EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0459

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad

COM/2022/459 final

Brussel, 19.9.2022

COM(2022) 459 final

2022/0278(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

{SEC(2022) 323 final} - {SWD(2022) 288 final} - {SWD(2022) 289 final} - {SWD(2022) 290 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De eengemaakte markt is een van de grootste troeven van de EU en vormt de ruggengraat van de economische groei en het welzijn van de EU. Recente crises, zoals de COVID-19-pandemie of de Russische invasie in Oekraïne, hebben aangetoond hoe kwetsbaar de eengemaakte markt en de toeleveringsketens ervan zijn bij onvoorziene verstoringen en hoe sterk de Europese economie en al haar belanghebbenden afhankelijk zijn van een goed functionerende eengemaakte markt. In de toekomst kunnen naast geopolitieke instabiliteit ook klimaatverandering en daaruit voortvloeiende natuurrampen, biodiversiteitsverlies en wereldwijde economische instabiliteit andere, nieuwe noodsituaties teweegbrengen. Daarom moet de werking van de eengemaakte markt in tijden van nood worden gewaarborgd.

Een crisis kan een tweeledig effect hebben op de eengemaakte markt. Enerzijds kan een crisis resulteren in belemmeringen voor het vrije verkeer binnen de eengemaakte markt, waardoor de werking ervan wordt verstoord. Anderzijds kunnen de tekorten aan crisisrelevante goederen en diensten tijdens een crisis worden verergerd als de eengemaakte markt versnipperd is en niet functioneert. Daardoor kunnen de toeleveringsketens snel onderbroken raken en ondervinden bedrijven moeilijkheden bij het inkopen, leveren of verkopen van goederen en diensten. De toegang van consumenten tot belangrijke producten en diensten wordt verstoord. Een gebrek aan informatie en juridische duidelijkheid verergert het effect van die verstoringen nog. Naast de directe maatschappelijke risico’s die de crisis veroorzaakt, ondervinden burgers, en met name kwetsbare groepen, sterke negatieve economische gevolgen. Het voorstel beoogt derhalve twee afzonderlijke, maar onderling verbonden problemen aan te pakken: belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen in tijden van crisis, en tekorten aan crisisrelevante goederen en diensten.

In nauwe samenwerking met alle lidstaten en de andere bestaande EU-crisisinstrumenten zal het noodinstrument voor de eengemaakte markt een sterke flexibele governancestructuur en een gericht instrumentarium bieden om de soepele werking van de eengemaakte markt tijdens toekomstige crises van welke aard dan ook te waarborgen. Het is onwaarschijnlijk dat de in dit voorstel opgenomen instrumenten allemaal tegelijkertijd nodig zullen zijn. Het doel is veeleer de EU op de toekomst voor te bereiden en haar uit te rusten met wat zij nodig kan hebben in een bepaalde crisissituatie die de eengemaakte markt ernstig belemmert.

De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 1 en 2 oktober 2020 1 verklaard dat de EU lering zal trekken uit de COVID-19-pandemie en de resterende versnippering, belemmeringen en zwaktes van de eengemaakte markt in noodsituaties zal aanpakken. In de mededeling over de actualisering van de nieuwe industriestrategie 2 heeft de Commissie een instrument aangekondigd om het vrije verkeer van personen, goederen en diensten te waarborgen en te zorgen voor meer transparantie en coördinatie in tijden van crisis. Dit initiatief maakt deel uit van het werkprogramma van de Commissie voor 2022 3 . Het Europees Parlement was verheugd over het voorstel van de Commissie om een noodinstrument voor de eengemaakte markt in te voeren en heeft de Commissie verzocht dit te ontwikkelen als wettelijk bindend structureel instrument voor het waarborgen van het vrije verkeer van personen, goederen en diensten in het geval van toekomstige crises 4 .

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In verschillende EU-rechtsinstrumenten zijn bepalingen opgenomen die relevant zijn voor crisisbeheersing in algemene zin. Anderzijds bevatten bepaalde EU-kaders en onlangs goedgekeurde voorstellen van de Commissie gerichtere maatregelen die betrekking hebben op bepaalde aspecten van crisisbeheersing of zijn toegesneden op specifieke sectoren. Het noodinstrument voor de eengemaakte markt zal van toepassing zijn onverminderd de bepalingen van deze gerichte crisisbeheersingsinstrumenten, die als lex specialis moeten worden beschouwd. Financiële diensten, geneesmiddelen, medische hulpmiddelen of andere medische tegenmaatregelen en voedselveiligheidsproducten in het bijzonder zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het initiatief aangezien er op deze gebieden een specifiek crisisrelevant kader bestaat.

