This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Schendingen van de beginselen van de rechtsstaat
Voor de toepassing van de verordening kan het volgende wijzen op schendingen van de beginselen van de rechtsstaat:
Voorwaarden voor te nemen maatregelen
Er moeten passende maatregelen worden genomen indien wordt vastgesteld dat schendingen van de beginselen van de rechtsstaat in een EU-lidstaat voldoende rechtstreeks gevolgen hebben of dreigen te hebben voor het goed financieel beheer van de EU-begroting of de bescherming van de financiële belangen van de EU. Dit betreft ook middelen die zijn toegewezen in het kader van het herstelinstrument van de EU uit hoofde van Verordening (EU) 2020/2094 (zie de samenvatting) ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis.
Schendingen kunnen betrekking hebben op een of meer van de volgende zaken:
Maatregelen ter bescherming van de EU-begroting
Indien aan bovenstaande voorwaarden is voldaan en de ontvanger een overheidsdienst is, kan de EU:
Indien de Europese Commissie de EU-begroting in gedeeld beheer met de EU-lidstaten uitvoert, kan de EU:
De genomen maatregelen moeten evenredig zijn. Ze moeten worden bepaald in het licht van de werkelijke of potentiële gevolgen van de schendingen van het goed financieel beheer van de EU-begroting of de financiële belangen van de EU. De aard, duur, ernst en omvang van de schendingen worden in aanmerking genomen.
De verordening garandeert dat begunstigden van de middelen geen gevolgen ondervinden van de vaststelling van maatregelen. Tenzij uitdrukkelijk voorzien, mogen de genomen maatregelen niet van invloed zijn op de verplichtingen van de EU-lidstaten en met name hun verplichting om betalingen te doen aan eindontvangers of begunstigden. De Commissie moet alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat aan deze verplichting wordt voldaan overeenkomstig de relevante bepalingen inzake het beheer van de fondsen.
De vaststelling en opheffing van maatregelen
Indien de Commissie van mening is dat aan de voorwaarden voor de vaststelling van maatregelen is voldaan en dat de betrokken EU-lidstaat de situatie niet heeft gecorrigeerd, moet zij een voorstel voor de vaststelling van maatregelen indienen bij de Raad. De Raad moet met gekwalificeerde meerderheid een besluit over het voorstel nemen.
Indien de Commissie van mening is dat niet langer aan de voorwaarden voor het nemen van maatregelen is voldaan, dient zij een voorstel in bij de Raad om de maatregelen op te heffen.
De verordening is van toepassing sinds 1 januari 2021.
Verordening (EU) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 1-10)
Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 23-27)
Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1-71)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2017/1939 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1-222)
Zie de geconsolideerde versie.
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Titel VI — Rechtspleging — Artikel 47 — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 403)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel II — Financiële bepalingen — Hoofdstuk 4 — Uitvoering van de begroting en kwijtingverlening — Artikel 317 (oud artikel 274 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 186)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel I — Gemeenschappelijke bepalingen — Artikel 2 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 17)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel I — Gemeenschappelijke bepalingen — Artikel 7 (oud artikel 7 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 19-20)
Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35)
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 04.03.2021