Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0280

    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen en de samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen

    COM/2023/280 final

    Brussel, 31.5.2023

    COM(2023) 280 final

    2023/0169(COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen en de samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen

    {SEC(2023) 208 final} - {SWD(2023) 154 final} - {SWD(2023) 155 final} - {SWD(2023) 156 final}


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    De EU streeft ernaar een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in stand te houden, waarin het vrije verkeer van personen, de toegang tot de rechter en de volledige eerbiediging van de grondrechten gewaarborgd zijn.

    Er zijn steeds meer volwassenen in de EU die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen (hierna “volwassenen” genoemd). Dit is het gevolg van de vergrijzing van de bevolking en de daaruit voortvloeiende toename van leeftijdsgebonden ziekten, alsook van het groeiende aantal personen met een handicap. Afhankelijk van de nationale wetgeving van de lidstaat waar zij wonen, kunnen zij door een gerechtelijke of administratieve autoriteit onder een beschermingsmaatregel zijn geplaatst of worden zij bijgestaan door een derde die zij vooraf hebben aangewezen (via “vertegenwoordigingsbevoegdheden”) om hun belangen te behartigen.

    Dit groeiende aantal volwassenen dat ondersteuning nodig heeft bij het nemen van beslissingen, in combinatie met de toenemende mobiliteit van mensen in de EU, leidt tot tal van problemen waarmee volwassenen in grensoverschrijdende situaties te maken kunnen krijgen. In sommige gevallen moeten volwassenen bijvoorbeeld hun activa of onroerende goederen in een ander land beheren, spoedeisende hulp of geplande medische verzorging in het buitenland krijgen of om een of andere redenen naar een ander land verhuizen. Bij gebrek aan statistieken wordt het aantal volwassenen dat in grensoverschrijdende situaties in de EU door een gerechtelijke of administratieve autoriteit onder een beschermingsmaatregel is geplaatst, geraamd op 145 000 tot 780 000 1

    In dergelijke grensoverschrijdende situaties worden volwassenen geconfronteerd met de complexe en soms tegenstrijdige regels van het internationaal privaatrecht van de lidstaten. Deze regels bepalen welk gerecht of welke andere autoriteit bevoegd is om beschermingsmaatregelen te nemen (hierna “autoriteit” genoemd), welk recht op hun zaak van toepassing is en hoe een in het buitenland genomen beslissing of vastgestelde vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden erkend of uitgevoerd. Dit leidt tot situaties waarin volwassenen, hun familie en hun vertegenwoordigers in grote rechtsonzekerheid verkeren wat betreft de regels die op hun zaak van toepassing zijn, het resultaat van de procedures en de formaliteiten die zij moeten vervullen. Om ervoor te zorgen dat hun bescherming over de grenzen heen behouden blijft of dat zij hun rechten in het buitenland kunnen doen gelden, moeten zij vaak lange en dure procedures doorlopen. In sommige gevallen worden hun bescherming en de aan hun vertegenwoordiger toevertrouwde bevoegdheden uiteindelijk niet erkend, noch door de buitenlandse rechter, noch door niet‑gerechtelijke actoren zoals banken, medisch personeel of vastgoedmakelaars.

    Onder auspiciën van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (HCCH) is het Verdrag van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen (HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000) vastgesteld, dat een aantal van deze problemen aanpakt. Het verdrag bevat een uitgebreide reeks regels inzake internationale bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning en handhaving van beschermingsmaatregelen, evenals bepalingen inzake vertegenwoordigingsbevoegdheden. Het voorziet ook in mechanismen voor de samenwerking tussen de autoriteiten en de centrale autoriteiten van de landen die het verdrag hebben bekrachtigd (verdragsluitende partijen). Dit verdrag wordt unaniem beschouwd als een efficiënt internationaal privaatrechtelijk instrument dat geschikt is voor gebruik over de hele wereld.

    De bekrachtiging van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 door de lidstaten en daarbuiten is essentieel voor de doeltreffende werking ervan. Toch zijn er momenteel slechts twaalf lidstaten partij bij dit verdrag.

    Het is een oude doelstelling van de EU om ervoor te zorgen dat alle lidstaten het HCCH‑Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 bekrachtigen (of ertoe toetreden). Sinds 2008 is het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 expliciet onderschreven door de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Het Europees Parlement heeft niet alleen de bekrachtiging van het verdrag door alle lidstaten, maar ook een eventueel wetgevingsinitiatief van de EU op het gebied van de bescherming van volwassenen als aanvulling op het verdrag actief gesteund.

    Op EU-niveau zijn meer dan twintig verordeningen vastgesteld om de regels van het internationaal privaatrecht te harmoniseren, en als gevolg daarvan zijn veel belemmeringen in de justitiële samenwerking tussen de lidstaten weggenomen op basis van het beginsel van wederzijds vertrouwen. Er bestaat echter geen instrument dat de justitiële samenwerking tussen de lidstaten regelt als het gaat over de bescherming van volwassenen.  

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Dit voorstel maakt deel uit van een pakket waarin ook een voorstel van de Commissie is opgenomen voor een besluit van de Raad waarbij de veertien lidstaten die geen partij zijn bij het verdrag, worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie partij te worden bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000.

    Hierin zullen gemeenschappelijke regels inzake internationaal privaatrecht in de EU worden vastgelegd die door de autoriteiten van de lidstaten zullen worden toegepast ten aanzien van derde landen die partij zijn bij het verdrag. Dit zal de rechten van volwassenen buiten de EU-grenzen bevorderen.

    Voor de betrekkingen tussen de lidstaten neemt dit voorstel voor een verordening de regels van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 over met betrekking tot de bevoegdheid en het toepasselijke recht door rechtstreeks te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen van het verdrag. Op andere gebieden bouwt het voorstel voor een verordening voort op het verdrag om de regels verder te vereenvoudigen en de samenwerking tussen de lidstaten efficiënter te maken. Ook de invoering van gedigitaliseerde instrumenten en een Europese verklaring van vertegenwoordiging in de verordening zullen voor meer vereenvoudiging en een betere samenwerking in de EU zorgen.

    De meerwaarde van de voorgestelde verordening is dus de vereenvoudiging en modernisering van de regels van het verdrag voor de situatie binnen de EU en de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van volwassenen. Terwijl de regels van het verdrag afgestemd zijn op een wereldwijde toepassing door landen met verschillende rechtsstelsels in het algemeen en op de bescherming van volwassenen in het bijzonder, zou de verordening kunnen zorgen voor beter gestroomlijnde regels en nauwere samenwerking op basis van het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten en op basis van de ervaring die is opgedaan met de harmonisatie van andere gebieden van het grensoverschrijdende burgerlijk recht in de EU.

    Hieruit volgt dat de voorgestelde verordening van toepassing zou zijn tussen de lidstaten, terwijl het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 van toepassing zou zijn op niet-EU-landen die partij zijn bij het verdrag. Volwassenen in de EU kunnen banden hebben met zowel lidstaten als niet-EU-landen (bijvoorbeeld omdat zij er onroerend goed bezitten of er persoonlijke banden hebben). Daarom is een samenhangend internationaal privaatrechtelijk kader voor de bescherming van volwassenen, zowel in de EU als ten aanzien van derde landen die partij zijn bij het verdrag, van cruciaal belang om de bescherming van volwassenen in internationale situaties te waarborgen.

    Het voorstel voor een verordening en het voorstel voor een besluit van de Raad vullen elkaar aan en worden daarom samen gepresenteerd.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    De EU en haar lidstaten zijn partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD), dat sinds de vaststelling ervan in 2006 de internationale hoeksteen vormt van de rechten van personen met een handicap.

    De samenhang en de positieve wisselwerking tussen de regels in het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 en de in het UNCRPD vastgelegde rechten zijn al meermaals erkend. Zo hebben een juridische studie in opdracht van de speciale rapporteur van de VN voor de rechten van personen met een handicap 2 en de daarmee verband houdende gezamenlijke verklaring van die speciale rapporteur en de onafhankelijke deskundige over het genot van alle mensenrechten door ouderen deze kwestie verduidelijkt. Zij concludeerden namelijk dat het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 voldoende ruimte laat voor interpretatie en praktische verbeteringen en kan evolueren om rekening te houden met de modernisering van de nationale wetgevingen.

    Daarnaast heeft de Europese Commissie in maart 2021 de strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030 vastgesteld. Met deze strategie wil de Commissie het leven van personen met een handicap in Europa en de rest van de wereld verbeteren. De strategie gaat met name in op de “verbetering van de toegang tot de rechter, rechtsbescherming, vrijheid en veiligheid” voor personen met een handicap. De uitvoering van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 in overeenstemming met het UNCRPD is een van de doelstellingen van de strategie. Daartoe is in 2021 een juridische studie verricht, waaruit bleek dat met een EU-initiatief inzake de grensoverschrijdende bescherming van volwassenen, de rechten zouden kunnen worden gewaarborgd van personen met een handicap die ondersteuning nodig hebben bij de behartiging van hun belangen. In deze juridische studie wordt geconcludeerd dat, naast de bekrachtiging van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, een EU-verordening ter verbetering en vereenvoudiging van de justitiële samenwerking in de EU de rechten van volwassenen aanzienlijk zou verbeteren.

    Dit voorstel is een belangrijke stap voorwaarts voor de eerbiediging van het in het UNCRPD verankerde recht op autonomie, omdat dit voor een aanzienlijke vereenvoudiging zou zorgen van het verkeer van vertegenwoordigingsbevoegdheden die vooraf door een volwassene zijn verleend voor een periode waarin deze niet in staat is zijn of haar belangen te behartigen. Met name voorziet dit voorstel in de aanvaarding van authentieke akten teneinde hun bewijskracht in de EU snel te erkennen, en in de invoering van een Europese verklaring van vertegenwoordiging zodat vertegenwoordigers gemakkelijk de aard en de omvang van hun bevoegdheden over de grenzen heen kunnen aantonen.

    Tot slot bouwt dit voorstel ook voort op eerdere initiatieven van de Commissie inzake de digitalisering van de justitiële samenwerking. In haar mededeling van 2 december 2020 heeft de Commissie toegezegd om bij grensoverschrijdende samenwerking in de EU van digitale kanalen de norm te maken. Op 1 december 2021 heeft de Commissie een voorstel voor de digitalisering van de justitiële samenwerking ingediend teneinde de bestaande wetgevingsinstrumenten in burgerlijke en strafzaken volledig te digitaliseren. Met het oog op de digitalisering van de bescherming van volwassenen bouwt dit voorstel voor een verordening voort op het digitaliseringsvoorstel.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor de bevoegdheid van de EU op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken is artikel 81, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

    Artikel 81, lid 3, VWEU betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen is echter niet van toepassing omdat de grensoverschrijdende bescherming van volwassenen geen familierechtelijke aangelegenheid is.

    Het begrip “familierecht” in de zin van artikel 81, lid 3, VWEU moet autonoom worden uitgelegd, ongeacht de definitie in de nationale wetgeving van de lidstaten. Tot dusver heeft de EU-wetgever het begrip vrij strikt geïnterpreteerd en het beperkt tot de regels inzake familierelaties, zoals huwelijkszaken, ouderlijke verantwoordelijkheid of onderhoudsverplichtingen. Verordening (EU) nr. 650/2012 betreffende de erfopvolging 3 werd bijvoorbeeld niet beschouwd als een familierechtelijke aangelegenheid en werd vastgesteld op basis van artikel 81, lid 2, VWEU. 

    Het is niet ongewoon dat volwassenen onder de bescherming van familieleden vallen. In sommige lidstaten wordt de wettelijke bescherming van kwetsbare volwassenen van rechtswege toegekend aan de echtgenoot of aan familieleden. De familie van de volwassene, als die inderdaad een familie heeft, is echter slechts een van de aspecten die in overweging moeten worden genomen om bescherming te kunnen garanderen. De betrokkenheid van familieleden is geen noodzakelijk of door het internationaal privaatrecht geregeld element. Het cruciale element bij de bescherming van volwassenen is daarentegen de geboden ondersteuning en het behoud van het recht van de volwassene op waardigheid, individuele autonomie, non-discriminatie en sociale inclusie, ongeacht zijn of haar familiebanden.

    Tot slot moet worden opgemerkt dat noch dit voorstel, noch het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 enige verwijzing naar familierelaties (zoals “ouder”, “kinderen” of “echtgeno(o)t(e)”) bevat, in tegenstelling tot de verordeningen betreffende familierechtelijke aangelegenheden.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    De beleidsdoelstelling van efficiënte en geharmoniseerde regels voor alle lidstaten inzake internationaal privaatrecht in grensoverschrijdende gevallen van bescherming van volwassenen, kan het best worden bereikt door een EU-initiatief.  

    De huidige problemen waarmee volwassenen in grensoverschrijdende situaties te maken krijgen, hebben een inherente EU-dimensie omdat zij van grensoverschrijdende aard zijn en raken aan de grondrechten van volwassenen en hun recht op vrij verkeer. De regels inzake internationale bevoegdheid, toepasselijk recht en erkenning moeten worden toegepast in een grensoverschrijdende context en vereisen dus de betrokkenheid van ten minste twee landen. Tegenstrijdige of uiteenlopende regels inzake internationaal privaatrecht van de lidstaten op het gebied van de bescherming van volwassenen leiden in grensoverschrijdende situaties in de EU tot tal van problemen, zoals het wegvallen van de bescherming van volwassenen, niet-erkenning van buitenlandse maatregelen, aanvullende gerechtelijke procedures of niet-erkenning van de door een volwassene geuite wensen en voorkeuren. De lidstaten afzonderlijk konden deze problemen niet op een bevredigende wijze aanpakken.

    Evenzo moeten er voor de modernisering en digitalisering van de justitiële samenwerking geharmoniseerde regels worden toegepast (bijvoorbeeld uniforme formulieren om grensoverschrijdende procedures te stroomlijnen), en interoperabele instrumenten worden gebruikt (formulieren, software, registers enz.), die alleen op EU-niveau kunnen worden ontwikkeld.

    Evenredigheid

    Dit voorstel heeft ten doel de grondrechten van de volwassenen te beschermen, de doeltreffendheid en snelheid van grensoverschrijdende procedures betreffende de bescherming van volwassenen te verbeteren, en de rechtszekerheid en voorspelbaarheid in grensoverschrijdende aangelegenheden te vergroten. Daartoe worden in het voorstel de regels van de lidstaten inzake internationale bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning en handhaving van beschermingsmaatregelen en aanvaarding van authentieke akten geharmoniseerd. Het bevat ook regels voor de uitoefening van vertegenwoordigingsbevoegdheden in alle lidstaten. Tot slot voorziet het voorstel in de ontwikkeling van instrumenten om de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied te verbeteren en te versnellen. 

    Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

    Zo wordt niet geraakt aan de nationale regels inzake ondersteuning van volwassenen met verminderde capaciteiten; het voorstel is alleen van toepassing op bevoegdheidsgeschillen, collisie of erkenning van buitenlandse maatregelen of documenten in grensoverschrijdende situaties.

    Bovendien is de bij dit voorstel ingevoerde Europese verklaring van vertegenwoordiging facultatief en komt zij niet in de plaats van gelijkwaardige nationale documenten waaruit een vertegenwoordiging blijkt.

    Volgens het voorstel moeten de lidstaten een register van maatregelen en vertegenwoordigingsbevoegdheden aanleggen en dit koppelen aan de registers van andere lidstaten. Dit moet ervoor zorgen dat de bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende gevallen wordt gehandhaafd en dat hun recht op individuele autonomie, met inbegrip van de vrijheid om hun eigen keuzes te maken met betrekking tot hun persoon en/of toekomstige regelingen, wordt geëerbiedigd wanneer zij zich binnen de EU verplaatsen. De gegevens die krachtens dit voorstel via de koppeling tussen de registers moeten worden bijgehouden en gedeeld, zijn echter uiterst beperkt en bevatten alleen informatie over de bestaande bescherming van een volwassene. Bovendien blijven de lidstaten verantwoordelijk voor het aanwijzen van de nationale autoriteiten die toegang hebben tot het systeem van gekoppelde registers. 

    Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

    Keuze van het instrument

    De vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake internationale bevoegdheid, erkenning van beschermingsmaatregelen, aanvaarding van authentieke akten, en toepasselijk recht inzake beschermingsmaatregelen en vertegenwoordigingsbevoegdheden in grensoverschrijdende situaties kan alleen worden bereikt door gemeenschappelijke regels die in de hele EU van toepassing zijn.

    Een volledige samenwerking tussen de autoriteiten en het wegnemen van belemmeringen voor volwassenen en hun vertegenwoordigers kan bovendien beter worden bereikt op basis van het beginsel van wederzijds vertrouwen. De Europese verklaring van vertegenwoordiging, de digitalisering van grensoverschrijdende communicatie en de versoepeling van taalbarrières kunnen alleen in een verordening worden vastgelegd. Tot slot garandeert alleen een verordening een volledig consistente uitlegging en toepassing van de regels in de EU. In overeenstemming met eerdere EU-instrumenten inzake internationaal privaatrecht is het aangewezen rechtsinstrument derhalve een verordening.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    Niet van toepassing.

    Raadpleging van belanghebbenden

    Aan dit voorstel, en aan het parallelle voorstel voor een besluit van de Raad over hetzelfde onderwerp, ging een uitgebreide en brede raadpleging van belanghebbenden vooraf.

    De openbare raadpleging en het verzoek om input vonden begin 2022 plaats. De meeste respondenten, waaronder lidstaten en beroepsorganisaties die advocaten en notarissen vertegenwoordigen, steunden een EU-initiatief dat de lidstaten zou verplichten het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 te bekrachtigen en pleitten voor een EU-instrument als aanvulling op het verdrag. Sommige respondenten (ngo’s voor de bescherming van de rechten van personen met een handicap) toonden zich bezorgd over de grondrechten van volwassenen indien een EU-instrument het verkeer zou bevorderen van beslissingen die de grondrechten van volwassenen zouden kunnen schenden. 

    In het kader van de raadplegingsstrategie van de Commissie werd op 29 september 2022 een onlinevergadering met belanghebbenden georganiseerd. Voorts heeft de Commissie op 27 oktober 2022 een onlinevergadering met deskundigen uit de lidstaten gehouden om informatie te verstrekken over het initiatief inzake de bescherming van volwassenen en om een eerste gedachtewisseling te houden. De lidstaten die reeds partij zijn bij het verdrag moedigden andere lidstaten sterk aan om het verdrag te bekrachtigen. De redenen die de lidstaten aanvoerden om het verdrag niet te bekrachtigen waren onder meer een regeringswisseling, lopende interne besprekingen en het geringe aantal gemelde grensoverschrijdende zaken, maar er was geen kritiek op het verdrag zelf.

    Tot slot is tijdens een bijeenkomst op 7 en 8 november 2022 het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (EJN-civiel) geraadpleegd over zijn mogelijke rol in een toekomstig initiatief.

    Concluderend is uit alle raadplegingsactiviteiten van de Commissie gebleken dat het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 op grote steun kan rekenen en dat de feedback over het algemeen positief is. Voorts bleek uit het overleg dat de meeste belanghebbenden een praktische behoefte aan aanvullende maatregelen op EU-niveau zagen en dergelijke aanvullende maatregelen steunden.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    In 2021 werd een juridische studie uitgevoerd 4 . De auteurs van de studie kwamen tot de volgende conclusies: i) er bestaan aanzienlijke lacunes en verschillen in de grensoverschrijdende bescherming van volwassenen (regels inzake bevoegdheid, erkenning van vertegenwoordigingsbevoegdheden, ontbreken van rechtszekerheid en praktische problemen voor de autoriteiten); ii) de algemene bekrachtiging in de EU van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 zou een aantal van die problemen tussen de lidstaten en niet-EU-landen rechtstreeks aanpakken; en iii) een EU-instrument zou de bescherming van volwassenen verder versterken en hun leven en het werk van de bevoegde autoriteiten vergemakkelijken.

    In 2022 werd een aanvullende studie voltooid om de voorbereiding van een effectbeoordeling te ondersteunen, met daarin verder bewijsmateriaal en een analyse van de bestaande problemen en van het effect van verschillende beleidsopties. In het kader van deze studie vonden nog meer raadplegingen van belanghebbenden plaats. 

    Een onderzoeksmissie 5 van het Europees Netwerk van inspectiediensten voor Justitie (RESIJ) wees op de ontoereikende bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende zaken en deed de volgende aanbevelingen: i) de opleiding van de autoriteiten over de beschikbare instrumenten verbeteren; ii) de terminologie harmoniseren; iii) een Europese verklaring van vertegenwoordiging in het leven roepen; iv) interoperabele nationale registers over de bescherming van volwassenen opzetten; en v) gemeenschappelijke EU-regels vaststellen.

    Aanvullende expertise over het onderwerp van grensoverschrijdende bescherming van volwassenen werd ook verzameld uit andere bronnen, zoals de studie van het Europees Parlement 6 bij zijn verslag over het wetgevingsinitiatief (2016) en het verslag van het Europees Rechtsinstituut (2020) 7 .

    Effectbeoordeling

    Op basis van de richtsnoeren voor betere regelgeving van de Commissie en de conclusies van de inleidende effectbeoordeling heeft de Commissie een effectbeoordeling voor dit voorstel opgesteld. In de effectbeoordeling zijn de volgende beleidsopties in overweging genomen: i) het basisscenario; ii) een besluit van de Raad waarbij de lidstaten worden verplicht binnen een bepaalde termijn partij te worden bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000; iii) een verordening tot omzetting van een aantal regels van het verdrag en tot vaststelling van aanvullende regels ter bevordering van de autonomie van de partijen, vereenvoudiging van de regels inzake de erkenning en uitvoering van buitenlandse beslissingen, aanvaarding van authentieke akten, invoering van een Europese verklaring van vertegenwoordiging, verlening van rechtsbijstand, onderlinge koppeling van registers en totstandbrenging van snelle en efficiënte communicatie; en iv) een combinatie van de punten ii) en iii), namelijk een besluit van de Raad betreffende zaken waarbij niet-EU-landen betrokken zijn en een verordening die voortbouwt op de regels van het verdrag en die de werking ervan tussen de lidstaten verbetert. 

    In het effectbeoordelingsverslag werden de verwachte effecten, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang met het juridisch en beleidskader van de EU van elk van deze opties onderzocht. Op basis van deze beoordeling is gekozen voor de “pakket”-optie bestaande uit een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de bekrachtiging van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 en voor een verordening om de justitiële samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren.

    De conclusie van de effectbeoordeling luidde dat de gekozen optie, dankzij een consistent rechtskader, voor een aanzienlijke verbetering zou zorgen van de bescherming van volwassenen door rechtszekerheid te bieden, langdurige juridische procedures te beperken en te vermijden, en uiteindelijk de erkenning van de bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende zaken, binnen en buiten de EU-grenzen, te vergemakkelijken.

    De gekozen beleidsoptie zou ook de meest doeltreffende zijn om de problemen in verband met de bescherming van volwassenen aan te pakken, aangezien de juridische, sociale en psychologische voordelen het grootst zouden zijn. De gekozen optie zou een duidelijk positief effect hebben op de bescherming van de rechten, waaronder de grondrechten, van volwassenen, zoals hun recht op eigendom, toegang tot de rechter, individuele autonomie en vrij verkeer. Het zou ook een positief sociaal en psychologisch effect hebben, aangezien het tot meer rechtszekerheid zou leiden, het welzijn en de sociale integratie van volwassenen ten goede zou komen en hun emotionele leed zou verzachten. Het zou de kosten verminderen die momenteel door volwassenen in grensoverschrijdende situaties en door de lidstaten worden gedragen. Andere effecten zouden niet significant zijn 8 . Deze beleidsoptie zou in overeenstemming zijn met het beginsel van “digitaal als de norm”, aangezien de grensoverschrijdende procedures voor de bescherming van volwassenen krachtens de verordening gedigitaliseerd zouden worden.

    Door de vaststelling van gemeenschappelijke EU-regels zou de gekozen optie de meeste kosten en administratieve lasten in verband met gerechtelijke procedures, vertalingen en andere procedures met niet-gerechtelijke actoren wegnemen. Aangenomen wordt dat de gemiddelde besparing voor de volwassene of de vertegenwoordiger in een grensoverschrijdende zaak 40 tot 9 000 EUR zou bedragen.

    Het effectbeoordelingsverslag heeft op 20 januari 2023 een positief advies van de Raad voor regelgevingstoetsing gekregen.

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    Niet van toepassing.

    Grondrechten

    Deze verordening bevordert het recht op autonomie en de vrijheid om eigen keuzes te maken door het verkeer van de door de volwassenen opgestelde vertegenwoordigingsbevoegdheden te vergemakkelijken. Dit wordt met name gewaarborgd door de invoering van een Europese verklaring van vertegenwoordiging, waarmee door een volwassene aangewezen vertegenwoordigers de aard en de omvang van hun bevoegdheden in het buitenland gemakkelijk kunnen aantonen. Dit zal ook worden gewaarborgd door de regels inzake de aanvaarding van authentieke akten, die ervoor zullen zorgen dat de bewijskracht van deze documenten in de EU wordt erkend. Voorts zal de koppeling van de registers ervoor zorgen dat de in een lidstaat geregistreerde vertegenwoordigingsbevoegdheden niet door een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat worden genegeerd bij gebrek aan informatie over het bestaan ervan en dat de wensen en voorkeuren van de volwassene dus worden gerespecteerd.

    Bovendien zal dit voorstel ervoor zorgen dat in grensoverschrijdende zaken de regels van het internationaal privaatrecht inzake de bescherming van volwassenen worden toegepast en geïnterpreteerd in overeenstemming met het UNCRPD. Deze verordening zal de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten bij de uitvoering ervan verder vergemakkelijken via EJN-civiel, het e-justitieportaal en opleidingsactiviteiten.

    Tot slot worden andere rechten van volwassenen die momenteel regelmatig internationaal worden bedreigd of geschonden, met dit voorstel gehandhaafd, zoals het recht op gelijkheid voor de wet, eigendom, toegang tot de rechter en vrij verkeer.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De lidstaten moeten mogelijk eenmalige kosten maken om zich aan de verordening aan te passen, met name kosten die voortvloeien uit het opzetten van de centrale autoriteiten of de noodzaak om rechters en andere bevoegde autoriteiten op te leiden op het gebied van de nieuwe regelgeving. Er kan sprake zijn van beperkte terugkerende kosten, bijvoorbeeld voor de permanente opleiding van autoriteiten of het toezicht op de toepassing van de verordening. Deze kosten zullen naar verwachting niet significant zijn en worden gecompenseerd door de efficiëntieverbeteringen en kostenbesparingen die de verordening met zich meebrengt.

    De lidstaten moeten mogelijk ook kosten maken voor de installatie en het onderhoud van de toegangspunten van het gedecentraliseerde IT-systeem op hun grondgebied en voor de aanpassing van hun nationale IT-systemen, zodat deze interoperabel zijn met de toegangspunten. Daarnaast moeten de lidstaten wellicht door de Commissie ontwikkelde referentie-implementatiesoftware gebruiken, wat ook enige kosten met zich kan meebrengen. Deze kosten zijn nodig om de elektronische communicatie tussen de bevoegde autoriteiten via een gedecentraliseerd IT-systeem mogelijk te maken, naast de communicatie tussen personen en bevoegde autoriteiten via het Europese elektronische toegangspunt dat op het Europese e-justitieportaal beschikbaar is. Deze kosten zouden echter niet alleen voor dit voorstel nodig zijn, aangezien het gedecentraliseerde IT-systeem voor alle EU-instrumenten inzake justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken zou worden gebruikt. Bovendien zouden de lidstaten voor de financiering van deze kosten subsidies kunnen aanvragen in het kader van de desbetreffende financiële programma’s van de EU.

    De lidstaten zullen specifieke eenmalige kosten hebben voor het opzetten van een of meer gedigitaliseerde registers en het koppelen ervan aan de registers van andere lidstaten, gevolgd door terugkerende onderhoudskosten.

    Die kosten zouden ruimschoots worden gecompenseerd door de totale besparingen op procedurekosten door volwassenen en hun vertegenwoordigers.

    Ook de digitalisering van de communicatie tussen de autoriteiten onderling en tussen natuurlijke personen en de autoriteiten, en de koppeling van registers zouden extra kosten voor de Commissie met zich meebrengen. De Commissie zal de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voorzien van gemeenschappelijke referentie-implementatiesoftware, maar zal ook een nieuwe module van het in het digitaliseringsvoorstel 9 geïntroduceerde Europees elektronisch toegangspunt ontwikkelen en onderhouden, alsook koppelingssoftware voor de registers. De bijzonderheden over deze kosten worden verstrekt in het financieel overzicht en de effectbeoordeling bij dit voorstel. 

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    Een verordening is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten en hoeft dus niet in nationaal recht te worden omgezet.

    Het voorstel voorziet in passende controle-, evaluatie- en rapportageverplichtingen. Ten eerste zou op de praktische toepassing van de verordening worden toegezien door middel van regelmatige vergaderingen van EJN-civiel, waaraan deskundigen uit de lidstaten deelnemen. Bovendien zou de Commissie tien jaar na de inwerkingtreding van de verordening een volledige beoordeling van de toepassing ervan uitvoeren. De beoordeling zou plaatsvinden op basis van onder meer de inbreng van de autoriteiten van de lidstaten, externe deskundigen en belanghebbenden.

    Artikelsgewijze toelichting

    Hoofdstuk I bakent het toepassingsgebied van de verordening af, namelijk burgerlijke zaken betreffende de bescherming van volwassenen (artikel 1) door middel van een niet-uitputtende lijst van aangelegenheden die onder de verordening vallen en een uitputtende lijst van aangelegenheden die van de verordening zijn uitgesloten. Hierin worden ook het onderwerp van de verordening (artikel 2) gepresenteerd, alsook de definities van de termen die in de verordening worden gebruikt (artikel 3). 

    Hoofdstuk II bevat de algemene regels inzake internationale bevoegdheid met een directe verwijzing naar de regels in hoofdstuk II van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000. De artikelen 6 en 7 van de verordening voorzien in een aanvullende en niet-exclusieve bevoegdheidsgrond die in de EU van toepassing is wanneer een volwassene een bevoegdheidskeuze heeft gemaakt. Die keuze moet worden gevolgd onder drie cumulatieve voorwaarden die in artikel 6 worden genoemd, met de verplichting om de centrale autoriteit van de lidstaat waar de volwassene gewoonlijk verblijft, hiervan in kennis te stellen.

    Hoofdstuk III bevat de regels inzake toepasselijk recht met een directe verwijzing naar de regels in hoofdstuk III van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000.

    Afdeling 1 van hoofdstuk IV voorziet in de automatische erkenning van door de autoriteiten van de lidstaten genomen maatregelen, om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning, dat gebaseerd is op het beginsel van wederzijds vertrouwen in de EU. De gronden voor niet-erkenning zijn tot het noodzakelijke minimum beperkt en hebben met name tot doel de grondrechten van volwassenen ook in grensoverschrijdende situaties te waarborgen. Zo kan, ongeacht de nationale procedures en wetgeving, een maatregel die wordt genomen zonder de volwassene de gelegenheid te geven te worden gehoord, niet worden erkend. De uitzondering van openbare orde kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden worden ingeroepen, met name in het geval van duidelijke schendingen van de grondrechten van volwassenen. Afdeling 2 van dat hoofdstuk schaft het exequatur af (procedures om een in een lidstaat genomen maatregel in een andere lidstaat uitvoerbaar te verklaren) voor maatregelen die zijn genomen door de autoriteiten van een lidstaat. Afdeling 3 bevat de procedureregels die van toepassing zijn wanneer bij de autoriteiten van een lidstaat een maatregel wordt ingeroepen of aangevochten of wanneer de erkenning of handhaving ervan wordt gevraagd. 

    Hoofdstuk V bevat de regels voor de aanvaarding in een lidstaat van authentieke akten die zijn verleden door bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat, waardoor het verkeer ervan in de EU wordt vergemakkelijkt. De aanvaarding van authentieke akten garandeert dat zij in andere lidstaten dezelfde volledige bewijskracht hebben als in hun lidstaat van oorsprong. Dit omvat zowel de inhoud van de vastgelegde akten als de daarin vervatte feiten. Authentieke akten hebben ook hetzelfde vermoeden van authenticiteit en uitvoerbaarheid als in hun lidstaat van oorsprong. 

    In afdeling 1 van hoofdstuk VI over samenwerking worden centrale autoriteiten opgericht om bijstand te verlenen bij de toepassing van de verordening en om de bescherming van volwassenen te verbeteren in grensoverschrijdende zaken die onder het toepassingsgebied van de verordening vallen. Het voorstel bevat specifieke procedures voor: i) het lokaliseren van een volwassene of een persoon die de volwassene wellicht kan bijstaan; ii) het verkrijgen van toestemming van de centrale autoriteit voordat een volwassene in een andere lidstaat wordt geplaatst; en iii) de aanwijzing van een overheidsinstantie of een persoon die namens of onder toezicht van een overheidsinstantie optreedt als vertegenwoordiger van de volwassene in het buitenland. Afdeling 2 bevat regels voor de directe samenwerking en communicatie tussen autoriteiten, zo nodig via de centrale autoriteiten, om te helpen bij de uitvoering van een maatregel of in gevallen van ernstig gevaar. Artikel 27 voorziet in een rechtsgrondslag voor directe communicatie tussen gerechtelijke en administratieve autoriteiten. Afdeling 3 bevat algemene regels voor de samenwerking tussen de centrale autoriteiten of de bevoegde autoriteiten van verschillende lidstaten. Deze afdeling bevat ook regels inzake het recht op rechtsbijstand voor aanvragers die in hun lidstaat van oorsprong rechtsbijstand genieten. Dit garandeert de toegang van de verzoeker tot de rechter in procedures over de erkenning of niet-erkenning van een maatregel, of tot de betekening of kennisgeving van een document in een andere lidstaat.

    In hoofdstuk VII wordt een Europese verklaring van vertegenwoordiging ingevoerd waarmee vertegenwoordigers van volwassenen gemakkelijk en efficiënt hun bevoegdheden in een andere lidstaat kunnen uitoefenen. De lidstaten moeten een autoriteit aanwijzen die de verklaring afgeeft. Deze autoriteit moet voldoende kennis hebben van de zaak waarop de verklaring betrekking heeft en moet toegang krijgen tot de relevante informatie om de verklaring snel op verzoek te kunnen afgeven. Deze verklaring komt niet in de plaats van andere verklaringen die in bepaalde lidstaten worden gebruikt. Elke beschermingsmaatregel of authentieke akte gaat vergezeld van attesten voor de erkenning, handhaving of aanvaarding ervan door de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten. De voorgestelde verklaring moet echter worden gebruikt als een op zichzelf staand document om de bevoegdheden van de vertegenwoordiger aan te tonen, met name wanneer deze namens of ter ondersteuning van de volwassene contact moet opnemen met niet-gerechtelijke actoren.

    Hoofdstuk VIII heeft ten doel de verstrekking van informatie over de bescherming van een volwassene aan de bevoegde autoriteiten in de EU te verbeteren. Dit garandeert dat in een andere lidstaat genomen maatregelen of door de volwassene in een andere lidstaat verleende vertegenwoordigingsbevoegdheden in de hele EU worden geëerbiedigd. De lidstaten worden daarom verplicht een of meer registers van door hun autoriteiten genomen maatregelen op te zetten. Wanneer het nationale recht voorziet in door een bevoegde autoriteit bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden, moeten de lidstaten bovendien een register van deze bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden aanleggen. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat deze registers, alsook elk ander bestaand register van vertegenwoordigingsbevoegdheden dat naar nationaal recht is opgezet, aan elkaar worden gekoppeld via een door de Commissie ontwikkeld systeem voor het koppelen van registers. In het register moet een minimale reeks gegevens worden opgenomen om de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten voldoende informatie te verschaffen over het bestaan van een maatregel of vertegenwoordigingsbevoegdheid ten aanzien van een bepaalde volwassene.