Wisselwerking met horizontale crisisresponsmechanismen

De geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR) 5 is een van de horizontale crisisresponsmechanismen 6 . Het voorzitterschap van de Raad van de EU gebruikt de IPCR om de informatie-uitwisseling en de politieke coördinatie tussen de lidstaten in reactie op complexe crises te vergemakkelijken. In oktober 2015 is de vluchtelingen- en migratiecrisis voor het eerst onderzocht in het kader van de IPCR, die voorts een belangrijke rol heeft gespeeld bij de monitoring en ondersteuning van de crisisrespons, waarbij verslag is uitgebracht aan het Coreper, de Raad en de Europese Raad. Via de IPCR kan de Unie reageren op grote crises als gevolg van cyberaanvallen, natuurrampen of hybride dreigingen. Meer recent is de IPCR ook toegepast na de uitbraak van de COVID-19-pandemie en de meedogenloze aanval van Rusland in Oekraïne.

Een ander algemeen crisisresponsmechanisme van de EU is het Uniemechanisme voor civiele bescherming en het bijbehorende Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) 7 . Het ERCC is het centrale operationele centrum van de Commissie dat zich 24/7 bezighoudt met de eerste respons op noodsituaties, de aanleg van strategische voorraden op EU-niveau voor respons op noodsituaties (“rescEU”), rampenrisicobeoordelingen, de opstelling van scenario’s, doelstellingen inzake rampbestendigheid, een EU-breed overzicht van risico’s op natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen, en andere preventie- en paraatheidsmaatregelen, zoals opleidingen en oefeningen.

Wisselwerking met horizontale mechanismen van de eengemaakte markt

Waar passend en noodzakelijk moet worden gezorgd voor coördinatie tussen het noodinstrument voor de eengemaakte markt en de activiteiten van de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt. De Commissie legt gemelde belemmeringen die het vrije verkeer van strategische goederen en diensten aanzienlijk verstoren, ter bespreking/evaluatie voor aan de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Wisselwerking met maatregelen gericht op specifieke aspecten van crisisbeheersing

De bovengenoemde horizontale crisisresponsmechanismen worden aangevuld met gerichtere maatregelen met betrekking tot specifieke aspecten van de eengemaakte markt, zoals het vrije verkeer van goederen, gemeenschappelijke uitvoerregels of overheidsopdrachten.

Een dergelijk kader is Verordening (EG) nr. 2679/98 (“de aardbeienverordening”) 8 , waarbij een responsmechanisme is ingesteld om aan een lidstaat toe te schrijven belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen die ernstige verstoringen veroorzaken en onmiddellijk optreden vereisen, aan te pakken. Die verordening voorziet in een kennisgevingsmechanisme en in een systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie. (Zie de punten 8.1 en 8.2 voor meer informatie.)

Op grond van de verordening betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer 9 kan de Commissie bepaalde categorieën producten bij uitvoer buiten de EU onderwerpen aan uitvoertoezicht of een uitvoervergunning. De Commissie onderwerpt bepaalde vaccins en werkzame stoffen die voor de vervaardiging van dergelijke vaccins worden gebruikt, op deze basis aan uitvoertoezicht 10 .

Andere economische maatregelen zijn onder meer de onderhandelingsprocedure en occasionele gezamenlijke aanbestedingen door de Commissie namens de lidstaten 11 .

Wisselwerking met sectorspecifieke crisismaatregelen

Bepaalde EU-kaders omvatten gerichtere maatregelen die uitsluitend betrekking hebben op specifieke aspecten van crisisbeheersing of specifieke sectoren.

In de mededeling van de Commissie “Noodplan voor het waarborgen van de voedselvoorziening en voedselzekerheid in tijden van crisis” 12 worden lessen getrokken uit de COVID-19-pandemie en eerdere crises, teneinde de coördinatie en crisisbeheersing, waaronder de paraatheid, te verbeteren. Daartoe worden in het noodplan de kernbeginselen uiteengezet die moeten worden gevolgd om de voedselvoorziening en de voedselzekerheid te waarborgen tijdens eventuele toekomstige crises. Om de uitvoering van het noodplan en de kernbeginselen ervan te waarborgen, heeft de Commissie tegelijkertijd het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises (EFSCM) ingesteld, een groep bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en derde landen en belanghebbenden uit de voedselvoorzieningsketen, onder voorzitterschap van de Commissie, om de coördinatie te versterken en gegevens en praktijken uit te wisselen. Het EFSCM werd in maart 2022 voor het eerst bijeengeroepen om de gevolgen van de stijgende energie- en inputprijzen en van de Russische invasie in Oekraïne voor de voedselzekerheid en -voorziening te bespreken. De marktwaarnemingsposten en de groepen voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld zijn andere fora die zorgen voor transparantie en de uitwisseling van informatie in de levensmiddelensector.

De mededeling van de Commissie “Een noodplan voor vervoer” 13 heeft tot doel de crisisparaatheid en de bedrijfscontinuïteit in de vervoerssector te waarborgen. Het plan omvat een “crisishandboek” met tien maatregelen om in geval van een crisis de negatieve gevolgen voor de vervoerssector, de passagiers en de interne markt te verzachten. De maatregelen zijn onder meer bedoeld om de EU-vervoerswetgeving geschikt te maken voor crisissituaties, adequate steun te bieden aan de vervoerssector, te zorgen voor ononderbroken vrij verkeer van personen, goederen en diensten, vervoersinformatie uit te wisselen, noodsituaties voor het vervoer in levensechte situaties te testen, enz 14 .

Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten 15 (de GMO-verordening) en de aanverwante GMO-verordening voor de visserij 16 vormen de rechtsgrondslag voor de verzameling van relevante informatie bij de lidstaten om de markt transparanter te maken 17 .

Verordening (EU) 2021/1139 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur 18 (de EFMZVA-verordening) vormt de rechtsgrondslag voor de ondersteuning van de visserij- en aquacultuursector bij uitzonderlijke gebeurtenissen die een aanzienlijke verstoring van de markten tot gevolg hebben.

Verordening (EU) 2021/953 betreffende het digitaal EU-COVID-certificaat 19 omvat een gemeenschappelijk kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, -test- en -herstelcertificaten teneinde het vrije verkeer van EU-burgers en hun familieleden tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren. Voorts heeft de Raad op basis van voorstellen van de Commissie specifieke aanbevelingen vastgesteld over de gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie 20 . In het verslag over het EU-burgerschap 2020 21 kondigde de Commissie ook aan dat zij van plan was de richtsnoeren betreffende het vrije verkeer van 2009 te herzien om de rechtszekerheid voor EU-burgers die hun rechten op vrij verkeer uitoefenen te verbeteren, en om een meer doeltreffende en uniforme toepassing van de wetgeving betreffende het vrije verkeer in de hele EU te verzekeren. De herziene richtsnoeren moeten onder meer de toepassing van beperkende maatregelen betreffende het vrije verkeer aanpakken, meer bepaald de maatregelen die zijn genomen uit bezorgdheid over de volksgezondheid.

Verordening (EU) 2022/123 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen 22 biedt een kader voor het monitoren en beperken van potentiële en daadwerkelijke tekorten aan centraal en nationaal toegelaten geneesmiddelen voor menselijk gebruik die als kritiek worden beschouwd voor de aanpak van een bepaalde “noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid” of een “ingrijpende gebeurtenis”.

Tot slot is bij besluit van de Commissie van 16 september 2021 23 de Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied opgericht, die moet zorgen voor een gecoördineerd optreden op het niveau van de Unie om te reageren op noodsituaties op gezondheidsgebied, onder meer op het gebied van monitoring van de behoeften, snelle ontwikkeling, productie, aankoop en billijke verdeling van medische tegenmaatregelen.

Wisselwerking met lopende initiatieven

Tegelijkertijd hebben verschillende onlangs voorgestelde initiatieven die momenteel worden besproken betrekking op aspecten die relevant zijn voor crisisrespons en -paraatheid. Deze initiatieven hebben echter een beperkte reikwijdte; ze bestrijken crisisscenario’s van een specifiek type en zijn niet bedoeld om een algemeen horizontaal crisisbeheersingskader op te zetten. Voor zover deze initiatieven een sectoraal kader voor crisisrespons en -paraatheid omvatten, heeft dat kader voorrang boven het noodinstrument voor de eengemaakte markt als lex specialis.

Het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en houdende intrekking van Besluit nr. 1082/2013/EU (het “besluit grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid”) 24 heeft tot doel het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging alsook de rol van belangrijke EU-agentschappen op het gebied van crisisparaatheid en -respons in geval van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid te versterken 25 . Eenmaal vastgesteld zal het de paraatheids- en responsplanning en de epidemiologische surveillance en monitoring versterken, de gegevensrapportage verbeteren en de EU-interventies versterken.

Het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 851/2004 voorziet in de oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding 26 .

Het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid op EU‑niveau 27 voorziet in crisisresponsmechanismen zoals gezamenlijke aanbesteding, informatieverzoeken met antwoordplicht voor bedrijven over hun productiecapaciteit, en herbestemming van productielijnen in geval van een volksgezondheidscrisis zodra een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid wordt afgekondigd. De afkondiging van een noodsituatie in de EU leidt tot meer coördinatie en maakt de ontwikkeling, opslag en aankoop van crisisrelevante producten mogelijk. Het voorstel heeft betrekking op medische tegenmaatregelen die worden gedefinieerd als geneesmiddelen voor menselijk gebruik, medische hulpmiddelen en andere goederen of diensten die van belang zijn voor paraatheid voor en respons op een ernstige grensoverschrijdende bedreiging van de gezondheid.

Het voorstel van de Commissie voor de Europese chipverordening 28 heeft tot doel het Europese ecosysteem voor halfgeleiders te versterken. Een belangrijke pijler van deze strategie is het opzetten van een mechanisme voor gecoördineerde monitoring van en respons op tekorten aan halfgeleiders, teneinde te anticiperen en snel te reageren op toekomstige verstoringen van de toeleveringsketen, door middel van een speciaal instrumentarium voor noodsituaties, in samenwerking met de lidstaten en internationale partners. Het beoogde mechanisme is specifiek gericht op mogelijke halfgeleidercrises en zal uitsluitend van toepassing zijn als de crisismodus wordt geactiveerd.

