata voor onvolledige dienstmaanden.
  • De lidstaten mogen:
    • afwijkingen toestaan op de gespecificeerde arbeids- en rusttijden, onder bepaalde voorwaarden;
    • gunstigere, maar niet minder gunstige voorwaarden toepassen op zeevarenden dan de voorwaarden die in de richtlijn zijn vervat.

Wijzigingen van Richtlijn 1999/63/EG

  • De richtlijn werd gewijzigd bij Richtlijn 2009/13/EG na de ondertekening van het MAV in 2006.
  • Richtlijn 2009/13/EG werd vervolgens gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/131, na wijzigingen in het MAV in 2014, die gericht is op de rechten van zeevarenden wanneer zij worden achtergelaten in een buitenlandse haven en die bijgewerkte regels bevat voor repatriëring, financiële zekerheid en aansprakelijkheid van de reder.

Gerelateerde wetgeving

De handhaving van de richtlijn wordt geregeld in afzonderlijke wetgeving (Richtlijn 1999/95/EG) betreffende de handhaving van de arbeidstijd aan boord van schepen die EU-havens aandoen, en Richtlijn 2013/54/EU betreffende de algemene naleving en de handhaving van het MAV (zie samenvatting).

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds van toepassing en moest vóór in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

ACHTERGROND

KERNBEGRIPPEN

  1. Zeevarende. Een persoon die in enige hoedanigheid werkzaam is aan boord van een zeeschip.
  2. Reder. De eigenaar van het schip of enige andere organisatie of persoon die die verantwoordelijkheid heeft overgenomen.
  3. Nacht. Een periode van minstens negen uren, die uiterlijk om middernacht ingaat en op zijn vroegst om vijf uur in de ochtend afloopt.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 1999/63/EG van de Raad van inzake de overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden, gesloten door de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Federatie van de bonden voor het vervoerspersoneel in de Europese Unie (FST) — Bijlage: Europese overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden (PB L 167 van , blz. 33-37).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 1999/63/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

laatste bijwerking

Top