    Hoofdstuk IX voorziet in het verplichte gebruik van digitale communicatie tussen bevoegde autoriteiten of centrale autoriteiten, en het facultatieve gebruik van digitale communicatie tussen natuurlijke personen en bevoegde autoriteiten.

    De bijlagen bij het voorstel bevatten een reeks formulieren die de noodzaak aan vertalingen moeten beperken en de communicatie en de overdracht van informatie in grensoverschrijdende zaken in de EU moeten vergemakkelijken.

    De bijlagen I en II hebben ten doel de erkenning en de handhaving van door de autoriteiten van een lidstaat genomen maatregelen en de aanvaarding van door de autoriteiten van een lidstaat verleden authentieke akten te vergemakkelijken. 

    De bijlagen IV tot en met X zijn standaardformulieren die ten doel hebben de communicatie tussen natuurlijke personen en bevoegde autoriteiten of tussen bevoegde of centrale autoriteiten van verschillende lidstaten te vergemakkelijken.

    Tot slot bevat het voorstel een formulier dat door de bevoegde autoriteiten moet worden gebruikt voor de afgifte van de Europese verklaring van vertegenwoordiging (bijlage III).

    2023/0169 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen en de samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Deze verordening heeft tot doel om voor grensoverschrijdende zaken regels vast te stellen betreffende de bescherming van volwassenen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen. In deze verordening zijn met name regels vastgesteld inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen, de aanvaarding van authentieke akten en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten.

    (2)De Unie heeft zich ten doel gesteld om met volledige eerbiediging van de grondrechten de Unie tot stand te brengen, in stand te houden en te ontwikkelen als een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van een dergelijke ruimte moet de Unie onder meer maatregelen nemen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken, met name wanneer dit nodig is voor de goede werking van de interne markt.

    (3)Overeenkomstig artikel 81, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) kan het daarbij onder meer gaan om maatregelen die gericht zijn op het waarborgen van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor collisie en jurisdictiegeschillen en de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging tussen de lidstaten van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken.

    (4)De Unie heeft een aantal wetgevingshandelingen aangenomen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen. Met uitzondering van de in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad 10 vastgestelde regel inzake de bekwaamheid van natuurlijke personen in het kader van grensoverschrijdende verbintenissen uit overeenkomst in burgerlijke en handelszaken, regelt geen van die wetgevingshandelingen van de Unie de grensoverschrijdende aspecten van de handelingsbekwaamheid van natuurlijke personen. Evenzo regelt geen enkele rechtshandeling van de Unie de burgerrechtelijke aspecten van de grensoverschrijdende bescherming van volwassenen die vanwege belemmeringen als gevolg van een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens, in combinatie met een reeks persoonlijke factoren en factoren die verband houden met hun leefomgeving, niet in staat zijn hun belangen te behartigen, of die het nodig kunnen hebben dat de ondersteuning en waarborgen die hun bij de uitoefening van hun handelingsbekwaamheid in een lidstaat worden geboden, in de hele Unie van toepassing zijn.

    (5)Bij gebreke van dergelijke gemeenschappelijke regels kunnen er zich verschillende problemen voordoen voor volwassenen die niet in staat zijn hun belangen in grensoverschrijdende situaties te behartigen, onder meer wanneer die volwassenen naar een andere lidstaat verhuizen of wanneer zij onroerende goederen of andere activa bezitten in een andere lidstaat. Er kunnen zich bijvoorbeeld problemen voordoen wanneer in een lidstaat genomen maatregelen ter bescherming van volwassenen, waaronder ondersteunende maatregelen voor de uitoefening van de handelingsbekwaamheid, in andere lidstaten moeten worden ingeroepen, of wanneer de vertegenwoordigingsbevoegdheden die door de volwassenen zijn toegekend aan hun vertegenwoordigers voor wanneer de volwassenen niet in staat zijn hun belangen te behartigen, later in het buitenland moeten worden ingeroepen. Deze moeilijkheden kunnen ernstige negatieve gevolgen hebben voor de rechtszekerheid in grensoverschrijdende zaken, voor de rechten en het welzijn van volwassenen en voor de eerbiediging van hun waardigheid. Met name de grondrechten van volwassenen, zoals toegang tot de rechter, het recht op autonomie, het recht op eigendom en op vrij verkeer, kunnen negatief worden beïnvloed.

    (6)Uniforme regels van internationaal privaatrecht voor grensoverschrijdende situaties zijn dus noodzakelijk om de bescherming van de grondrechten van volwassenen met een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens te verbeteren. Op internationaal niveau voorziet het Verdrag van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen (“HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000”) in regels inzake de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bescherming van die volwassenen, alsook in regels inzake het toepasselijke recht voor vertegenwoordigingsbevoegdheden en inzake de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten of de centrale autoriteiten van de verdragsluitende partijen.

    (7)Het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 belet de verdragsluitende partijen niet om bij hun samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen verder te gaan dan de bepalingen van dat verdrag zelf of zelfs om in hun onderlinge betrekkingen af te wijken van de regels ervan. In overeenstemming met artikel 49, leden 2 en 3, van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 worden er in deze verordening regels vastgesteld op de door dat verdrag bestreken gebieden met betrekking tot volwassenen die hun gewone verblijfplaats in een lidstaat hebben. De bij deze verordening vastgestelde regels mogen in de betrekkingen tussen de lidstaten en derde staten die partij zijn bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, geen afbreuk doen aan de toepassing van dat verdrag. 

    (8)In deze verordening moet een aantal regels van het HCCHVolwassenenbeschermingsverdrag van 2000 worden overgenomen, met name de regels inzake de internationale bevoegdheid en het toepasselijke recht, en die regels moeten rechtstreeks toepasselijk worden gemaakt in de betrekkingen tussen de lidstaten. Het is echter passend dat de Unie in de betrekkingen tussen de lidstaten de bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende situaties binnen de Unie verder verbetert, voortbouwend op het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten en op de ervaring die op andere gebieden van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken is opgedaan. Deze verordening moet derhalve de regels van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 aanvullen door regels vast te stellen die erop gericht zijn de procedures en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te vereenvoudigen, te stroomlijnen en te moderniseren. Het moet met name mogelijk zijn het recht op autonomie van volwassenen en hun recht om hun handelingsbekwaamheid op voet van gelijkheid met anderen uit te oefenen, te bevorderen door in een grensoverschrijdende context het gebruik van vertegenwoordigingsbevoegdheden te vergemakkelijken, waarbij volwassenen hun bescherming vooraf hebben geregeld voor wanneer zij niet meer in staat zullen zijn hun eigen belangen te behartigen, en door volledige en onmiddellijke uitvoering te geven aan de door de volwassenen gemaakte keuzes.

    (9)Gelet op de complementariteit van deze verordening en het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, alsook op de noodzaak om te zorgen voor blijvende bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende situaties waarbij lidstaten en derde landen betrokken zijn, moet de uitlegging van de regels van deze verordening en die van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, voor zover mogelijk, op elkaar worden afgestemd.

    (10)Bovendien moet bij de uitlegging van de in deze verordening vastgestelde regels worden uitgegaan van de doelstellingen ervan, namelijk het verbeteren van de bescherming van de grondrechten en fundamentele vrijheden en andere rechten van volwassenen in grensoverschrijdende situaties, waaronder het recht op autonomie, de toegang tot de rechter, het recht op eigendom, het recht om te worden gehoord, het recht op vrij verkeer en gelijkheid. In dit verband bouwt deze verordening voort op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“Handvest”) en op het internationaal recht inzake de mensenrechten op dit gebied. De volwassenen die onder deze verordening vallen, zijn voor het merendeel personen met een handicap. Hun rechten, waaronder het recht op gelijkheid voor de wet, integriteit, toegang tot de rechter en eerbiediging van hun inherente waardigheid en individuele autonomie, worden gewaarborgd door het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap 11 (“UNCRPD”), waarbij zowel de Unie als haar lidstaten partij zijn. De door het UNCRPD gewaarborgde rechten moeten zowel in nationale als in grensoverschrijdende zaken worden beschermd, en wanneer er maatregelen worden genomen ten aanzien van personen met een handicap, moeten die maatregelen in overeenstemming zijn met het UNCRPD. Deze verordening, waarin er regels van internationaal privaatrecht zijn vastgesteld voor grensoverschrijdende zaken, moet worden toegepast in overeenstemming met de mensenrechtenverplichtingen uit hoofde van het UNCRPD, met name de artikelen 3, 9, 12 en 19. Als partijen bij het UNCRPD moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun nationale materiële en procedurele wetgeving inzake de behandeling van volwassenen strookt met de mensenrechtenverplichtingen uit hoofde van het UNCRPD. De lidstaten moeten met name de gelijkheid van volwassenen voor de wet en hun recht om op voet van gelijkheid met anderen in alle aspecten van het leven handelingsbekwaam te zijn, met de ondersteuning die zij nodig kunnen hebben, eerbiedigen, alsook de autonomie en integriteit van de volwassenen conform artikel 12 van het UNCRPD.

    (11)Naast de bescherming in grensoverschrijdende situaties van de grondrechten en fundamentele vrijheden en andere rechten van volwassenen, waaronder de eerbiediging van hun wil en voorkeuren, heeft deze verordening ook tot doel de doeltreffendheid en snelheid van gerechtelijke en administratieve procedures betreffende de bescherming van volwassenen te verhogen door de mechanismen voor samenwerking in grensoverschrijdende procedures te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Voorts is het de bedoeling de rechtszekerheid en voorspelbaarheid in grensoverschrijdende zaken te vergroten, zowel voor volwassenen en hun vertegenwoordigers als voor andere partijen, ongeacht of deze openbare of particuliere entiteiten zijn. Het bieden van meer rechtszekerheid en van eenvoudigere, gestroomlijnde en gedigitaliseerde procedures moet personen ook aanmoedigen om hun recht op vrij verkeer uit te oefenen.

    (12)Deze verordening moet van toepassing zijn op burgerlijke zaken in verband met de bescherming van volwassenen, met name wat betreft maatregelen, authentieke akten en vertegenwoordigingsbevoegdheden die gericht zijn op de bescherming van volwassenen. De bescherming is vereist vanwege ontoereikendheid van of een stoornis in de persoonlijke vermogens van de volwassene, welke permanent of tijdelijk en onder meer van fysieke of psychosociale aard kan zijn, of verband kan houden met een leeftijdsgerelateerde ziekte, zoals de ziekte van Alzheimer, of welke het gevolg kan zijn van een gezondheidsaandoening, zoals een coma. De bescherming is met name vereist wanneer obstakels voor de interactie met een reeks omgevings- en persoonlijke factoren de deelname van volwassenen aan de samenleving op voet van gelijkheid met anderen belemmeren, met name wanneer de ontoereikendheid van of stoornis in de persoonlijke vermogens van de volwassene van dien aard is dat zij die volwassene ervan weerhouden zijn of haar eigen belangen te behartigen, waaronder eigendomsbelangen en persoonlijke of gezondheidsbelangen. Ernstige verwaarlozing van de persoonlijke of eigendomsbelangen van de verwanten voor wie de volwassene verantwoordelijk is, kan ook wijzen op een ontoereikendheid van of stoornis in de persoonlijke vermogens van de volwassene.

    (13)Wanneer er ter bescherming van een kind maatregelen zijn genomen die van kracht blijven of van kracht worden nadat het kind meerderjarig is geworden, moeten deze maatregelen onder deze verordening vallen zodra het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

    (14)De voor beschermingsmaatregelen gebruikte terminologie loopt in de rechtsstelsels van de lidstaten uiteen; deze terminologische verschillen mogen geen gevolgen hebben voor de erkenning van dergelijke beschermingsmaatregelen in andere lidstaten.

    (15)Ongeacht de juridische terminologie die in elke lidstaat wordt gebruikt, moeten maatregelen ter bescherming van volwassenen die met inachtneming van de grondrechten van de betrokken volwassenen worden genomen, vrij kunnen circuleren in de Unie. Daartoe moet deze verordening worden uitgelegd in overeenstemming met het Handvest en het UNCRPD. Ter bescherming van het recht op autonomie moeten er in deze verordening waarborgen worden opgenomen en moet het mogelijk zijn de erkenning te weigeren van maatregelen die zijn genomen zonder dat de volwassene de mogelijkheid werd geboden om te worden gehoord, behalve in gerechtvaardigde uitzonderlijke omstandigheden die verband houden met de urgentie van de situatie of in gevallen die kennelijk strijdig zijn met de openbare orde. Wanneer er wordt beoordeeld of een door de autoriteiten van een andere lidstaat genomen maatregel niet kennelijk strijdig is met de openbare orde, moeten de autoriteiten van een lidstaat waar om erkenning wordt verzocht, beoordelen of die maatregel, in het licht van de artikelen 3, 9, 12 en 19 van het UNCRPD, de grondrechten van de volwassene eerbiedigt.

    (16)Om een uniforme uitlegging van deze verordening te waarborgen, moeten in deze verordening met name de begrippen “volwassenen”, “vertegenwoordigers” en “autoriteiten” worden gedefinieerd, aangezien deze begrippen in de rechtsstelsels van de lidstaten verschillende betekenissen kunnen hebben. Voor de toepassing van deze verordening is een volwassene een persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Afhankelijk van de context kan het bijvoorbeeld gaan om volwassenen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen, dan wel om volwassenen die vertegenwoordigingsbevoegdheden hebben toegekend die moeten worden uitgeoefend wanneer die volwassenen niet meer in staat zijn hun belangen te behartigen.

    (17)Verwijzingen naar een “vertegenwoordiger” in deze verordening moeten, naar gelang van het geval, worden opgevat als verwijzingen naar een of meer vertegenwoordigers. 

    (18)Voor de toepassing van deze verordening en in overeenstemming met de terminologie van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, moet het begrip “autoriteit” worden uitgelegd als een verwijzing naar de gerechtelijke of administratieve autoriteiten die maatregelen nemen ter bescherming van de volwassene. Meer in het algemeen moet onder een “bevoegde autoriteit” worden verstaan een overheidsinstantie van een lidstaat die verantwoordelijk is op het gebied van de bescherming van volwassenen. Hieronder vallen autoriteiten die maatregelen nemen, autoriteiten die authentieke akten verlijden en autoriteiten die attesten, formulieren of de Europese verklaring van vertegenwoordiging afgeven. Hieronder vallen ook andere autoriteiten of entiteiten die in een officiële hoedanigheid optreden in aangelegenheden die verband houden met de bescherming van volwassenen, zoals de instanties die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op of de tenuitvoerlegging van maatregelen.

    (19)De regels inzake internationale bevoegdheid en toepasselijk recht met betrekking tot de bescherming van volwassenen moeten dezelfde zijn als die van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, teneinde discrepanties te voorkomen en ervoor te zorgen dat dezelfde regels, voor zover mogelijk, van toepassing zijn op zaken waarbij lidstaten en derde landen die partij zijn bij dat verdrag betrokken zijn. Het is mogelijk dat sommige lidstaten, op het moment dat deze verordening van toepassing wordt, geen partij zijn bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000. Om rekening te houden met alle scenario’s moet het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 aan deze verordening worden gehecht.  

    (20)Het is passend het bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 ingestelde stelsel van internationale bevoegdheid aan te vullen om naar behoren rekening te houden met de bevoegdheidskeuze door volwassenen in de Unie. Om het recht op autonomie van volwassenen beter te beschermen, moet de bevoegdheidskeuze die volwassenen maken wanneer zij regelingen treffen voor hun toekomstige vertegenwoordiging, worden geëerbiedigd zonder dat er daartoe aanvullende procedures nodig zijn, met name inzake de goedkeuring door de autoriteiten van de lidstaten van de gewone verblijfplaats van de volwassenen. Aangezien de persoonlijke of financiële situatie van een volwassene kan evolueren tussen het tijdstip waarop de bevoegdheidskeuze wordt gemaakt en het tijdstip waarop de volwassene bescherming nodig heeft, moeten de gekozen gerechten echter de mogelijkheid hebben om te beoordelen of de door de volwassene gemaakte keuze nog steeds in het belang van die volwassene is op het tijdstip waarop de betrokken zaak bij hen aanhangig wordt gemaakt. Bij deze beoordeling moet in de eerste plaats rekening worden gehouden met het standpunt van de betrokken volwassene en met het belang van de veranderingen in zijn of haar levensomstandigheden en bezittingen sinds het tijdstip waarop de bevoegdheidskeuze is gemaakt.

    (21)De vaststelling van een extra bevoegdheidsgrond op basis van de keuze van de volwassene mag het mechanisme van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 niet verstoren, en mag geen afbreuk doen aan de doeltreffendheid van de communicatie tussen autoriteiten, en moet positieve en negatieve bevoegdheidsconflicten voorkomen. De mechanismen die zijn ingesteld bij de artikelen 7, 9, 10 en 11 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, waarbij voorrang wordt gegeven aan bepaalde bevoegdheidsgronden, de gevolgen van bepaalde maatregelen worden beperkt en wordt voorzien in de uitwisseling van informatie tussen de autoriteiten van de gewone verblijfplaats en de autoriteiten met een subsidiaire of parallelle bevoegdheid, moeten derhalve ook in de Unie van toepassing zijn op autoriteiten die hun bevoegdheid uitoefenen op grond van de keuze van de volwassene. Deze bepalingen moeten dus ten aanzien van de door een volwassene gekozen autoriteiten op dezelfde wijze van toepassing zijn als zij van toepassing zijn ten aanzien van de autoriteiten van de gewone verblijfplaats.

    (22)De autoriteiten die overwegen hun bevoegdheid uit te oefenen op grond van de keuze van de volwassene, mogen hun bevoegdheid niet uitoefenen wanneer de autoriteiten van de gewone verblijfplaats van de volwassene hun bevoegdheid reeds hebben uitgeoefend, met name wanneer die autoriteiten een maatregel hebben genomen of hebben besloten dat er geen maatregelen hoeven te worden genomen, of wanneer er bij die autoriteiten een procedure aanhangig is.

    (23)In deze verordening moeten de regels inzake toepasselijk recht van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 volledig worden overgenomen. Met het oog op een consistente toepassing van deze verordening moet de verwijzing naar hoofdstuk III van dat verdrag betreffende het toepasselijke recht worden gelezen als een verwijzing naar het gehele hoofdstuk, met inbegrip van de regels van artikel 16 van het verdrag betreffende de wijziging of beëindiging van vertegenwoordigingsbevoegdheden.

    (24)Het wederzijdse vertrouwen in de rechtsbedeling in de Unie rechtvaardigt het beginsel dat in een lidstaat gegeven maatregelen ter bescherming van volwassenen in alle lidstaten moeten worden erkend, zonder dat er daartoe een speciale procedure vereist is. Dit mag niet beletten dat een belanghebbende verzoekt om een beslissing inzake het al dan niet bestaan van gronden voor de weigering van erkenning. Het moet toekomen aan het nationale recht van de lidstaat waar een dergelijk verzoek wordt ingediend, om te bepalen wie moet worden beschouwd als een belanghebbende die het recht heeft een dergelijk verzoek in te dienen. Om het recht van volwassenen op toegang tot de rechter te waarborgen en hen toereikende rechtsmiddelen te bieden, moeten volwassenen, ongeacht de aard en de omvang van de maatregel, het recht hebben om te verzoeken om een beslissing inzake het al dan niet bestaan van weigeringsgronden.

    (25)De erkenning en tenuitvoerlegging van maatregelen moet gebaseerd zijn op het beginsel van wederzijds vertrouwen. Daarom moeten de gronden voor niet-erkenning tot een minimum worden beperkt in het licht van de onderliggende doelstelling van deze verordening, namelijk het vergemakkelijken van de erkenning en tenuitvoerlegging van maatregelen en van het verkeer van vertegenwoordigingsbevoegdheden, en het doeltreffend beschermen van de rechten van volwassenen. Met name mag de bevoegdheid van de autoriteiten van de lidstaat van oorsprong niet worden getoetst.

    (26)De erkenning van een maatregel mag alleen worden geweigerd indien er een of meer gronden voor weigering van erkenning voorhanden zijn. Teneinde het beginsel van wederzijds vertrouwen te eerbiedigen, moet de in deze verordening vastgestelde lijst van gronden voor weigering van erkenning uitputtend zijn. Maatregelen ter bescherming van volwassenen kunnen van lange duur zijn en kunnen meerdere aanpassingen vergen. In de regels inzake de weigering van erkenning van maatregelen moet er rekening worden gehouden met dergelijke aanpassingen in de loop der tijd. Een latere maatregel die is genomen in een derde land dat op grond van de regels van deze verordening bevoegd zou zijn geweest, moet derhalve in de plaats komen van een eerdere maatregel, voor zover beide maatregelen onverenigbaar zijn. Om te voorkomen dat er in de lidstaten onverenigbare maatregelen worden genomen, moet deze verordening voorzien in een gesloten bevoegdheidsstelsel en in het mechanisme voor wederzijdse informatie tussen de bevoegde autoriteiten en de centrale autoriteiten. 

    (27)Bij procedures ter bescherming van een volwassene moet, als basisbeginsel, worden uitgegaan van het standpunt van de volwassene zelf. Volwassenen moeten dus daadwerkelijk en reëel de gelegenheid worden geboden om vrijelijk hun mening kenbaar te maken overeenkomstig de artikelen 20, 25, 26 en 47 van het Handvest en de artikelen 3, 9, 12, 13 en 19 van het UNCRPD. De volwassene moet de gelegenheid krijgen om zijn of haar mening kenbaar te maken, behalve in spoedeisende gevallen. waaronder gevallen waarin de volwassene absoluut niet in staat is zijn of haar mening te uiten. Een maatregel die is genomen zonder dat de volwassene de mogelijkheid werd geboden om te worden gehoord, mag, afgezien van uitzonderlijke spoedeisende omstandigheden en de bewezen onbekwaamheid om zich uit te spreken, niet worden erkend. Het feit dat de volwassene de gelegenheid heeft gehad te worden gehoord, moet in de Unie op uniforme wijze worden beoordeeld en mag niet worden beoordeeld in het licht van de fundamentele procedurele beginselen van de lidstaat waar om erkenning wordt verzocht. Een voorbeeld van een spoedeisend geval is een situatie waarin de volwassene met spoed moet worden geopereerd en vanwege zijn of haar medische toestand niet in staat is zijn of haar mening te uiten. 

    (28)De kwestie van de procedure en de methode voor het horen van de volwassene moet aan het nationale recht worden overgelaten, met inachtneming van het recht van volwassenen op toegankelijkheid. Wanneer de volwassene in een grensoverschrijdende context moet worden gehoord, moeten de autoriteiten van de lidstaten gebruikmaken van de specifieke instrumenten voor internationale justitiële samenwerking, waaronder, in voorkomend geval, die van Verordening (EU) 2020/1783 12 .

    (29)Teneinde rekening te houden met de verschillende regelingen voor de bescherming van volwassenen in de lidstaten, moeten authentieke akten ter bescherming van volwassenen en van hun belangen in alle lidstaten worden aanvaard. Een door een autoriteit van een lidstaat verleden authentieke akte ter bescherming van een volwassene of van zijn of haar belangen kan met name door een volwassene toegekende vertegenwoordigingsbevoegdheden vastleggen voor een periode waarin die volwassene niet in staat zal zijn zijn of haar belangen te behartigen, of voorafgaande richtsnoeren waarin de wensen en voorkeuren van de volwassene worden vastgelegd of waarin directe instructies worden gegeven met betrekking tot bepaalde aangelegenheden, zoals gezondheidszorg, welzijn of de aanwijzing van een vertegenwoordiger door een autoriteit. Dergelijke authentieke akten moeten in een andere lidstaat dezelfde bewijskracht hebben als in de lidstaat van oorsprong, of althans de daarmee meest vergelijkbare bewijskracht. Bij de vaststelling van de bewijskracht of de meest vergelijkbare bewijskracht van een bepaalde authentieke akte in een andere lidstaat moet worden gelet op de aard en de reikwijdte van haar bewijskracht in het recht van de lidstaat van oorsprong. 

    (30)Om het verkeer van maatregelen en authentieke akten in de Unie te vergemakkelijken, moeten deze vergezeld gaan van attesten wanneer zij in het buitenland moeten worden erkend, ten uitvoer gelegd of, in voorkomend geval, aanvaard. De procedures voor correctie, intrekking en betwisting van attesten die worden gebruikt voor de erkenning en tenuitvoerlegging van maatregelen en de aanvaarding van authentieke akten moeten aan het nationale recht worden overgelaten. In het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie voeren de autoriteiten gerechtelijke taken uit wanneer zij attesten afgeven en ligt deze afgifte in het verlengde van de betrokken voorafgaande gerechtelijke procedure. De lidstaten moeten daarom voorzien in passende en doeltreffende rechtsmiddelen met betrekking tot een dergelijke afgifte. 

    (31)In alle lidstaten moeten er centrale autoriteiten worden aangewezen. De centrale autoriteiten moeten met name de bevoegde autoriteiten bijstaan in grensoverschrijdende procedures en moeten met elkaar samenwerken in algemene aangelegenheden en in specifieke gevallen. In individuele gevallen mag de samenwerking niet beperkt blijven tot een specifiek onderdeel van de gerechtelijke of administratieve procedure, en moet zij worden opgestart en voortgezet wanneer er sprake is van een grensoverschrijdend element en er behoefte is aan samenwerking. 

    (32)Om onnodige tussenschakels te vermijden en de communicatie te versnellen, moeten de bevoegde autoriteiten rechtstreeks informatie of bijstand kunnen vragen aan de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat, maar ook, in voorkomend geval, hun verzoek via de centrale autoriteit van hun lidstaat kunnen verzenden.

    (33)Volgens artikel 19 van het UNCRPD moeten personen met een handicap de mogelijkheid hebben om, op voet van gelijkheid met anderen, hun verblijfplaats te kiezen en te beslissen waar en met wie zij leven, en mogen zij niet worden verplicht om in een bepaalde woonomgeving te leven. In het kader van deze verordening kunnen er zich situaties voordoen waarin de autoriteiten van een lidstaat een maatregel moeten nemen met betrekking tot de verblijfplaats of de tijdelijke plaatsing van een volwassene. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om gevallen waarin de autoriteiten de volwassene helpen te beslissen over zijn of haar verblijfplaats of waarin een volwassene niet in staat is zijn of haar mening te uiten en hij of zij geen vertegenwoordiger heeft gemachtigd om te beslissen over zijn of haar verblijfplaats en er een toelating voor een zorginstelling is vereist. Wanneer een dergelijke plaatsing in een andere lidstaat ten uitvoer moet worden gelegd, moet er, voordat de maatregel wordt genomen, een raadplegingsprocedure worden gevolgd om de toestemming van de centrale autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging te verkrijgen. Het verzoek om toestemming van de autoriteit van oorsprong moet de redenen voor de voorgestelde maatregel bevatten, alsook, indien mogelijk, de mening van de betrokken volwassene, in het licht van artikel 19 van het UNCRPD. De centrale autoriteit van de lidstaat van tenuitvoerlegging moet onverwijld kunnen beslissen of de toestemming al dan niet wordt verleend. Indien er binnen zes weken geen antwoord is ontvangen, mag dit niet worden opgevat als een toestemming en zonder toestemming mag de maatregel niet ten uitvoer worden gelegd. De raadpleging kan achterwege blijven wanneer er sprake is van plaatsing bij een particulier en er geen toezicht vereist is van een overheidsinstantie van de lidstaat van tenuitvoerlegging.

    (34)Wanneer de volwassene nauwe banden heeft met een andere lidstaat dan die waarvan de autoriteiten krachtens deze verordening bevoegd zijn, bijvoorbeeld op grond van zijn of haar regelmatige aanwezigheid of het bezit van complexe financiële activa in die staat, kan het nodig zijn om in die andere lidstaat een vertegenwoordiger aan te wijzen. In dergelijke situaties kan de geografische nabijheid van de vertegenwoordiger en een goede kennis van de wetgeving noodzakelijk zijn om de continuïteit van de bescherming van de volwassene te waarborgen. Wanneer die vertegenwoordiger moet worden aangewezen door een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat, moet het mogelijk zijn om de aanwijzing van een dergelijke vertegenwoordiger aan te vragen bij de autoriteiten van die andere lidstaat waarmee de volwassene nauwe banden heeft, en moeten de gemaakte kosten kunnen worden teruggevorderd.

    (35)Vertegenwoordigers van volwassenen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen, moeten zich in de Unie ongehinderd kunnen beroepen op hun bevoegdheden om die volwassenen te vertegenwoordigen en de belangen van die volwassenen te behartigen. Daarom moeten vertegenwoordigers hun hoedanigheid en bevoegdheden in een andere lidstaat gemakkelijk kunnen aantonen, bijvoorbeeld in een lidstaat waar er zich onroerende goederen of andere activa van de betrokken volwassenen bevinden. Om hen daartoe in staat te stellen, moet er een Europese verklaring van vertegenwoordiging (“de verklaring”) worden ingevoerd. Die verklaring moet een uniforme verklaring zijn die wordt afgegeven voor gebruik in een andere lidstaat. Met het oog op de eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel mag de verklaring niet in de plaats komen van interne documenten met gelijkaardige strekking in de lidstaten.

    (36)De verklaring kan door de vertegenwoordiger van de volwassene worden aangevraagd op basis van een bestaande maatregel of bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden (de “bronmaatregel” en de “door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden”). De verklaring mag dus alleen worden afgegeven wanneer een volwassene daadwerkelijk niet in staat is zijn of haar belangen te behartigen en de vertegenwoordiger het recht heeft die volwassene actief te vertegenwoordigen met betrekking tot een of meer specifieke aangelegenheden. De verklaring moet informatie bevatten over de omvang van de bevoegdheden die de vertegenwoordiger namens een volwassene mag uitoefenen en, in voorkomend geval, over de aangelegenheden waarvoor de vertegenwoordiger niet gerechtigd is op te treden of onder bepaalde voorwaarden gerechtigd is op te treden.

    (37)Het gebruik van de verklaring mag niet verplicht zijn. Dit betekent dat een vertegenwoordiger van een volwassene die gerechtigd is een verklaring aan te vragen, dat niet hoeft te doen en dus de vrijheid heeft om gebruik te maken van nationale documenten of andere krachtens deze verordening beschikbare instrumenten (een maatregel of een authentieke akte) wanneer hij of zij zich beroept op zijn of haar bevoegdheden in een andere lidstaat. Personen die in eigen naam handelen, mogen niet worden verplicht een verklaring over te leggen; de verklaring mag dus alleen worden afgegeven aan vertegenwoordigers die moeten aantonen dat zij bevoegd zijn om ter ondersteuning van of namens een volwassene op te treden.

    (38)Om de afgifte van de verklaring te bespoedigen en ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteit die de verklaring afgeeft over voldoende informatie over het betrokken geval beschikt, moet de bevoegdheid tot afgifte van de verklaring berusten bij de bevoegde autoriteit die de maatregel heeft genomen of de vertegenwoordigingsbevoegdheden heeft bevestigd, of bij een andere bevoegde autoriteit die toegang heeft tot informatie over de bronmaatregel of de bronvertegenwoordigingsbevoegdheden (“autoriteit van afgifte”). Het is aan elke lidstaat om zijn autoriteiten van afgifte aan te wijzen en te bepalen of er andere bevoegde instanties bij de afgifteprocedure kunnen worden betrokken. De lidstaten moeten de Commissie de nodige informatie verstrekken over de autoriteiten die bevoegd zijn om een verklaring af te geven, zodat die informatie openbaar kan worden gemaakt.

    (39)Om ervoor te zorgen dat de procedure voor afgifte van de verklaring in de hele Unie uniform is, moet deze verordening voorzien in regels voor de afgifte van de verklaring. De autoriteit van afgifte moet de verklaring, op aanvraag en na verificatie van de te staven gegevens, afgeven. De procedure voor het aanvragen en afgeven van de verklaring zou soepeler moeten verlopen omdat de autoriteit van afgifte toegang heeft tot de bronmaatregel of de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden en voorts weet of deze nog geldig is of zijn en welke informatie er daarin is opgenomen. Indien mogelijk moet de autoriteit van afgifte het bij deze verordening ingestelde systeem van gekoppelde beschermingsregisters raadplegen alvorens de verklaring af te geven, teneinde te verifiëren of er in een andere lidstaat sprake is van een tegenstrijdige maatregel of tegenstrijdige vertegenwoordigingsbevoegdheden. Wanneer de aanvrager in de aanvraag voor een verklaring aangeeft dat de verklaring moet dienen als bewijs van zijn of haar bevoegdheden voor een specifiek doel of in een specifieke context moet de autoriteit van afgifte, voor zover mogelijk, in de verklaring voldoende gedetailleerde informatie opnemen over dat doel of die context. Het origineel van de verklaring moet bij de autoriteit van afgifte blijven, die een of meer gewaarmerkte afschriften van de verklaring aan de aanvrager moet verstrekken. Voor de afgifte van de verklaring moet het in de bijlage bij deze verordening opgenomen verplichte formulier worden gebruikt. Om de vertaalkosten te beperken wanneer de verklaring in een andere lidstaat wordt overgelegd, moet het in de bijlage bij deze verordening opgenomen formulier beschikbaar zijn in alle talen van de Unie.

    (40)Om ervoor te zorgen dat de verklaring en de gewaarmerkte afschriften daarvan actueel blijven en gebaseerd zijn op een geldige bronmaatregel of door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden, moet de geldigheid van de verklaring en van de gewaarmerkte afschriften daarvan in de tijd worden beperkt. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de verklaring kan de autoriteit van afgifte een nieuwe verklaring afgeven indien alle elementen voor de afgifte van de verklaring zijn geverifieerd. Het doel van de beperkte geldigheidsduur is ervoor te zorgen dat de autoriteit van afgifte regelmatig verifieert of de juridische situatie van de volwassene niet is gewijzigd, bijvoorbeeld als gevolg van een latere maatregel betreffende de volwassene of een intrekking van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger. In beginsel mag de geldigheidsduur van de verklaring niet meer dan een jaar bedragen. De autoriteit van afgifte kan echter per geval een andere geldigheidsduur vaststellen, met name rekening houdend met het vermoeden van geldigheid van de verklaring en de aan de afgegeven verklaring verbonden gevolgen, met name de bescherming van derden die transacties verrichten met de vertegenwoordiger. De autoriteit van afgifte moet met name rekening houden met de aard en de verwachte duur van de bescherming, de geldigheid van de bronmaatregel, eventuele regelingen die de volwassene heeft getroffen in de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden, en met de doelstelling dat de verklaring een nauwkeurige weergave moet zijn van de juridische situatie van de volwassene gedurende de gehele geldigheidsduur van de verklaring. Tegen deze achtergrond kan de autoriteit een verklaring afgeven met een geldigheidsduur van minder dan een jaar, bijvoorbeeld wanneer de bronmaatregel minder dan een jaar geldig is, of kan zij een verklaring afgeven met een geldigheidsduur van meer dan een jaar, bijvoorbeeld wanneer de bronmaatregel meerdere jaren geldig is en de kans op een wijziging van de omstandigheden met betrekking tot de volwassene minimaal is. De geldigheidsduur van de gewaarmerkte afschriften van de verklaring moet overeenstemmen met de geldigheidsduur van de verklaring.