Het voorstel van de Commissie voor een dataverordening 29 zal overheidsinstanties in staat stellen toegang te krijgen tot gegevens in bezit van de particuliere sector die in uitzonderlijke omstandigheden nodig zijn, met name om een wettelijk mandaat uit te voeren indien de gegevens niet anderszins beschikbaar zijn of in geval van een algemene noodsituatie (d.w.z. een uitzonderlijke situatie die negatieve gevolgen heeft voor de EU-bevolking, een lidstaat of een deel daarvan, met een risico op ernstige en blijvende gevolgen voor de levensomstandigheden of de economische stabiliteit, of een aanzienlijke verslechtering van de economische activa in de EU of in de betrokken lidstaat of lidstaten).

Het voorstel van de Commissie tot wijziging van de Schengengrenscode 30 heeft tot doel een gemeenschappelijk antwoord te bieden aan de binnengrenzen in situaties waarin een meerderheid van de lidstaten wordt bedreigd. De voorgestelde wijziging voorziet ook in procedurele waarborgen bij eenzijdige herinvoering van binnengrenstoezicht en in de toepassing van verzachtende maatregelen en bijzondere waarborgen voor grensregio’s bij herinvoering van binnengrenstoezicht. Dergelijke controles hebben met name gevolgen voor mensen die op dagelijkse basis de grens oversteken (voor werk, onderwijs, gezondheidszorg, familiebezoeken), zoals is gebleken tijdens de COVID-19-pandemie. Het voorstel bevordert een intensiever gebruik van doeltreffende alternatieve maatregelen tegen de geconstateerde bedreigingen voor de binnenlandse veiligheid of de openbare orde in plaats van binnengrenstoezicht, zoals meer controles door de politie of andere autoriteiten in grensregio’s, met inachtneming van bepaalde voorwaarden. Het voorstel biedt de Raad voorts de mogelijkheid om snel bindende regels vast te stellen die voorzien in tijdelijke reisbeperkingen voor onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen in geval van een bedreiging voor de volksgezondheid. Ook wordt verduidelijkt welke maatregelen de lidstaten kunnen nemen om de buitengrenzen van de EU doeltreffend te beheren in gevallen waarin migranten door derde landen worden geïnstrumentaliseerd voor politieke doeleinden.

Het in december 2020 door de Commissie aangenomen voorstel voor een richtlijn betreffende de veerkracht van kritieke entiteiten 31 heeft tot doel de veerkracht te vergroten van entiteiten die diensten verlenen die van essentieel belang zijn voor het verrichten van vitale maatschappelijke functies of belangrijke economische activiteiten in de EU. Met dit initiatief wordt beoogd een alomvattend kader te creëren ter ondersteuning van de lidstaten om ervoor te zorgen dat kritieke entiteiten die essentiële diensten verlenen, in staat zijn ernstige verstorende incidenten zoals natuurrampen, ongevallen of terrorisme te voorkomen, zich ertegen te beschermen, erop te reageren, ze te weerstaan, te beperken of op te vangen, of zich eraan aan te passen en ervan te herstellen. De richtlijn zal betrekking hebben op elf belangrijke sectoren, waaronder energie, vervoer, bankwezen en volksgezondheid.

In de gezamenlijke mededeling van 18 mei 2022 over de analyse van de lacunes op het gebied van defensie-investeringen en de te volgen koers worden verschillende kwesties aan de orde gesteld, waaronder het vermogen van de technologische en industriële defensiebasis van de EU (en de mondiale technologische en industriële defensiebasis) om te voorzien in de toekomstige aankoopbehoeften van de lidstaten op defensiegebied, en worden verschillende maatregelen voorgesteld.

In het kader van de herziening van Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid is de Commissie voornemens te onderzoeken of en in hoeverre, of op welke wijze, de in de omnibusregels aan de orde gestelde productieproblemen ten aanzien van goederen die onder verschillende geharmoniseerde regelingen vallen, kunnen worden aangepakt in de specifieke context van niet-geharmoniseerde goederen.

Samenhang met het externe optreden van de EU

De Europese Dienst voor extern optreden zal de hoge vertegenwoordiger ondersteunen bij zijn/haar taak om als vicevoorzitter van de Commissie het externe optreden van de Unie binnen de Commissie te coördineren. De delegaties van de Unie zullen onder het gezag van de hoge vertegenwoordiger hun taken als externe vertegenwoordigers van de Unie vervullen en, in voorkomend geval, bijstand verlenen bij externe dialogen.

Wisselwerking met andere instrumenten

De Commissie kan de lidstaten via het instrument voor technische ondersteuning 32 ondersteunen bij het ontwerpen en uitvoeren van hervormingen om te anticiperen, zich voor te bereiden en te reageren op de gevolgen van natuurlijke of door de mens veroorzaakte crises op de eengemaakte markt.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op de artikelen 114, 21 en 45 VWEU.

