EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Statistiek van bij- en nascholing

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 1552/2005 betreffende de statistiek van bij- en nascholing in ondernemingen

WAT IS HET DOEL VAN DEZE VERORDENING?

Hierin worden de regels vastgesteld voor het verzamelen van Europese statistieken over bij- en nascholing in ondernemingen*.

KERNPUNTEN

Gegevens die bij ondernemingen moeten worden verzameld

EU-landen moeten gegevens verzamelen over het volgende:

  • het scholingsbeleid en de scholingsstrategieën van ondernemingen om de vaardigheden van het personeel te ontwikkelen;
  • beheer, organisatie en vormen van bij- en nascholing in ondernemingen;
  • de rol van sociale partners bij het waarborgen van alle aspecten van bij- en nascholing op de werkplek;
  • toegang tot en omvang en inhoud van bij- en nascholing, met name in de context van economische activiteit en de omvang van de onderneming;
  • specifieke maatregelen van ondernemingen op het gebied van bij- en nascholing ter verbetering van de ICT-vaardigheden van hun personeel;
  • kansen voor werknemers in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) op bij- en nascholing en het verwerven van nieuwe vaardigheden, en de bijzondere behoeften van kmo’s bij het geven van scholing;
  • de weerslag van overheidsmaatregelen op dit soort scholing in ondernemingen;
  • gelijke kansen op bij- en nascholing in ondernemingen voor alle werknemers (met name op het gebied van gender en specifieke leeftijdscategorieën);
  • specifieke maatregelen ten aanzien van bij- en nascholing voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld ouderen en mensen uit minderheidsgroepen.
  • maatregelen afgestemd op diverse vormen van arbeidscontracten;
  • uitgaven voor bij- en nascholing: omvang van de financiering en financieringsbronnen, stimulansen voor bij- en nascholing, en
  • procedures voor de evaluatie van en het toezicht op ondernemingen ten aanzien van bij- en nascholing.

Wat basisberoepsopleidingen op het werk betreft, moeten EU-landen gegevens verzamelen over:

  • deelnemers aan dit soort opleidingen, en
  • totale uitgaven aan dit soort opleidingen.

Toepassingsgebied

De statistieken over bij- en nascholing in ondernemingen die betrokken zijn bij economische activiteiten die onder de secties B tot en met N en R tot en met S van de NACE-classificatie* van de EU vallen.

Statistische eenheden

In de regel worden alleen gegevens verzameld over ondernemingen met tien werknemers of meer.

Gegevensbronnen

EU-landen kunnen de gegevens verzamelen door middel van enquêtes bij ondernemingen of een combinatie van enquêtes bij ondernemingen en andere bronnen, om de belasting voor de respondenten tot een minimum te beperken en de administratie eenvoudig te houden.

EU-landen stellen de procedures vast voor de manier waarop bedrijven binnen de voorgeschreven termijnen op de enquête moeten antwoorden. Andere gegevensbronnen kunnen worden gebruikt wanneer dit op grond van actualiteit en relevantie passend wordt geacht.

Kenmerken en opzet van de enquête

EU-landen moeten ervoor zorgen dat de ingediende gegevens een nauwkeurig beeld geven van de structuur van de populatie van statistische eenheden. De enquête wordt op zodanige wijze gehouden dat de resultaten op communautair niveau ten minste in de volgende categorieën ingedeeld kunnen worden:

  • economische activiteiten;
  • omvang van de ondernemingen.

De Europese Commissie (Eurostat) beslist over de steekproeftrekking, de omvang van de steekproef die nodig is om aan deze eisen te voldoen, en over de nauwkeurige specificaties van de NACE- en omvangscategorieën waarin de resultaten kunnen worden ingedeeld. De Europese Commissie beslist eveneens over de specifieke gegevens die met betrekking tot bij- en nascholing* moeten worden verzameld en ondernemingen die geen scholing geven* en de verschillende vormen van bij- en nascholing.

Kwaliteitscontrole

EU-landen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens die zij bij Eurostat indienen. Na elke referentieperiode van één kalenderjaar dienen zij binnen 21 maanden bij Eurostat een kwaliteitsverslag in met alle gevraagde informatie en gegevens. In het verslag moet ook worden vermeld of er afwijkingen van de methodologische vereisten zijn geweest. Op basis van deze verslagen beoordeelt Eurostat de kwaliteit van de ingediende gegevens om de vergelijkbaarheid ervan te waarborgen.

Frequentie

EU-landen moeten de gegevens om de vijf jaar verzamelen.

Indiening van gegevens

EU-landen verstrekken de individuele gegevens van ondernemingen overeenkomstig de EU-wetgeving inzake indiening van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens, zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 223/2009. Zij zorgen ervoor dat aan de hand van de ingediende gegevens statistische eenheden niet direct kunnen worden geïdentificeerd. Indiening geschiedt in elektronische vorm en volgens de specificaties die overeengekomen zijn door het Comité voor het Europees statistisch systeem, een comité dat Eurostat bijstaat en adviseert, bestaande uit vertegenwoordigers van EU-landen en voorgezeten door de Commissie.

EU-landen dienen de volledige, correcte gegevens uiterlijk 18 maanden na het einde van elk referentiejaar in.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 20 oktober 2005 van toepassing.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Onderneming: de statistische eenheid die Eurostat gebruikt om het productiesysteem van de EU te observeren en te analyseren.
NACE-classificatie: afkorting voor de EU-nomenclatuur van economische activiteiten, ontleend aan de Franse Nomenclature statistique des activités économiques.
Ondernemingen die scholing geven: ondernemingen die binnen de steekproef vallen en die scholingsdiensten aanbieden.
Ondernemingen die geen scholing geven: ondernemingen die binnen de steekproef vallen, maar die geen scholingsdiensten aanbieden.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 1552/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de statistiek van bij- en nascholing in ondernemingen (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 1-5)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1552/2005 werden in het oorspronkelijke document opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164–173)

Zie geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 13.11.2017

Top