    (41)De verklaring moet in alle lidstaten dezelfde rechtsgevolgen hebben. De verklaring mag geen zelfstandige executoriale titel zijn, maar moet bewijskracht hebben en moet worden geacht nauwkeurig de elementen weer te geven die in de verklaring zijn opgenomen en die zijn vastgesteld krachtens het recht dat van toepassing is op de bescherming van een bepaalde volwassene of krachtens enig ander recht dat van toepassing is op specifieke elementen. Dit vermoeden van nauwkeurigheid wordt versterkt door het feit dat de autoriteit van afgifte vóór de afgifte van de verklaring, onder meer via het systeem van gekoppelde registers, moet verifiëren of de bronmaatregel of de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden geldig blijft of blijven en niet is of zijn vervangen door een latere maatregel of andere bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden. De bewijskracht van de verklaring mag zich echter niet uitstrekken tot elementen die niet door deze verordening worden geregeld, zoals de vraag of een bepaald activum al dan niet toebehoorde aan de volwassene

    (42)Eenieder die in contact treedt met een vertegenwoordiger die conform een geldige verklaring is gerechtigd om een volwassene met betrekking tot een bepaalde aangelegenheid te vertegenwoordigen, moet passende garanties krijgen indien hij of zij, op basis van de in de verklaring geattesteerde informatie, te goeder trouw heeft gehandeld. Dezelfde garanties moeten worden geboden aan eenieder die, op basis van de in een geldige verklaring geattesteerde informatie, de vertegenwoordiger van de volwassene toegang geeft tot de onroerende goederen of andere activa van de volwassene, betalingen verricht aan de vertegenwoordiger of goederen van die vertegenwoordiger koopt of ontvangt, mits de vertegenwoordiger conform een geldige verklaring gerechtigd is om met betrekking tot die aangelegenheden namens de volwassene op te treden. De bescherming moet worden verleend indien er gewaarmerkte afschriften worden overgelegd die nog steeds geldig zijn. 

    (43)Om de toegang tot de rechter te waarborgen en de betrouwbaarheid van de verklaring te vergroten, moet worden voorzien in rechtsmiddelen tegen beslissingen van de autoriteit van afgifte tot afgifte of weigering van afgifte van een verklaring of tegen beslissingen tot correctie, wijziging of intrekking van een verklaring. Wanneer een verklaring wordt gecorrigeerd, gewijzigd of ingetrokken, stelt de autoriteit van afgifte de personen aan wie gewaarmerkte afschriften zijn afgegeven, daarvan in kennis teneinde onrechtmatig gebruik van gewaarmerkte afschriften te voorkomen.

    (44)Om een continue bescherming van volwassenen in grensoverschrijdende situaties in de Unie te waarborgen, moeten de bevoegde autoriteiten en de centrale autoriteiten toegang hebben tot relevante informatie over het bestaan van door andere autoriteiten genomen maatregelen, met inbegrip van maatregelen die in een andere lidstaat zijn genomen. Voorts is het voor het waarborgen van het recht op autonomie en de vrijheid om eigen keuzes te maken van cruciaal belang dat de wil van een volwassene zoals uitgedrukt in de vertegenwoordigingsbevoegdheden, wordt geëerbiedigd, zelfs wanneer die vertegenwoordigingsbevoegdheden door de volwassene in een andere lidstaat zijn toegekend of door de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat zijn bevestigd. Om de informatieverstrekking aan de relevante bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten te verbeteren en te voorkomen dat er parallelle procedures worden gevoerd of dat er geen rekening wordt gehouden met vertegenwoordigingsbevoegdheden, moeten de lidstaten worden verplicht een of meer registers met gegevens over de bescherming van volwassenen op te zetten en bij te houden. Beschermingsregisters moeten verplichte informatie bevatten over de door de betrokken autoriteiten genomen maatregelen en, indien het betrokken nationale recht voorziet in een bevestiging door een bevoegde autoriteit van de vertegenwoordigingsbevoegdheden, verplichte informatie over die bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden. Teneinde de interoperabiliteit en de beschikbaarheid van informatie met betrekking tot de bescherming van volwassenen in de Unie te waarborgen, moeten de lidstaten die vóór de aanneming van deze verordening registers van beschermingsmaatregelen, bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden of andere soorten vertegenwoordigingsbevoegdheden die krachtens hun nationale recht zijn geregistreerd, hebben opgezet, dezelfde verplichte informatie beschikbaar stellen in die registers.

    (45)Om ervoor te zorgen dat de via het systeem van gekoppelde registers verstrekte informatie relevant is, mag het de lidstaten niet worden belet om, naast de verplichte informatie, aanvullende informatie beschikbaar te stellen via het systeem van gekoppelde registers. De lidstaten moeten met name de mogelijkheid hebben om via het systeem van gekoppelde registers informatie beschikbaar te stellen over de aard van de maatregel, de naam van de vertegenwoordiger of historische gegevens over maatregelen en vertegenwoordigingsbevoegdheden die vóór de toepassing van deze verordening zijn geregistreerd. 

    (46)Om de toegang tot de informatie in beschermingsregisters of registers van andere vertegenwoordigingsbevoegdheden voor in andere lidstaten gevestigde bevoegde en centrale autoriteiten met een gerechtvaardigd belang te vergemakkelijken, moeten die registers van maatregelen, bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden of andere soorten vertegenwoordigingsbevoegdheden aan elkaar worden gekoppeld. Deze verordening moet de rechtsgrondslag bieden voor die koppeling. 

    (47)De koppeling van de registers van de lidstaten is een essentieel onderdeel van het samenwerkingsmechanisme om de rechten van volwassenen in grensoverschrijdende situaties te waarborgen en de rechtszekerheid in de Unie te garanderen. De lidstaten moeten er derhalve voor zorgen dat de in hun registers opgeslagen informatie actueel is. Wanneer de autoriteiten van een lidstaat een in een andere lidstaat genomen maatregel wijzigen of beëindigen, moeten zij ervoor zorgen dat er passende informatie wordt verstrekt aan de autoriteiten van die andere lidstaat, met name om die andere lidstaat in staat te stellen zijn beschermingsregister(s) bij te werken.

    (48)Er moet worden gezorgd voor moderne en tijdsefficiënte middelen voor schriftelijke communicatie tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten. Voor de procedures uit hoofde van deze verordening moet de schriftelijke communicatie tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten in de regel langs elektronische weg geschieden, via een beveiligd en betrouwbaar gedecentraliseerd IT-systeem. Het gedecentraliseerde IT-systeem moet bestaan uit de back-endsystemen van de lidstaten en interoperabele toegangspunten (waaronder het Europees elektronisch toegangspunt), via welke deze systemen aan elkaar moeten worden gekoppeld. De toegangspunten van het gedecentraliseerde IT-systeem moeten gebaseerd zijn op het e-Codex-systeem, dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad 13 .

    (49)Verzending via het gedecentraliseerde IT-systeem kan onmogelijk zijn als gevolg van een storing van het systeem of wanneer digitale verzending gezien de aard van de informatie onuitvoerbaar is, zoals de verzending van bewijzen in fysieke of materiële vorm. Indien het gedecentraliseerde IT-systeem niet wordt gebruikt, moet de communicatie geschieden met de meest geschikte alternatieve middelen. Dergelijke alternatieve middelen moeten onder meer inhouden dat de verzending zo snel mogelijk en op een veilige manier geschiedt met andere veilige elektronische middelen of per post.

    (50)Andere communicatiemiddelen kunnen geschikter zijn om de flexibiliteit van bepaalde grensoverschrijdende procedures ter bescherming van volwassenen te waarborgen. Daarom mag communicatie via het gedecentraliseerde IT-systeem niet verplicht zijn voor de rechtstreekse communicatie tussen autoriteiten, met name wanneer de autoriteiten behoefte hebben aan rechtstreekse persoonlijke communicatie. In dergelijke gevallen kan er gebruik worden gemaakt van minder formele communicatiemiddelen, zoals e-mail. Aangezien de autoriteiten gevoelige gegevens verwerken, moet er bij de keuze van de passende communicatiemiddelen altijd rekening worden gehouden met de veiligheid en betrouwbaarheid van de informatie-uitwisseling.

    (51)Er moet worden voorzien in een moderne vorm van toegang tot de rechter, die natuurlijke en rechtspersonen en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat stelt elektronisch te communiceren via het Europees elektronisch toegangspunt, dat bij Verordening (EU) [.../...] van het Europees Parlement en de Raad 14 [de digitaliseringsverordening] is ingesteld op het Europees e-justitieportaal. 

    (52)Het Europees elektronisch toegangspunt moet de elektronische communicatie van natuurlijke en rechtspersonen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten mogelijk maken in het kader van de procedure betreffende de erkenning of niet-erkenning van een maatregel, de afgifte van attesten en de afgifte, correctie, wijziging, intrekking, opschorting of betwisting van de Europese verklaring van vertegenwoordiging. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten mogen alleen via het Europees elektronisch toegangspunt communiceren wanneer de betrokken particulier of de betrokken particuliere entiteit vooraf uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor het gebruik van dit communicatiemiddel.

    (53)Elke verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening moet plaatsvinden in overeenstemming met de Verordeningen (EU) 2016/679 15 en (EU) 2018/1725 16 en Richtlijn 2002/58/EG 17 van het Europees Parlement en de Raad. Persoonsgegevens mogen in het kader van deze verordening uitsluitend voor de daarin vermelde specifieke doeleinden worden verwerkt, onverminderd verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang overeenkomstig artikel 5, lid 1, punt b), en artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679.

    (54)In het algemeen moeten de uit hoofde van deze verordening te verwerken persoonsgegevens met name gegevens zijn die zijn opgenomen in de documenten die worden behandeld door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten betreffende de onder deze verordening vallende volwassenen en hun vertegenwoordigers. Die persoonsgegevens moeten met name betrekking hebben op de informatie die nodig is om een maatregel te nemen betreffende de onder deze verordening vallende volwassenen en om hun blijvende bescherming in grensoverschrijdende situaties te waarborgen. Bij de toepassing van deze verordening worden die persoonsgegevens behandeld door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten. Daarnaast kan het nodig zijn dat de Commissie deze gegevens verwerkt met het oog op de ontwikkeling en het onderhoud van de digitale communicatiemiddelen. Deze verordening mag de opslagperiode voor de informatie en persoonsgegevens die door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten worden verwerkt niet beperken, aangezien de bescherming van volwassenen vaak op lange termijn moet worden gewaarborgd en de maatregelen en authentieke akten gedurende een lange periode relevant blijven.

    (55)Naast de hierboven beschreven gegevensverwerking, moeten uit hoofde van deze verordening ook persoonsgegevens worden verwerkt om het systeem voor de koppeling van beschermingsregisters en andere registers van vertegenwoordigingsbevoegdheden op te zetten en om het onderhoud en de goede werking van dat systeem te waarborgen. Een dergelijke aanvullende verwerking wordt gerechtvaardigd door de noodzaak voor de in de lidstaten gevestigde bevoegde en centrale autoriteiten met een gerechtvaardigd belang om toegang te hebben tot informatie over de vraag of een bepaalde volwassene in een andere lidstaat bescherming geniet, teneinde de blijvende bescherming van die volwassene in grensoverschrijdende situaties te waarborgen en de rechtszekerheid en voorspelbaarheid te vergroten. De lidstaten moeten verantwoordelijk zijn voor het technisch beheer, het onderhoud en de beveiliging van hun registers en, voor zover hun nationale recht daarin voorziet, voor de juistheid en betrouwbaarheid van de daarin opgenomen gegevens. Gegevens over betrokkenen moeten in de eerste plaats worden opgeslagen in de door de lidstaten bijgehouden registers. Daarnaast kan het nodig zijn dat de Commissie gegevens verwerkt met het oog op de ontwikkeling en het onderhoud van het systeem van gekoppelde registers en dat zij gegevens waartoe via het systeem van gekoppelde registers toegang wordt verkregen, tijdelijk opslaat.

    (56)De bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten moeten persoonsgegevens verwerken in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming, in het bijzonder Verordening (EU) 2016/679. Deze verordening moet de rechtsgrondslag bieden voor de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 6, leden 1 en 3, van Verordening (EU) 2016/679. Deze verordening moet ook de rechtsgrondslag bieden voor de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2018/1725.

    (57)Daarnaast kunnen uit hoofde van deze verordening verwerkte gegevens over volwassenen ook persoonsgegevens over de gezondheidstoestand van die volwassenen omvatten. Die gezondheidsgerelateerde persoonsgegevens kunnen ofwel expliciet zijn opgenomen in de documenten die uit hoofde van deze verordening worden verwerkt, ofwel indirect worden afgeleid uit het feit dat een volwassene, vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van zijn of haar persoonlijke vermogens, niet in staat is zijn of haar belangen te behartigen. Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2016/679 moeten persoonsgegevens over gezondheid worden behandeld als een bijzondere categorie persoonsgegevens. In deze verordening moeten er voorwaarden en waarborgen worden vastgesteld voor de verwerking van die bijzondere categorieën persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten, conform artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) 2016/679. De gegevens zullen door de autoriteiten van de lidstaten in het kader van hun rechtsbevoegdheid worden verwerkt overeenkomstig punt f) van dat artikel, of de verwerking zal, overeenkomstig punt g) van dat artikel, noodzakelijk zijn om redenen van zwaarwegend algemeen belang op grond van deze verordening, die tot doel heeft de bescherming van de grondrechten en fundamentele vrijheden en andere rechten van volwassenen in grensoverschrijdende situaties te verbeteren, de doeltreffendheid en snelheid van gerechtelijke en administratieve procedures met betrekking tot de bescherming van volwassenen te verhogen en de rechtszekerheid en voorspelbaarheid bij grensoverschrijdende transacties te versterken. Evenzo moeten er in deze verordening voorwaarden en waarborgen worden vastgesteld voor de verwerking van die bijzondere categorieën persoonsgegevens door de Commissie, conform artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725. Die verwerking van gegevens zal noodzakelijk zijn voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering conform punt f) van dat artikel, of de verwerking zal noodzakelijk zijn om redenen van zwaarwegend algemeen belang op grond van deze verordening conform punt g) van dat artikel.

    (58)Er moeten passende waarborgen worden vastgesteld voor een dergelijke verwerking van bijzondere categorieën persoonsgegevens en dergelijke gegevens mogen alleen uit hoofde van deze verordening worden verwerkt indien dit noodzakelijk is voor en evenredig is aan de in het kader van deze verordening gespecificeerde verwerkingsdoeleinden. Bij het opzetten van het systeem van gekoppelde registers moeten er verschillende waarborgen worden ingevoerd. De via het systeem van gekoppelde registers verwerkte gegevens moeten beperkt blijven tot wat nodig is om toegang te krijgen tot informatie over de maatregelen en vertegenwoordigingsbevoegdheden betreffende een bepaalde volwassene. De via het systeem van gekoppelde registers verwerkte gegevens moeten derhalve beperkt blijven tot de persoonsgegevens die voorkomen in de in deze verordening omschreven verplichte informatie, tenzij de lidstaten via het systeem van gekoppelde registers toegang verlenen tot aanvullende gegevens, zoals gegevens over geregistreerde vertegenwoordigingsbevoegdheden of over de naam van een vertegenwoordiger en de omvang van de vertegenwoordiging. In het systeem van gekoppelde registers mogen er geen persoonsgegevens worden opgeslagen, met uitzondering van een tijdelijke opslag die nodig is om de toegang tot die gegevens te waarborgen. De toegang tot gegevens via het systeem van gekoppelde registers mag niet openbaar zijn. Alleen de bevoegde autoriteiten en de centrale autoriteiten die krachtens hun nationale recht toegang hebben tot de nationale registers, mogen toegang hebben tot het systeem van gekoppelde registers, mits zij ook een gerechtvaardigd belang hebben bij de toegang tot de betrokken gegevens. Uitvoeringshandelingen moeten voorzien in verdere gegevensbeschermingswaarborgen met betrekking tot de digitale communicatie en de koppeling van registers. 

    (59)De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 18 en heeft op [datum] een advies uitgebracht 19 .

    (60)Teneinde eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen wat betreft het opzetten van het gedecentraliseerde IT-systeem en het gedecentraliseerde systeem van gekoppelde registers waarin deze verordening voorziet, moeten er aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 20 .

    (61)De aan het publiek te verstrekken formulieren en informatie en de communicatie tussen bevoegde autoriteiten en natuurlijke personen uit hoofde van deze verordening moeten toegankelijk zijn overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad 21 . Bij de beoordeling en tenuitvoerlegging van de toegankelijkheidsvoorschriften moet er rekening worden gehouden met de aard en de rechtsgevolgen van de informatie of de communicatie. Met name moeten de attesten en de Europese verklaring van vertegenwoordiging de inhoud van de genomen maatregel of de toegekende vertegenwoordigingsbevoegdheden nauwkeurig, gedetailleerd en zonder vereenvoudigingen weergeven. 

    (62)Teneinde ervoor te zorgen dat de in de artikelen 15 en 17 bedoelde attesten en de in hoofdstuk VII bedoelde Europese verklaring van vertegenwoordiging worden bijgewerkt, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlagen I tot en met X bij deze verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 22 . Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

    (63)Overeenkomstig het beginsel van wederzijds vertrouwen en teneinde grensoverschrijdende procedures te vergemakkelijken, moeten de administratieve formaliteiten met betrekking tot het verkeer van openbare documenten worden vereenvoudigd voor aangelegenheden betreffende de bescherming van volwassenen. Daarom moeten de in het kader van deze verordening ingediende openbare documenten worden vrijgesteld van legalisatie of soortgelijke formaliteiten, zoals een apostille. Deze vrijstelling moet gelden voor openbare documenten die door een overheidsinstantie van een lidstaat worden afgegeven en aan overheidsinstanties van een andere lidstaat worden overgelegd. Die vrijstelling moet met name gelden in het kader van gerechtelijke procedures met een grensoverschrijdend element of in de bij deze verordening vastgestelde procedures, en moet betrekking hebben op openbare documenten die rechtstreeks verband houden met de bescherming van volwassenen en andere bewijsstukken.

    (64)In de betrekkingen tussen de lidstaten moet deze verordening voorrang hebben op het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000. Om er echter voor te zorgen dat het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 wordt toegepast ten aanzien van derde landen die partij zijn bij dat verdrag en waarop deze verordening niet van toepassing is, mag deze verordening niet van toepassing zijn in bepaalde specifieke omstandigheden waarbij de volwassene zijn of haar gewone verblijfplaats in de Unie heeft en het grensoverschrijdende element van de betrokken zaak dat derde land betreft. Voorts moet de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van een lidstaat en de autoriteiten van een partij bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 worden geregeld door de desbetreffende bepalingen van dat verdrag.

    (65)Deze verordening mag niet van toepassing zijn op kinderen jonger dan 18 jaar, zelfs niet wanneer zij vóór die leeftijd handelingsbekwaam zijn geworden. Dit moet overlapping voorkomen met het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2019/1111 van de Raad 23 en het HCCH-Verdrag van 19 oktober 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen 24 . Dit moet ook voorkomen dat bepaalde personen noch onder deze verordening, noch onder die twee instrumenten vallen. 

    (66)Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken.

    (67)[Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.] OF

    (68)[Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wenst deel te nemen.]

    (69)Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het versterken van de bescherming van de rechten van volwassenen in grensoverschrijdende situaties in de Unie, het verhogen van de doeltreffendheid en snelheid van grensoverschrijdende procedures betreffende de bescherming van volwassenen en het vergroten van de rechtszekerheid en voorspelbaarheid in die situaties, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de rechtstreekse toepasselijkheid en het bindend karakter van deze verordening beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Hoofdstuk I
    TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Onderwerp

    In deze verordening worden er regels vastgesteld die:

    a)de lidstaat aanwijzen waarvan de autoriteiten bevoegd zijn maatregelen te nemen ter bescherming van de persoon of de goederen van de volwassene;

    b)het recht aanwijzen dat door die autoriteiten bij de uitoefening van hun bevoegdheid moet worden toegepast;

    c)het recht aanwijzen dat van toepassing is op de vertegenwoordiging van de volwassene;

    d)voorzien in de erkenning en de tenuitvoerlegging van deze maatregelen in alle lidstaten;

    e)voorzien in de aanvaarding van authentieke akten in alle lidstaten;

    f)samenwerking tot stand brengen tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten teneinde de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken;

    g)de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten digitaliseren en voorzien in digitale communicatiemiddelen tussen natuurlijke en rechtspersonen en de bevoegde autoriteiten;

    h)een Europese verklaring van vertegenwoordiging invoeren; 

    i)een systeem van koppeling van de beschermingsregisters van de lidstaten opzetten.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    1.Deze verordening is in burgerlijke zaken van toepassing op de bescherming in grensoverschrijdende situaties van volwassenen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen.

    2.Deze verordening is ook van toepassing op maatregelen met betrekking tot een volwassene die op het tijdstip waarop de maatregelen werden genomen, de leeftijd van 18 jaar niet had bereikt.

    3.De in lid 1 bedoelde aangelegenheden kunnen met name het volgende omvatten:

    a)de vaststelling van de handelingsonbekwaamheid van een volwassene en de instelling van een beschermingsregeling;

    b)de plaatsing van de volwassene onder de bescherming van een gerechtelijke of administratieve autoriteit;

    c)voogdij, curatele en overeenkomstige rechtsinstituten;

    d)de aanwijzing en de taken van enige persoon of instantie die belast is met de zorg voor de persoon of de goederen van de volwassene, of die de volwassene vertegenwoordigt of bijstaat;

    e)beslissingen over de plaatsing van de volwassene in een inrichting of op een andere plaats waar bescherming kan worden geboden;

    f)het beheer over, de instandhouding of de vervreemding van de goederen van de volwassene;

    g)de machtiging tot een bijzondere interventie ter bescherming van de persoon of de goederen van de volwassene.

    4.Deze verordening is niet van toepassing op:

    a)onderhoudsverplichtingen;

    b)de sluiting, de nietigverklaring en de ontbinding van een huwelijk of van een daarmee gelijk te stellen relatie, alsook de scheiding van tafel en bed;

    c)huwelijksvermogensregimes of soortgelijke regimes die van toepassing zijn op met het huwelijk gelijk te stellen relaties;

    d)trusts of erfopvolging;

    e)sociale zekerheid;

    f)overheidsmaatregelen van algemene aard op het gebied van gezondheidszorg;

    g)maatregelen met betrekking tot een persoon genomen op grond van door die persoon begane strafbare feiten;

    h)beslissingen inzake het recht op asiel en inzake toelating;

    i)maatregelen uitsluitend gericht op de openbare veiligheid.

    5.Lid 4 laat met betrekking tot de daarin bedoelde aangelegenheden onverlet de bevoegdheid van een persoon om als vertegenwoordiger van de volwassene op te treden. 

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1)“volwassene”: een persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;

    2)“maatregel”: elke door een autoriteit van een lidstaat genomen maatregel, ongeacht de benaming ervan, ter bescherming van een volwassene;

    3)“vertegenwoordigingsbevoegdheid”: door een volwassene op grond van een overeenkomst of een eenzijdige handeling toegekende bevoegdheden die moeten worden uitgeoefend wanneer die volwassene niet in staat is zijn of haar belangen te behartigen;

    4)“lidstaat van oorsprong”: de lidstaat waar de maatregel is genomen of de authentieke akte formeel is verleden;

    5)“authentieke akte”: een document inzake de bescherming van een volwassene dat in een lidstaat formeel als authentieke akte is verleden of geregistreerd en waarvan de authenticiteit:

    a)betrekking heeft op de ondertekening en de inhoud van de authentieke akte, en

    b)is vastgesteld door een overheidsinstantie of door een andere daartoe door de lidstaat van oorsprong bevoegd verklaarde instantie;

    6)“autoriteit”: elke gerechtelijke of administratieve autoriteit van een lidstaat die bevoegd is maatregelen te nemen ter bescherming van de persoon of de goederen van een volwassene;

    7)“autoriteit van oorsprong”: de autoriteit die de maatregel heeft genomen of de authentieke akte heeft verleden;

    8)“bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden”: vertegenwoordigingsbevoegdheden ten aanzien waarvan een bevoegde autoriteit heeft bevestigd dat de vertegenwoordiger aan wie deze bevoegdheden zijn toegekend, deze bevoegdheden mag uitoefenen;

    9)“bevoegde autoriteit”: een overheidsinstantie van een lidstaat met verantwoordelijkheden op het gebied van de bescherming van volwassenen;

    10)“systeem van gekoppelde registers”: een systeem voor de koppeling van beschermingsregisters en registers van andere vertegenwoordigingsbevoegdheden;

    11)“gedecentraliseerd IT-systeem”: een netwerk van IT-systemen en interoperabele toegangspunten onder de individuele verantwoordelijkheid en het individuele beheer van elke lidstaat en het Europees elektronisch toegangspunt, dat de veilige en betrouwbare grensoverschrijdende uitwisseling van informatie mogelijk maakt;

    12)“beschermingsregister”: een register waarin maatregelen ter bescherming van een volwassene of bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn geregistreerd;

    13)“Europees elektronisch toegangspunt”: een interoperabel toegangspunt als gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Verordening [...] [de digitaliseringsverordening].

    Artikel 4

    Verwijzingen naar het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000

    Wanneer in deze verordening wordt verwezen naar het HCCH-Verdrag van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen (“HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000”), is dat verdrag, dat aan deze verordening is gehecht, van overeenkomstige toepassing.

    Hoofdstuk II
    BEVOEGDHEID

    Artikel 5

    Algemene bevoegdheid

    Onverminderd artikel 6 van deze verordening, wordt de bevoegdheid bepaald overeenkomstig hoofdstuk II van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000.

    Artikel 6

    Bevoegdheidskeuze

    1.Niettegenstaande artikel 5, zijn de autoriteiten van een andere lidstaat dan de lidstaat waar de volwassene zijn of haar gewone verblijfplaats heeft, bevoegd indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

    a)de volwassene heeft gekozen voor de autoriteiten van die lidstaat toen hij of zij nog in staat was zijn of haar belangen te behartigen; 

    b)de bevoegdheidsuitoefening is in het belang van de volwassene; 

    c)de autoriteiten van een lidstaat die krachtens de artikelen 5 tot en met 8 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 bevoegd zijn, hebben hun bevoegdheid niet uitgeoefend.

    2.Wanneer de autoriteiten van een lidstaat hun bevoegdheid overeenkomstig lid 1 uitoefenen, stellen zij de overeenkomstig artikel 18 aangewezen centrale autoriteit van de lidstaat van de gewone verblijfplaats van de volwassene daarvan in kennis door middel van het formulier in bijlage IV.

    3.De in lid 1 bedoelde bevoegdheidskeuze wordt schriftelijk vastgelegd, en gedateerd en ondertekend door de volwassene. Als “schriftelijk” wordt tevens elke elektronische mededeling aangemerkt, waardoor de keuze duurzaam wordt geregistreerd. 

    4.De verwijzingen naar artikel 5 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 in artikel 7, leden 1, 2 en 3, de artikelen 9 en 10, en artikel 11, leden 1 en 2, van dat verdrag worden geacht ook naar dit artikel te verwijzen. De in artikel 10, lid 4, van dat verdrag bedoelde informatie wordt, in voorkomend geval, ook verstrekt aan de autoriteit die overeenkomstig lid 1 haar bevoegdheid heeft uitgeoefend.

    Artikel 7

    Niet-exclusieve bevoegdheid 

    De bevoegdheid die krachtens artikel 6 van deze verordening aan de door de volwassene gekozen autoriteiten wordt toegekend, is niet exclusief en belet met name niet dat de autoriteiten die krachtens de artikelen 5 en 6 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 bevoegd zijn, hun bevoegdheid uitoefenen wanneer de door de volwassene gekozen autoriteiten hun bevoegdheid niet hebben uitgeoefend of daarvan afstand hebben gedaan. 

    Hoofdstuk III
    TOEPASSELIJK RECHT

    Artikel 8

    Bepaling van het toepasselijke recht

    Het recht dat van toepassing is op de grensoverschrijdende bescherming van volwassenen wordt bepaald overeenkomstig hoofdstuk III van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000.

    Hoofdstuk IV
    ERKENNING EN TENUITVOERLEGGING VAN MAATREGELEN

    Afdeling 1
    Erkenning van maatregelen

    Artikel 9

    Erkenning van een maatregel

    1.Een door de autoriteiten van een lidstaat genomen maatregel wordt in de andere lidstaten erkend zonder dat er daartoe een speciale procedure vereist is.

    2.Iedere belanghebbende, met inbegrip van de volwassene op wie de maatregel betrekking heeft, kan de autoriteiten van een lidstaat verzoeken een beslissing te nemen over de erkenning of niet-erkenning van een in een andere lidstaat genomen maatregel.

    3.Indien de uitkomst van een procedure voor de autoriteit van een lidstaat afhangt van de beslissing over een incidentele vordering met betrekking tot de weigering of niet-weigering van erkenning, is die autoriteit bevoegd om van die vordering kennis te nemen.

    Artikel 10

    Gronden voor weigering van de erkenning

    De erkenning van een in een andere lidstaat genomen maatregel kan in de volgende gevallen worden geweigerd:

    a)indien de maatregel, behalve in spoedeisende gevallen, is genomen in het kader van een gerechtelijke of administratieve procedure zonder dat de volwassene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord; 

    b)indien de erkenning kennelijk strijdig is met de openbare orde van de aangezochte lidstaat; 

    c)indien de maatregel onverenigbaar is met een maatregel die naderhand is genomen in een derde land dat ingevolge artikel 5 of artikel 6 bevoegd zou zijn geweest, en deze latere maatregel voldoet aan de vereisten voor erkenning in de aangezochte lidstaat; 

    d)indien de in artikel 14 bedoelde procedure niet in acht is genomen.

    Afdeling 2
    Uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van maatregelen

    Artikel 11

    Uitvoerbaarheid (afschaffing van het exequatur)

    Een door de autoriteiten van een lidstaat genomen maatregel die in die lidstaat uitvoerbaar is, is in een andere lidstaat uitvoerbaar zonder dat er een verklaring van uitvoerbaarheid nodig is.

    Artikel 12

    Tenuitvoerlegging

    1.Onverminderd afdeling 3 wordt de procedure voor de tenuitvoerlegging van in een andere lidstaat genomen maatregelen beheerst door het recht van de lidstaat van tenuitvoerlegging. Een in een lidstaat genomen maatregel die in de aangezochte lidstaat uitvoerbaar is, wordt in de aangezochte lidstaat onder dezelfde voorwaarden ten uitvoer gelegd als een in die lidstaat genomen maatregel. 

    2.Niettegenstaande lid 1, zijn de in de aangezochte lidstaat wettelijk vastgestelde gronden voor weigering of voor schorsing van de tenuitvoerlegging van toepassing voor zover zij niet onverenigbaar zijn met de in artikel 10 genoemde gronden.

    Afdeling 3
    Gemeenschappelijke bepalingen

    Artikel 13

    Geen inhoudelijke toetsing

    Een door de autoriteiten van een lidstaat genomen maatregel mag in geen geval inhoudelijk worden getoetst.

    Artikel 14

    Procedure 

    1.Een persoon die de erkenning van een in een lidstaat genomen maatregel vraagt of betwist, of de tenuitvoerlegging van een dergelijke maatregel vraagt of zich op een dergelijke maatregel beroept voor de autoriteiten van een andere lidstaat, legt de volgende documenten over:

    a)een afschrift van de maatregel dat voldoet aan de voorwaarden tot vaststelling van de echtheid ervan; 

    b)een krachtens artikel 15 afgegeven attest.

    2.De autoriteit waarbij een in een andere lidstaat genomen maatregel wordt aangevoerd of waarbij de erkenning of tenuitvoerlegging van een in een andere lidstaat genomen maatregel wordt gevraagd of betwist, kan, indien nodig, van de aanvrager een vertaling of transliteratie van de inhoud van het in lid 1, punt b), bedoelde attest verlangen.

    Artikel 15

    Attest

    De autoriteit van oorsprong geeft op verzoek van een belanghebbende een attest af door middel van het formulier in bijlage I, waarin de inhoud van de maatregel wordt weergegeven. 

    Hoofdstuk V
    AUTHENTIEKE AKTEN

    Artikel 16

    Aanvaarding van authentieke akten

    1.Een in een lidstaat verleden authentieke akte heeft in een andere lidstaat dezelfde bewijskracht als in de lidstaat van oorsprong, of althans de daarmee meest vergelijkbare bewijskracht, mits dit niet kennelijk strijdig is met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

    2.De overgelegde authentieke akte voldoet aan de voorwaarden voor de vaststelling van de authenticiteit ervan in de lidstaat van oorsprong. 

    Artikel 17

    Attest

    Een persoon die van een authentieke akte gebruik wenst te maken in een andere lidstaat, kan de bevoegde autoriteit die de authentieke akte in de lidstaat van oorsprong formeel heeft verleden of geregistreerd, verzoeken het formulier in bijlage II in te vullen, waarin wordt vermeld welke bewijskracht de authentieke akte in de lidstaat van oorsprong heeft.

    Hoofdstuk VI
    SAMENWERKING

    Afdeling 1
    Centrale autoriteiten

    Artikel 18

    Aanwijzing van een centrale autoriteit

    1.Elke lidstaat wijst een of meer centrale autoriteiten aan om bijstand te verlenen bij de toepassing van deze verordening en preciseert de bevoegdheid ratione loci en ratione materiae van elke autoriteit.

    2.Wanneer een lidstaat meer dan één centrale autoriteit heeft aangewezen, moeten mededelingen direct aan de bevoegde centrale autoriteit worden toegezonden. Wordt een mededeling toegezonden aan een centrale autoriteit die niet bevoegd is, dan zendt deze autoriteit die mededeling door aan de bevoegde centrale autoriteit en stelt zij de afzender daarvan in kennis. 

    3.De lidstaten zorgen ervoor dat de centrale autoriteiten over toereikende en passende middelen op het gebied van personeel, hulpbronnen en moderne communicatiemiddelen beschikken teneinde hen in staat te stellen hun taken uit hoofde van deze verordening naar behoren uit te voeren.

    Artikel 19

    Taken van de centrale autoriteiten

    1.De centrale autoriteiten werken met elkaar samen en bevorderen de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten in hun lidstaten bij de toepassing van deze verordening.

    2.De centrale autoriteiten verstrekken informatie over de nationale wetgeving, procedures en diensten op het gebied van de bescherming van volwassenen en nemen de maatregelen die zij passend achten om de toepassing van deze verordening te verbeteren. 

    3.De centrale autoriteiten vergemakkelijken met alle mogelijke middelen de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten.

    Artikel 20

    Plaats waar een volwassene of een persoon die ondersteuning kan bieden zich bevindt

    De centrale autoriteit van een lidstaat verleent, rechtstreeks of via de bevoegde autoriteiten, op verzoek van een autoriteit van een andere lidstaat bijstand bij het achterhalen van de verblijfplaats van:

    a)een volwassene wanneer blijkt dat deze zich mogelijk op het grondgebied van de aangezochte lidstaat bevindt en bescherming behoeft;

    b)een persoon die volgens de door de volwassene of een andere bevoegde autoriteit verstrekte informatie de volwassene waarschijnlijk ondersteuning kan bieden, wanneer blijkt dat die persoon zich mogelijk op het grondgebied van de aangezochte lidstaat bevindt.

    Artikel 21

    Plaatsing

    1.Indien een autoriteit van een lidstaat overweegt de volwassene te plaatsen in een in een andere lidstaat gevestigde inrichting of andere instelling waar bescherming kan worden geboden, vraagt zij daarvoor eerst de toestemming aan een centrale autoriteit van die andere lidstaat. Daartoe zendt zij, met behulp van het formulier in bijlage VI, de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat een verslag over de volwassene toe, met vermelding van de redenen voor de voorgestelde maatregel.

    2.Lid 1 is niet van toepassing wanneer er wordt overwogen de volwassene bij een particulier te plaatsen.

    3.Tenzij dit als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk blijkt, wordt de beslissing tot verlening of weigering van toestemming uiterlijk zes weken na de ontvangst van het verzoek toegezonden aan de verzoekende autoriteit.