De eengemaakte markt kan effecten ondervinden van een crisis, zowel door de specifieke verstoringen en tekorten die inherent zijn aan die crisis als door de mogelijke beperkingen van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen binnen de EU, die kunnen worden vastgesteld ter bestrijding van de crisis. Het algemene doel van het initiatief is de mechanismen en procedures vast te stellen ter voorbereiding op en ter bestrijding van potentiële crises en verstoringen van de goede werking van de eengemaakte markt. Die maatregelen zijn ook bedoeld om de belemmeringen voor het vrije verkeer binnen de EU in tijden van crisis tot een minimum te beperken. Terwijl de maatregelen betreffende het vrije verkeer van goederen en de vrije dienstverrichting onder de rechtsgrondslag van de interne markt vallen, moeten voor de bepalingen van de verordening inzake het vrije verkeer van personen ook de artikelen 21 en 45 VWEU worden ingeroepen. In het geval van een crisis die gevolgen heeft voor de toeleveringsketens van de eengemaakte markt moeten maatregelen worden genomen om vastgestelde tekorten aan te pakken en te waarborgen dat in het kader van een crisis kritieke goederen en diensten overal in de EU voorhanden zijn.

Een aantal maatregelen in dit voorstel wijkt af van of vormt een aanvulling op de bestaande EU-harmonisatiewetgeving, op basis van de algemene rechtsgrondslag van de interne markt. Maatregelen zoals bevordering van een opgeschaalde productiecapaciteit van crisisrelevante goederen en diensten, versnelling van de vergunningsprocedures, prioritering van bestellingen en het opbouwen en verdelen van strategische reserves zijn van uitzonderlijke aard en moeten een coherente respons op toekomstige crises waarborgen en versnippering van de eengemaakte markt voorkomen. Wanneer er aanzienlijke risico’s bestaan voor de werking van de eengemaakte markt of in geval van ernstige tekorten of een uitzonderlijk grote vraag naar goederen van strategisch belang, kunnen EU-maatregelen om de beschikbaarheid van crisisrelevante producten te waarborgen, zoals strategische reserves of als prioritair aangemerkte bestellingen, onmisbaar blijken voor het herstel van de normale werking van de eengemaakte markt. Dergelijke maatregelen hebben een geleidelijke, stapsgewijze aanpak, waarbij verdergaande maatregelen worden toegepast wanneer marktdeelnemers geen maatregelen nemen om de betreffende crisis te bestrijden.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De economische activiteiten op de eengemaakte markt zijn in hoge mate geïntegreerd. Er vindt steeds meer interactie plaats tussen bedrijven, dienstverleners, klanten, consumenten en werknemers in verschillende lidstaten die gebruikmaken van hun recht van vrij verkeer. Eerdere crises hebben uitgewezen dat de productiecapaciteit in de EU vaak ongelijk verdeeld is. Tegelijkertijd kan de vraag naar crisisrelevante goederen of diensten op het grondgebied van de EU in tijden van crisis ongelijk zijn, aangezien sommige EU-regio’s onevenredig kwetsbaar zijn en blootstaan aan verstoringen van de toeleveringsketen, met name de ultraperifere gebieden van de EU 33 die zich op duizenden kilometers van het Europese vasteland bevinden. De beoogde soepele en onverstoorde werking van de eengemaakte markt kan niet worden verwezenlijkt met eenzijdige nationale maatregelen. Bovendien zouden door de afzonderlijke lidstaten vastgestelde maatregelen, die de tekortkomingen als gevolg van een crisis op nationaal niveau weliswaar tot op zekere hoogte zouden kunnen verhelpen, de crisis in de hele EU waarschijnlijk verder verergeren door verdere belemmeringen voor het vrije verkeer op te werpen en/of reeds door tekorten geplaagde producten verder onder druk te zetten.

De invoering van regels inzake de werking van de eengemaakte markt is een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten. Er bestaan reeds tal van EU-kaders met betrekking tot verschillende aspecten ervan, die bijdragen tot de goede werking van de eengemaakte markt door coherente regels vast te stellen die op het gehele grondgebied van de lidstaten van toepassing zijn. De bestaande EU-kaders omvatten gewoonlijk evenwel regels voor de dagelijkse werking van de eengemaakte markt met een algemene strekking en hebben geen betrekking op specifieke crisisscenario’s. Er bestaan momenteel geen horizontale regels en mechanismen voor aspecten zoals noodplanning, anticipatie op en monitoring van crises en crisisresponsmaatregelen, die op coherente wijze van toepassing zijn in alle economische sectoren en op de gehele eengemaakte markt.

