De reserve voor aanpassing aan de Brexit

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2021/1755 inzake de reserve voor aanpassing aan de Brexit

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Met de verordening:

• stelt de reserve voor aanpassing aan de Brexit in;
• stelt de doelstellingen, de begroting en de regels ervan vast.

KERNPUNTEN

De reserve biedt steun voor nationale maatregelen die tussen 1 januari 2020 en 31 december 2023 worden genomen:

• om de negatieve economische, sociale, territoriale en ecologische gevolgen van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (EU) tegen te gaan;
• voor alle EU-lidstaten, regio’s, lokale gemeenschappen en sectoren die negatieve gevolgen ondervinden.

De begroting voor het fonds bedraagt 5 470 435 000 EUR (huidige prijzen) en zal in twee toewijzingsrondes worden uitbetaald. De eerste ronde (80 %) zal worden geactiveerd in de vorm van een voorfinanciering, die in drie tranches van ongeveer 1,7 miljard EUR in 2021, 1,3 miljard EUR in april 2022 en 1,3 miljard EUR in april 2023 zal worden betaald; het resterende bedrag van 1,1 miljard EUR zal in 2025 worden betaald ter vergoeding van subsidiabele kosten die daadwerkelijk door de lidstaten zijn gemaakt en betaald bij de uitvoering van maatregelen die voor steun in aanmerking komen.

Met wijzigingsverordening (EU) 2023/435 is de mogelijkheid ingevoerd om onder bepaalde voorwaarden overplaatsing naar de herstel- en veerkrachtfaciliteit aan te vragen om de energiecrisis ten gevolge van de Russische oorlog tegen Oekraïne aan te pakken.

De subsidiabiliteitscriteria hebben onder meer betrekking op maatregelen voor:

• particuliere en overheidsbedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, zelfstandigen, lokale gemeenschappen en organisaties;
• de economische sectoren die het zwaarst getroffen zijn;
• van de visserij afhankelijke bedrijven, regionale en lokale gemeenschappen en organisaties;
• het scheppen en beschermen van banen, met inbegrip van groen werk, werkgelegenheidsregelingen van korte duur, omscholing en opleiding in de getroffen sectoren;
• grens-, douane-, sanitaire, fytosanitaire, veiligheids- en visserijcontroles, inning van indirecte belastingen, extra personeel, opleiding en infrastructuur;
• productcertificering en -vergunning;
• communicatie, voorlichting en bewustmaking van burgers en bedrijven over veranderingen in hun rechten en plichten;
• de re-integratie van EU-burgers en daarvoor in aanmerking komende Britse burgers in de EU.

De toewijzing van de middelen is gebaseerd op de in bijlage I uiteengezette methodologie:

• aandeel in de handel met het Verenigd Koninkrijk (4 540 461 050 EUR);
• waarde van de in de wateren van het Verenigd Koninkrijk gevangen vis (656 452 200 EUR);
• bevolking van de maritieme grensgebieden met het Verenigd Koninkrijk (273 521 750 EUR).

Lidstaten die in hoge mate afhankelijk zijn van de visserij, zullen een specifiek percentage van hun nationale toewijzing moeten bestemmen voor kleinschalige kustvisserij en lokale en regionale gemeenschappen die afhankelijk zijn van visserijactiviteiten.

De regels voor het financieel beheer luiden als volgt.

• Betalingen worden uitgevoerd in het kader van het gedeeld beheer van het financieel reglement (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).
• De Europese Commissie doet budgettaire vastleggingen* in jaartranches voor elke lidstaat tussen 1 januari 2021 en 31 december 2023.
• Elke lidstaat dient uiterlijk op 30 september 2024 een aanvraag in voor het voorlopig toegewezen bedrag voor 2025.
• Aanvragen om financiering uit het fonds worden ingediend aan de hand van een formulier in bijlage II en bevatten informatie over de totale overheidsuitgaven.
• Verzoeken om financiering gaan vergezeld van een uitvoeringsverslag waarin het volgende is uiteengezet:
  • de negatieve beleids- en geografische gevolgen van de Brexit;
  • de maatregelen die zijn genomen om de negatieve gevolgen tegen te gaan;
  • motivering van de gedane en betaalde subsidiabiliteitsuitgaven en het rechtstreekse verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU;
  • regelingen om dubbele financiering te vermijden en ervoor te zorgen dat de steun aansluit bij ander EU-beleid en andere financiering;
  • beschrijving van de bijdrage van de maatregelen aan de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering.
• De Commissie:
  • zorgt ervoor dat de aanvraag volledig, nauwkeurig en waarheidsgetrouw is;
  • stelt de bedragen voor de subsidiabele uitgaven en de technische bijstand vast.
• Alle bedragen worden uitgedrukt in euro.

De beheers- en controleregels vereisen:

• dat lidstaten:
  • alle nodige wetgevende, regelgevende en administratieve maatregelen nemen om de financiële belangen van de EU te beschermen,
  • een orgaan aanwijzen voor het beheer van de financiële bijdragen uit het fonds,
  • beheers- en controlesystemen opzetten volgens het model in bijlage III,
  • onregelmatigheden en fraude voorkomen, opsporen en corrigeren, en belangenconflicten vermijden,
  • samenwerken met de Commissie, het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) en de Europese Rekenkamer;
• dat organen die de financiële bijdragen beheren:
  • zorgen voor de werking van een doeltreffend en efficiënt intern controlesysteem,
  • duidelijke regels toepassen voor de selectie van projecten, elektronische boekhoudsystemen en het bewaren van documenten gedurende vijf jaar;
• dat de Commissie:
  • audits ter plaatse uitvoert en toegang heeft tot relevante documenten,
  • eventuele risico’s in de nationale beheers- en controlesystemen vaststelt;
• financiële correcties door de lidstaten zodra een onregelmatigheid is ontdekt.

Volgens de regels inzake informatie en communicatie zijn de lidstaten en hun regionale en lokale autoriteiten verantwoordelijk voor het informeren van het publiek over de resultaten en effecten van de EU-financiering.

Evaluatie- en verslagleggingsmaatregelen vereisen dat de Commissie:

• het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie uiterlijk in juni 2024 informeert over de uitvoering van de verordening;
• uiterlijk op 30 juni 2027 de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie, samenhang en EU-meerwaarde van de financiering evalueert;
• uiterlijk op 30 juni 2028 bij het Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europese Comité van de Regio’s een verslag over de uitvoering van het fonds indient.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De begroting is sinds 9 oktober 2021 van toepassing.

ACHTERGROND

• Het fonds is een speciaal eenmalig noodinitiatief om te reageren op de ongekende terugtrekking van een lidstaat uit de EU. De impact zal de hele EU treffen, maar sommige lidstaten, regio’s, lokale gemeenschappen en sectoren meer dan andere.
• Het fonds steunt publieke en particuliere ondernemingen die te maken krijgen met verstoorde handelsstromen, waaronder nieuwe kosten voor douanecontroles en administratieve procedures.
• Kijk voor meer informatie op:
  • De reserve voor aanpassing aan de Brexit (Europese Commissie).

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2021/1755 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit (PB L 357 van 8.10.2021, blz. 1-26).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2021/1755 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7-187).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1-222).

Laatste bijwerking 15.03.2023