    4.De leden 1, 2 en 3 beletten de centrale autoriteiten of de bevoegde autoriteiten niet om met de centrale autoriteiten of de bevoegde autoriteiten van een of meer andere lidstaten overeenkomsten of regelingen aan te gaan of te handhaven ter vereenvoudiging van de raadplegingsprocedure voor het verkrijgen van toestemming in het kader van hun wederzijdse betrekkingen.

    Artikel 22

    Aanwijzing van een vertegenwoordiger in het buitenland

    1.Wanneer de autoriteit van een lidstaat overweegt een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat aan te wijzen als vertegenwoordiger van een volwassene met het oog op de verlening van ondersteuning bij de tenuitvoerlegging van een maatregel, zendt zij haar verzoek toe aan de centrale autoriteit van de aangezochte staat door middel van het formulier in bijlage VII

    2.Indien de aangezochte centrale autoriteit zulks verlangt, zorgt de verzoekende autoriteit voor de onverwijlde terugbetaling van het volgende:

    a)de aan de vertegenwoordiger betaalde vergoedingen, en 

    b)de kosten van de tenuitvoerlegging van de maatregel in die andere lidstaat. 

    3.De aangezochte centrale autoriteit kan, alvorens het verzoek uit te voeren, de verzoekende autoriteit verzoeken om een passend deposito of voorschot te storten ter dekking van de verschuldigde kosten. 

    4.De verplichting voor de partijen om de in lid 2 bedoelde vergoedingen en kosten te betalen of het in lid 3 bedoelde deposito of voorschot te storten, wordt beheerst door het recht van de lidstaat van de verzoekende autoriteit.

    Artikel 23

    Vergaderingen van de centrale autoriteiten

    1.Op gezette tijden worden er vergaderingen van de centrale autoriteiten gehouden teneinde de toepassing van deze verordening te vergemakkelijken.

    2.De vergaderingen van de centrale autoriteiten worden met name door de Commissie bijeengeroepen in het kader van het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken overeenkomstig Beschikking 2001/470/EG van de Raad 25 .

    Afdeling 2
    Bevoegde autoriteiten

    Artikel 24

    Tenuitvoerlegging van maatregelen

    De bevoegde autoriteiten van een lidstaat kunnen de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat om bijstand verzoeken bij de tenuitvoerlegging van maatregelen.

    Artikel 25

    Informatie-uitwisseling tussen autoriteiten

    1.Wanneer een maatregel wordt overwogen, kunnen de autoriteiten van een lidstaat, indien de omstandigheden van de volwassene dit vereisen, elke autoriteit van een andere lidstaat die informatie heeft die relevant is voor de bescherming van de volwassene, verzoeken deze informatie te verstrekken.

    2.Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt rechtstreeks of via de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat toegezonden.

    Artikel 26

    Ernstig gevaar

    1.Wanneer de volwassene is blootgesteld aan een ernstig gevaar, doen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar maatregelen voor de bescherming van de volwassene zijn genomen of worden overwogen, indien hun wordt medegedeeld dat de verblijfplaats van de volwassene is overgebracht naar of dat de volwassene zich bevindt in een andere lidstaat, aan de bevoegde autoriteiten van die andere lidstaat mededeling van dit gevaar en van de genomen of overwogen maatregelen.

    2.De in lid 1 bedoelde informatie wordt rechtstreeks of via de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat toegezonden.

    Artikel 27

    Rechtstreekse communicatie en samenwerking tussen autoriteiten

    1.Voor de toepassing van deze verordening kunnen de autoriteiten van de lidstaten onderling samenwerken en rechtstreeks met elkaar communiceren of informatie aan elkaar vragen, mits bij deze communicatie de procedurele rechten van partijen bij de procedure en de vertrouwelijkheid van de informatie in acht worden genomen.

    2.De in lid 1 bedoelde samenwerking kan plaatsvinden met alle middelen die de autoriteit passend acht, en kan met name betrekking hebben op mededelingen in het kader van:

    a)artikel 5

    b)dit hoofdstuk.

    3.Voor mededelingen uit hoofde van artikel 8 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 kunnen de autoriteiten van de lidstaten gebruikmaken van het formulier in bijlage VIII bij deze verordening.

    4.Voor informatieverstrekking aan de autoriteiten van een andere lidstaat uit hoofde van de artikelen 7, 10 en 11 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000, kunnen de autoriteiten van de lidstaten gebruikmaken van het formulier in bijlage IX bij deze verordening. 

    Afdeling 3
    Algemene bepalingen

    Artikel 28

    Bemiddeling en alternatieve geschillenbeslechting

    De centrale autoriteiten en bevoegde autoriteiten van de lidstaten moedigen, rechtstreeks of via andere instanties, het gebruik van bemiddeling of andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting aan om tot minnelijke schikkingen te komen voor de bescherming van de persoon of de goederen van een volwassene in situaties waarop deze verordening van toepassing is.

    Artikel 29

    Niet-openbaarmaking van informatie

    De centrale autoriteiten en bevoegde autoriteiten van de lidstaten maken de voor de toepassing van deze verordening verzamelde of toegezonden informatie niet openbaar noch bevestigen zij deze, indien zij vaststellen dat zulks:

    a)de gezondheid, veiligheid of vrijheid van de volwassene of een andere persoon in gevaar brengt;

    b)een bedreiging vormt voor de goederen van de volwassene. 

    Artikel 30

    Kosten van de centrale autoriteiten en de bevoegde autoriteiten

    1.De door de centrale autoriteiten en de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deze verordening verleende bijstand is kosteloos.

    2.Onverminderd artikel 37, lid 2, draagt elke centrale autoriteit en elke bevoegde autoriteit de eigen kosten voor de toepassing van deze verordening.

    Artikel 31

    Talen

    1.De uit hoofde van dit hoofdstuk ingediende verzoeken of aanvragen worden gesteld in de officiële taal van de aangezochte lidstaat of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat zijn, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats van vestiging van de betrokken centrale autoriteit of de betrokken bevoegde autoriteit of in een andere officiële taal van de instellingen van de Europese Unie die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te kunnen aanvaarden, tenzij de centrale autoriteit of bevoegde autoriteit van deze lidstaat vrijstelling van vertaling heeft verleend.

    2.De documenten die bij het verzoek of de aanvraag zijn gevoegd, worden niet vertaald in de overeenkomstig lid 1 bepaalde taal, tenzij een vertaling noodzakelijk is om de gevraagde bijstand te verlenen.

    Artikel 32

    Formulieren

    De bevoegde autoriteiten en de centrale autoriteiten kunnen de in de bijlagen V en X bij deze verordening opgenomen formulieren gebruiken voor de verzending en de ontvangstbevestiging van een verzoek uit hoofde van dit hoofdstuk.

    Artikel 33

    Rechtsbijstand

    De aanvrager die in de lidstaat van oorsprong in aanmerking kwam voor gehele of gedeeltelijke kosteloze rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven, komt in aanmerking voor de meest gunstige rechtsbijstand of voor de meest ruime vrijstelling die in het recht van de aangezochte lidstaat is vastgesteld:

    a)voor procedures tot erkenning of tenuitvoerlegging van een maatregel;

    b)voor de betekening of kennisgeving van een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk in een andere lidstaat; 

    c)voor de uit hoofde van dit hoofdstuk vastgestelde procedures.

    Hoofdstuk VII
    EUROPESE VERKLARING VAN VERTEGENWOORDIGING

    Artikel 34

    Instelling van een Europese verklaring van vertegenwoordiging

    1.Bij deze verordening wordt er een Europese verklaring van vertegenwoordiging (“de verklaring”) ingesteld, die wordt afgegeven om in een andere lidstaat te worden gebruikt en die de in artikel 40 omschreven rechtsgevolgen heeft.

    2.Het gebruik van de verklaring is niet verplicht.

    3.De verklaring komt niet in de plaats van de interne documenten die in de lidstaten voor soortgelijke doeleinden worden gebruikt. Zodra de verklaring is afgegeven om in een andere lidstaat te worden gebruikt, heeft zij echter ook in de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteiten haar overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk hebben afgegeven, de in artikel 40 omschreven rechtsgevolgen.

    Artikel 35

    Doel van de verklaring

    1.De verklaring wordt afgegeven ten behoeve van vertegenwoordigers die zich in een andere lidstaat moeten beroepen op hun bevoegdheid om volwassenen te vertegenwoordigen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen. 

    2.De verklaring kan worden gebruikt om aan te tonen dat de vertegenwoordiger op grond van een maatregel of een bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheid bevoegd is de volwassene te vertegenwoordigen, met name met betrekking tot een of meer van de volgende aangelegenheden: 

    a)de controle, het beheer en de vervreemding van de onroerende goederen of andere activa van de volwassene;

    b)de verwerving van onroerende goederen of andere activa namens of voor rekening van de volwassene;

    c)de uitvoering van een door de volwassene gesloten overeenkomst;

    d)de uitoefening, voor rekening van de volwassene, van een handels‑ of andere activiteit;

    e)de vervulling van de verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen van de volwassene;

    f)de afhandeling van gerechtelijke procedures namens of voor rekening van de volwassene;

    g)medische beslissingen, waaronder het verlenen en weigeren van toestemming voor de uitvoering van een medische behandeling; 

    h)beslissingen betreffende het persoonlijke welzijn en de verblijfplaats van de volwassene. 

    Artikel 36

    Bevoegdheid tot afgifte van de verklaring

    1.De verklaring wordt afgegeven in de lidstaat waar een maatregel is genomen of waar de vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn bevestigd met betrekking tot een volwassene.

    2.De autoriteit van afgifte van de in lid 1 bedoelde lidstaat is:

    a)de bevoegde autoriteit die een maatregel heeft genomen of de vertegenwoordigingsbevoegdheden heeft bevestigd met betrekking tot de volwassene; 

    b)een andere door de lidstaat aangewezen bevoegde autoriteit die toegang heeft tot de informatie over de genomen maatregel of de bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden.

    Artikel 37

    Aanvraag voor een verklaring 

    1.De verklaring wordt afgegeven op aanvraag van een vertegenwoordiger die krachtens een in een lidstaat genomen maatregel of in een lidstaat bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden bevoegd is de volwassene te vertegenwoordigen (“de aanvrager”). 

    2.De lidstaten zorgen ervoor dat de eventuele vergoeding voor het verkrijgen van de verklaring niet hoger is dan de kosten voor het opstellen ervan.

    Artikel 38

    Afgifte van de verklaring

    1.Na ontvangst van de aanvraag voor de verklaring verifieert de autoriteit van afgifte of:

    a)de aanvrager het recht heeft de verklaring aan te vragen conform de bevoegdheden die aan hem of haar zijn toegekend uit hoofde van de maatregel die is genomen of de vertegenwoordigingsbevoegdheden die zijn bevestigd in de lidstaat van de autoriteit van afgifte (“de bronmaatregel” of “de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden”);

    b)de te staven gegevens in overeenstemming zijn met die bronmaatregel of die door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden; 

    c)die bronmaatregel of die door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden geldig blijft of blijven en niet is of zijn vervangen door een latere maatregel of latere bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden.

    2.De autoriteit van afgifte verifieert alle in lid 1 vermelde elementen, met name aan de hand van de informatie en documenten waarover zij beschikt. Zij kan ook verder onderzoek verrichten dat nodig is om deze elementen te verifiëren. In dit verband kan zij de aanvrager en/of de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat verzoeken om de informatie of documenten die zij nodig acht om de te staven gegevens te verifiëren.

    3.Met het oog op de verificatie van de in lid 1 vermelde elementen raadpleegt de autoriteit van afgifte, indien mogelijk, ook het in hoofdstuk VIII vastgestelde systeem van gekoppelde registers. 

    4.De aanvrager verstrekt de autoriteit van afgifte, op verzoek, de in lid 1 bedoelde documenten of informatie. Evenzo verstrekken de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten de autoriteit van afgifte, op verzoek, de documenten of informatie waarover zij beschikken, indien die bevoegde autoriteiten krachtens het nationale recht gemachtigd zouden zijn dergelijke informatie aan een andere nationale autoriteit te verstrekken.

    5.De autoriteit van afgifte geeft de verklaring onverwijld af zodra alle in lid 1 vermelde elementen met goed gevolg zijn geverifieerd. De verklaring wordt ook afgegeven indien de gewone verblijfplaats van de volwassene naar een andere lidstaat of een derde land is overgebracht. De verklaring wordt niet afgegeven indien de bronmaatregel of de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden of de te staven elementen worden betwist, tenzij deze maatregel of bevoegdheden voorlopig van toepassing is of zijn.

    6.De verklaring wordt afgegeven door middel van het formulier in bijlage III.

    7.De verklaring wordt opgesteld en afgegeven in de taal van de lidstaat van de autoriteit van afgifte. De verklaring mag op verzoek van de aanvrager ook worden afgegeven in een andere officiële taal van de instellingen van de Unie. Dit schept geen verplichting voor de autoriteit die de verklaring afgeeft om voor een vertaling of transliteratie van de vertaalbare inhoud van de vrije tekstvelden te zorgen.

    8.De autoriteit van afgifte doet al het nodige om de volwassene en eenieder met een gerechtvaardigd belang in kennis te stellen van de afgifte van een verklaring. 

    9.De verklaring is geldig voor een periode van een jaar. In gerechtvaardigde gevallen kan de autoriteit van afgifte beslissen dat de geldigheidsduur langer of korter moet zijn, met name wanneer de geldigheidsduur van de bronmaatregel langer of korter is dan een jaar.

    Artikel 39

    Inhoud van de verklaring

    1.In de verklaring wordt vermeld welke bevoegdheden de vertegenwoordiger van een volwassene heeft of, in voorkomend geval, in negatieve zin, welke bevoegdheden hij of zij niet heeft. In voorkomend geval worden in de verklaring ook de beperkingen van deze bevoegdheden of de aan die bevoegdheden verbonden voorwaarden vermeld. 

    Artikel 40

    Rechtsgevolgen van de verklaring

    1.De verklaring heeft rechtsgevolgen in alle lidstaten, zonder dat er daartoe een speciale procedure vereist is.

    2.De verklaring wordt geacht nauwkeurig de elementen weer te geven die zijn vastgesteld krachtens het recht dat van toepassing is op de bronmaatregel of de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden of krachtens enig ander recht dat op specifieke elementen ervan van toepassing is. De persoon die in de verklaring is vermeld als vertegenwoordiger van een volwassene, wordt geacht over de in de verklaring genoemde bevoegdheden te beschikken, zonder dat aan die bevoegdheden andere voorwaarden of beperkingen worden verbonden dan die welke in de verklaring zijn vermeld. Dit vermoeden geldt echter niet voor elementen die niet onder deze verordening vallen.

    3.Eenieder die op basis van de in een geldige verklaring geattesteerde informatie in contact treedt met een persoon die volgens de verklaring de vertegenwoordiger van de volwassene is met betrekking tot een bepaalde aangelegenheid, wordt geacht in contact te zijn getreden met een persoon die bevoegd is de volwassene met betrekking tot die aangelegenheid te vertegenwoordigen, tenzij de betrokkene weet dat de inhoud van de verklaring onjuist of ongeldig is of als gevolg van grove nalatigheid geen weet heeft van deze onjuistheid of ongeldigheid.

    Artikel 41

    Gewaarmerkte afschriften van de verklaring

    1.De autoriteit van afgifte bewaart het origineel van de verklaring en verstrekt een of meer gewaarmerkte afschriften aan de aanvrager.

    2.Voor de toepassing van artikel 42, lid 3, en artikel 44, lid 2, houdt de autoriteit van afgifte een lijst bij van de overeenkomstig lid 1 van dit artikel afgegeven gewaarmerkte afschriften.

    3.Het einde van de geldigheidsduur van een gewaarmerkt afschrift komt overeen met het einde van de geldigheidsduur van de verklaring overeenkomstig artikel 38, lid 9, en wordt op het gewaarmerkte afschrift vermeld als vervaldatum. Na het verstrijken van deze geldigheidsduur, moet iedere houder van een gewaarmerkt afschrift die de verklaring voor de in artikel 35 genoemde doeleinden wil kunnen gebruiken, een nieuwe verklaring aanvragen bij de autoriteit van afgifte.

    Artikel 42

    Correctie, wijziging of intrekking van de verklaring

    1.Schrijffouten in de verklaring worden door de autoriteit van afgifte op verzoek van eenieder met een gerechtvaardigd belang dan wel ambtshalve, gecorrigeerd.

    2.Op verzoek van eenieder met een gerechtvaardigd belang of, indien mogelijk krachtens het nationale recht, ambtshalve, wijzigt de autoriteit van afgifte de verklaring of trekt zij deze in, indien is aangetoond dat de verklaring of onderdelen daarvan onjuist of ongeldig zijn.

    3.De autoriteit van afgifte stelt eenieder die overeenkomstig artikel 41, lid 1, gewaarmerkte afschriften van de verklaring heeft ontvangen, onverwijld in kennis van elke correctie, wijziging of intrekking van de verklaring.

    Artikel 43

    Beroepsprocedures

    1.Tegen de door de autoriteit van afgifte overeenkomstig artikel 38 genomen beslissingen betreffende de afgifte van een verklaring of de weigering tot afgifte van een verklaring, kan door eenieder met een gerechtvaardigd belang beroep worden ingesteld. 

    Tegen de door de autoriteit van afgifte overeenkomstig artikel 42 en artikel 44, lid 1, punt a), genomen beslissingen kan door eenieder met een gerechtvaardigd belang beroep worden ingesteld.

    Het beroep moet bij een gerechtelijke autoriteit van de lidstaat van de autoriteit van afgifte worden ingesteld, overeenkomstig het recht van die lidstaat. 

    2.De lidstaten delen de Commissie mee welke gerechtelijke autoriteiten bevoegd zijn voor de behandeling van de in lid 1 bedoelde beroepsprocedures. 

    3.Indien uit de beslissing over het in lid 1 bedoelde beroep blijkt dat de verklaring onjuist of ongeldig is, corrigeert of wijzigt de bevoegde gerechtelijke autoriteit de verklaring of trekt zij deze in of zorgt zij ervoor dat de autoriteit van afgifte de verklaring corrigeert, wijzigt of intrekt.

    Indien uit de beslissing over het in lid 1 bedoelde beroep blijkt dat de weigering tot afgifte van de verklaring ongegrond was, geeft de bevoegde gerechtelijke autoriteit de verklaring af of zorgt zij ervoor dat de autoriteit van afgifte de zaak opnieuw behandelt en een nieuwe beslissing neemt.

    Artikel 44

    Opschorting van de rechtsgevolgen van de verklaring

    1.De rechtsgevolgen van de verklaring kunnen worden opgeschort door een van de volgende bevoegde autoriteiten:

    a)de autoriteit van afgifte, op verzoek van eenieder met een gerechtvaardigd belang, in afwachting van een wijziging of intrekking van de verklaring overeenkomstig artikel 42

    b)de in artikel 43 bedoelde gerechtelijke autoriteit, op verzoek van eenieder die gerechtigd is beroep in te stellen tegen een beslissing van de autoriteit van afgifte, in afwachting van een beslissing over het beroep. 

    2.De autoriteit van afgifte of, in voorkomend geval, de gerechtelijke autoriteit stelt eenieder die overeenkomstig artikel 41, lid 1, gewaarmerkte afschriften van de verklaring heeft ontvangen, onverwijld in kennis van de opschorting van de rechtsgevolgen van de verklaring.

    Zolang de rechtsgevolgen van de verklaring zijn opgeschort, mogen er geen gewaarmerkte afschriften van de verklaring worden afgegeven.

    Hoofdstuk VIII
    INSTELLING EN KOPPELING VAN BESCHERMINGSREGISTERS

    Artikel 45

    Instelling van beschermingsregisters

    1.Uiterlijk [twee jaar na de begindatum van toepassing van deze verordening] worden er door de lidstaten op hun grondgebied een of meer registers ingesteld en bijgehouden waarin er informatie wordt geregistreerd over beschermingsmaatregelen en, indien hun nationale recht voorziet in de bevestiging van vertegenwoordigingsbevoegdheden door een bevoegde autoriteit, over die vertegenwoordigingsbevoegdheden (“beschermingsregisters”).

    2.De informatie die in de in lid 1 bedoelde registers wordt geregistreerd, omvat het volgende (“verplichte informatie”):

    a)de vermelding dat er een maatregel is genomen of, in voorkomend geval, dat er vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn toegekend of bevestigd;

    b)de datum van de eerste maatregel en de datum van latere maatregelen of, in voorkomend geval, de datum waarop de vertegenwoordigingsbevoegdheden door een volwassene zijn toegekend of door een bevoegde autoriteit zijn bevestigd;

    c)in het geval van voorlopige toepassing van een maatregel of een beslissing inzake vertegenwoordigingsbevoegdheden, de datum waarop de termijn voor het aanvechten van de maatregel of de beslissing inzake vertegenwoordigingsbevoegdheden verstrijkt;

    d)in voorkomend geval, de datum waarop de maatregelen of de vertegenwoordigingsbevoegdheden verstrijken of zullen worden herzien;

    e)de bevoegde autoriteit die de maatregel heeft genomen, gewijzigd of beëindigd, dan wel de vertegenwoordigingsbevoegdheden heeft geregistreerd, bevestigd, gewijzigd of beëindigd;

    f)naam, geboorteplaats en -datum van de volwassene en, in voorkomend geval, zijn of haar nationaal identificatienummer.

    3.De in lid 1 bedoelde informatie wordt zo spoedig mogelijk in de beschermingsregisters bekendgemaakt nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)de autoriteiten van de lidstaat hebben:

    i)een maatregel genomen, gewijzigd of beëindigd, of

    ii)de door een volwassene toegekende vertegenwoordigingsbevoegdheden bevestigd, gewijzigd of beëindigd; 

    b)de termijn voor het instellen van beroep tegen de maatregel of tegen de beslissing over de vertegenwoordigingsbevoegdheden is verstreken, tenzij de maatregel of de vertegenwoordigingsbevoegdheden voorlopig van toepassing is of zijn.

    4.Lid 1 belet de lidstaten niet om in hun beschermingsregisters aanvullende documenten of gegevens op te nemen, zoals de naam van de vertegenwoordiger of de aard en de omvang van de vertegenwoordiging.

    Artikel 46

    Interoperabiliteit van registers van andere vertegenwoordigingsbevoegdheden

    Uiterlijk [twee jaar na de begindatum van toepassing van deze verordening] zorgen de lidstaten waar het nationale recht voorziet in elektronische registers met informatie over andere vertegenwoordigingsbevoegdheden die door een bevoegde autoriteit zijn geregistreerd, en waar het nationale recht niet voorziet in de bevestiging van dergelijke vertegenwoordigingsbevoegdheden, ervoor dat die registers de in artikel 45, lid 2, bedoelde verplichte informatie bevatten.

    Artikel 47

    Koppeling van registers

    1.Door middel van uitvoeringshandelingen zet de Commissie een gedecentraliseerd systeem van gekoppelde registers (“systeem van gekoppelde registers”) op dat bestaat uit: 

    a)de in artikel 45 bedoelde beschermingsregisters van de lidstaten waarin er beschermingsmaatregelen zijn opgenomen en, in voorkomend geval, de in artikel 45 bedoelde beschermingsregisters van de lidstaten waarin er bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn opgenomen en de in artikel 46 bedoelde registers van de lidstaten waarin er andere vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn opgenomen; 

    b)een centraal elektronisch toegangspunt tot de informatie in het systeem. 

    2.Het systeem van gekoppelde registers voorziet in een zoekfunctie in alle officiële talen van de Unie teneinde het volgende beschikbaar te stellen:

    a)de in artikel 45, lid 2, bedoelde verplichte informatie; 

    b)alle andere documenten of gegevens in de beschermingsregisters of andere registers van vertegenwoordigingsbevoegdheden die de lidstaten via het systeem van gekoppelde registers beschikbaar wensen te stellen.

    Artikel 48

    Voorwaarden voor toegang tot gegevens via het systeem van gekoppelde registers

    1.De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 47, lid 2, bedoelde informatie kosteloos beschikbaar is via het systeem van gekoppelde registers.

    2.De via het systeem van gekoppelde registers beschikbare informatie is alleen beschikbaar voor de bevoegde autoriteiten of de centrale autoriteiten van een lidstaat die:

    a)krachtens hun nationale recht toegang hebben tot de verplichte informatie; 

    b)een gerechtvaardigd belang hebben bij toegang tot deze informatie.

    3.Voor de toepassing van lid 2, punt a), voorzien de lidstaten in de middelen om die bevoegde autoriteiten of centrale autoriteiten toegang te verlenen tot het systeem van gekoppelde registers.

    4.Op verzoek van die bevoegde autoriteiten of centrale autoriteiten verleent het systeem van gekoppelde registers hun automatisch toegang tot de in artikel 47, lid 2, bedoelde informatie.

    Hoofdstuk IX
    DIGITALE COMMUNICATIE

    Artikel 49

    Middelen voor communicatie tussen bevoegde autoriteiten of centrale autoriteiten

    1.Schriftelijke communicatie tussen bevoegde autoriteiten of centrale autoriteiten, met inbegrip van de uitwisseling van de in de bijlagen I tot en met X opgenomen formulieren, geschiedt via een beveiligd en betrouwbaar gedecentraliseerd IT-systeem.

    2.Het gebruik van het gedecentraliseerde IT-systeem kan ongeschikt zijn voor rechtstreekse communicatie tussen autoriteiten uit hoofde van artikel 27, lid 1, en in plaats daarvan mogen er andere communicatiemiddelen worden gebruikt.

    3.Indien elektronische communicatie overeenkomstig lid 1 niet mogelijk is wegens de verstoring van het gedecentraliseerde IT-systeem, wegens de aard van het verzonden materiaal of wegens uitzonderlijke omstandigheden, vindt de verzending plaats met behulp van de snelste, meest geschikte alternatieve middelen, rekening houdend met de noodzaak om een veilige en betrouwbare uitwisseling van informatie te waarborgen.

    Artikel 50

    Communicatie via het Europees elektronisch toegangspunt

    1.Het Europees elektronisch toegangspunt dat overeenkomstig artikel 4 van Verordening EU [...] [de digitaliseringsverordening] op het Europees e-justitieportaal is ingesteld, kan worden gebruikt voor elektronische communicatie tussen natuurlijke personen en rechtspersonen en de bevoegde autoriteiten en de autoriteiten van afgifte van de lidstaten in verband met:

    a)procedures voor een beslissing over de erkenning of niet-erkenning van een in een lidstaat genomen maatregel overeenkomstig artikel 10;

    b)een aanvraag voor de afgifte van het attest overeenkomstig de artikelen 15 en 17;

    c)een aanvraag voor de afgifte, correctie, wijziging, intrekking, opschorting of betwisting van de Europese verklaring van vertegenwoordiging overeenkomstig hoofdstuk VII.

    2.Artikel 4, lid 3, artikel 5, leden 2 en 3, en artikel 6 van Verordening EU [...] [de digitaliseringsverordening] zijn van toepassing op elektronische communicatie overeenkomstig lid 1.

    Artikel 51

    Elektronische handtekeningen en elektronische zegels

    1.Het in Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad 26 vastgestelde algemene kader voor het gebruik van vertrouwensdiensten is van toepassing op de elektronische communicatie uit hoofde van deze verordening.

    2.Indien een document dat wordt verzonden in het kader van de elektronische communicatie als bedoeld in artikel 49, lid 1, een zegel of handgeschreven handtekening vereist of daarvan is voorzien, mogen in de plaats daarvan gekwalificeerde elektronische zegels of gekwalificeerde elektronische handtekeningen zoals omschreven in Verordening (EU) nr. 910/2014 worden gebruikt.

    3.Indien een document dat wordt verzonden in het kader van de elektronische communicatie als bedoeld in artikel 50, een zegel of handgeschreven handtekening vereist of daarvan is voorzien, mogen in de plaats daarvan geavanceerde elektronische zegels, geavanceerde elektronische handtekeningen, gekwalificeerde elektronische zegels of gekwalificeerde elektronische handtekeningen zoals omschreven in Verordening (EU) nr. 910/2014 worden gebruikt.

    Artikel 52

    Rechtsgevolgen van elektronische documenten

    Documenten die worden verzonden in het kader van elektronische communicatie worden hun rechtsgevolgen niet ontzegd en worden niet beschouwd als ontoelaatbaar bij grensoverschrijdende gerechtelijke procedures uit hoofde van deze verordening louter op grond van het feit dat het document elektronisch is.

    Hoofdstuk X
    GEGEVENSBESCHERMING 

    Artikel 53

    Algemene bepalingen betreffende gegevensbescherming

    1.De voor de toepassing van deze verordening vereiste persoonsgegevens worden door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten verwerkt met het oog op de stroomlijning van grensoverschrijdende procedures en de samenwerking tussen de lidstaten op de onder deze verordening vallende gebieden, en dus ter verbetering van de bescherming van volwassenen in internationale situaties. In het bijzonder worden persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening verwerkt met het oog op:

    a)het bepalen van de lidstaten waarvan de autoriteiten bevoegd zijn uit hoofde van hoofdstuk II;

    b)het bepalen van het recht dat van toepassing is op maatregelen en vertegenwoordigingsbevoegdheden uit hoofde van hoofdstuk III;

    c)het vergemakkelijken van grensoverschrijdende procedures voor de erkenning en tenuitvoerlegging van maatregelen uit hoofde van hoofdstuk IV, met inbegrip van het verkrijgen van een beslissing tot erkenning of niet-erkenning van een maatregel overeenkomstig artikel 10 en het overleggen van documenten ten behoeve van het aanvoeren of tenuitvoerleggen van de maatregel overeenkomstig artikel 14

    d)het vergemakkelijken van de aanvaarding van authentieke akten in alle lidstaten uit hoofde van hoofdstuk V;

    e)de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten uit hoofde van hoofdstuk VI en in het kader van hun digitale communicatie overeenkomstig artikel 49;

    f)de elektronische communicatie met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, waarvan natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen gebruikmaken in verband met specifieke procedures en aanvragen uit hoofde van deze verordening;

    g)de afgifte van de attesten uit hoofde van de artikelen 15 en 17, van de in de bijlagen opgenomen formulieren ter vereenvoudiging van de grensoverschrijdende samenwerking en van een Europese verklaring van vertegenwoordiging uit hoofde van hoofdstuk VII.

    2.De krachtens deze verordening te verwerken persoonsgegevens zijn die welke zijn opgenomen in de documenten die voor de in lid 1 genoemde doeleinden worden behandeld door de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten van de lidstaten. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening wordt beperkt tot hetgeen noodzakelijk is voor de in lid 1 genoemde doeleinden, onverminderd verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang overeenkomstig artikel 5, lid 1, punt b), en artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679.

    3.Voor de toepassing van deze verordening worden de bevoegde autoriteiten en centrale autoriteiten die door de lidstaten zijn gemachtigd om deze verordening toe te passen, beschouwd als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/679. Verwerkingsverantwoordelijken zorgen voor de beveiliging, integriteit, authenticiteit en vertrouwelijkheid van de gegevens die voor de in lid 1 genoemde doeleinden worden verwerkt.

    4.Niettegenstaande lid 3, wordt de Commissie beschouwd als een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door het Europees elektronisch toegangspunt overeenkomstig artikel 50. Deze verwerking heeft tot doel te voorzien in middelen voor elektronische communicatie met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, waarvan natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen gebruikmaken in verband met specifieke procedures en aanvragen uit hoofde van deze verordening. De Commissie neemt de nodige technische maatregelen om de beveiliging van de doorgegeven persoonsgegevens te waarborgen, met name de vertrouwelijkheid en integriteit van elke doorgifte.

    Artikel 54

    Gegevens waartoe toegang is verkregen via het systeem van gekoppelde registers

    1.Niettegenstaande artikel 53, zijn de leden 2 tot en met 5 van dit artikel van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van hoofdstuk VIII betreffende de instelling van beschermingsregisters en de koppeling van registers. 

    2.De verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van hoofdstuk VIII wordt beperkt tot hetgeen noodzakelijk is om de grensoverschrijdende verstrekking van informatie over een maatregel of vertegenwoordigingsbevoegdheden met betrekking tot een bepaalde volwassene te vergemakkelijken. Onverminderd artikel 47, lid 2, punt b), wordt de verwerking beperkt tot de persoonsgegevens die voorkomen in de in artikel 45, lid 2, bedoelde verplichte informatie.

    3.Persoonsgegevens worden opgeslagen in de in artikel 45, lid 1, bedoelde beschermingsregisters van de lidstaten of in de in artikel 46 bedoelde registers van andere vertegenwoordigingsbevoegdheden. De bewaartermijn van gegevens in het systeem van gekoppelde registers is beperkt tot de tijd die nodig is om die registers te koppelen en om het opvragen van en de toegang tot de gegevens uit die registers mogelijk te maken. 

    4.De lidstaten zijn overeenkomstig artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/679 verantwoordelijk voor het verzamelen en opslaan van gegevens in de in de artikelen 45 en 46 bedoelde registers en voor het nemen van beslissingen over het beschikbaar stellen van die gegevens in het in artikel 47 bedoelde systeem van gekoppelde registers. 

    5.Met betrekking tot het in artikel 47 bedoelde systeem van gekoppelde registers wordt de Commissie beschouwd als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725. Zij stelt de nodige technische oplossingen vast met het oog op de uitvoering van haar taken in het kader van deze functie. De Commissie neemt met name de nodige technische maatregelen om de beveiliging van persoonsgegevens tijdens de doorgifte ervan, en meer bepaald de vertrouwelijkheid en integriteit ervan, te waarborgen.

    Hoofdstuk XI
    GEDELEGEERDE HANDELINGEN

    Artikel 55

    Delegatie van bevoegdheden

    De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 56 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlagen I tot en met X teneinde deze bijlagen bij te werken of daarin technische wijzigingen aan te brengen.

    Artikel 56

    Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

    1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 

    2.De in artikel 55 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [datum van inwerkingtreding van deze verordening].

    3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 55 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    4.Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

    5.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

    6.Een overeenkomstig artikel 55 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

    Hoofdstuk XII
    ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 57

    Legalisatie of een soortgelijke formaliteit

    In het kader van deze verordening is er geen legalisatie of een soortgelijke formaliteit vereist.

    Artikel 58

    Verhouding tot andere instrumenten

    1.Deze verordening laat onverlet de toepassing van internationale verdragen waarbij een of meer lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van de verordening partij zijn en die betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze verordening van toepassing is. 

    2.Niettegenstaande lid 1, heeft deze verordening tussen de lidstaten voorrang op verdragen die uitsluitend tussen twee of meer lidstaten zijn gesloten, voor zover dergelijke verdragen betrekking hebben op aangelegenheden die onder deze verordening vallen.

    Artikel 59

    Verhouding tot het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000

    1.Wat de verhouding tot het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 betreft, is deze verordening van toepassing:

    a)met inachtneming van lid 2, wanneer de betrokken volwassene zijn of haar gewone verblijfplaats op het grondgebied van een lidstaat heeft;

    b)zelfs indien de betrokken volwassene zijn of haar gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een staat die partij is bij dat verdrag en waarop deze verordening niet van toepassing is, met betrekking tot de erkenning en tenuitvoerlegging van een door een bevoegde autoriteit van een lidstaat genomen maatregel of de aanvaarding van een door een bevoegde autoriteit van een lidstaat verleden authentieke akte op het grondgebied van een andere lidstaat.