Het noodinstrument heeft tot doel te zorgen voor een gecoördineerde aanpak van de anticipatie, voorbereiding en reactie op crises die aanzienlijke gevolgen over de grenzen heen en/of specifiek in grensregio’s hebben, die de werking van de eengemaakte markt bedreigen en waarvoor nog geen EU-instrument bestaat of waarvoor de bestaande instrumenten geen crisisrelevante bepalingen omvatten. De invoering van nood- en waakzaamheidsmaatregelen op de hele eengemaakte markt kan de coördinatie van de responsmaatregelen in geval van een crisis vergemakkelijken. Bovendien kunnen deze maatregelen worden aangevuld met doeltreffende en efficiënte coördinatie en samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten tijdens de crisis om te waarborgen dat de meest passende maatregelen ter bestrijding van de crisis worden genomen.

Het noodinstrument voor de eengemaakte markt is niet bedoeld om een reeks gedetailleerde EU-bepalingen vast te stellen die in geval van een crisis als enige moeten worden gevolgd. Het instrument is in plaats daarvan bedoeld om mogelijke combinaties van EU-bepalingen vast te stellen en de coherente toepassing ervan te waarborgen, samen met regels inzake de coördinatie van de op lidstaatniveau genomen maatregelen. In dit verband zouden de EU-maatregelen die op basis van het noodinstrument voor de eengemaakte markt genomen kunnen worden, met de responsmaatregelen van de lidstaten worden gecoördineerd, en zouden zij die aanvullen. Om die coördinatie en complementariteit mogelijk te maken, worden in het noodinstrument voor de eengemaakte markt specifieke maatregelen geïdentificeerd die de lidstaten niet mogen opleggen zodra de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd op EU-niveau.

In dit verband zou de toegevoegde waarde van dit instrument voor de EU bestaan in de vaststelling van mechanismen voor een snelle en gestructureerde communicatie tussen de Commissie en de lidstaten, coördinatie en informatie-uitwisseling wanneer de eengemaakte markt onder druk komt te staan, en in de mogelijkheid om op transparante en inclusieve wijze de nodige maatregelen te nemen — waarbij de bestaande mechanismen worden versneld en nieuwe gerichte instrumenten voor crisissituaties worden toegevoegd. Het instrument zorgt ook voor transparantie op de interne markt, waarbij bedrijven en burgers die hun recht van vrij verkeer uitoefenen op passende wijze worden voorgelicht over de toepasselijke maatregelen in alle lidstaten. Zo wordt de rechtszekerheid vergroot en kunnen de lidstaten met kennis van zaken beslissingen nemen.

Actie op dit gebied zou verder als voordeel hebben dat de EU wordt uitgerust met de veerkrachtinstrumenten die nodig zijn om het concurrentievermogen van de EU-industrie in stand te houden in een geopolitieke context waarin onze internationale partners en concurrenten reeds beschikken over juridische instrumenten die hen in staat stellen verstoringen van toeleveringsketens gestructureerd te monitoren en mogelijke responsmaatregelen vast te stellen, zoals strategische reserves.

Evenredigheid

De maatregelen in deze verordening zijn zodanig opgezet dat zij niet verder gaan dan wat nodig is voor de verwezenlijking van de doelstelling ervan, namelijk het waarborgen van de soepele en onverstoorde werking van de eengemaakte markt. De maatregelen vormen een aanvulling op het optreden van de lidstaten daar waar de doelstellingen van de verordening niet door eenzijdig optreden van de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt. De maatregelen zijn bedoeld om de marktdeelnemers in staat te stellen de normale bedrijfsrisico’s te beheersen, over eigen noodplannen te beschikken en met initiatieven te komen om problemen in de toeleveringsketen op te lossen. Dit komt met name tot uiting in de verplichting van de Commissie om de marktdeelnemers te raadplegen alvorens verplichte noodmaatregelen voor de eengemaakte markt in te zetten, zoals informatieverzoeken met antwoordplicht en als prioritair aangemerkte bestellingen.

Keuze van het instrument

Het initiatief voor een noodinstrument voor de eengemaakte markt is vervat in een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. Aangezien de lidstaten de bepalingen van een verordening niet in hun respectieve interne recht hoeven om te zetten, maakt dit specifieke rechtsinstrument een consistente toepassing van de bepalingen mogelijk.

Bij het voorstel voor een verordening worden procedures ingevoerd die een aanvulling vormen op de richtlijn transparantie op de eengemaakte markt of de dienstenrichtlijn en die in de noodfase moeten worden toegepast. De verordening verduidelijkt het verband tussen de desbetreffende rechtskaders zonder evenwel die kaders te wijzigen.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Verordening (EG) nr. 2679/98 (“de aardbeienverordening”), waarbij een responsmechanisme is ingesteld om aan een lidstaat toe te schrijven belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen die ernstige verstoringen veroorzaken en onmiddellijk optreden vereisen, aan te pakken, wordt ingetrokken. Volgens de in oktober 2019 afgeronde evaluatie ervan, en zoals bevestigd in een externe studie, wordt dit mechanisme zelden gebruikt en is het systeem voor informatie-uitwisseling ontoereikend omdat het te traag en verouderd is 34 .

