EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

De strijd tegen terrorisme — Definities van terroristische misdaden en steun aan slachtoffers

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn (EU) 2017/541 over terrorismebestrijding

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

Met de richtlijn wordt beoogd EU-wetgeving voor de bestrijding van terrorisme aan te passen in het licht van veranderende terroristische dreigingen en gezien de internationale aard van terrorisme.

De richtlijn bevat minimumvoorschriften voor de definitie van misdrijven en bijbehorende sancties op dit gebied.

Met de richtlijn worden ook beschermingsmaatregelen, ondersteuning en hulp voor slachtoffers ingevoerd.

De richtlijn vervangt Kaderbesluit 2002/475/JBZ als hoeksteen van de strafrechtelijke respons van de EU-landen ter bestrijding van terrorisme. Voorts worden met de richtlijn onderdelen van Besluit 2005/671/JBZ over het delen van informatie en samenwerking ten aanzien van terroristische misdaden gewijzigd.

KERNPUNTEN

Definitie van terroristische misdrijven

De richtlijn bevat een uitputtende lijst van ernstige misdaden die door EU-landen in hun nationale wetgeving als terroristische misdaden moeten worden aangemerkt wanneer een bepaald terroristisch oogmerk is waarmee deze misdaden worden of dreigen te worden begaan.

Als terroristische oogmerken worden gekwalificeerd:

  • het ernstig vrees aanjagen van de bevolking;
  • het op onrechtmatige wijze dwingen van een overheid of een internationale organisatie tot het verrichten of zich onthouden van een handeling;
  • het ernstig ontwrichten of vernietigen van de politieke, constitutionele, economische of sociale basisstructuren van een land of een internationale organisatie.

Misdrijven die met terrorisme in verband staan

De lijst van terroristische misdrijven die EU-landen ook als misdrijven moeten straffen, zelfs als een terroristisch misdrijf niet daadwerkelijk is gepleegd, is uitgebreid met de volgende misdaden:

  • misdrijven die in verband staan met een terroristische groepering (d.w.z. het leiden van een dergelijke groepering of bewust aan de activiteiten ervan deelnemen) indien er sprake is van opzet; en
  • misdrijven in verband met terroristische activiteiten. Deze omvatten:
    • het online of offline verspreiden van een bericht met de bedoeling om een terroristisch misdrijf uit te lokken, bijvoorbeeld door het verheerlijken van terroristische daden;
    • het aansporen en werven van een andere persoon om een terroristisch misdrijf te plegen;
    • het geven of ontvangen van training voor terroristische doeleinden, zoals bijvoorbeeld voor het vervaardigen of gebruiken van explosieven, vuurwapens of gevaarlijke stoffen;
    • het binnen, buiten of naar de EU reizen met een terroristisch oogmerk, bijvoorbeeld om deel te nemen aan de activiteiten van een terroristische groepering of om een terroristische aanslag uit te voeren;
    • het organiseren en faciliteren van zulke reizen, met inbegrip van logistieke of materiële ondersteuning, zoals de aankoop van tickets of het plannen van de route;
    • het verstrekken of verzamelen van financiële middelen met het voornemen of in de wetenschap dat deze zullen worden gebruikt voor het plegen van terroristische misdrijven.

Algemene kenmerken

De richtlijn wordt gekenmerkt door:

  • verbeterde regelgeving:
    • voor medeplichtigheid, uitlokking en poging, en
    • ten aanzien van rechtsmacht en vervolging om te zorgen voor samenhang in en doeltreffende toepassing van de relevante regels, en om uitwegen te vermijden;
  • de verplichting voor EU-landen:
    • om voor de voor de misdrijven aansprakelijke natuurlijke en rechtspersonen straffen en sancties in te voeren die overeenstemmen met de ernst van de misdrijven;
    • om maatregelen te nemen voor snelle verwijdering van en blokkering van toegang tot online terroristische inhoud op servers op hun grondgebied, en om de verwijdering van zulke inhoud op servers buiten hun grondgebied te bewerkstelligen; en
    • om bij de toepassing van deze richtlijn de in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde grondrechten en fundamentele rechtsbeginselen te eerbiedigen;
  • wijzigingen in Besluit 2005/671/JBZ over informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard.

Steun voor slachtoffers

  • De richtlijn bevat aanvullende bepalingen over een aantal diensten die inspelen op de speciale behoeften van slachtoffers van terrorisme, zoals het recht op onmiddellijke toegang tot professionele hulpdiensten die medische en psychologische steun bieden en juridisch en praktisch advies geven.
  • De richtlijn strekt ook tot versterking van mechanismen voor crisisrespons om terrorismeslachtoffers onmiddellijk na een terroristische aanslag bij te staan.
  • EU-landen moeten zorgen dat terrorismeslachtoffers die ingezetenen zijn van een ander EU-land dan het land waar het terroristische misdrijf plaatsvond, toegang hebben tot:
    • informatie over hun rechten,
    • de hulpdiensten en regelingen voor schadeloosstelling die beschikbaar zijn in het land waar het terroristische misdrijf werd gepleegd.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn geldt vanaf 20 april 2017. EU-landen dienen de richtlijn uiterlijk 8 september 2018 om te zetten in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6-21)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel I — Gemeenschappelijke bepalingen — Artikel 6 (oud artikel 6 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 19)

Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39-50)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2014/42/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn 2013/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 over aanvallen op informatiesystemen en ter vervanging van Kaderbesluit 2005/222/JBZ van de Raad (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 8-14)

Besluit 2005/671/JBZ van de Raad van 20 september 2005 betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard (PB L 253 van 29.9.2005, blz. 22-24)

Zie geconsolideerde versie.

Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3-7)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 20.02.2018

Top