    2.Niettegenstaande lid 1,

    a)is op een volwassene die onderdaan is van een partij bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 waarop deze verordening niet van toepassing is, artikel 7 van dat verdrag van toepassing;

    b)is, wat betreft de overdracht van bevoegdheid tussen een autoriteit van een lidstaat en een autoriteit van een partij bij het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 waarop deze verordening niet van toepassing is, artikel 8 van dat verdrag van toepassing;

    c)is, wat de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de centrale autoriteiten betreft, hoofdstuk V van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 van toepassing tussen een lidstaat en een partij bij dat verdrag waarop deze verordening niet van toepassing is.

    Artikel 60

    Vaststelling van uitvoeringshandelingen door de Commissie

    1.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast inzake het opzetten van het gedecentraliseerde systeem voor de koppeling van registers als bedoeld in artikel 47 (“systeem van gekoppelde registers”), waarin het volgende wordt geregeld:

    a)de technische specificatie ter bepaling van de methoden voor communicatie en informatie-uitwisseling langs elektronische weg op basis van de vastgestelde specificatie van de koppelapparatuur voor het systeem van gekoppelde registers;

    b)de technische maatregelen ter waarborging van minimumbeveiligingsnormen inzake informatietechnologie voor het overbrengen en doorgeven van informatie binnen het systeem van gekoppelde registers;

    c)de minimumcriteria voor de door het systeem van gekoppelde registers geboden zoekfunctie op basis van de in artikel 45 bedoelde informatie;

    d)de minimumcriteria voor de presentatie van de resultaten van de opzoekingen in het systeem van gekoppelde registers op basis van de in artikel 45 bedoelde informatie;

    e)de middelen en technische voorwaarden voor de beschikbaarheid van de door het systeem van gekoppelde registers verleende diensten; 

    f)een technisch semantisch glossarium, waarin de beschermingsmaatregelen of de vertegenwoordigingsbevoegdheden van de lidstaten beknopt worden toegelicht;

    g)de specificatie van de categorieën gegevens waartoe toegang kan worden verkregen, onder meer op grond van artikel 47, lid 2, punt b), en 

    h)waarborgen inzake gegevensbescherming.

    2.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast inzake het opzetten van het gedecentraliseerde IT-systeem als bedoeld in hoofdstuk IX, waarin het volgende wordt geregeld:

    a)de technische specificaties ter bepaling van de methoden voor communicatie langs elektronische weg voor de doeleinden van het gedecentraliseerde IT-systeem;

    b)de technische specificaties voor communicatieprotocollen;

    c)de doelstellingen inzake informatiebeveiliging en relevante technische maatregelen ter waarborging van minimumnormen voor informatiebeveiliging en een hoog niveau van cyberbeveiliging voor het verwerken en verzenden van informatie binnen het gedecentraliseerde IT-systeem;

    d)de minimumbeschikbaarheidsdoelstellingen en mogelijke daarmee verband houdende technische vereisten voor de door het gedecentraliseerde IT-systeem verleende diensten, en

    e)waarborgen inzake gegevensbescherming. 

    3.De in dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 64 bedoelde procedure.

    4.De uitvoeringshandelingen inzake het opzetten van het systeem van gekoppelde registers overeenkomstig lid 1 worden uiterlijk [drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] vastgesteld.

    5.De uitvoeringshandelingen inzake het opzetten van het gedecentraliseerde IT-systeem overeenkomstig lid 2 worden uiterlijk [twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] vastgesteld.

    Artikel 61

    Referentie-implementatiesoftware

    1.Met het oog op het opzetten van het in artikel 50 bedoelde gedecentraliseerde IT-systeem is de Commissie verantwoordelijk voor het creëren, onderhouden en ontwikkelen van referentie-implementatiesoftware die de lidstaten desgewenst in plaats van een nationaal IT-systeem als back-endsysteem kunnen gebruiken voor de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten en de centrale autoriteiten als bedoeld in artikel 49 en tussen natuurlijke personen en rechtspersonen en de bevoegde autoriteiten en de autoriteiten van afgifte als bedoeld in artikel 50.

    2.Het creëren, onderhouden en ontwikkelen van de referentie-implementatiesoftware wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie.

    3.De Commissie levert, onderhoudt en ondersteunt de referentie-implementatiesoftware kosteloos.

    Artikel 62

    Kosten voor het opzetten van beschermingsregisters en voor het koppelen van de registers van de lidstaten

    1.Het opzetten, onderhouden en ontwikkelen van het in hoofdstuk VIII bedoelde systeem van gekoppelde registers worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie. 

    2.Elke lidstaat draagt de kosten voor het opzetten en aanpassen van zijn in de artikelen 45 en 46 bedoelde registers teneinde deze interoperabel te maken met het gedecentraliseerde systeem voor de koppeling van registers, alsmede de kosten voor het beheer, de exploitatie en het onderhoud van die registers. Dit laat onverlet de mogelijkheid om in het kader van de financiële programma’s van de Unie subsidies aan te vragen ter ondersteuning van dergelijke activiteiten.

    Artikel 63

    Kosten voor het gedecentraliseerde IT-systeem, het Europees elektronisch toegangspunt en de nationale IT-portalen

    1.Wat het overeenkomstig hoofdstuk IX opgezette gedecentraliseerde IT-systeem betreft, draagt elke lidstaat de kosten van de installatie, de exploitatie en het onderhoud van de zich op zijn grondgebied bevindende toegangspunten van het gedecentraliseerde IT-systeem.

    2.Elke lidstaat draagt de kosten voor het opzetten en aanpassen van zijn nationale IT-systemen teneinde deze interoperabel te maken met de toegangspunten, alsmede de kosten voor het beheer, de exploitatie en het onderhoud van die systemen.

    3.De lidstaten wordt niet belet om in het kader van de desbetreffende financiële programma’s van de Unie subsidies aan te vragen ter ondersteuning van de in de leden 1 en 2 bedoelde activiteiten.

    4.De Commissie draagt alle kosten in verband met het Europees elektronisch toegangspunt.

    Artikel 64

    Comitéprocedure

    1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 27 .

    2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

    Artikel 65

    Overgangsbepalingen

    1.Deze verordening is slechts van toepassing op maatregelen die zijn genomen, authentieke akten die zijn verleden of geregistreerd en vertegenwoordigingsbevoegdheden die zijn bevestigd na [de datum van toepassing van deze verordening].

    2.Niettegenstaande lid 1, is deze verordening met ingang van [de datum van toepassing van deze verordening] van toepassing op vertegenwoordigingsbevoegdheden die eerder door een volwassene zijn toegekend onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die van artikel 15 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000.

    3.Hoofdstuk VI inzake samenwerking tussen de centrale autoriteiten is van toepassing op verzoeken en aanvragen die de centrale autoriteiten vanaf [de datum van toepassing van deze verordening] ontvangen.

    4.Hoofdstuk VII betreffende de Europese verklaring van vertegenwoordiging is van toepassing op aanvragen voor de verklaring die de autoriteit van afgifte vanaf [de datum van toepassing van deze verordening] ontvangt.

    5.De lidstaten nemen het in artikel 49, lid 1, bedoelde gedecentraliseerde IT-systeem in gebruik op de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 60, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling.

    6.Hoofdstuk VIII betreffende het opzetten en koppelen van beschermingsregisters en registers van andere vertegenwoordigingsbevoegdheden is van toepassing op genomen maatregelen en bevestigde of geregistreerde vertegenwoordigingsbevoegdheden vanaf de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 60, lid 4, bedoelde uitvoeringshandeling.

    Artikel 66

    Monitoring en evaluatie

    1.Uiterlijk [tien jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] voert de Commissie een evaluatie van deze verordening uit en dient zij bij het Europees Parlement, de Raad [en het Europees Economisch en Sociaal Comité] een verslag in over de evaluatie van deze verordening, zulks op basis van de door de lidstaten verstrekte en door de Commissie verzamelde gegevens. Het verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

    2.Met ingang van [drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] verstrekken de lidstaten de Commissie jaarlijks in het kader van het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, de volgende gegevens:

    a)het aantal inkomende mededelingen uit hoofde van artikel 7 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 dat is ontvangen door hun autoriteiten van de autoriteiten van een andere lidstaat;

    b)het aantal inkomende verzoeken uit hoofde van artikel 8 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 dat is ontvangen door hun autoriteiten van de autoriteiten van een andere lidstaat;

    c)het aantal door hun bevoegde autoriteiten afgegeven Europese verklaringen van vertegenwoordiging, alsook het aantal verzoeken om correctie, wijziging of intrekking van eerder afgegeven Europese verklaringen van vertegenwoordiging en, indien mogelijk, de uitsplitsing tussen verklaringen die zijn afgegeven op basis van een bronmaatregel en die welke zijn afgegeven op basis van door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden;

    d)het aantal inkomende verzoeken dat de centrale autoriteiten hebben ontvangen van de centrale autoriteiten van andere lidstaten en, indien mogelijk, de aard van die verzoeken;

    e)het aantal inkomende verzoeken dat hun autoriteiten of centrale autoriteiten hebben ontvangen van de autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en, indien mogelijk, de aard van die verzoeken; 

    f)de gemiddelde doorlooptijd van de door de centrale autoriteiten in het kader van deze verordening behandelde zaken, op basis van het aantal zaken dat in het betrokken jaar is afgesloten. De doorlooptijd van een zaak wordt berekend vanaf de dag waarop zij door de centrale autoriteit wordt geregistreerd tot de dag waarop het dossier definitief is afgesloten.

    Artikel 67

    Informatie die ter beschikking van het publiek wordt gesteld

    1.Met het oog op de beschikbaarstelling van informatie aan het publiek in het kader van het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken verstrekken de lidstaten informatiebladen met een korte samenvatting van hun nationale wetgeving, waaronder, indien beschikbaar, de volgende informatie:

    a)een indicatieve lijst van maatregelen ter bescherming van volwassenen;

    b)een indicatieve lijst van vertegenwoordigingsbevoegdheden ter bescherming van volwassenen;

    c)het bestaan van en de procedures voor de bevestiging van vertegenwoordigingsbevoegdheden;

    d)de autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van de bescherming van volwassenen, hun taken en, indien mogelijk, hun contactgegevens;

    e)de nationale procedures voor de vaststelling, registratie, bevestiging, wijziging en beëindiging van maatregelen en/of vertegenwoordigingsbevoegdheden.

    2.De informatie wordt door de lidstaten voortdurend geactualiseerd.

    Artikel 68

    Toegankelijkheid

    De aan het publiek verstrekte informatie en de formulieren en aanvragen die uit hoofde van deze verordening beschikbaar worden gesteld, worden voor het publiek toegankelijk gemaakt overeenkomstig de toegankelijkheidsvoorschriften van Richtlijn (EU) 2019/882.

    Artikel 69

    Aan de Commissie mee te delen informatie 

    1.De lidstaten delen aan de Commissie de volgende informatie mee:

    a)de autoriteiten die bevoegd zijn om te beslissen over de erkenning of nieterkenning van een in een andere lidstaat genomen maatregel als bedoeld in artikel 9, lid 2;

    b)de autoriteiten die bevoegd zijn om het in artikel 15 bedoelde attest af te geven;

    c)de relevante bepalingen van hun nationale recht inzake de bewijskracht van authentieke akten ter bescherming van volwassenen;

    d)de voorwaarden voor de vaststelling van de authenticiteit van een authentieke akte in hun nationale recht, als bedoeld in artikel 16, lid 2;

    e)de autoriteiten die bevoegd zijn om het in artikel 17 bedoelde attest af te geven;

    f)de namen, adressen en communicatiemiddelen van de overeenkomstig artikel 18 aangewezen centrale autoriteiten;

    g)in voorkomend geval, de namen, adressen en contactgegevens van de autoriteiten en andere instanties die bevoegd zijn om bemiddeling of andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting als bedoeld in artikel 28 aan te bieden;

    h)de talen die overeenkomstig artikel 31 voor vertalingen worden aanvaard;

    i)de autoriteiten die bevoegd zijn om de in artikel 36, lid 2, bedoelde Europese verklaring van vertegenwoordiging af te geven;

    j)de autoriteiten die bevoegd zijn voor de behandeling van de in artikel 43 bedoelde beroepsprocedures;

    k)in voorkomend geval, de vergoedingen die de lidstaten conform artikel 37, lid 2, in rekening brengen voor de afgifte van de Europese verklaring van vertegenwoordiging; 

    l)de gerechtelijke autoriteiten die bevoegd zijn voor de behandeling van beroepsprocedures overeenkomstig artikel 43 en van verzoeken om de opschorting van de rechtsgevolgen van de verklaring overeenkomstig artikel 44;  

    m)de in artikel 48, lid 2, punt a), bedoelde autoriteiten die via het systeem van gekoppelde registers toegang hebben tot informatie.

    2.De lidstaten delen de in lid 1, punten a) tot en met l), bedoelde informatie uiterlijk op de eerste dag van de maand volgend op een periode van 15 maanden na het begin van de toepassing van deze verordening mee, en de in lid 1, punt m), bedoelde informatie uiterlijk op de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 60, lid 4, bedoelde uitvoeringshandeling.

    3.De lidstaten delen de Commissie eventuele wijzigingen van de in lid 1 bedoelde informatie mee.

    4.De Commissie maakt de in lid 1 bedoelde informatie openbaar via gepaste middelen, waaronder het Europees e-justitieportaal.

    Artikel 70

    Inwerkingtreding en toepassing

    1.Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2.Zij is van toepassing met ingang van [de eerste dag van de maand volgend op de periode van achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

    3.De artikelen 49 en 50 zijn van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 60, lid 2, bedoelde uitvoeringshandeling.

    4.De artikelen 45 en 46 zijn van toepassing met ingang van [twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

    5.Artikel 47 is van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 60, lid 1, bedoelde uitvoeringshandeling.

    6.Artikel 38, lid 3, is van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van twee jaar na de vaststelling van de in artikel 60, lid 4, bedoelde uitvoeringshandeling.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

    De voorzitter    De voorzitter

    [...]    [...]

    (1)    Deze cijfers zijn gebaseerd op de demografische gegevens van Eurostat voor 2020 over de mobiliteit van de EU-bevolking en ramingen en/of gegevens over het aantal volwassenen in de lidstaten dat onder een beschermingsmaatregel valt. Zie voor meer informatie de effectbeoordeling bij het voorstel.
    (2)    Studie waarbij het Verdrag van Den Haag van 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen wordt geïnterpreteerd op basis van het VN-Verdrag van 2007 inzake de rechten van personen met een handicap.
    (3)    Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring.
    (4)    Studie over de grensoverschrijdende rechtsbescherming van kwetsbare volwassenen in de EU. https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/facf667c-99d6-11ec-83e1-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-253031377
    (5)    Missie ter beoordeling van de Europese justitiële samenwerking in burgerlijke zaken voor de bescherming van volwassenen. https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/facf667c-99d6-11ec-83e1-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-253031377
    (6)    Bescherming van kwetsbare volwassenen, Europese meerwaardebeoordeling bij het verslag over het wetgevingsinitiatief van het Europees Parlement. https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/STUD/2016/581388/EPRS_STU(2016)581388_EN.pdf
    (7)    De bescherming van volwassenen in internationale situaties, Verslag van het Europees Rechtsinstituut. https://www.europeanlawinstitute.eu/fileadmin/user_upload/p_eli/Publications/ELI_Protection_of_Adults_in_International_Situations.pdf
    (8)    Zoals het effect op de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling of de ecologische en klimaateffecten.
    (9)    Voorstel voor een verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking, COM/2021/759 final.
    (10)    Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).
    (11)    PB L 23 van 27.1.2010, blz. 37.
    (12)    Verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (bewijsverkrijging) (herschikking) (PB L 405 van 2.12.2020, blz. 1).
    (13)    Verordening (EU) 2022/850 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een geautomatiseerd systeem voor de grensoverschrijdende elektronische gegevensuitwisseling op het gebied van justitiële samenwerking in civiele en strafzaken (e-Codex), en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 150 van 1.6.2022, blz. 1).
    (14)    PB C [nummer] van [X.X.XXXX], blz. X.
    (15)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
    (16)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
    (17)    Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
    (18)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
    (19)    PB C [nummer] van [X.X.XXXX], blz. X.
    (20)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
    (21)    Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).
    (22)    Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1).
    (23)    Verordening (EU) 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PB L 178 van 2.7.2019, blz. 1).
    (24)    PB L 151 van 11.6.2008, blz. 39.
    (25)    Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).
    (26)    Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
    (27)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
    Top

    Brussel, 31.5.2023

    COM(2023) 280 final

    BIJLAGE

    bij Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen en de samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen

    {SEC(2023) 208 final} - {SWD(2023) 154 final} - {SWD(2023) 155 final} - {SWD(2023) 156 final}


    BIJLAGE 11

    VERDRAG INZAKE DE INTERNATIONALE

    BESCHERMING VAN VOLWASSENEN

    (Gesloten op 13 januari 2000)

    De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

    Gelet op de noodzaak te voorzien in de bescherming in internationale situaties van volwassenen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen,

    Geleid door de wens conflicten te vermijden tussen hun rechtsstelsels ten aanzien van de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bescherming van volwassenen,

    Herinnerend aan het belang van internationale samenwerking voor de bescherming van volwassenen,

    Verklarend dat de belangen van de volwassene en de eerbiediging van zijn of haar waardigheid en onafhankelijkheid voorop dienen te staan,

    Hebben overeenstemming bereikt over de volgende bepalingen:

    Hoofdstuk I – Toepassingsgebied van het Verdrag

    Artikel 1

    1.    Dit Verdrag is in internationale situaties van toepassing op de bescherming van volwassenen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van hun persoonlijke vermogens niet in staat zijn hun belangen te behartigen.

    2.    Het heeft tot doel

    a.    de Staat aan te wijzen waarvan de autoriteiten bevoegd zijn maatregelen te nemen ter bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene;

    b.    het recht aan te wijzen dat door die autoriteiten in de uitoefening van hun bevoegdheid dient te worden toegepast;

    c.    het recht aan te wijzen dat op de vertegenwoordiging van de volwassene dient te worden toegepast;

    d.    te voorzien in de erkenning en de tenuitvoerlegging van de bedoelde beschermende maatregelen in alle Verdragsluitende Staten;

    e.    tussen de autoriteiten van de Verdragsluitende Staten een zodanige samenwerking tot stand te brengen als noodzakelijk is voor het verwezenlijken van de doelstellingen van dit Verdrag.

    Artikel 2

    1.    Voor de toepassing van dit Verdrag is een volwassene een persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

    2.    Het Verdrag is eveneens van toepassing op maatregelen met betrekking tot een volwassene die op het tijdstip waarop de maatregelen werden genomen, de leeftijd van 18 jaar niet had bereikt.

    Artikel 3

    De in artikel 1 bedoelde maatregelen kunnen met name betrekking hebben op:

    a.    de vaststelling van handelingsonbekwaamheid en de instelling van een beschermend regime;

    b.    de plaatsing van de volwassene onder de bescherming van een gerechtelijke of administratieve autoriteit;

    c.    voogdij, curatele en overeenkomstige rechtsinstellingen;

    d.    de aanwijzing en de taken van enige persoon of lichaam, belast met de zorg voor de persoon of het vermogen van de volwassene, of die de volwassene vertegenwoordigt of bijstaat;

    e.    de plaatsing van de volwassene in een inrichting of op een andere plaats waar bescherming kan worden geboden;

    f.    het beheer over, de instandhouding of de vervreemding van het vermogen van de volwassene;

    g.    de machtiging tot een bijzondere interventie ter bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene.

    Artikel 4

    1.    Het Verdrag is niet van toepassing op:

    a) onderhoudsverplichtingen;

    b.    de sluiting, de nietigverklaring of de ontbinding van een huwelijk of van een daarmee gelijk te stellen relatie, alsmede de scheiding van tafel en bed;

    c.    huwelijksvermogensregimes of soortgelijke regimes die van toepassing zijn op met het huwelijk gelijk te stellen relaties;

    d.    trusts of erfopvolging;

    e.    sociale zekerheid;

    f.    overheidsmaatregelen van algemene aard op het gebied van gezondheidszorg;

    g.    maatregelen, met betrekking tot een persoon genomen op grond van door die persoon begane strafbare feiten;

    h.    beslissingen inzake het recht op asiel en inzake toelating;

    i.    maatregelen uitsluitend gericht op de openbare veiligheid.

    2.    Het eerste lid laat met betrekking tot de daarin bedoelde aangelegenheden onverlet de bevoegdheid van een persoon om als vertegenwoordiger van de volwassene op te treden.

    Hoofdstuk II – Bevoegdheid

    Artikel 5

    1.    De gerechtelijke of administratieve autoriteiten van de Verdragsluitende Staat waar de volwassene zijn gewone verblijfplaats heeft, zijn bevoegd maatregelen te nemen die strekken tot de bescherming van diens persoon of vermogen.

    2.    In geval van verplaatsing van de gewone verblijfplaats van de volwassene naar een andere Verdragsluitende Staat, zijn de autoriteiten van de Staat van de nieuwe gewone verblijfplaats bevoegd.

    Artikel 6

    1.    Ten aanzien van volwassen vluchtelingen en volwassenen die ten gevolge van onlusten die in hun land plaatsvinden naar een ander land zijn verplaatst, hebben de autoriteiten van de Verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan deze volwassenen ten gevolge van hun verplaatsing aanwezig zijn, de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid van artikel 5.

    2.    Het bepaalde in het vorige lid is eveneens van toepassing op volwassenen van wie de gewone verblijfplaats niet kan worden vastgesteld.

    Artikel 7

    1.    Behalve ten aanzien van volwassen vluchtelingen of volwassenen die ten gevolge van onlusten die in hun land plaatsvinden, naar een ander land zijn verplaatst, zijn de autoriteiten van een Verdragsluitende Staat waarvan de volwassene de nationaliteit heeft, bevoegd maatregelen te nemen ter bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene, indien zij van oordeel zijn dat zij beter in staat zijn de belangen van de volwassene te beoordelen, en nadat zij de autoriteiten die ingevolge artikel 5 of artikel 6, tweede lid, bevoegd zijn, daarvan mededeling hebben gedaan.

    2.    Deze bevoegdheid wordt niet uitgeoefend indien de autoriteiten die ingevolge artikel 5, artikel 6, tweede lid, of artikel 8 bevoegd zijn, de autoriteiten van de Staat waarvan de volwassene de nationaliteit heeft, hebben medegedeeld, dat zij de door de omstandigheden vereiste maatregelen hebben genomen, of dat zij hebben besloten dat geen maatregelen moeten worden genomen dan wel dat een procedure bij hen aanhangig is.

    3.    De maatregelen die ingevolge het eerste lid zijn genomen, houden op van kracht te zijn zodra de autoriteiten die ingevolge artikel 5, artikel 6, tweede lid, of artikel 8 bevoegd zijn, de door de omstandigheden vereiste maatregelen hebben genomen of hebben besloten dat geen maatregelen moeten worden genomen. Deze autoriteiten doen dienovereenkomstig mededeling aan de autoriteiten die de maatregelen in overeenstemming met het eerste lid hebben genomen.

    Artikel 8

    1.    De autoriteiten van een Verdragsluitende Staat die ingevolge de artikelen 5 of 6 bevoegd zijn, kunnen, indien zij van oordeel zijn dat zulks in het belang is van de volwassene, uit eigen beweging of op verzoek van de autoriteit van een andere Verdragsluitende Staat, de autoriteiten van een van de in het tweede lid genoemde Staten verzoeken maatregelen te nemen ter bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene. Het verzoek kan betrekking hebben op alle of bepaalde aspecten van deze bescherming.

    2.    De Verdragsluitende Staten wier autoriteiten op de in het vorige lid bedoelde wijze kunnen worden aangezocht, zijn:

    a.    een Staat waarvan de volwassene de nationaliteit bezit;

    b.    de Staat waar de volwassene zijn vorige gewone verblijfplaats had;

    c.    een Staat waar vermogen van de volwassene is gelegen;

    d.    de Staat waarvan de autoriteiten schriftelijk zijn gekozen door de volwassene om maatregelen te nemen die strekken tot zijn of haar bescherming;

    e.    de Staat van de gewone verblijfplaats van een persoon die een nauwe band met de volwassene heeft en bereid is zorg te dragen voor zijn of haar bescherming;

    f.    de Staat op het grondgebied waarvan de volwassene aanwezig is, waar het betreft de bescherming van diens persoon.

    3.    Indien de overeenkomstig de voorgaande leden aangewezen autoriteit haar bevoegdheid niet aanvaardt, blijven de ingevolge artikel 5 of 6 bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staat bevoegd.

    Artikel 9

    De autoriteiten van een Verdragsluitende Staat waar vermogen van de volwassene is gelegen, zijn bevoegd beschermende maatregelen te nemen ten aanzien van dat vermogen, voorzover deze maatregelen verenigbaar zijn met de maatregelen genomen door de ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteiten.

    Artikel 10

    1.    In alle spoedeisende gevallen zijn de autoriteiten van iedere Verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de volwassene of het vermogen van de volwassene zich bevindt, bevoegd om alle noodzakelijke beschermende maatregelen te nemen.

    2.    De maatregelen die ingevolge het voorgaande lid zijn genomen ten aanzien van een volwassene die zijn gewone verblijfplaats heeft in een Verdragsluitende Staat vervallen zodra de ingevolge de artikelen 5 tot en met 9 bevoegde autoriteiten de door de omstandigheden vereiste maatregelen hebben genomen.

    3.    De maatregelen die ingevolge het eerste lid zijn genomen ten aanzien van een volwassene die zijn gewone verblijfplaats heeft in een niet-Verdragsluitende Staat vervallen in elke Verdragsluitende Staat zodra de door de omstandigheden vereiste maatregelen, welke zijn genomen door de autoriteiten van een andere Staat, in de betrokken Verdragsluitende Staat worden erkend.

    4.    De autoriteiten die ingevolge het eerste lid maatregelen hebben genomen, doen daarvan zo mogelijk mededeling aan de autoriteiten van de Verdragsluitende Staat waar de volwassene zijn gewone verblijfplaats heeft.

    Artikel 11

    1.    Bij wijze van uitzondering zijn de autoriteiten van een Verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de volwassene zich bevindt, bevoegd om ter bescherming van diens persoon tijdelijke maatregelen te nemen waarvan de territoriale werking beperkt is tot die Staat, voor zover dergelijke maatregelen verenigbaar zijn met maatregelen die reeds door de ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteiten zijn genomen en na daarvan mededeling te hebben gedaan aan de ingevolge artikel 5 bevoegde autoriteiten.

    2.    De ingevolge het voorgaande lid genomen maatregelen ten aanzien van een volwassene die zijn gewone verblijfplaats heeft in een Verdragsluitende Staat, houden op van kracht te zijn zodra de ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteiten zich hebben uitgesproken over de door de omstandigheden mogelijk vereiste maatregelen.

    Artikel 12

    Onverminderd het bepaalde in artikel 7, derde lid, blijven de maatregelen die met toepassing van de artikelen 5 tot en met 9 zijn genomen van kracht overeenkomstig het daarin bepaalde, ook indien een verandering in de omstandigheden de grond waarop de bevoegdheid was gebaseerd, heeft weggenomen, zolang de ingevolge het Verdrag bevoegde autoriteiten deze maatregelen niet hebben gewijzigd, vervangen of beëindigd.

    Hoofdstuk III – Toepasselijk recht

    Artikel 13

    1.    De autoriteiten van de Verdragsluitende Staten oefenen de bevoegdheid die hun ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk II is toegekend uit onder toepassing van hun eigen recht.

    2.    Zij kunnen echter, voorzover de bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene dit vereist, bij wijze van uitzondering het recht van een andere Staat waarmee de omstandigheden nauw verband houden, toepassen of daarmee rekening houden.

    Artikel 14

    Indien een in een Verdragsluitende Staat genomen maatregel in een andere Verdragsluitende Staat wordt uitgevoerd, wordt de wijze van uitvoering ervan beheerst door het recht van die andere Staat.

    Artikel 15

    1.    Het bestaan, de omvang, de wijziging en het tenietgaan van vertegenwoordigingsbevoegdheden die zijn verleend door een volwassene, hetzij bij een overeenkomst, hetzij bij een eenzijdige rechtshandeling, teneinde te worden uitgeoefend wanneer deze volwassene niet in staat zal zijn om zijn belangen te behartigen, worden beheerst door het recht van de Staat waar de volwassene op het tijdstip van de overeenkomst of de rechtshandeling zijn gewone verblijfplaats heeft, tenzij een van de in het tweede lid genoemde rechtsstelsels uitdrukkelijk schriftelijk is aangewezen.

    2.    De Staten waarvan het recht kan worden aangewezen, zijn:

    a.    een Staat waarvan de volwassene de nationaliteit bezit;

    b.    een Staat waar de volwassene eerder zijn gewone verblijfplaats had;

    c.    een Staat waar vermogen van de volwassene is gelegen, met betrekking tot dat vermogen;

    3.    De wijze waarop deze vertegenwoordigingsbevoegdheden worden uitgeoefend, wordt beheerst door het recht van de Staat waarin zij worden uitgeoefend.

    Artikel 16

    Wanneer vertegenwoordigingsbevoegdheden als bedoeld in artikel 15 niet worden uitgeoefend op een wijze die de bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene voldoende verzekert, kunnen zij worden ingetrokken of gewijzigd door maatregelen, genomen door een autoriteit die ingevolge het Verdrag bevoegd is. Wanneer dergelijke vertegenwoordigings-bevoegdheden worden ingetrokken of gewijzigd, dient zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met het ingevolge artikel 15 aangewezen recht.

    Artikel 17

    1.    De geldigheid van een rechtshandeling, tot stand gekomen tussen een derde en een andere persoon die op grond van het recht van de Staat waar de rechtshandeling tot stand is gekomen bevoegd zou zijn als vertegenwoordiger van de volwassene op te treden, kan niet worden aangetast en de derde kan niet aansprakelijk worden gesteld op de enkele grond dat ingevolge het door de bepalingen van dit hoofdstuk aangewezen recht de ander niet bevoegd was als vertegenwoordiger van de volwassene op te treden, tenzij de derde wist of had moeten weten dat deze bevoegdheid door dit recht werd beheerst.

    2.    Het voorgaande lid is alleen van toepassing indien de rechtshandeling tot stand is gekomen tussen personen die zich op het grondgebied van eenzelfde Staat bevinden.

    Artikel 18

    De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing, zelfs indien het daardoor aangewezen recht het recht is van een Staat die niet een Verdragsluitende Staat is.

    Artikel 19

    In dit hoofdstuk wordt onder “recht” verstaan het in een Staat geldende recht, met uitsluiting van regels van conflictenrecht van die Staat.

    Artikel 20

    Dit hoofdstuk laat onverlet de bepalingen van het recht van de Staat waarin de volwassene dient te worden beschermd, die dwingend van toepassing zijn, ongeacht het recht dat anders van toepassing zou zijn.

    Artikel 21

    De toepassing van het door de bepalingen van dit hoofdstuk aangewezen recht kan slechts worden geweigerd indien deze toepassing kennelijk in strijd zou zijn met de openbare orde.

    Hoofdstuk IV – Erkenning en tenuitvoerlegging

    Artikel 22

    1.    De door de autoriteiten van een Verdragsluitende Staat genomen maatregelen worden van rechtswege in alle andere Verdragsluitende Staten erkend.

    2.    Erkenning kan evenwel worden geweigerd:

    a.    indien de maatregel is genomen door een autoriteit waarvan de bevoegdheid niet gebaseerd was op of niet in overeenstemming was met een van de in de bepalingen van hoofdstuk II bedoelde gronden;

    b.    indien de maatregel, behoudens in een spoedeisend geval, is genomen in het kader van een gerechtelijke of administratieve procedure, zonder dat de volwassene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord, zulks met schending van fundamentele beginselen van procesrecht van de aangezochte Staat;

    c.    indien de erkenning kennelijk in strijd is met de openbare orde van de aangezochte Staat, of in strijd is met een bepaling van het recht van die Staat, die dwingend van toepassing is, ongeacht het recht dat anders van toepassing zou zijn;

    d.    indien de maatregel onverenigbaar is met een maatregel die naderhand is genomen in een niet-Verdragsluitende Staat die ingevolge de artikelen 5 tot en met 9 bevoegd zou zijn geweest, en deze latere maatregel voldoet aan de vereisten voor erkenning in de aangezochte Staat;

    e.    indien de in artikel 33 bedoelde procedure niet in acht is genomen.

    Artikel 23

    Onverminderd artikel 22, eerste lid, kan iedere belanghebbende persoon de bevoegde autoriteiten van een Verdragsluitende Staat verzoeken een beslissing te nemen over de erkenning of de niet-erkenning van een in een andere Verdragsluitende Staat genomen maatregel. De procedure wordt beheerst door het recht van de aangezochte Staat.

    Artikel 24

    De autoriteit van de aangezochte Staat is gebonden aan de vaststelling van de feiten waarop de autoriteit van de Staat waar de maatregel is genomen haar bevoegdheid heeft gebaseerd.

    Artikel 25

    1.    Indien maatregelen die in een Verdragsluitende Staat zijn genomen en daar uitvoerbaar zijn, in een andere Verdragsluitende Staat ten uitvoer moeten worden gelegd, worden zij op verzoek van een belanghebbende partij in die andere Staat uitvoerbaar verklaard of voor tenuitvoerlegging geregistreerd volgens de procedure die in het recht van laatstgenoemde Staat is voorzien.

    2.    Elke Verdragsluitende Staat gebruikt voor de verklaring van uitvoerbaarheid of de registratie een eenvoudige en snelle procedure.

    3.    De verklaring van uitvoerbaarheid of de registratie kan slechts op een van de in artikel 22, tweede lid, voorziene gronden worden geweigerd.

    Artikel 26

    Behoudens de toetsing die in verband met de toepassing van de voorgaande artikelen noodzakelijk is, mag geen toetsing plaatsvinden van de gronden waarop een genomen maatregel berust.

    Artikel 27

    Maatregelen genomen in een Verdragsluitende Staat en uitvoerbaar verklaard of voor tenuitvoerlegging geregistreerd in een andere Verdragsluitende Staat, worden in laatstgenoemde Staat ten uitvoer gelegd alsof deze maatregelen door de autoriteiten van die Staat waren genomen. De tenuitvoerlegging vindt plaats overeenkomstig het recht van de aangezochte Staat binnen de door dat recht voorziene grenzen.

    Hoofdstuk V – Samenwerking

    Artikel 28

    1.    Elke Verdragsluitende Staat wijst een Centrale Autoriteit aan die is belast met de naleving van de door het Verdrag aan haar opgelegde verplichtingen.

    2.    Federale Staten, Staten waarin meer dan een rechtsstelsel geldt en Staten die autonome territoriale eenheden omvatten, staat het vrij meer dan een Centrale Autoriteit aan te wijzen en de territoriale of personele reikwijdte van hun taken aan te geven. Een Staat die meer dan een Centrale Autoriteit heeft aangewezen, wijst de Centrale Autoriteit aan waaraan alle mededelingen kunnen worden gedaan met het oog op overbrenging daarvan aan de bevoegde Centrale Autoriteit binnen deze Staat.

    Artikel 29

    1.    De Centrale Autoriteiten werken onderling samen en bevorderen de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten in hun Staten teneinde de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken.

    2.    Zij nemen, in verband met de toepassing van het Verdrag, passende maatregelen om informatie te verstrekken over de wetgeving van en de beschikbare diensten in hun Staat op het gebied van de bescherming van volwassenen.

    Artikel 30

    De Centrale Autoriteit van een Verdragsluitende Staat neemt, hetzij rechtstreeks, hetzij via overheidsinstanties of andere instellingen, alle passende maatregelen teneinde:

    a.    de informatie-uitwisseling, met alle middelen, tussen de bevoegde autoriteiten te bevorderen in omstandigheden waarop het Verdrag van toepassing is;

    b.    op verzoek van een bevoegde autoriteit van een andere Verdragsluitende Staat bijstand te verlenen bij het opsporen van de volwassene, indien het ernaar uitziet dat de volwassene zich op het grondgebied van de aangezochte Staat bevindt en bescherming nodig heeft.

    Artikel 31

    De bevoegde autoriteiten van een Verdragsluitende Staat kunnen, hetzij rechtstreeks, hetzij via andere instellingen, de aanwending van bemiddeling, verzoening of daarmee vergelijkbare methoden aanmoedigen teneinde minnelijke schikkingen te bewerkstelligen voor de bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene in de omstandigheden waarin het Verdrag van toepassing is.

    Artikel 32

    1.    Wanneer een beschermende maatregel wordt overwogen, kunnen de ingevolge het Verdrag bevoegde autoriteiten, indien de omstandigheden van de volwassene dit vereisen, elke autoriteit van een andere Verdragsluitende Staat die informatie heeft die van belang is voor de bescherming van de volwassene, verzoeken deze informatie mede te delen.

    2.    Een Verdragsluitende Staat kan verklaren dat verzoeken ingevolge het eerste lid slechts via zijn Centrale Autoriteit aan zijn autoriteiten kunnen worden doorgeleid.

    3.    De bevoegde autoriteiten van een Verdragsluitende Staat kunnen de autoriteiten van een andere Verdragsluitende Staat verzoeken bijstand te verlenen bij de uitvoering van de ingevolge dit Verdrag genomen beschermende maatregelen.

    Artikel 33

    1.    Indien een ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteit de plaatsing van de volwassene in een instelling of op een andere plaats waar bescherming kan worden geboden overweegt, en indien deze plaatsing dient te geschieden in een andere Verdragsluitende Staat, pleegt zij eerst overleg met de Centrale Autoriteit of een andere bevoegde autoriteit van laatstgenoemde Staat. Daartoe verstrekt zij een rapport over de volwassene, vergezeld van de redenen voor de voorgestelde plaatsing.

    2.    De beslissing over de plaatsing mag in de verzoekende Staat niet worden genomen indien de Centrale Autoriteit of een andere bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat binnen een redelijke termijn blijk geeft van haar bezwaar.

    Artikel 34

    In alle gevallen waarin een volwassene is blootgesteld aan een ernstig gevaar, doen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staat waar maatregelen voor de bescherming van de volwassene zijn genomen of worden overwogen, indien hun wordt medegedeeld dat de verblijfplaats van de volwassene is overgebracht naar of dat de volwassene zich bevindt in een andere Staat, aan de autoriteiten van die andere Staat mededeling van dit gevaar en de genomen of in overweging zijnde maatregelen.

    Artikel 35

    Een autoriteit vraagt of verstrekt geen informatie ingevolge dit hoofdstuk, indien volgens haar aannemelijk is dat een dergelijke handeling de persoon of het vermogen van de volwassene in gevaar zou kunnen brengen, of een ernstige bedreiging zou vormen voor de vrijheid of het leven van een familielid van de volwassene.

    Artikel 36

    1.    Onverminderd de mogelijkheid om voor het verlenen van diensten een redelijke kostenvergoeding te vragen dragen Centrale Autoriteiten en andere overheidsinstanties van de Verdragsluitende Staten bij de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk hun eigen kosten.

    2.    Een Verdragsluitende Staat kan met een of meer andere Verdragsluitende Staten overeenkomsten sluiten inzake de onderlinge verdeling van de kosten.

    Artikel 37

    Een Verdragsluitende Staat kan met een of meer andere Verdragsluitende Staten overeenkomsten sluiten met het oog op verbetering van de toepassing van dit hoofdstuk in hun onderlinge betrekkingen. De Staten die een zodanige overeenkomst hebben gesloten, zenden een afschrift daarvan aan de depositaris van het Verdrag.

    Hoofdstuk VI – Algemene bepalingen

    Artikel 38

    1.    De autoriteiten van de Verdragsluitende Staat waar een beschermende maatregel is genomen of een vertegenwoordigingsbevoegdheid is bevestigd, kunnen aan de persoon aan wie de bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene is toevertrouwd, op zijn verzoek, een verklaring verstrekken waarin wordt aangegeven in welke hoedanigheid die persoon kan optreden en welke bevoegdheden hem zijn verleend.

    2.    De in de verklaring aangegeven hoedanigheid en bevoegdheden worden geacht vast te staan met ingang van de datum van de verklaring, behoudens bewijs van het tegendeel.

    3.    Elke Verdragsluitende Staat wijst de autoriteiten aan die bevoegd zijn de verklaring op te stellen.

    Artikel 39

    Persoonlijke gegevens die op grond van het Verdrag zijn verzameld of verstrekt, mogen slechts worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of verstrekt.

    Artikel 40

    De autoriteiten aan wie informatie wordt verstrekt, garanderen de vertrouwelijkheid daarvan in overeenstemming met het recht van hun Staat.

    Artikel 41

    Alle ingevolge dit Verdrag verzonden of afgegeven bescheiden zijn vrijgesteld van legalisatie of enige andere soortgelijke formaliteit.

    Artikel 42

    Elke Verdragsluitende Staat kan de autoriteiten aanwijzen tot wie de verzoeken bedoeld in de artikelen 8 en 33 dienen te worden gericht.

    Artikel 43

    1.    Van de aanwijzingen bedoeld in de artikelen 28 en 42 wordt uiterlijk op de datum van de nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het Verdrag of van toetreding daartoe mededeling gedaan aan het Permanent Bureau van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht. Wijzigingen daarin worden eveneens medegedeeld aan het Permanent Bureau.

    2.    De in het tweede lid van artikel 32 bedoelde verklaring wordt afgelegd bij de depositaris van het Verdrag.

    Artikel 44

    Een Verdragsluitende Staat met verschillende rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels met betrekking tot de bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene is niet gehouden de bepalingen van het Verdrag toe te passen op conflicten die slechts deze verschillende rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels betreffen.

    Artikel 45

    Ten aanzien van een Staat die op het gebied van enige bij dit Verdrag geregelde aangelegenheid twee of meer rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels heeft die binnen verschillende territoriale eenheden van toepassing zijn,

    a.    wordt een verwijzing naar de gewone verblijfplaats in die Staat uitgelegd als een verwijzing naar de gewone verblijfplaats in een territoriale eenheid;

    b.    wordt een verwijzing naar de aanwezigheid van de volwassene in die Staat uitgelegd als een verwijzing naar aanwezigheid in een territoriale eenheid;

    c.    wordt een verwijzing naar de ligging van vermogen van de volwassene in die Staat uitgelegd als een verwijzing naar de ligging van vermogen van de volwassene in een territoriale eenheid;

    d.    wordt een verwijzing naar de Staat waarvan de volwassene de nationaliteit heeft, uitgelegd als een verwijzing naar de door het recht van die Staat aangewezen territoriale eenheid of, bij gebreke van ter zake dienende regels, naar de territoriale eenheid waarmee de volwassene de nauwste betrekkingen heeft;

    e.    wordt een verwijzing naar de Staat waarvan de autoriteiten door de volwassene zijn gekozen, uitgelegd

       als een verwijzing naar de territoriale eenheid indien de volwassene de autoriteiten van deze territoriale eenheid heeft gekozen;

       als een verwijzing naar de territoriale eenheid waarmee de volwassene de nauwste betrekkingen heeft, indien de volwassene de autoriteiten van de Staat heeft gekozen zonder een bepaalde territoriale eenheid binnen de Staat te vermelden;

    f.    wordt een verwijzing naar het recht van een Staat waarmee de situatie nauw verband houdt uitgelegd als een verwijzing naar het recht van een territoriale eenheid waarmee de situatie nauw verband houdt;

    g.    wordt een verwijzing naar het recht, de procedure of de autoriteit van de Staat waarin een maatregel is genomen, uitgelegd als een verwijzing naar het in die territoriale eenheid geldende recht of de daar geldende procedure of naar de autoriteit van de territoriale eenheid waarin die maatregel is genomen;

    h.    wordt een verwijzing naar het recht, de procedure of de autoriteit van de aangezochte Staat uitgelegd als een verwijzing naar het in die territoriale eenheid geldende recht of de daar geldende procedure of naar de autoriteit van de territoriale eenheid waarin om erkenning of tenuitvoerlegging wordt verzocht;

    i.    wordt een verwijzing naar de Staat waar een beschermende maatregel dient te worden uitgevoerd, uitgelegd als een verwijzing naar de territoriale eenheid waar de maatregel dient te worden uitgevoerd;

    j.    wordt een verwijzing naar instellingen of autoriteiten van die Staat, anders dan Centrale Autoriteiten, uitgelegd als een verwijzing naar instellingen of autoriteiten die bevoegd zijn op te treden in de desbetreffende territoriale eenheid.

    Artikel 46

    Teneinde het op grond van hoofdstuk III toepasselijke recht aan te wijzen ten aanzien van een Staat die twee of meer territoriale eenheden omvat met ieder hun eigen rechtsstelsel of verzameling rechtsregels op het gebied van enige aangelegenheid die onder dit Verdrag valt, zijn de volgende regels van toepassing:

    a.    indien in die Staat regels van kracht zijn waarin wordt vastgesteld van welke territoriale eenheid het recht van toepassing is, wordt het recht van die eenheid toegepast;

    b.    bij gebreke van dergelijke regels is het recht van de desbetreffende territoriale eenheid, zoals in artikel 45 aangewezen, van toepassing.

    Artikel 47

    Teneinde het krachtens hoofdstuk III toepasselijke recht aan te wijzen ten aanzien van een Staat die twee of meer rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels heeft die op verschillende categorieën personen van toepassing zijn op het gebied van enige aangelegenheid die onder dit Verdrag valt, zijn de volgende regels van toepassing:

    a.    indien in die Staat regels van kracht zijn waarin wordt vastgesteld welk van deze stelsels van toepassing is, vindt het desbetreffende stelsel toepassing;

    b.    bij gebreke van dergelijke regels is het recht of de verzameling rechtsregels van toepassing waarmee de volwassene de nauwste band heeft.

    Artikel 48

    In de betrekkingen tussen de Verdragsluitende Staten treedt dit Verdrag in de plaats van het Verdrag betreffende de curatele en soortgelijke maatregelen van bescherming, ondertekend te ’s-Gravenhage op 17 juli 1905.

    Artikel 49

    1.    Het Verdrag laat onverlet andere internationale regelingen waarbij Verdragsluitende Staten Partij zijn en die bepalingen bevatten over in dit Verdrag geregelde onderwerpen, tenzij een andersluidende verklaring wordt afgelegd door de Staten die Partij zijn bij een dergelijke regeling.

    2.    Dit Verdrag laat onverlet de mogelijkheid dat een of meer Verdragsluitende Staten overeenkomsten sluiten die ten aanzien van volwassenen die hun gewone verblijfplaats hebben in een van de Staten die Partij zijn bij dergelijke overeenkomsten bepalingen bevatten over bij dit Verdrag geregelde onderwerpen.

    3.    Overeenkomsten die door een of meer Verdragsluitende Partijen worden gesloten over onderwerpen die door dit Verdrag worden geregeld, doen in de betrekkingen van deze Staten met andere Verdragsluitende Staten geen afbreuk aan de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag.

    4.    De voorgaande leden zijn eveneens van toepassing op eenvormige wetten die hun grondslag vinden in het bestaan van speciale banden van regionale of andere aard tussen de desbetreffende Staten.

    Artikel 50

    1.    Het Verdrag is slechts van toepassing op maatregelen die zijn genomen in een Staat nadat het Verdrag ten aanzien van die Staat in werking is getreden.

    2.    Het Verdrag is van toepassing op de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen die zijn genomen nadat het in werking is getreden in de betrekkingen tussen de Staat waar de maatregelen zijn genomen en de aangezochte Staat.

    3.    Het Verdrag is vanaf het tijdstip waarop het in een Verdragsluitende Staat in werking treedt, van toepassing op vertegenwoordigingsbevoegdheden die eerder zijn verleend onder voorwaarden welke overeenstemmen met die genoemd in artikel 15.

    Artikel 51

    1.    Mededelingen aan de Centrale Autoriteit of een andere autoriteit van een Verdragsluitende Staat worden gedaan in de oorspronkelijke taal en gaan vergezeld van een vertaling in de officiële taal of in een van de officiële talen van de andere Staat of, wanneer deze vertaling bezwaarlijk kan worden vervaardigd, van een vertaling in het Frans of in het Engels.

    2.    Een Verdragsluitende Staat kan echter, door het maken van het in artikel 56 bedoelde voorbehoud, bezwaar maken tegen het gebruik van hetzij het Frans, hetzij het Engels, doch niet tegen beide.

    Artikel 52

    De Secretaris-Generaal van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht roept periodiek een Bijzondere Commissie bijeen teneinde de praktische werking van het Verdrag te toetsen.

    Hoofdstuk VII – Slotbepalingen

    Artikel 53

    1.    Het Verdrag staat open voor ondertekening door de Staten die op 2 oktober 1999 lid waren van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht.

    2.    Het Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd en de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden, depositaris van het Verdrag.

    Artikel 54

    1.    Iedere andere Staat kan tot het Verdrag toetreden nadat het overeenkomstig artikel 57, eerste lid, in werking is getreden.

    2.    De akte van toetreding dient te worden nedergelegd bij de depositaris.

    3.    De toetreding heeft slechts gevolg in de betrekkingen tussen de toetredende Staat en die Verdragsluitende Staten die niet binnen zes maanden na de ontvangst van de in artikel 59, letter b, bedoelde kennisgeving bezwaar hebben gemaakt tegen de toetreding van deze Staat. Een dergelijk bezwaar kan ook door een Staat worden gemaakt op het tijdstip van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring indien deze na een toetreding plaatsvindt. Van elk bezwaar wordt aan de depositaris kennisgeving gedaan.

    Artikel 55

    1.    Indien een Staat twee of meer territoriale eenheden heeft waarin verschillende rechtsstelsels van toepassing zijn betreffende in dit Verdrag geregelde aangelegenheden, kan hij op het tijdstip van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding verklaren dat dit Verdrag op al deze territoriale eenheden of slechts op een of meer daarvan van toepassing is en kan hij te allen tijde deze verklaring wijzigen door een nieuwe verklaring af te leggen.

    2.    Elke verklaring wordt ter kennis gebracht van de depositaris en daarin worden uitdrukkelijk de territoriale eenheden vermeld waarop het Verdrag van toepassing is.

    3.    Indien een Staat geen verklaring aflegt krachtens dit artikel, is het Verdrag van toepassing op alle territoriale eenheden van die Staat.

    Artikel 56

    1.    Elke Staat kan, uiterlijk op het tijdstip van de bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, of op het tijdstip waarop de verklaring bedoeld in artikel 55 wordt afgelegd, het in artikel 51, tweede lid, bedoelde voorbehoud maken. Andere voorbehouden zijn niet toegestaan.

    2.    Elke Staat kan te allen tijde een gemaakt voorbehoud intrekken. De intrekking wordt ter kennis gebracht van de depositaris.

    3.    Het voorbehoud houdt op van kracht te zijn op de eerste dag van de derde kalendermaand na de in het voorgaande lid bedoelde kennisgeving.

    Artikel 57

    1.    Het Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van drie maanden na de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, bedoeld in artikel 53.

    2.    Vervolgens treedt het Verdrag in werking

    a.    voor iedere Staat die het Verdrag daarna bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van drie maanden na de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;

    b.    voor iedere Staat die toetreedt, op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van de termijn van drie maanden na afloop van de periode van zes maanden bedoeld in artikel 54, derde lid;

    c.    voor een territoriale eenheid waartoe het Verdrag overeenkomstig artikel 55 is uitgebreid, op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van drie maanden na de kennisgeving bedoeld in dat artikel.

    Artikel 58

    1.    Een Staat die Partij is bij het Verdrag kan dit opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving gericht aan de depositaris. De opzegging kan beperkt worden tot bepaalde territoriale eenheden waarop het Verdrag van toepassing is.

    2.    De opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van twaalf maanden nadat de kennisgeving door de depositaris is ontvangen. Wanneer in de kennisgeving een langere opzegtermijn is aangegeven, wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van zulk een langere termijn.

    Artikel 59

    De depositaris geeft de lidstaten van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht en de Staten die overeenkomstig artikel 54 zijn toegetreden, kennis van het volgende:

    a.    de ondertekeningen, bekrachtigingen, aanvaardingen en goedkeuringen bedoeld in artikel 53;

    b.    de toetredingen en de bezwaren tegen toetredingen bedoeld in artikel 54;

    c.    de datum waarop het Verdrag in werking treedt overeenkomstig artikel 57;

    d.    de verklaringen bedoeld in artikel 32, tweede lid, en artikel 55;

    e.    de overeenkomsten bedoeld in artikel 37;

    f.    het voorbehoud bedoeld in artikel 51, tweede lid, en de intrekking bedoeld in artikel 56, tweede lid;

    g.    de opzeggingen bedoeld in artikel 58.

    Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

    Gedaan te ’s-Gravenhage, op 13 januari 2000, in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een enkel exemplaar, dat zal worden nedergelegd in het archief van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en waarvan langs diplomatieke weg een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift zal worden gezonden aan elk der Staten die op 2 oktober 1999 lid waren van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht.

    Top

    Brussel, 31.5.2023

    COM(2023) 280 final

    BIJLAGEN

    bij Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van maatregelen en de samenwerking op het gebied van de bescherming van volwassenen



    {SEC(2023) 208 final} - {SWD(2023) 154 final} - {SWD(2023) 155 final} - {SWD(2023) 156 final}


    BIJLAGE I

    ATTEST

    BETREFFENDE EEN MAATREGEL TER BESCHERMING VAN VOLWASSENEN

    (Artikel 15 van Verordening (EU) 20XX/X)

    Af te geven door een bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong, op verzoek van een belanghebbende, met het oog op de erkenning, niet-erkenning of tenuitvoerlegging van een maatregel ter bescherming van een volwassene.

    1.Lidstaat waar de maatregel is genomen (“lidstaat van oorsprong”)

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland  Spanje

     Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg  Hongarije  Malta

    Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland

     Zweden

    2.Bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong die dit attest afgeeft

    2.1 Naam van de bevoegde autoriteit: 

    2.2 Adres

    2.2.1 Straat en nummer/postbus:

    2.2.2 Plaats en postcode:

    2.3 Contactgegevens

    2.3.1. Telefoonnummer:

    2.3.2. E-mailadres:

    3.Autoriteit die de maatregel heeft genomen, indien deze verschilt van de in punt 2 vermelde autoriteit

    3.1 Naam van de autoriteit 

    3.2 Adres:

    3.2.1 Straat en nummer/postbus:

    3.2.2 Plaats en postcode:

    3.3 Contactgegevens

    3.3.1 Telefoonnummer:

    3.3.2. E-mailadres:

    4.Maatregel

    4.1 Datum (dd/mm/jjjj): 

    4.2 Referentienummer:

    5.Onder de maatregel vallende volwassene (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    5.5 Identificatienummer 1 :

    5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.5.3 Fiscaal nummer:

    5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.6 Adres

    5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    5.6.2 Plaats en postcode:

    5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    5.7 Contactgegevens

    5.7.1 Telefoonnummer:

    5.7.2 E-mailadres:

    5.7.3 Andere contactgegevens:

    6.Andere partij A 2

    6.1. Natuurlijke persoon

    6.1.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    6.1.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 6.1.2):

    6.1.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    6.1.4 Identificatienummer 3 :

    6.1.4.1 Nationaal identiteitsnummer:

    6.1.4.2 Socialezekerheidsnummer:

    6.1.4.3 Fiscaal nummer:

    6.1.4.4 Andere (gelieve te specificeren):

    6.1.5 Adres

    6.1.5.1 Straat en nummer/postbus:

    6.1.5.2 Plaats en postcode:

    6.1.5.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland

     Griekenland  Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen

     Luxemburg  Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    6.2. De andere partij A is een rechtspersoon

    6.2.1 Naam van de organisatie:

    6.2.2 Registratie van de organisatie 4

    6.2.2.1 Registratienummer:

    6.2.2.2 Hoedanigheid van het register/de registrerende autoriteit:

    6.2.2.3 Datum (dd/mm/jjjj) en plaats van registratie:

    6.2.3. Adres van de organisatie

    6.2.3.1 Straat en nummer/postbus:

    6.2.3.2 Plaats en postcode:

    6.2.3.3 Land

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië

    □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    6.2.4 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en) van de persoon die gemachtigd is om namens de organisatie te ondertekenen:

    6.2.5 Overige relevante informatie (te specificeren):

    6.2.6 Contactgegevens

    6.2.6.1 Telefoonnummer:

    6.2.6.2 E-mailadres:

    7. De maatregel werd bij verstek genomen

    7.1    Volwassene of andere partij die verstek laat gaan 5 :

    7.2    Het stuk waarmee de procedure is ingeleid of een gelijkwaardig stuk is aan die partij betekend of medegedeeld:

    7.2.1  Nee

    7.2.2  Niet bekend bij de bevoegde autoriteit

    7.2.3  Ja

    7.2.3.1 Datum van betekening/mededeling (dd/mm/jjjj):

    8.Tegen de maatregel staat hoger beroep open volgens het recht van de lidstaat van oorsprong

    9.Datum van de rechtsgevolgen van de maatregel in de lidstaat waar de maatregel is genomen (dd/mm/jjjj):

    10.De maatregel werd genomen toen de betrokken volwassene de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

    10.1 De volwassene heeft op (dd/mm/jjjj) de leeftijd van 18 jaar bereikt:

    11.De volwassene is in de gelegenheid gesteld zijn of haar standpunt te geven

    11.1 Ja, de volwassene is op (dd/mm/jjjj) gehoord:

    11.2  Ja, maar de volwassene weigerde te worden gehoord.

    11.3 Nee, om de volgende redenen in verband met de spoedeisendheid 6 van het geval:

    12.4  Nee, om de volgende redenen die geen verband houden met de spoedeisendheid van het geval:

     

    12.Na(a)m(en) van de partij(en) die rechtsbijstand heeft (hebben) genoten

    12.1  Volwassene: zoals vermeld in punt 5

    12.2  Andere partij A: zoals vermeld in punt 6

    12.3 Andere partij B zoals aangegeven op de extra bladen die bij dit attest zijn gevoegd 7

    12.4  Geen van hen

    12.5  Andere – gelieve aan te geven:

    13.De maatregel:

    13.1  heeft betrekking op de handelingsbekwaamheid van de volwassene.

    13.2  voorziet in een beschermend regime.

    13.3  plaatst de volwassene onder de bescherming van een gerechtelijke of administratieve autoriteit.

    14.3.1 Naam en adres van de gerechtelijke of administratieve instantie:

    13.4  wijst een of meerdere personen of lichamen aan die belast zijn met de zorg voor de persoon of het vermogen van de volwassene, of die de volwassene vertegenwoordigen of bijstaan (indien dit vakje wordt aangevinkt, gelieve dan punt 14 in te vullen)  8 .

    13.4.1 de aangewezen vertegenwoordiger is dezelfde als andere partij A

    13.4.2 de aangewezen vertegenwoordiger is dezelfde als andere partij B

    13.4.3 de vertegenwoordiger was geen partij bij de procedure

    13.4.3.1 Na(a)m(en) van de vertegenwoordiger:

    13.4.3.2 Adres van de vertegenwoordiger:

    13.5  plaatst de volwassene in een inrichting of op een andere plaats waar bescherming kan worden geboden, of machtigt tot een dergelijke plaatsing.

    13.5.1 Naam en adres van de inrichting of andere plaats:

    13.6  machtigt tot of beslist over het beheer over, de instandhouding of de vervreemding van het vermogen van de volwassene.

    13.6.1 Aanduiding van het vermogen van de volwassene 9 :

    13.7  machtigt tot een bijzondere interventie ter bescherming van de persoon of het vermogen van de volwassene.

    13.8 Andere (gelieve te specificeren):

    14.Bevoegdheden van de aangewezen vertegenwoordiger(s)

    14.1 Vertegenwoordiger A is belast met de zorg voor de persoon van de volwassene 10

    15.1.1  voor de volgende categorieën handelingen:

    15.1.2  voor de volgende handelingen:

    15.1.3  afhankelijk van de machtiging van:

    14.2 Vertegenwoordiger A is belast met de zorg voor het vermogen van de volwassene

    14.2.1  voor de volgende categorieën handelingen:

    14.2.2  voor handelingen betreffende:

    14.2.2.1  roerende goederen

    14.2.2.2  onroerende goederen

    14.2.2.3  de volgende goederen:

    14.2.2.4  afhankelijk van de machtiging van:

    14.3 Andere (gelieve te specificeren): 

    15.De maatregel:

    15.1  vervalt op (dd/mm/jjjj):

    15.2  wordt herzien op (dd/mm/jjjj):

    15.3  is geldig tot hij wordt gewijzigd of ingetrokken

    15.4  andere (gelieve te specificeren):

    16. De maatregel bepaalt de kosten van de procedure 11

    16.1 In de beslissing is het volgende bepaald 12 :

    16.1.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    16.1.2 Naam van een organisatie of andere rechtspersoon:

    17.2 Moet betalen aan:

    17.2.1  Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    17.2.2  Naam van een organisatie of andere rechtspersoon:

    17.3 Het bedrag van: …

     euro (EUR)  lev (BGN)  kuna (HRK)  Tsjechische kroon (CZK)

     forint (HUF)  zloty (PLN)  Roemeense leu (RON)

     Zweedse kroon (SEK)

     andere (gelieve te specificeren (ISO-code)):

    17.4 Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn (bijvoorbeeld de gegevens van de bankrekening waarop het bedrag moet worden betaald):

    17.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    Indien extra bladen zijn bijgevoegd, gelieve het totale aantal bladzijden te vermelden:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de bevoegde autoriteit die het attest afgeeft:

    Referentienummer van het attest:



    BIJLAGE II

    ATTEST

    BETREFFENDE EEN AUTHENTIEKE AKTE TER BESCHERMING VAN EEN VOLWASSENE

    (Artikel 17 van Verordening (EU) 20XX/X)

    Af te geven bij een authentieke akte ter bescherming van een volwassene, op verzoek van een persoon die een authentieke akte in een andere lidstaat wenst te gebruiken (“authentieke akte”).

    1.Lidstaat waar de authentieke akte formeel is verleden of geregistreerd door een bevoegde autoriteit (“lidstaat van oorsprong”)

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland  Spanje

     Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg  Hongarije  Malta

    Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland

     Zweden

    2.Bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong die dit attest afgeeft

    2.1 Naam van de bevoegde autoriteit:

    2.2 Adres

    2.2.1 Straat en nummer/postbus:

    2.2.2 Plaats en postcode:

    2.3 Contactgegevens

    2.3.1 Telefoonnummer:

    2.3.2 E-mailadres:

    3.Autoriteit die de authentieke akte formeel heeft verleden of geregistreerd (indien verschillend van de autoriteit vermeld in punt 2)

    3.1 Naam van de autoriteit 

    3.2 Adres:

    3.2.1 Straat en nummer/postbus:

    3.2.2 Plaats en postcode:

    3.3 Contactgegevens

    3.3.1 Telefoonnummer:

    3.3.2 E-mailadres:

    4.Authentieke akte

    4.1 Datum (dd/mm/jjjj):

    4.2 Referentienummer:

    5.Volwassene op wie de authentieke akte betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    5.5 Identificatienummer 13 :

    5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.5.3 Fiscaal nummer:

    5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.6. Adres

    5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    5.6.2. Plaats en postcode:

    5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    5.7 Contactgegevens

    5.7.1 Telefoonnummer:

    5.7.2 E-mailadres:

    5.7.3 Andere contactgegevens:

    6.Authenticiteit van de authentieke akte

    6.1 □ Volgens het recht van de lidstaat van oorsprong heeft de authentieke akte specifieke bewijskracht in vergelijking met andere schriftelijke documenten.

    6.1.1 □ Nee

    6.1.2 □ Ja. De specifieke bewijskracht betreft de volgende elementen:

    6.1.2.1 □ de datum waarop de authentieke akte werd verleden.

    6.1.2.2 □ de plaats waar de authentieke akte werd verleden.

    6.1.2.3 □ de herkomst van een handtekening van de volwassene.

    6.1.2.4 □ de inhoud van een verklaring van de volwassene

    6.1.2.5 □ de feiten waarvan de bevoegde autoriteit verklaart dat ze in haar aanwezigheid zijn geverifieerd.

    6.1.2.6 □ de handelingen die de autoriteit verklaart te hebben uitgevoerd.

    6.1.2.7 □ andere (gelieve te specificeren):

    6.2 □ Volgens het recht van de lidstaat van oorsprong kan de authentieke akte haar specifieke bewijskracht verliezen op grond van (duid aan indien van toepassing):

    6.2.1 □ een gerechtelijke beslissing

    6.2.1.1 □ gegeven in een gewone gerechtelijke procedure.

    6.2.1.2 □ gegeven in een bijzondere gerechtelijke procedure die hiervoor in rechte is ingesteld.

    6.2.2 □ andere (gelieve te specificeren):

    6.3 □ Voor zover bekend bij de autoriteit is de authenticiteit van de authentieke akte in de lidstaat van herkomst niet betwist.

    7. In de authentieke akte vastgelegde rechtshandelingen en rechtsbetrekkingen

    7.1 Voor zover bekend bij de bevoegde autoriteit die het attest afgeeft:

    7.1.1 □ wordt de authentieke akte niet betwist wat betreft de vastgelegde rechtshandelingen en/of rechtsbetrekkingen

    7.1.2 □wordt de authentieke akte betwist wat betreft de vastgelegde rechtshandelingen en/of rechtsbetrekkingen op specifieke punten waarop dit attest geen betrekking heeft (gelieve te specificeren):

    7.2. Overige relevante informatie (gelieve te specificeren):

    8.Vertegenwoordigingsbevoegdheden

    8.1 De authentieke akte legt door de volwassene toegekende vertegenwoordigingsbevoegdheden vast

    8.2 Vertegenwoordiger (persoon die gemachtigd is om ter ondersteuning van of namens de volwassene op te treden)

    8.2.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en) of naam van de organisatie:

    8.2.2 In voorkomend geval, identificatienummer 14

    8.2.2.1Nationaal identiteitsnummer:

    8.2.2.2Socialezekerheidsnummer:

    8.2.2.3. Fiscaal nummer:

    8.2.2.4Andere (gelieve te specificeren):

    8.2.3 Indien van toepassing, registratie van de rechtspersoon 15

    8.2.3.1 Registratienummer:

    8.2.3 2 Hoedanigheid van het register/de registrerende autoriteit:

    8.2.3.3 Datum (dd/mm/jjjj) en plaats van registratie:

    8.2.4 Adres

    8.2.4.1 Straat en nummer/postbus:

    8.2.4.2 Plaats en postcode:

    8.2.4.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland

     Griekenland  Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen

     Luxemburg  Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal

     Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    8.3 Indien meerdere vertegenwoordigers worden aangewezen, dan treden zij als volgt op:

     samen (gezamenlijk) 16 ;

     simultaan 17 (indien nodig specificeren):

     afzonderlijk 18 (indien nodig specificeren):

     als plaatsvervangers 19 (indien nodig specificeren):

    8.4 De vertegenwoordigingsbevoegdheden hebben betrekking op de volgende aangelegenheden:

    8.4.1  economische en financiële aangelegenheden

    8.4.2  gezondheid

    8.4.3  welzijn en andere persoonlijke aangelegenheden

    8.4.4  zakelijke of professionele aangelegenheden of het aandeel van de volwassene in (een) onderneming(en)

    8.4.5  wettelijke vertegenwoordiging van de volwassene

    8.4.6  keuze van het toepasselijke recht

    8.4.7  bevoegdheidskeuze

    8. 4.8  andere (gelieve te specificeren):

    8.1.5 De vertegenwoordigingsbevoegdheden

    8.1.5.1 zijn momenteel in werking

    8.1.5.1.1 datum van inwerkingtreding (dd/mm/jjjj): …

    8.1.5.2  zullen in de toekomst in werking treden

    8.1.5.2.1  na bevestiging door een bevoegde autoriteit

    8.1.5.2.2  na eenzijdige verklaring van de vertegenwoordiger

    8.1.5.2.3  na een besluit van een derde

    8.1.5.2.4  in voorkomend geval, soort vereist bewijs (bv. een medisch attest):

    9.Voorafgaande richtsnoeren

    9.1  De authentieke akte bevat voorafgaande richtsnoeren (instructies en wensen van een persoon) met betrekking tot de volgende aangelegenheden:

    9.1.1  Gezondheid, gelieve zo nodig te specificeren:

    9.1.2  Welzijn, inclusief verblijfplaats, gelieve zo nodig te specificeren:

    9.1.3  Andere persoonlijke aangelegenheden, gelieve zo nodig te specificeren:

    9.1.4  Economische en financiële aangelegenheden, gelieve zo nodig te specificeren:

    9.1.5  Keuze van een natuurlijke persoon als vertegenwoordiger die in aanmerking moet worden genomen door de autoriteiten die een maatregel nemen ter bescherming van de volwassene

    9.1.5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en) van de gekozen vertegenwoordiger:

    9.1.5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte van de gekozen vertegenwoordiger (indien verschillend van punt 9.1.5.1.):

    9.1.5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    9.1.5.5 Identificatienummer 20 :

    9.1.5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    9.1.5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    9.1.5.5.3 Fiscaal nummer:

    9.1.5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    9.1.5.6 Adres

    9.1.5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    9.1.5.6.2 Plaats en postcode:

    9.1.5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland

     Griekenland  Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen

     Luxemburg  Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal

     Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

     Ander (gelieve de ISO-code te vermelden):

    9.1.6  Keuze van een rechtspersoon als vertegenwoordiger die in aanmerking moet worden genomen door de autoriteiten die een maatregel nemen ter bescherming van de volwassene

    9.1.6.1 Naam van de organisatie:

    9.1.6.2 Registratie van de organisatie 21  

    9.1.6.2.1 Registratienummer:

    9.1.6.2.2 Hoedanigheid van het register/de registrerende autoriteit:

    9.1.6.2.3 Datum (dd/mm/jjjj) en plaats van registratie:

    9.1.6.3 Adres van de organisatie

    9.1.6.3.1 Straat en nummer/postbus:

    9.1.6.3.2 Plaats en postcode:

    9.1.6.3.3 Land

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië

    □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    9.1.6.4 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en) van de persoon die gemachtigd is om namens de organisatie te ondertekenen:

    9.1.6.5 Overige relevante informatie (gelieve te specificeren):

    9.1.6.6 Contactgegevens

    9.1.6.6.1 Telefoonnummer:

    9.1.6.6.2 E-mailadres:

    9.2 Overige informatie in verband met de voorafgaande richtsnoeren

    9.2.1 Volgens het recht van de staat van oorsprong:

    9.2.1.1  hebben voorafgaande richtsnoeren bindende werking

    9.2.1.2  moeten voorafgaande richtsnoeren worden behandeld als wensen en voorkeuren van de volwassene en moeten die naar behoren in acht worden genomen

    9.2.2 Overige relevante informatie in verband met de voorafgaande richtsnoeren:

    10.Andere in de authentieke akte opgenomen gegevens:

    11.Registratie

    11.1  De authentieke akte of een deel daarvan is geregistreerd

    in een register van de lidstaat van oorsprong

    in een register van een andere lidstaat

    12.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    Indien extra bladen zijn bijgevoegd, gelieve het totale aantal bladzijden te vermelden:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de bevoegde autoriteit die het attest afgeeft:

    Referentienummer van het attest:



    BIJLAGE III

    EUROPESE VERKLARING VAN VERTEGENWOORDIGING

    (Artikel 38 van Verordening (EU) 20XX/X)

    BELANGRIJKE OPMERKINGEN

    Deze verklaring is bestemd voor gebruik door een of meer vertegenwoordigers die zich in een andere lidstaat moeten beroepen op hun bevoegdheid om een volwassene te vertegenwoordigen die vanwege een stoornis in of ontoereikendheid van zijn of haar persoonlijke vermogens niet in staat is zijn of haar belangen te behartigen.

    Deze verklaring kan worden gebruikt om aan te tonen dat de in deze verklaring als vertegenwoordiger van de volwassene aangewezen persoon bevoegd is om de volwassene te vertegenwoordigen.

    Deze verklaring wordt afgegeven door een bevoegde autoriteit van een lidstaat waar de maatregel is genomen of waar vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn bevestigd (“autoriteit van afgifte”). Het origineel van deze verklaring blijft in het bezit van die autoriteit van afgifte en alleen gewaarmerkte afschriften ervan worden afgegeven. De verklaring is geldig tot de datum die is vermeld in het desbetreffende vak aan het eind van dit formulier

    Rechtsgevolgen van deze verklaring in de Unie:

    -De persoon die in de verklaring is vermeld als vertegenwoordiger van een volwassene, wordt geacht over de in de verklaring genoemde bevoegdheden te beschikken, zonder dat aan die bevoegdheden andere voorwaarden en/of beperkingen worden verbonden dan die welke in de verklaring zijn vermeld.

    -Eenieder die op basis van de in een geldige verklaring geattesteerde informatie in contact treedt met een persoon die volgens de verklaring de vertegenwoordiger van de volwassene is met betrekking tot een bepaalde aangelegenheid, wordt geacht in contact te zijn getreden met een persoon die bevoegd is de volwassene met betrekking tot die aangelegenheid te vertegenwoordigen, tenzij de betrokkene weet dat de inhoud van de verklaring onjuist of ongeldig is of als gevolg van grove nalatigheid geen weet heeft van deze onjuistheid of ongeldigheid.

    -De verklaring heeft deze rechtsgevolgen in de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken [en Ierland].

    1.De bevoegde autoriteit die de verklaring heeft afgegeven.

    (“Autoriteit van afgifte”)

    1.1 Lidstaat van de autoriteit van afgifte

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland

    □ Spanje □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland

    1.2 Naam en hoedanigheid van de autoriteit van afgifte:

    1.3 Adres van de autoriteit van afgifte

    1.3.1 Straat en nummer/postbus:

    1.3.2 Plaats en postcode:

    1.4 Contactgegevens

    1.4.1 Telefoonnummer:

    1.4.2 E-mailadres:

    2.Gegevens over de te vertegenwoordigen volwassene

    (“Volwassene”)

    2.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    2.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 2.1.):

    2.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj):

    2.4 Geboorteplaats (stad/land/(ISO-code)):

    2.5 Nationaliteit

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland

    □ Spanje □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    □ Onbekend

    2.6 Identificatienummer (gelieve het(de) meest relevante nummer(s) te vermelden)

    2.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    2.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    2.6.3 Fiscaal nummer:

    2.6.4 Andere (gelieve te specificeren):

    2.7 Adres

    2.7.1 Straat en nummer/postbus:

    2.7.2 Plaats en postcode:

    2.7.3 Land

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland

    □ Spanje □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië

    □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    2.8 Contactgegevens

    2.8.1 Telefoonnummer:

    2.8.2 E-mailadres:

    2.8.3 Andere contactgegevens:

    Indien de vertegenwoordiging gebaseerd is op een maatregel ter bescherming van de volwassene:

    3.Bronmaatregel

    3.1 De bronmaatregel is genomen door:

    □ dezelfde autoriteit als die welke deze verklaring afgeeft

    □ een andere bevoegde autoriteit in de lidstaat

    3.2 Indien de maatregel niet is genomen door de bevoegde autoriteit die deze verklaring afgeeft, gelieve dan de naam en de hoedanigheid te vermelden van de bevoegde autoriteit die de maatregel heeft genomen:

    3.3 Referentienummer van de bronmaatregel:

    3.4 Datum waarop de bronmaatregel is genomen (dd/mm/jjjj):

    3.5 □ De bronmaatregel is geregistreerd in een beschermingsregister van een lidstaat 22

    3.5.1 Aanvullende gegevens ter identificatie van het register:

    3.5.2 Referentienummer van de bronmaatregel in het register:

    3.6 □ Tegen de maatregel staat een beroep open volgens het recht van de lidstaat van oorsprong

    3.6.1 □ De maatregel waartegen beroep openstaat volgens het recht van de lidstaat van oorsprong, is voorlopig van toepassing

    3.7 Op basis van de maatregel kan de vertegenwoordiger handelen

    3.7.1 in de hoedanigheid van:

    3.7.2 krachtens het volgende recht 23 :

    Indien de vertegenwoordiging gebaseerd is op bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden:

    4.Door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden

    4.1 De vertegenwoordigingsbevoegdheden werden bevestigd door:

    □ dezelfde bevoegde autoriteit als die welke deze verklaring afgeeft

    □ een andere bevoegde autoriteit

    4.2 Indien de vertegenwoordigingsbevoegdheden niet werden bevestigd door de autoriteit die deze verklaring afgeeft, gelieve dan de naam en de hoedanigheid te vermelden van de bevoegde autoriteit die deze heeft bevestigd:

    4.3 Datum waarop de vertegenwoordigingsbevoegdheden door de volwassene zijn opgesteld (dd/mm/jjjj):

    4.4 Datum van bevestiging van de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden (dd/mm/jjjj):

    4.5 Referentienummer van de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden:

    4.6 □ De door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden zijn geregistreerd in een register van een lidstaat 24

    4.6.1 Aanvullende gegevens ter identificatie van het register:

    4.6.2 Referentienummer van de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden in het register:

    5.Vertegenwoordiger(s) van de volwassene

    5.1 Aantal vertegenwoordigers van de volwassene

    □ Eén

    □ Meer dan één — Gelieve het aantal vertegenwoordigers van de volwassene aan te geven:

    Indien de volwassene meer dan één vertegenwoordiger heeft, gelieve dan de punten 6 (Gegevens over de vertegenwoordiger van de volwassene), 7 (Bevoegdheden van de vertegenwoordiger) en 8 (Beperkingen van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger) voor elke vertegenwoordiger afzonderlijk in te vullen, en voor elke vertegenwoordiger een blad bij te voegen waarbij de vertegenwoordigers zo nodig worden aangeduid als “vertegenwoordiger A”, “vertegenwoordiger B” enz.

    5.2 Indien de volwassene meer dan één vertegenwoordiger heeft, hoe kunnen de vertegenwoordigers de volwassene dan vertegenwoordigen? (Gelieve een van de opties te kiezen)

    □ Elke vertegenwoordiger van de volwassene kan alleen optreden of zij kunnen gezamenlijk optreden

    □ Alle vertegenwoordigers van de volwassene moeten gezamenlijk of in onderling overleg optreden

    □ Elke vertegenwoordiger handelt binnen de grenzen van de hem toevertrouwde bevoegdheden en de bevoegdheden van de vertegenwoordigers overlappen elkaar niet

    □ Andere. Gelieve de specifieke regels of regelingen betreffende de vertegenwoordiging van de volwassene toe te lichten 25 :

    6.Gegevens over de vertegenwoordiger van de volwassene

    (“Vertegenwoordiger”)

    6.1 Indien de vertegenwoordiger een natuurlijke persoon is

    6.1.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    6.1.2 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats (stad/land/(ISO-code)):

     

    6.1.3 Identificatienummer (gelieve het meest relevante nummer te vermelden)

    6.1.3.1 Nationaal identiteitsnummer:

    6.1.3.2 Socialezekerheidsnummer:

    6.1.3.3 Fiscaal nummer:

    6.1.3.4 Andere (gelieve te specificeren):

    6.1.4 Adres

    6.1.4.1 Straat en nummer/postbus:

    6.1.4.2 Plaats en postcode:

    6.1.4.3 Land

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland

    □ Spanje □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië

    □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    6.1.5 Contactgegevens

    6.1.5.1 Telefoonnummer:

    6.1.5.2 E-mailadres:

    6.1.5.3 Andere contactgegevens:

    6.2 Indien de vertegenwoordiger een rechtspersoon is

    6.2.1 Naam van de organisatie:

    6.2.2 Registratie van de organisatie (Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.)

    6.2.2.1 Registratienummer:

    6.2.2.2 Hoedanigheid van het register/de registrerende autoriteit:

    6.2.2.3 Datum (dd/mm/jjjj) en plaats van registratie:

    6.2.3. Adres van de organisatie

    6.2.3.1 Straat en nummer/postbus:

    6.2.3.2 Plaats en postcode:

    6.2.3.3 Land

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg

    □ Hongarije □ Malta □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië

    □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    6.2.4 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en) van de persoon die gemachtigd is om namens de organisatie te ondertekenen:

    6.2.5 Overige relevante informatie (te specificeren):

    6.2.6 Contactgegevens

    6.2.6.1 Telefoonnummer:

    6.2.6.2 E-mailadres:

    7.Bevoegdheden van de vertegenwoordiger

    7.1 Zijn de bevoegdheden van de vertegenwoordiger beperkt tot een specifieke interventie (d.w.z. beperkt tot het vertegenwoordigen van de volwassene met betrekking tot een specifieke rechtshandeling, transactie of een ander soortgelijk specifiek doel)?

    □ Ja

    □ Nee, de bevoegdheden zijn niet beperkt tot een specifieke interventie.

    7.1.1 Indien de vertegenwoordigingsbevoegdheden beperkt zijn tot een specifieke interventie, gelieve dan nadere bijzonderheden te verstrekken over de aard van die interventie:

    Indien deze niet beperkt zijn tot een specifieke interventie, gelieve dan de punten 7.2 tot en met 7.5 in te vullen.

    7.2. Vertegenwoordiging met betrekking tot het vermogen van de volwassene

    7.2.1 □ De vertegenwoordiger heeft vertegenwoordigingsbevoegdheden en/of rechten in verband met vermogensaangelegenheden van de volwassene, zoals het beheer, de instandhouding of de vervreemding van het vermogen van de volwassene en het beheer van activa van de volwassene

    7.2.1.1 De vertegenwoordiger heeft de volgende bevoegdheden en/of rechten met betrekking tot de onroerende goederen van de volwassene:

    □ doorlopend beheren en in stand houden van de onroerende goederen en activa van de volwassene

    □ onroerende goederen verwerven namens of voor rekening van de volwassene

    □ een huurovereenkomst sluiten, vernieuwen en/of beëindigen ten aanzien van een derde partij voor aan de volwassene toebehorende onroerende goederen

    □ verkopen van onroerende goederen van de volwassene

    □ schenken van onroerende goederen van de volwassene

    □ onroerende goederen van de volwassene op een andere manier vervreemden dan door verkoop of schenking

    □ werken, verbouwingen en reparaties aan onroerende goederen van de volwassene uitvoeren, met inbegrip van grote werken, verbouwingen en reparaties

    □ een contractuele relatie aangaan, wijzigen of beëindigen met betrekking tot de uitvoering van verbeteringswerken, verbouwingen en reparaties aan onroerende goederen van de volwassene

    □ zakelijke rechten op onroerende goederen van de volwassene in het leven roepen en beëindigen (vruchtgebruik, gebruik, erfdienstbaarheid enz.) of onroerende goederen van de volwassene anderszins bezwaren

    □ een hypotheek vestigen op onroerende goederen van de volwassene

    □ terugbetalen, wijzigen, opheffen of anderszins juridisch handelen met betrekking tot een hypotheek op onroerende goederen van de volwassene

    □ de volwassene vertegenwoordigen bij aangelegenheden in verband met het beheer van een gebouw en/of grond van de volwassene, met inbegrip van gedeeld beheer met andere eigenaren of bewoners van de onroerende goederen

    □ aanvragen en formulieren indienen, ontvangen, wijzigen en/of intrekken met betrekking tot onroerende goederen van de volwassene

    □ aangiften doen met betrekking tot onroerende goederen van de volwassene

    □ rechtshandelingen en/of juridische transacties verrichten met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met onroerende goederen van de volwassene

    □ de verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen van de volwassene vervullen met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met onroerende goederen van de volwassene

    □ de volwassene bijstaan bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met onroerende goederen van de volwassene

    □ gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met onroerende goederen van de volwassene

    □ uitsluitend specifieke gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met onroerende goederen van de volwassene — Gelieve de gerechtelijke procedures te specificeren:

    □ andere bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger met betrekking tot onroerende goederen van de volwassene — Gelieve te specificeren:

    7.2.1.2 De vertegenwoordiger heeft de volgende bevoegdheden en/of rechten met betrekking tot andere dan onroerende goederen (hierna: “andere goederen” genoemd): (Gelieve bevoegdheden en/of rechten met betrekking tot andere goederen van de volwassene te selecteren)

    □ doorlopend beheren en in stand houden van het andere goederen van de volwassene

    □ ander goederen verwerven namens of voor rekening van de volwassene

    □ verkopen van andere goederen van de volwassene

    □ schenken van andere goederen van de volwassene

    □ schenken van andere goederen van de volwassene onder voorwaarden 26 Gelieve te specificeren:

    □ andere goederen van de volwassene op een andere manier vervreemden dan door verkoop of schenking

    □ namens of voor rekening van de volwassene verbintenissen aangaan met betrekking tot andere goederen van de volwassene

    □ betalingen, inkomsten, kapitaal en/of kostbaarheden ontvangen

    □ de bankrekening(en) van de volwassene beheren en/of wijzigen, met inbegrip van alle daarmee verband houdende transacties en rechtshandelingen

    □ van banken en soortgelijke instellingen informatie ontvangen over de bankrekening(en) en andere goederen van de volwassene, met inbegrip van eventuele rekeningafschriften

    □ toegang verkrijgen tot en/of logingegevens ontvangen voor de bankrekening(en) van de volwassene

    □ een nieuwe bankrekening openen namens of voor rekening van de volwassene

    □ om de afgifte van (een) kredietkaart(en) op de bankrekening(en) van de volwassene verzoeken en deze ontvangen

    □ om de afgifte van (een) debetkaart(en) op de bankrekening(en) van de volwassene verzoeken en deze ontvangen

    □ directe stortingen of geplande betalingen vanaf de bankrekening(en) van de volwassene verrichten, wijzigen of beëindigen

    □ de bankrekening(en) van de volwassene sluiten en fondsen overmaken of opnemen van de rekening(en)

    □ geld opnemen en betalingen doen vanaf de bankrekening(en) van de volwassene

    □ gebruikmaken van de financiële middelen van de volwassene en betalingen verrichten

    □ gebruikmaken van de financiële middelen van de volwassene en betalingen verrichten om te voldoen aan de bestaande wettelijke verbintenissen van de volwassene ten aanzien van derden met betrekking tot andere goederen (zoals terugbetaling van kredietkaarten enz.)

    □ gebruikmaken van de financiële middelen van de volwassene en betalingen verrichten ter dekking van zijn of haar kosten voor het vervullen van de rol van vertegenwoordiger

    □ gebruikmaken van de financiële middelen van de volwassene en betalingen verrichten voor — Gelieve te specificeren:

    □ het overschot aan kapitaal en inkomsten hergebruiken

    □ informatie ontvangen over andere financiële instrumenten van de volwassene

    □ (een) overeenkomst(en) voor effecten en financiële instrumenten van de volwassene beheren en/of wijzigen

    □ (een) overeenkomst(en) voor het beheer van effecten en financiële instrumenten van de volwassene beëindigen

    □ namens of voor rekening van de volwassene optreden met betrekking tot transacties met effecten en financiële instrumenten

    □ juridisch afdwingbare schulden en/of andere verbintenissen van de volwassene nakomen

    □ schulden en/of andere verbintenissen van de volwassene nakomen

    □ rechtshandelingen en/of juridische transacties verrichten met betrekking tot andere goederen

    □ (een) door de volwassene gesloten overeenkomst(en) met betrekking tot andere goederen uitvoeren

    □ de verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen van de volwassene met betrekking tot andere goederen vervullen;

    □ de volwassene bijstaan bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen met betrekking tot andere goederen

    □ gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot andere goederen van de volwassene

    □ uitsluitend de volgende gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot andere goederen van de volwassene — Gelieve de gerechtelijke procedures te specificeren: 

    □ andere bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger met betrekking tot andere goederen — Gelieve te specificeren:

    Opmerkingen:

    7.2.1.3 De vertegenwoordiger heeft de volgende bevoegdheden en/of rechten met betrekking tot erfopvolging: (Gelieve te selecteren welke van toepassing zijn)

    □ een erfenis of andere betalingen uit een nalatenschap aanvaarden

    □ een erfenis of andere betalingen uit een nalatenschap weigeren

    □ een erfenis of andere betalingen uit een nalatenschap weigeren wanneer de nalatenschap een overmatige schuldenlast heeft

    □ de volwassene vertegenwoordigen in een erfrechtprocedure, ook ten aanzien van gerechtelijke autoriteiten en/of financiële of fiscale autoriteiten

    □ andere bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger met betrekking tot erfopvolging — Gelieve te specificeren:

    Opmerkingen:

    7.3 Vertegenwoordiging met betrekking tot de zorg voor de persoon van de volwassene en het persoonlijke welzijn van de volwassene

    7.3.1 De vertegenwoordiger heeft bevoegdheden en/of rechten met betrekking tot gezondheidsgerelateerde belangen van de volwassene

    7.3.1.1 De vertegenwoordiger heeft de volgende gezondheidsgerelateerde bevoegdheden en/of rechten: (Gelieve te selecteren welke van toepassing zijn)

    □ de volwassene begeleiden bij een behandeling in de gezondheidszorg

    □ informatie ontvangen over de gezondheid van de volwassene

    □ medische documentatie van de volwassene raadplegen

    □ het vrijgeven van medische documentatie aan andere partijen toestaan

    □ de belangen van de volwassene behartigen in gezondheidsgerelateerde aangelegenheden

    □ beslissingen nemen over ambulante zorg voor de volwassene

    □ beslissingen nemen over intramurale zorg voor de volwassene

    □ toestemming geven, weigeren toestemming te geven of toestemming intrekken voor een medische behandeling, onderzoek of andere medische ingreep

    □ beslissingen nemen over de voortzetting of stopzetting van een gezondheidsbehandeling, met uitzondering van levensondersteunende behandelingen 27

    □ beslissingen nemen over de voortzetting of stopzetting van een gezondheidsbehandeling, met inbegrip van de voortzetting of stopzetting van levensondersteunende behandelingen 28

    □ rechtshandelingen en/of juridische transacties verrichten met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met gezondheidszorg voor de volwassene

    □ aanvragen en formulieren indienen, ontvangen, wijzigen en/of intrekken met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met gezondheidszorg voor de volwassene

    □ gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met gezondheidszorg voor de volwassene

    □ uitsluitend specifieke gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met gezondheidszorg voor de volwassene — Gelieve de gerechtelijke procedure te specificeren:

    □ andere gezondheidsgerelateerde bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger — Gelieve te specificeren:

    Opmerkingen:

    7.3.2 □ De vertegenwoordiger heeft bevoegdheden en/of rechten met betrekking tot de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene

    7.3.2.1 De vertegenwoordiger heeft de volgende bevoegdheden en/of rechten: (Gelieve te selecteren welke van toepassing zijn)

    □ de verblijfplaats van de volwassene vaststellen met toestemming van de volwassene

    □ de verblijfplaats van de volwassene vaststellen met toestemming van een andere persoon of autoriteit

    □ de verblijfplaats van de volwassene vaststellen

    □ een overeenkomst met een inrichting of met een plaats waar huisvesting wordt verstrekt, sluiten, wijzigen of beëindigen

    □ een overeenkomst met een inrichting of met een plaats waar huisvesting met zorg wordt verstrekt, of waar de volwassene bescherming kan worden geboden, sluiten, wijzigen of beëindigen

    □ zo lang als nodig is beslissen over de overdracht van de volwassene naar of de toelating van de volwassene tot een ziekenhuis of soortgelijke instelling voor een intramurale opname aldaar

    □ een huurovereenkomst sluiten voor een appartement of een andere vorm van huisvesting voor de volwassene en die overeenkomst wijzigen of beëindigen

    □ andere praktische kwesties met betrekking tot het huishouden van de volwassene regelen

    □ de volwassene vertegenwoordigen bij aangelegenheden in verband met het beheer van een gebouw en/of grond waar de volwassene woont, met inbegrip van gedeeld beheer met andere eigenaren of bewoners

    □ rechtshandelingen en/of juridische transacties verrichten met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene

    □ aanvragen en formulieren indienen, ontvangen, wijzigen en/of intrekken met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene

    □ de verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen van de volwassene vervullen met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene

    □ de volwassene bijstaan bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene

    □ gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene

    □ uitsluitend specifieke gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene — Gelieve de gerechtelijke procedures te specificeren: 

    □ andere bevoegdheden en/of rechten in verband met de verblijfplaats of huisvesting van de volwassene — Gelieve te specificeren:

    Opmerkingen:

    7.3.3 De vertegenwoordiger heeft ook de volgende andere bevoegdheden en/of rechten in verband met de persoon van de volwassene en/of het persoonlijke welzijn van de volwassene: (Gelieve te selecteren welke van toepassing zijn)

    □ bepalen welk contact de volwassene eventueel kan hebben met een of meer specifieke perso(o)n(en)

    □ bevelen dat een of meer specifieke perso(o)n(en) geen contact mogen hebben met de volwassene

    □ handelingen stellen die van invloed zullen zijn op het lidmaatschap van de volwassene in een vereniging of andere organisaties

    □ handeling stellen met betrekking tot het gezelschapsdier of huisdier van de volwassene

    □ andere bevoegdheden en/of rechten in verband met de persoon van de volwassene en/of het persoonlijke welzijn van de volwassene — Gelieve te specificeren:

    Opmerkingen:

    7.4 Vertegenwoordiging in verband met juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    7.4.1 De vertegenwoordiger heeft de volgende algemene bevoegdheden en/of rechten in verband met het beheer van de juridische en zakelijke belangen van de volwassene (Gelieve te selecteren welke van toepassing zijn):

    □ beslissingen nemen en acties ondernemen in verband met de bedrijfsvoering, handel of andere beroepsactiviteiten van de volwassene die van tijdelijke of routinematige aard zijn

    □ beslissingen nemen en acties ondernemen in verband met de bedrijfsvoering, handel of andere beroepsactiviteiten van de volwassene, met inbegrip van ingrepen die een permanente of structurele impact hebben op de bedrijfsvoering, handel of andere beroepsactiviteit

    □ beslissingen nemen en acties ondernemen in verband met het aandeelhouderschap van de volwassene in een onderneming, met inbegrip van de uitoefening van aandeelhoudersrechten (bv. de uitoefening van stemrechten op aandeelhoudersvergaderingen) en andere interventies, waaronder de verkoop van aandelen

    □ een huur afsluiten, vernieuwen of beëindigen voor bedrijfsruimten voor de onderneming, handel of andere beroepsactiviteiten van de volwassene

    □ acties ondernemen die van invloed zullen zijn op het lidmaatschap van de volwassene in een handelsvennootschap of op het aandeel van de volwassene in een rechtspersoon

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met banken en financiële en/of kredietinstellingen

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met verzekeringsmaatschappijen in verband met verzekeringspolissen met betrekking tot aangelegenheden die onder de bevoegdheden van de vertegenwoordiger vallen, met inbegrip van de sluiting, wijziging, verlenging en/of beëindiging van die polissen

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met verzekeringsmaatschappijen in verband met verzekeringspolissen met betrekking tot het vermogen en de activa van de volwassene, met inbegrip van de sluiting, wijziging, verlenging en/of beëindiging van die polissen

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met verzekeringsmaatschappijen in verband met verzekeringspolissen met betrekking tot de zakelijke en professionele activiteiten van de volwassene, met inbegrip van de sluiting, wijziging, verlenging en/of beëindiging van die polissen

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met verzekeringsmaatschappijen in verband met verzekeringspolissen met betrekking tot de persoon van de volwassene, met inbegrip van de sluiting, wijziging, verlenging en/of beëindiging van die polissen

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met pensioen- en sociale autoriteiten

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met fiscale en financiële autoriteiten

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met overheden

    □ de volwassene vertegenwoordigen in betrekkingen met andere autoriteiten en particuliere instanties

    □ de volwassene vertegenwoordigen bij het aangaan van overeenkomsten met derden

    □ beslissingen nemen in verband met de sluiting, wijziging of beëindiging van overeenkomsten met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    □ rechtshandelingen en/of juridische transacties verrichten met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    □ aanvragen en formulieren indienen, ontvangen, wijzigen en/of intrekken met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    □ de verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen van de volwassene vervullen met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    □ de volwassene bijstaan bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden en wettelijke verplichtingen met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    □ gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene

    □ uitsluitend specifieke gerechtelijke procedures afhandelen namens of voor rekening van de volwassene met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheden in verband met de juridische en zakelijke belangen van de volwassene — Gelieve de gerechtelijke procedures te specificeren: 

    □ Andere bevoegdheden en/of rechten in verband met de behartiging van de juridische en zakelijke belangen van de volwassene — Gelieve te specificeren:

    Opmerkingen:

    7.5 Andere bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger 

    7.5.1 De vertegenwoordiger heeft de volgende andere bevoegdheden en/of rechten: (Gelieve te selecteren welke van toepassing zijn)

    □ al zijn of haar bevoegdheden en rechten aan een derde delegeren

    □ sommige van zijn of haar bevoegdheden en rechten aan een derde delegeren

    □ zijn of haar plaatsvervangers aanwijzen met betrekking tot al zijn of haar bevoegdheden en rechten

    □ zijn of haar plaatsvervangers aanwijzen met betrekking tot sommige van zijn of haar bevoegdheden en rechten Gelieve te specificeren:

    □ een vermogensbeheerder aanstellen voor het vermogen van de volwassene

    □ aan de volwassene gerichte post ontvangen

    □ binnen de grenzen van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger, aan de volwassene gerichte post, met inbegrip van e-mail, in ontvangst nemen, openen en lezen

    □ andere bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger — Gelieve te specificeren of er andere bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger zijn die niet in een van de bovenstaande onderdelen van de verklaring zijn vermeld

    Opmerkingen:

    8.Beperkingen van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger

    8.1 Zijn de bovengenoemde bevoegdheden en/of rechten van de vertegenwoordiger specifiek beperkt tot een bepaalde lidstaat of een bepaald grondgebied?

    □ Nee

    □ Ja — Gelieve te specificeren welke bevoegdheden en/of rechten beperkt zijn en wat de aard van de geografische beperking is:

    8.2 Met betrekking tot de volgende aangelegenheden kan de vertegenwoordiger alleen optreden met toestemming van een autoriteit, een andere entiteit of een persoon 29 : (Gelieve deze kwesties en de vereiste toestemmingen toe te lichten)

    8.2.1 Deze lijst van noodzakelijke toestemmingen is:

    □ illustratief

    □ exhaustief

    8.3 Met betrekking tot de volgende aangelegenheden kan de vertegenwoordiger alleen optreden onder bepaalde andere voorwaarden 30 : (Gelieve deze kwesties en betrokken voorwaarden toe te lichten)

    8.3.1 Deze lijst van voorwaarden is:

    □ illustratief

    □ exhaustief

    8.4 De vertegenwoordiger is niet gerechtigd de volwassene te vertegenwoordigen in de volgende gevallen:

    8.4.1 Deze lijst van aangelegenheden die buiten de bevoegdheden van de vertegenwoordiger vallen, is

    □ illustratief

    □ exhaustief

    8.4.2 Krachtens het toepasselijke recht behoudt de volwassene de volgende bevoegdheden 31 :

    8.4.3 Krachtens de bronmaatregel of de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden behoudt de volwassene de volgende bevoegdheden:

     

    9.Geldigheid van de verklaring

    9.1 De autoriteit van afgifte heeft de passende geldigheidsduur van de verklaring 32 afgewogen en heeft vastgesteld dat de verklaring geldig moet zijn tot (dd/mm/jjjj):

    9.2 Eventuele opmerkingen over de geldigheidsduur van de verklaring:

     

    10.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    De autoriteit van afgifte verklaart dat zij alle stappen van artikel 38 van Verordening (EU) 20XX/X heeft gevolgd, en dat zij met name:

    -de elementen overeenkomstig artikel 38, lid 1, van de verordening heeft geverifieerd;

    -indien mogelijk, het systeem van gekoppelde registers heeft geraadpleegd overeenkomstig artikel 38, lid 3, van de verordening;

    -al het nodige heeft gedaan of zal doen om de volwassene en eenieder met een gerechtvaardigd belang in kennis te stellen van de afgifte van deze verklaring overeenkomstig artikel 38, lid 8, van de verordening;

    -de passende geldigheidsduur van de verklaring heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 38, lid 9, van de verordening.

    Referentienummer van de verklaring:

    Datum van afgifte van de verklaring (dd/mm/jjjj):

    De verklaring is geldig tot en met (dd/mm/jjjj):

    Indien extra bladen zijn bijgevoegd, gelieve het totale aantal bladzijden te vermelden:

    Handtekening en/of stempel van de autoriteit van afgifte:



    GEWAARMERKT AFSCHRIFT

    Dit gewaarmerkte afschrift van de Europese verklaring van vertegenwoordiging is afgegeven aan:

    Referentienummer van het afschrift:

    Datum van afgifte van het afschrift (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de autoriteit van afgifte:

    Gelieve voor meer informatie contact op te nemen met de autoriteit van afgifte. 



    BIJLAGE IV

    INFORMATIE VAN DE GEKOZEN AUTORITEITEN OVER DE UITOEFENING VAN HUN BEVOEGDHEID

    (Artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 20XX/X)

    Te gebruiken om de centrale autoriteit van de lidstaat waar een volwassene zijn gewone verblijfplaats heeft, ervan in kennis te stellen dat in een andere door die volwassene gekozen lidstaat een maatregel ter bescherming van die volwassene is genomen. De keuze moet schriftelijk zijn gemaakt toen de volwassene nog in staat was zijn of haar belangen te behartigen.

    1.Autoriteit die de maatregel heeft genomen (“autoriteit van oorsprong”)

    1.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    1.2 Naam en hoedanigheid van de autoriteit:

    1.3 Adres

    1.3.1 Straat en nummer/postbus:

    1.3.2 Plaats en postcode:

    1.4 Contactgegevens

    1.3.1 Telefoonnummer:

    1.3.2 E-mailadres:

    2.Aangezochte centrale autoriteit

    2.1 Lidstaat van de centrale autoriteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

    2.2 Naam van de centrale autoriteit: 

    2.3 Adres

    2.3.1 Straat en nummer/postbus:

    2.3.2 Plaats en postcode:

    2.3 Contactgegevens

    2.3.1 Telefoonnummer:

    2.3.2 E-mailadres:

    3.Volwassene op wie de maatregel betrekking heeft (“volwassene”)

    3.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    3.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 3.1.):

    3.4 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    3.5 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    3.6 Identificatienummer 33 :

    3.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    3.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    3.6.3 Fiscaal nummer:

    3.6.4 Andere (gelieve te specificeren):

    3.7 Contactgegevens

    3.7.1 Telefoonnummer:

    3.7.2 E-mailadres:

    3.7.3 Andere contactgegevens:

    4.Maatregel betreffende de volwassene

    4.1 Datum waarop de maatregel is genomen (dd/mm/jjjj):

    4.2 Datum waarop de maatregel verstrijkt of zal worden herzien (dd/mm/jjjj):

    4.3 De maatregel is geregistreerd in het register van de lidstaat van oorsprong, gelieve te specificeren:

    4.4 De maatregel is genomen op basis van een schriftelijke bevoegdheidskeuze van de volwassene op (dd/mm/jjjj):

    4.5 De autoriteit van oorsprong heeft haar bevoegdheid uitgeoefend en is nagegaan of:

    4.5.1 de volwassene de autoriteit heeft gekozen toen hij of zij nog steeds in staat was zijn of haar belangen te beschermen

    4.5.2 de bevoegdheidsuitoefening in het belang van de volwassene is

    4.5.3 de autoriteiten die krachtens de artikelen 5 tot en met 8 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000 bevoegd zijn, hun bevoegdheid niet hebben uitgeoefend.

    5.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn (in voorkomend geval met inbegrip van de aard van de zaak, een beschrijving van de maatregel en een korte uiteenzetting van de feiten):

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de bevoegde autoriteit die het communicatieformulier afgeeft:

    Referentienummer van de communicatie:



    BIJLAGE V

    VERZOEK OM BIJSTAND AAN EEN CENTRALE AUTORITEIT

    (Hoofdstuk VI van Verordening (EU) 20XX/X)

    Te gebruiken voor de toezending, door de autoriteiten van een lidstaat, aan de centrale autoriteit van een andere lidstaat, van een verzoek om bijstand in een grensoverschrijdende zaak.

    Voor de samenwerking uit hoofde van artikel 21 (plaatsing) en artikel 22 (aanwijzing van een vertegenwoordiger in het buitenland) worden de specifieke formulieren van de bijlagen VI en VII gebruikt.

    1.Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2.Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit (indien bekend):

    3.Verzoekende autoriteit

    3.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    3.2 Naam en hoedanigheid van de verzoekende autoriteit:

    3.3 Adres

    3.3.1 Straat en nummer/postbus:

    3.3.2 Plaats en postcode:

    3.4 Contactgegevens

    3.4.1 Telefoonnummer:

    3.4.2 E-mailadres:

    4.Aangezochte centrale autoriteit

    4.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    4.2 Naam van de centrale autoriteit:

    4.3 Adres

    4.3.1 Straat en nummer/postbus:

    4.3.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    4.4.1 Telefoonnummer:

    4.4.2 E-mailadres:

    5.Volwassene op wie het verzoek betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    5.5 Identificatienummer 34 :

    5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.5.3 Fiscaal nummer:

    5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.6. Adres

    5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    5.6.2 Plaats en postcode:

    5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    5.7 Contactgegevens

    5.7.1 Telefoonnummer:

    5.7.2 E-mailadres:

    5.7.3 Andere contactgegevens:

    6.Maatregel betreffende de volwassene

    6.1 De verzoekende autoriteit heeft op (dd/mm/jjjj) een maatregel genomen:

    6.1.1 Datum waarop de maatregel verstrijkt of zal worden herzien (dd/mm/jjjj):

    6.1.2 De maatregel is geregistreerd in het register van de lidstaat van de verzoekende autoriteit; gelieve te specificeren:

    6.2 Er is een verzoek om een maatregel ingediend, dat in behandeling is.

    6.3  Een maatregel, bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden of andere vertegenwoordigingsbevoegdheden met betrekking tot de volwassene zijn geregistreerd in het register van de lidstaat van de verzoekende autoriteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    6.4 Aard van de zaak, beschrijving van de maatregel en korte uiteenzetting van de feiten (eventueel in een bijlage bij dit formulier):

    7.Details van de bijstand waarom wordt verzocht

    7.1  Informatie over de wetgeving van de aangezochte lidstaat op het gebied van de bescherming van volwassenen (gelieve te specificeren):

    7.2  Informatie over specifieke procedures van de aangezochte lidstaat op het gebied van de bescherming van volwassenen (gelieve te specificeren):

    7.3  Informatie over specifieke diensten in de aangezochte lidstaat op het gebied van de bescherming van volwassenen (gelieve te specificeren):

    7.4  Andere informatie die de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat moet verstrekken op het gebied van de bescherming van volwassenen (gelieve te specificeren):

    7.5  Bijstand bij de toepassing van Verordening (EU) 20XX/X wat betreft:

    7.5.1  de vaststelling van de bevoegdheid (gelieve te specificeren):

    7.5.2  de vaststelling van het recht dat van toepassing is (gelieve te specificeren):

    7.5.3  de erkenning of tenuitvoerlegging van een maatregel (gelieve te specificeren):

    7.5.4  de rechtstreekse communicatie tussen autoriteiten

    7.5.5  andere (gelieve te specificeren):

    7.6  Plaats waar de volwassene zich bevindt. Gelieve de informatie te specificeren die het vermoeden rechtvaardigt dat de volwassene zich in de aangezochte lidstaat bevindt:

    7.7  Plaats waar een persoon die de volwassene ondersteuning kan bieden, zich bevindt.

    7.7.1 Informatie over de persoon die de volwassene ondersteuning kan bieden

    7.7.1.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    7.7.1.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 7.7.1.1):

    7.7.1.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    7.7.1.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland

     Griekenland  Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen

     Luxemburg  Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    7.7.1.5 Identificatienummer 35 :

    7.7.1.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    7.7.1.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    7.7.1.5.3 Fiscaal nummer:

    7.7.1.5.4 Ander (gelieve te omschrijven):

    7.7.2 Gelieve de informatie te specificeren die het vermoeden rechtvaardigt dat de persoon zich in de aangezochte lidstaat bevindt:

    7.7.3 Gelieve de relatie van de persoon met de volwassene te specificeren:

    7.8  Informatieverstrekking wanneer een maatregel wordt overwogen, overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) 20XX/X (gelieve te specificeren):

    7.9  Gebruik van bemiddeling of andere middelen voor alternatieve geschillenbeslechting om tot minnelijke schikkingen te komen:

    7.10 Verzoek om rechtsbijstand overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) 20XX/XX 36 met betrekking tot:

     de erkenning van een maatregel

     de tenuitvoerlegging van een maatregel

     de betekening of kennisgeving van een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk in een andere lidstaat

     andere procedures in het kader van Hoofdstuk VI van Verordening (EU) 20XX/X

    7.10.1 het verzoek om rechtsbijstand is ingediend door: …

    7.11  Andere (gelieve te specificeren):

    8.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

     

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de verzoekende autoriteit:

    Referentienummer van het verzoek



    INFORMATIE VAN DE CENTRALE AUTORITEIT OVER HET VERZOEK OM BIJSTAND

    1.Referentienummer van de verzoekende autoriteit (indien bekend):

    2.Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit:

    3.Verzoekende autoriteit

    4.Centrale autoriteit van de aangezochte staat

    4.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    4.2 Naam van de centrale autoriteit:

    4.3 Adres

    4.2.1 Straat en nummer/postbus:

    4.2.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    4.4.1 Telefoonnummer:

    4.4.2 E-mailadres:

    5.Antwoord van de centrale autoriteit 37

    5.1  Hieronder vindt u de gevraagde informatie:

    5.2  Het verzoek bevat niet alle volgende noodzakelijke informatie (gelieve de informatie te specificeren):

    5.3  Het verzoek wordt om de volgende reden(en) afgewezen:

    Indien extra bladen zijn bijgevoegd, gelieve het totale aantal bladzijden te vermelden:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de centrale autoriteit:

    Referentienummer van deze mededeling:



    BIJLAGE VI

    VERZOEK BETREFFENDE DE PLAATSING VAN EEN VOLWASSENE IN EEN ANDERE LIDSTAAT

    (Artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 20XX/X)

    Te gebruiken voor de communicatie tussen de autoriteit van een lidstaat die overweegt een volwassene in een andere lidstaat te plaatsen, en de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat.

    De aangezochte centrale autoriteit antwoordt uiterlijk zes weken na de ontvangst van dit verzoek.

    1.Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2.Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit (indien bekend):

    3.Verzoekende autoriteit

    3.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    3.2 Naam van de verzoekende autoriteit:

    3.3 Adres

    3.3.1 Straat en nummer/postbus:

    3.3.2 Plaats en postcode:

    3.4 Contactgegevens

    3.4.1 Telefoonnummer:

    3.4.2 E-mailadres:

    4.Centrale autoriteit van de aangezochte staat

    4.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    4.2 Naam van de centrale autoriteit:

    4.3 Adres

    4.3.1 Straat en nummer/postbus:

    4.3.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    4.4.1 Telefoonnummer:

    4.4.2 E-mailadres:

    5.Volwassene op wie de plaatsing betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden): ………………………………………………………………

     Onbekend

    5.5 Identificatienummer 38 :

    5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.5.3 Fiscaal nummer:

    5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.6 Adres

    5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    5.6.2 Plaats en postcode:

    5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    5.7 Contactgegevens

    5.7.1 Telefoonnummer:

    5.7.2 E-mailadres:

    5.7.3 Andere contactgegevens:

    6.Beschermingsmaatregel ten aanzien van de volwassene

    6.1 De verzoekende autoriteit heeft op (dd/mm/jjjj) een beschermingsmaatregel genomen:

    6.1.1 Datum waarop de maatregel verstrijkt of zal worden herzien (dd/mm/jjjj):

    6.1.2 De maatregel is geregistreerd in het register van de verzoekende staat, gelieve te specificeren

    6.2 Er is een verzoek om een beschermingsmaatregel ingediend, dat in behandeling is.

    7.Details van de voorgenomen plaatsing

    7.1 De plaatsing van de volwassene in een specifieke inrichting of instelling in de aangezochte lidstaat wordt overwogen

    7.1.1 Naam of aanduiding van de plaats:

    7.1.2 Adres

    7.1.2.1 Straat en nummer/postbus:

    7.1.2.2 Plaats en postcode:

    7.1.3. Contactgegevens van de plaats (indien beschikbaar)

    7.1.3.1 Telefoonnummer:

    7.1.3.2 E-mailadres:

    7.2  De plaatsing in een inrichting of instelling in de aangezochte lidstaat wordt overwogen zonder vermelding van een specifieke inrichting of instelling

    7.2.1 Eventuele specificaties van de plaatsing (vermeld eventuele criteria of details die van invloed zijn op de selectie van de plaatsing in de aangezochte lidstaat):

    7.2.2 Andere informatie of opmerkingen:

    7.3  Over de plaatsing en de uitvoeringsvoorwaarden ervan wordt beslist door de verzoekende autoriteit.

    7.4  De plaatsing wordt goedgekeurd door de verzoekende autoriteit en wordt uitgevoerd met de steun van de volgende persoon:

    7.4.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    7.4.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 7.4.1):

    7.4.4 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    7.4.6 Identificatienummer 39 :

    7.4.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    7.4.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    7.4.6.3 Fiscaal nummer:

    7.4.6.4 Andere (gelieve te specificeren):

    7.5 De plaatsing is tijdelijk en zal eindigen

    7.5.1  op (dd/mm/jjjj):

    7.5.2  na een bepaalde periode (gelieve te specificeren):

    7.6  De volwassene:

    7.6.1 is in de gelegenheid gesteld te worden gehoord

    7.6.2  weigerde te worden gehoord

    7.6.3  stemde in met de overwogen plaatsing

    7.6.4  andere (gelieve te specificeren):

    7.7  Oom de volgende redenen werd de volwassene niet in de gelegenheid gesteld te worden gehoord

    7.7.1  spoedeisendheid van de situatie 40 (Gelieve te specificeren):

    7.7.2  andere (gelieve te specificeren):

    8. Redenen voor de voorgenomen plaatsing:

    9.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de verzoekende autoriteit:

    INFORMATIE VAN DE CENTRALE AUTORITEIT OVER HET VERZOEK OM PLAATSING

    Te gebruiken voor de communicatie tussen een centrale autoriteit van de lidstaat waar om plaatsing van een volwassene is verzocht en de autoriteit van een andere lidstaat die om plaatsing verzoekt.

    1.Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2.Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit:

    3.Verzoekende autoriteit:

    4.Centrale autoriteit van de aangezochte staat

    4.1 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    4.2 Naam en hoedanigheid van de centrale autoriteit:

    4.3 Adres

    4.2.1 Straat en nummer/postbus:

    4.2.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    4.3.1 Telefoonnummer:

    4.3.2 E-mailadres:

    5.Informatie van de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat

    5.1  De plaatsing van de volwassene in de aangezochte lidstaat wordt aanvaard

    5.1.1. De plaatsing van de volwassene wordt aanvaard in de volgende inrichting of instelling:

     de door de verzoekende autoriteit voorgestelde inrichting of instelling

     een inrichting of instelling die voldoet aan de specificaties van de verzoekende autoriteit

     een inrichting of instelling die voldoet aan de volgende specificaties van de verzoekende autoriteit (gelieve te specificeren):

     andere (gelieve te specificeren): 

    5.2  De plaatsing van de volwassene in de aangezochte lidstaat wordt aanvaard onder (een) voorwaarde(n).

    5.2.1  De plaatsing wordt alleen toegestaan op voorwaarde dat de in punt 5.1.1 bedoelde inrichting of instelling over vrije capaciteit beschikt

    5.2.2  Andere voorwaarden (gelieve te specificeren):

    5.3  De plaatsing in de aangezochte lidstaat wordt geweigerd om de volgende redenen:

    5.3.1  het verzoek valt niet binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 20XX/X.

    5.3.2  het verzoek bevat niet alle op grond van artikel 21 van Verordening (EU) 20XX/XX noodzakelijke informatie.

    5.3.3  de overwogen plaatsing is in strijd met fundamentele rechtsbeginselen van de aangezochte lidstaat (gelieve te specificeren):

    5.3.4  andere (gelieve te specificeren):

    6.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat:

    Referentienummer van de mededeling:



    BIJLAGE VI

    VERZOEK OM AANWIJZING VAN EEN VERTEGENWOORDIGER IN HET BUITENLAND

    (Artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 20XX/X)

    Te gebruiken door de autoriteiten van een lidstaat om om de aanwijzing van een vertegenwoordiger in een andere lidstaat te verzoeken met het oog op de bescherming van de belangen van de volwassene in die andere lidstaat.

    1.Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2.Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit:

    3.Verzoekende autoriteit

    3.4 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    3.1 Naam:

    3.2 Adres

    3.2.1 Straat en nummer/postbus:

    3.2.2 Plaats en postcode:

    3.3 Contactgegevens

    3.3.1 Telefoonnummer:

    3.3.2 E-mailadres:

    4.Centrale autoriteit van de aangezochte lidstaat

    4.4 Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    4.1 Naam en hoedanigheid van de centrale autoriteit:

    4.2 Adres

    4.2.1 Straat en nummer/postbus:

    4.2.2 Plaats en postcode:

    4.3 Contactgegevens

    4.3.1 Telefoonnummer:

    4.3.2 E-mailadres:

    5.Volwassene op wie de maatregel betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.4 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.5 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    5.6 Identificatienummer 41 :

    5.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.6.3 Fiscaal nummer:

    5.6.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.7 De volwassene geniet rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven of heeft die genoten (gelieve te specificeren):

    6.Beschermingsmaatregel ten aanzien van de volwassene

    6.1  De verzoekende autoriteit heeft op (dd/mm/jjjj) een beschermingsmaatregel genomen

    6.2 Datum waarop de maatregel verstrijkt of zal worden herzien (dd/mm/jjjj):

    6.3 Er is een verzoek om een beschermingsmaatregel ingediend, dat in behandeling is.

    6.4. De maatregel is geregistreerd in het register van de lidstaat van oorsprong, gelieve te specificeren:

    6.5  Er is een vertegenwoordiger aangewezen in de lidstaat van oorsprong.

    6.5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    6.5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 6.5.1):

    6.5.4 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    6.5.6 Identificatienummer 42 :

    6.5.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    6.5.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    6.5.6.3 Fiscaal nummer:

    6.5.6.4 Andere (gelieve te specificeren):

    6.1.1.Korte beschrijving van de taken van de vertegenwoordiger

    6.5.7.1.  Beheer van financiële activa

    6.5.7.2  Beheer van onroerende goederen (gelieve het adres te vermelden):

    6.5.7.3  Ondersteuning op het gebied van het welzijn of de gezondheid van de volwassene.

    6.5.7.4  Andere (gelieve kort te beschrijven):

    7.Details van de overwogen aanwijzing

    7.1 De vertegenwoordiger waarvan de aanwijzing wordt overwogen:

    7.1.1  is bekend bij de aangezochte autoriteit

    7.1.1.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    7.1.1.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 7.1.1.1.):

    7.1.1.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    7.1.1.4 Identificatienummer 43 :

    7.1.1.4.1 Nationaal identiteitsnummer:

    7.1.1.4.2 Socialezekerheidsnummer:

    7.1.1.4.3 Fiscaal nummer:

    7.1.1.4.4 Ander (gelieve te specificeren):

    7.1.1.5 Adres

    7.1.1.5.1 Straat en nummer/postbus:

    7.1.1.5.2 Plaats en postcode:

    7.1.1.5.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland

     Griekenland  Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen

     Luxemburg  Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal

     Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

     7.1.2 wordt gekozen door de aangezochte autoriteit

    7.2 Beschrijving van de zaak en de redenen waarom in de aangezochte lidstaat een vertegenwoordiger moet worden aangewezen:

    7.3 De vertegenwoordiger zal de volwassene ondersteunen of vervangen:

    7.3.1 bij het beheer van financiële activa

    7.3.1.1 aard van de financiële activa (gelieve te specificeren):

    7.3.1.2 contactgegevens van de financiële instelling (gelieve te specificeren):

    7.3.2  bij het beheer van onroerende goederen (gelieve het adres te vermelden):

    7.3.2  inzake zijn welzijn of gezondheid.

    7.3.2  andere (gelieve te specificeren):

    7.4 De vertegenwoordiger moet onder toezicht van de verzoekende autoriteit de volgende specifieke taken vervullen:

    7.7  De bijstand van de aangezochte autoriteit is noodzakelijk voor het toezicht op de vertegenwoordiger, gelieve te specificeren:

    7.5.  De aanwijzing is tijdelijk en zal eindigen

    7.5.1  op (dd/mm/jjjj):

    7.5.2  na een bepaalde periode (gelieve te specificeren):

    7.6  De volwassene is in de gelegenheid gesteld te worden gehoord:

    7.6.1  weigerde te worden gehoord

    7.6.2  stemde in met de overwogen aanwijzing

    7.6.3  andere (gelieve te specificeren):

    7.6  Oom de volgende redenen werd de volwassene niet in de gelegenheid gesteld te worden gehoord

    7.6.1  spoedeisendheid 44 van de situatie (gelieve te specificeren):

    7.6.2  andere (gelieve te specificeren):

    8.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de verzoekende autoriteit:

    Referentienummer van de mededeling: 



    INFORMATIE VAN DE CENTRALE AUTORITEIT OVER HET VERZOEK OM AANWIJZING VAN EEN VERTEGENWOORDIGER IN HET BUITENLAND

    1.Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2.Referentienummer van de aangezochte centrale autoriteit:

    3.Verzoekende autoriteit:

    4.Aangezochte centrale autoriteit

    4.1 Naam en hoedanigheid van de centrale autoriteit:

    4.2 Adres

    4.2.1. Straat en nummer/postbus:

    4.2.2. Plaats en postcode:

    4.3 Contactgegevens

    4.3.1. Telefoonnummer:

    4.3.2. E-mailadres:

    4.4. Lidstaat

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

    5.Informatie van de centrale autoriteit

    5.1  Verzoek ten uitvoer gelegd

    5.1.1  De autoriteit heeft de volgende vertegenwoordiger aangewezen

    5.1.1.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.1.1.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.1.1.):

    5.1.1.4 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.1.1.6 Identificatienummer 45 :

    5.1.1.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.1.1.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.1.1.6.3 Fiscaal nummer:

    5.1.1.6.4 Ander (gelieve te specificeren):

    5.1.1.6.5 Contactgegevens

    5.1.1.6.5.1 Telefoonnummer:

    5.1.1.6.5.2 E-mailadres:

    5.1.2 De aangezochte autoriteit zal bijstand verlenen bij het toezicht op de vertegenwoordiger overeenkomstig het verzoek, gelieve te specificeren:

    5.1.3 De documenten betreffende de aanwijzing van de vertegenwoordiger, met inbegrip van het besluit of de maatregel, zijn bijgevoegd.

    5.2  De aanwijzing van de vertegenwoordiger in het buitenland kan om de volgende reden(en) niet worden toegestaan:

    5.2.1  Aan de volgende voorwaarden is niet voldaan:

    5.2.2  De aanwijzing van de vertegenwoordiger vereist het volgende voorschot

    5.2.2.1 Bedrag dat moet worden betaald:

    5.2.2.2 Gegevens van de bankrekening:

    5.3.2 Het verzoek bevat niet alle noodzakelijke informatie. Geef aan welke informatie ontbreekt:

    5.3  De aanwijzing van de vertegenwoordiger in het buitenland wordt om de volgende reden(en) geweigerd:

    5.3.1  Op (dd/mm/jjjj) werd een deposito of voorschot gevraagd: overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Verordening (EU) 20XX/XX en dat werd niet gestort.

    5.3.2 De verzoekende autoriteit heeft niet voldaan aan het verzoek om aanvullende informatie van de aangezochte autoriteit van (dd/mm/jjjj):

    5.3.3 Het verzoek valt niet binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 20XX/X.

    5.3.4 De aanwijzing of de gevraagde bijstand is volgens het recht van de aangezochte autoriteit niet toegestaan (gelieve te specificeren):

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de centrale autoriteit:

    Referentienummer van de mededeling:



    BIJLAGE VIII

    MEDEDELINGEN TUSSEN AUTORITEITEN

    (Artikel 27, lid 3, van Verordening (EU) 20XX/X en artikel 8 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000)

    Te gebruiken voor de mededelingen tussen de autoriteiten van een lidstaat waar de volwassene zijn of haar gewone verblijfplaats heeft en de autoriteiten van een andere lidstaat.

    De autoriteit van een lidstaat kan dit formulier gebruiken om haar bevoegdheid over te dragen aan de autoriteiten van een andere lidstaat waarmee de volwassene nauwe banden heeft, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van een andere bevoegde autoriteit.

    VERZOEK

    1. Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2. Referentienummer van de aangezochte autoriteit (indien bekend):

    3. Verzoekende autoriteit

    3.1 Lidstaat

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg □ Hongarije □ Malta

    □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    3.2 Naam van de verzoekende autoriteit:

    3.3 Adres:

    3.3.1 Straat en nummer/postbus:

    3.3.2 Plaats en postcode:

    3.4 Contactgegevens

    3.4.1 Telefoonnummer:

    3.4.2 E-mailadres:

    4. Aangezochte autoriteit

    4.1 Lidstaat

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg □ Hongarije □ Malta

    □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    4.2 Naam van de aangezochte autoriteit:

    4.3 Adres:

    3.3.1 Straat en nummer/postbus:

    3.3.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    3.4.1 Telefoonnummer:

    4.4.2 E-mailadres:

    5. Volwassene op wie de maatregel betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

     Ander (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    5.5 Identificatienummer 46 :

    5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.5.3 Fiscaal nummer:

    5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.6 Adres

    5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    5.6.2 Plaats en postcode:

    5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

     Ander (gelieve de ISO-code te vermelden):

    5.7 Contactgegevens

    5.7.1 Telefoonnummer:

    5.7.2 E-mailadres:

    5.7.3 Andere contactgegevens:

    6. Oorsprong van het verzoek

    6.1  van de verzoekende autoriteit uit eigen beweging

    6.2  van de volgende bevoegde autoriteit (gelieve te specificeren):

    7. Aard van de door de aangezochte autoriteit te nemen maatregel:

    7.1  met betrekking tot de persoon van de volwassene (gelieve te specificeren):

    7.2  met betrekking tot het vermogen van de volwassene (gelieve te specificeren):

    8. Rechtvaardiging van het verzoek om overdracht van bevoegdheid

    8.1 Het verzoek wordt ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000:

     punt a)

     punt b)

     punt c)

     punt d)

     punt e)

     punt f)

    8.2 Rechtvaardiging van het verzoek:

    9.Eventuele aanvullende informatie die van belang kan zijn:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de verzoekende autoriteit:

    Referentienummer van het verzoek

    INFORMATIE VAN DE AANGEZOCHTE AUTORITEIT

    1. Referentienummer van de verzoekende autoriteit (indien bekend):

    2. Referentienummer van de aangezochte autoriteit

    3. Informatie van de aangezochte autoriteit

    3.1  De bevoegdheid wordt aanvaard

    3.2  De bevoegdheid wordt niet aanvaard

    3.3 De volgende relevante documenten zijn bij het antwoord gevoegd:

    3.3.1  Het besluit of de maatregel van de aangezochte autoriteit

    3.3.2 Verklaring waarom de bevoegdheid niet wordt aanvaard

    3.3.3  Andere (gelieve te specificeren):

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de aangezochte autoriteit:

    Referentienummer van de mededeling:



    BIJLAGE IX

    INFORMATIEVERSTREKKING DOOR OF VERZOEK VAN AUTORITEITEN VAN EEN LIDSTAAT AAN AUTORITEITEN VAN EEN ANDERE LIDSTAAT

    (Artikel 27, lid 4, van Verordening (EU) 20XX/X en de artikelen 7, 10 en 11 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000)

    Te gebruiken door de autoriteiten van een lidstaat voor de toezending aan de autoriteiten van een andere lidstaat van informatie of verzoeken in verband met de uitoefening van hun bevoegdheid.

    1.    Referentienummer van de verzoekende autoriteit:

    2.    Referentienummer van de aangezochte autoriteit:

    3.    Verzoekende autoriteit

    3.1 Lidstaat

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg □ Hongarije □ Malta

    □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland

    □ Zweden

    3.2 Naam van de autoriteit

    3.3 Adres:

    3.3.1 Straat en nummer/postbus:

    3.3.2 Plaats en postcode:

    3.4 Contactgegevens

    3.4.1 Telefoonnummer:

    3.4.2 E-mailadres:

    4.    Aangezochte autoriteit

    4.1 Lidstaat

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg □ Hongarije □ Malta

    □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland

    □ Zweden

    4.2 Naam van de autoriteit

    4.3 Adres:

    4.3.1 Straat en nummer/postbus:

    4.3.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    4.4.1 Telefoonnummer:

    4.4.2 E-mailadres:

    5. Volwassene op wie een maatregel betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië  Slowakije  Finland  Zweden

     Ander (gelieve de ISO-code te vermelden):

     Onbekend

    5.5 Identificatienummer 47 :

    5.5.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.5.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.5.3 Fiscaal nummer:

    5.5.4 Andere (gelieve te specificeren):

    5.6 Adres

    5.6.1 Straat en nummer/postbus:

    5.6.2 Plaats en postcode:

    5.6.3 Land

     België  Bulgarije  Tsjechië  Duitsland  Estland  Ierland  Griekenland

     Spanje  Frankrijk  Kroatië  Italië  Cyprus  Letland  Litouwen  Luxemburg

     Hongarije  Malta  Nederland  Oostenrijk  Polen  Portugal  Roemenië  Slovenië

     Slowakije  Finland  Zweden

     Ander (gelieve de ISO-code te vermelden):

    5.7 Contactgegevens

    5.7.1 Telefoonnummer:

    5.7.2 E-mailadres:

    5.7.3 Andere contactgegevens:

    6. Gegevens over de informatie of het verzoek

    6.1  Een beschermingsmaatregel wordt overwogen:

    6.1.1  betreffende de persoon van de volwassene

    6.1.1.1 krachtens artikel 7 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000

    6.1.1.2 krachtens artikel 11 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000

    6.1.2  betreffende het vermogen van de volwassene (artikel 7 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000)

    6.2  Er is een beschermingsmaatregel genomen:

    6.2.1 krachtens artikel 7 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000

    6.2.2 krachtens artikel 10 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000

    6.3.  Er is besloten dat er geen maatregelen hoeven te worden genomen (artikel 7 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000).

    6.4  Er is een procedure aanhangig over de bescherming van de volwassene (artikel 7 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000).

    6.5  Er werden spoedeisende beschermingsmaatregelen genomen (artikel 10 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000) (gelieve te specificeren):

    6.6  Er werden door de omstandigheden vereiste beschermingsmaatregelen genomen (artikel 11, lid 2, van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000) (gelieve te specificeren):

    7. Overige informatie

    7.1  Afschriften van de desbetreffende besluiten of maatregelen zijn bijgevoegd (gelieve te specificeren):

    7.2  Andere (gelieve te specificeren):

    8. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: 

    8.1  de verzoekende autoriteit.

    8.2  een andere autoriteit die het besluit heeft genomen.

    8.2.1 Naam van de autoriteit:

    8.2.2 Adres:

    8.2.2.1 Straat en nummer/postbus:

    8.2.2.2 Plaats en postcode:

    8.2.3 Contactgegevens

    8.2.3.1 Telefoonnummer:

    8.2.3 2 E-mailadres:

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Ondertekening en/of stempel van de autoriteit:

    Referentienummer van de mededeling:



    BIJLAGE X

    ONTVANGSTBEVESTIGING VAN EEN VERZOEK OF INFORMATIE

    (Artikel 32 van Verordening (EU) 20XX/X en de artikelen 7, 10 en 11 van het HCCH-Volwassenenbeschermingsverdrag van 2000)

    1.    Referentienummer van de verzoekende bevoegde of centrale autoriteit (indien bekend):

    2.    Referentienummer van de aangezochte autoriteit of centrale autoriteit (indien bekend):

    3.    Naam van de verzoekende bevoegde of centrale autoriteit

    4.    Aangezochte bevoegde of centrale autoriteit

    4.1 Lidstaat

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland □ Spanje □ Frankrijk

    □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg □ Hongarije □ Malta □ Nederland

    □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland □ Zweden

    4.2 Naam en aanwijzing van de aangezochte bevoegde of centrale autoriteit:

    4.3 Adres

    4.3.1 Straat en nummer/postbus:

    4.3.2 Plaats en postcode:

    4.4 Contactgegevens

    4.4.1 Telefoonnummer:

    4.4.2 E-mailadres:

    5. Volwassene op wie de maatregel betrekking heeft (“volwassene”)

    5.1 Achterna(a)m(en) en voorna(a)m(en):

    5.2 Achterna(a)m(en) bij geboorte (indien verschillend van punt 5.1.):

    5.3 Geboortedatum (dd/mm/jjjj) en -plaats:

    5.4 Nationaliteit

    □ België □ Bulgarije □ Tsjechië □ Duitsland □ Estland □ Ierland □ Griekenland □ Spanje

    □ Frankrijk □ Kroatië □ Italië □ Cyprus □ Letland □ Litouwen □ Luxemburg □ Hongarije □ Malta

    □ Nederland □ Oostenrijk □ Polen □ Portugal □ Roemenië □ Slovenië □ Slowakije □ Finland

    □ Zweden

    □ Ander land (gelieve de ISO-code te vermelden):

    □ Onbekend

    5.6 Identificatienummer 48

    5.6.1 Nationaal identiteitsnummer:

    5.6.2 Socialezekerheidsnummer:

    5.6.3 Fiscaal nummer:

    5.6.4 Andere (gelieve te specificeren):

    6. Het verzoek of de informatie is op (dd/mm/jjjj) ontvangen van de aangezochte bevoegde of centrale autoriteit als bedoeld in punt 4:

    7. Het verzoek kan niet worden behandeld of de informatie kan niet worden verstrekt omdat:

    7.1  de taal waarin het formulier is ingevuld, niet wordt aanvaard

    7.1.1 gelieve (een van) de volgende ta(a)l(en) te gebruiken:

    7.2  het document niet leesbaar is

    7.3  het verzoek niet volledig is en de volgende noodzakelijke informatie ontbreekt:

    7.4 andere reden (gelieve te specificeren):

    Gedaan te:

    Op (dd/mm/jjjj):

    Handtekening en/of stempel van de bevoegde of centrale autoriteit:

    Referentienummer van deze mededeling:

    (1)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (2)

    Indien er sprake is van meer dan één andere partij, voeg dan zo nodig extra bladen bij, waarbij de partijen worden aangeduid als “andere partij A”, “andere partij B” enz.

    (3)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (4)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (5)

    Indien meer dan één partij verstek laat gaan, gelieve dan voor elke partij een extra blad bij te voegen.

    (6)

    Spoedeisend zijn onder meer de gevallen waarin de volwassene absoluut niet in staat is zijn of haar mening te uiten en er een besluit moet worden genomen. Een voorbeeld van een spoedeisend geval is een situatie waarin de volwassene met spoed moet worden geopereerd en vanwege zijn of haar medische toestand niet in staat is zijn of haar mening te uiten.

    (7)

    Indien meer partijen rechtsbijstand hebben genoten, gelieve dan voor elke andere partij een extra blad bij te voegen.

    (8)

    Indien meerdere vertegenwoordigers zijn aangewezen, gelieve dan voor elke andere vertegenwoordiger een extra blad bij te voegen. Gelieve zo nodig de vertegenwoordigers aan te duiden als “vertegenwoordiger A”, “vertegenwoordiger B” enz.

    (9)

    Bijvoorbeeld adres in het geval van onroerende goederen, rekeninggegevens in geval van financiële activa.

    (10)

    Indien meerdere vertegenwoordigers zijn aangewezen, gelieve dan voor elke andere vertegenwoordiger een extra blad bij te voegen.

    (11)

    Dit betreft ook de gevallen waarin de kosten bij een afzonderlijke beslissing worden toegewezen. Het loutere feit dat het bedrag van de kosten nog niet is vastgesteld, mag het gerecht niet beletten de verklaring af te geven indien een partij om erkenning van de inhoud van de verklaring wenst te verzoeken.

    (12)

    Voeg een extra blad bij indien meerdere partijen in de kosten zijn verwezen.

    (13)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (14)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (15)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (16)

    De vertegenwoordigers nemen samen besluiten.

    (17)

    Verschillende vertegenwoordigers houden zich bezig met verschillende kwesties. Zo houdt één vertegenwoordiger zich bezig met financiële aangelegenheden van de volwassene en een andere met de gezondheid, het welzijn en andere persoonlijke aangelegenheden van de volwassene.

    (18)

    De vertegenwoordigers kunnen individueel optreden.

    (19)

    Een of meer plaatsvervangers kunnen worden aangewezen indien de vertegenwoordiger(s) niet in staat of bereid is(zijn) zijn/haar(hun) taken op zich te nemen.

    (20)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (21)

    Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (22)

    Overeenkomstig artikel 45 of 46 van Verordening (EU) 20XX/X).

    (23)

    Krachtens Verordening (EU) 20XX/X moeten de autoriteiten in de uitoefening van hun bevoegdheid in beginsel hun eigen recht toepassen.

    (24)

    Overeenkomstig artikel X van Verordening (EU) 20XX/X).

    (25)

    Gelieve met name de omstandigheden toe te lichten of aan te geven voor welke rechtshandelingen meer dan één vertegenwoordiger betrokken moet zijn en aan te geven welke vertegenwoordigers van de volwassene erbij moeten worden betrokken.

    (26)

    Afhankelijk van het nationale recht kunnen de voorwaarden voor een schenking bijvoorbeeld inhouden dat de schenking bij gebruikelijke gelegenheden aan familieleden wordt gedaan, of dat de schenking niet onredelijk is gelet op alle omstandigheden, met name de omvang van het vermogen en de activa van de volwassene.

    (27)

    In het kader van deze verklaring wordt onder levensondersteunende behandeling verstaan een behandeling die naar het oordeel van een persoon die gezondheidszorg voor de betrokken volwassene verstrekt, noodzakelijk is om hem of haar in leven te houden.

    (28)

    In het kader van deze verklaring wordt onder levensondersteunende behandeling verstaan een behandeling die naar het oordeel van een persoon die gezondheidszorg voor de betrokken volwassene verstrekt, noodzakelijk is om hem of haar in leven te houden.

    (29)

    Ongeacht of die regel voortvloeit uit de bronmaatregel of bronvertegenwoordigingsbevoegdheid (bijvoorbeeld wanneer de volwassene een andere persoon heeft genoemd als iemand die over bepaalde aangelegenheden moet worden geraadpleegd) dan wel uit het nationale recht. Afhankelijk van het nationale recht inzake de bescherming van volwassenen kunnen er specifieke regels bestaan die een toestemming van een rechtbank of een andere overheidsinstantie vereisen, bijvoorbeeld voor transacties met betrekking tot onroerende goederen van een volwassene, voor schenkingen van goederen van een volwassene of voor transacties waarbij een goed van een volwassene wordt verkocht of anderszins aan zijn of haar vertegenwoordiger wordt overgedragen.

    (30)

    Ongeacht of die voorwaarden voortvloeien uit de bronmaatregel of door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden, dan wel uit het nationale recht. Afhankelijk van het nationale recht kunnen er specifieke voorwaarden bestaan voor bijvoorbeeld de verkoop van onroerende goederen van een volwassene, zoals de voorwaarde dat het onroerend goed alleen mag worden verkocht via een openbare veiling of dat een onroerend goed van een volwassene niet aan de vertegenwoordiger zelf kan worden overgedragen.

    (31)

    Afhankelijk van het nationale recht is vertegenwoordiging van een volwassene bijvoorbeeld uitgesloten bij bepaalde zeer persoonlijke beslissingen.

    (32)

    De geldigheid van de verklaring moet beperkt zijn. Het doel van de beperkte geldigheidsduur is ervoor te zorgen dat de autoriteit van afgifte regelmatig verifieert of de juridische situatie van de volwassene niet is gewijzigd, bijvoorbeeld als gevolg van een latere maatregel betreffende de volwassene of een intrekking van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger. In beginsel moet de geldigheidsduur van de verklaring beperkt blijven tot een jaar. De autoriteit van afgifte kan de geldigheid van de verklaring echter per geval anders bepalen. Daarbij moet de autoriteit van afgifte met name rekening houden met de aard en de verwachte duur van de bescherming, de geldigheid van de bronmaatregel, eventuele regelingen die de volwassene heeft getroffen in de door de bron bevestigde vertegenwoordigingsbevoegdheden, en met de doelstelling dat de verklaring een nauwkeurige weergave moet zijn van de juridische situatie van de volwassene gedurende de gehele geldigheidsduur van de verklaring. Tegen deze achtergrond kan de autoriteit een verklaring afgeven met een geldigheidsduur van minder dan een jaar, bijvoorbeeld wanneer de bronmaatregel minder dan een jaar geldig is, of kan zij een verklaring afgeven met een geldigheidsduur van meer dan een jaar, bijvoorbeeld wanneer de bronmaatregel meerdere jaren geldig is en de kans op een wijziging van de omstandigheden met betrekking tot de volwassene minimaal is. In geval van twijfel dient de voorkeur uit te gaan naar een kortere geldigheidsduur van de verklaring, gelet op het vermoeden van geldigheid van de verklaring en de aan de afgegeven verklaring verbonden gevolgen, met name de bescherming van derden die transacties verrichten met de vertegenwoordiger.

    (33)

        Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (34)

    Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (35)

    Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (36)

    Deze bijstand doet geen afbreuk aan Richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen .

    (37)

    Voeg zo nodig extra bladen met nadere toelichting bij.

    (38)

    Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (39)

        Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (40)

         Spoedeisend zijn onder meer de gevallen waarin de volwassene absoluut niet in staat is zijn of haar mening te uiten en er een besluit moet worden genomen. Een voorbeeld van een spoedeisend geval is een situatie waarin de volwassene met spoed moet worden geopereerd en vanwege zijn of haar medische toestand niet in staat is zijn of haar mening te uiten.

    (41)

    Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (42)

    Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (43)

     Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (44)

    Op grond van overweging 27 van Verordening (EU) 20XX/X zijn onder meer spoedeisend de gevallen waarin de volwassene absoluut niet in staat is zijn of haar mening te uiten en er een besluit moet worden genomen. Een voorbeeld van een spoedeisend geval is een situatie waarin de volwassene met spoed moet worden geopereerd en vanwege zijn of haar medische toestand niet in staat is zijn of haar mening te uiten.

    (45)

        Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    (46)

     Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (47)

     Gelieve in voorkomend geval het meest relevante nummer te vermelden.

    (48)

        Vermeld in voorkomend geval het meest relevante nummer.

    Top