Raadpleging van belanghebbenden

Zoals uiteengezet in bijlage 2 bij de effectbeoordeling bij dit voorstel, zijn de belanghebbenden tussen oktober 2021 en mei 2022 geraadpleegd. De raadplegingsactiviteiten omvatten onder meer: een verzoek om input op het portaal “Geef uw mening”, waarbij tussen 13 april en 11 mei 2022 input kon worden ingediend, een openbare raadpleging door middel van een vragenlijst die in diezelfde periode op dat portaal stond, een workshop voor belanghebbenden op 6 mei 2022, een enquête onder de lidstaten in mei 2022 en gerichte raadplegingen via bijeenkomsten met de lidstaten en specifieke belanghebbenden.

De meeste belanghebbenden vinden het nodig om tijdens crises het vrije verkeer te waarborgen en te zorgen voor meer transparantie en coördinatie. De meeste ervaringen die de belanghebbenden aanhaalden, hielden verband met de COVID-19-crisis. Wat betreft het waarborgen van de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen hebben de lidstaten hun steun uitgesproken voor maatregelen zoals coördinatie van overheidsopdrachten, versnelde conformiteitsbeoordelingen en beter markttoezicht. Verschillende lidstaten hebben hun bezorgdheid geuit over de opneming van brede crisisparaatheidsmaatregelen wanneer er geen crisis dreigt, zonder daarbij gerichte toeleveringsketens te specificeren. Hoewel sommige belanghebbenden uit het bedrijfsleven hun bezorgdheid hebben geuit over verplichte maatregelen voor marktdeelnemers, hebben anderen hun steun uitgesproken voor meer coördinatie en transparantie, maatregelen om het vrije verkeer van werknemers te waarborgen, versnelde kennisgevingen van nationale maatregelen, versnelde procedures voor de ontwikkeling en bekendmaking van Europese normen, centrale informatiepunten op EU- en nationaal niveau en simulaties van noodsituaties voor deskundigen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Voor de opstelling van de effectbeoordeling zijn onder meer de volgende bewijsstukken en gegevens gebruikt:

de in opdracht van de Commissie IMCO van het Europees Parlement verrichte studie “The impact of COVID-19 on the Internal Market”;

de evaluatie van “aardbeienverordening” (EG) nr. 2679/98 en de ondersteunende externe studie daarbij;

de evaluatie van het nieuwe wetgevingskader;

desbetreffende informatie en/of bewijsstukken die zijn verzameld bij de voorbereiding van bestaande of voorgestelde EU-crisisresponsinitiatieven en -mechanismen, onder meer door middel van raadplegingsactiviteiten of effectbeoordelingen (bv. de dataverordening, het informatie-instrument voor de eengemaakte markt, het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging, de Schengengrenscode, het noodplan voor het waarborgen van de voedselvoorziening en voedselzekerheid, de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons, het noodplan voor vervoer, de verordening betreffende het digitaal EU-COVID-certificaat en Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie en de aanpassingen daarvan);

wetenschappelijke studies en literatuur over het effect van eerdere crises op de werking van de eengemaakte markt, alsook door belanghebbenden opgestelde standpuntnota’s en andere documenten;

krantenartikelen en persmateriaal.

De effectbeoordeling was verder gebaseerd op de bij raadplegingsactiviteiten verzamelde informatie, zoals beschreven in de samenvatting in bijlage 2 bij de effectbeoordeling.

De empirische onderbouwing van het verslag is sterk beperkt als gevolg van het relatief geringe aantal reacties op het verzoek om input en de openbare raadpleging en het ontbreken van een ondersteunende studie. In reactie hierop heeft de Commissie op 6 mei 2022 een — drukbezochte — workshop voor belanghebbenden georganiseerd en een aantal gerichte raadplegingen gehouden, met name met de lidstaten en belanghebbenden.

Effectbeoordeling

In overeenstemming met haar beleid inzake betere regelgeving heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd 35 . Daarin werden drie beleidsopties geëvalueerd voor de oprichting van een governanceorgaan en een kader voor de noodplannings-, de waakzaamheids- en de noodfase. Zowel de waakzaamheids- als de noodfase voor de eengemaakte markt wordt geactiveerd op basis van specifieke criteria en activeringsmechanismen. Op bepaalde maatregelen in het instrumentarium zijn aanvullende activeringsmechanismen van toepassing.

Op basis van een analyse van de probleemfactoren en de lacunes in de desbetreffende sectorspecifieke wetgeving zijn acht bouwblokken van maatregelen gedefinieerd, waarbij de maatregelen zijn ingedeeld in blokken die op verschillende momenten van toepassing zijn (te allen tijde, in de waakzaamheidsfase en in de noodfase). Voor elk bouwblok zijn drie beleidsaanpakken geanalyseerd, gaande van niet-wetgevingsmaatregelen (aanpak 1) tot een hybride aanpak (aanpak 2) en een meer uitgebreid wetgevingskader (aanpak 3). Op basis van deze analyse zijn per bouwblok verschillende of alle aanpakken gekozen, en zijn die gecombineerd tot drie realistische beleidsopties die elk een weerspiegeling zijn van een andere mate van politieke ambitie en van steun van belanghebbenden:

Fase

Bouwblokken

Beleidsoptie 1

TRANSPARANTIE

Beleidsoptie 2

SAMENWERKING

Beleidsoptie 3

SOLIDARITEIT

Te allen tijde

1. Governance, coördinatie en samenwerking

Aanpak 2

Formele adviesgroep als technisch forum, en verplichting van de lidstaten om binnen de groep informatie te delen vooruitlopend op en tijdens de crisis

Te allen tijde

2. Noodplanning voor crisissituaties

Aanpak 2

Aanbeveling aan de lidstaten inzake risicobeoordeling, opleiding en oefeningen en een compendium van crisisresponsmaatregelen

Aanpak 3

– Aanbeveling aan de lidstaten inzake risicobeoordeling en een compendium van crisisresponsmaatregelen

– Verplichting van de Commissie om een risicobeoordeling op Unieniveau te verrichten

– Verplichting van de lidstaten om hun bij crisisbeheersing betrokken personeel regelmatig bij te scholen

Waakzaamheid

3. Waakzaamheid op de eengemaakte markt

Aanpak 2

– Aanbeveling aan de lidstaten inzake het verzamelen van informatie over toeleveringsketens die als strategisch zijn aangemerkt

– Aanbevelingen aan de lidstaten inzake het aanleggen van strategische reserves van goederen van strategisch belang

Aanpak 3

– Verplichting van de lidstaten om informatie te verzamelen over toeleveringsketens die als strategisch zijn aangemerkt

– Verplichting van de Commissie om een lijst met streefcijfers voor strategische reserves op te stellen en regelmatig bij te werken

– Verplichtingen van de lidstaten 36 om strategische reserves van geselecteerde goederen van strategisch belang aan te leggen indien de strategische reserves van de lidstaten aanzienlijk achterblijven bij de streefcijfers

Noodfase

4. Kernbeginselen en ondersteunende maatregelen om het vrije verkeer in noodsituaties te vergemakkelijken

Aanpak 2

Versterking van de kernbeginselen van het vrije verkeer van crisisrelevante goederen en diensten door bindende regels vast te stellen waar die nodig zijn voor een doeltreffende crisisbeheersing

Noodfase

5. Transparantie en administratieve bijstand tijdens noodsituaties

Aanpak 3

Een volwaardig bindend mechanisme voor versnelde kennisgeving, ultrasnelle collegiale toetsing en de mogelijkheid de aangemelde maatregelen onverenigbaar te verklaren met het EU-recht; contactpunten en een elektronisch platform

Noodfase

6. Versnelling van het in de handel brengen van crisisrelevante producten in noodsituaties

Aanpak 2

Gerichte wijzigingen van de bestaande wetgeving ter harmonisering van de eengemaakte markt: sneller in de handel brengen van crisisrelevante producten; de Commissie kan technische specificaties vaststellen; de lidstaten geven bij markttoezicht voorrang aan crisisrelevante producten

Noodfase

7. Overheidsopdrachten tijdens noodsituaties

Aanpak 2

Nieuwe bepaling inzake gezamenlijke aanbesteding / gemeenschappelijke aankoop door de Commissie voor een aantal of alle lidstaten

Noodfase

8. Maatregelen die van invloed zijn op crisisrelevante toeleveringsketens tijdens een noodsituatie

Aanpak 1

Richtsnoeren voor het opschalen van de productiecapaciteit; versnelling van vergunningsprocedures; aanvaarding en verlening van voorrang aan bestellingen van crisisrelevante goederen

Aanbevelingen aan bedrijven om crisisrelevante informatie te delen

Aanpak 2

Aanbevelingen aan de lidstaten inzake de distributie van producten waarvan reserves zijn aangelegd; versnelling van vergunningsprocedures; aanmoediging van marktdeelnemers om bepaalde bestellingen te aanvaarden en voorrang te geven

De lidstaten de bevoegdheid geven 37 om marktdeelnemers te verplichten hun productiecapaciteit op te schalen en hen informatieverzoeken met antwoordplicht te sturen

Aanpak 3

Verplichtingen van de lidstaten 38 om producten waarvan reeds reserves zijn aangelegd, te distribueren; versnelling van vergunningsprocedures

Verplichtingen van bedrijven om bepaalde bestellingen te aanvaarden en voorrang te geven; opschaling van de productiecapaciteit en verstrekking van crisisrelevante informatie

In de effectbeoordeling werd geen voorkeursoptie aangegeven, maar werd de keuze aan de politieke besluitvorming overgelaten. De in het wetgevingsvoorstel gekozen maatregelen komen voor alle bouwblokken behalve blok 8 overeen met beleidsoptie 3. Voor bouwblok 8 is geopteerd voor een combinatie van de beleidsopties 1 (opschaling van de productie), 2 (distributie van producten waarvan reserves zijn aangelegd en versnelling van de vergunningsprocedures) en 3 (verplichtingen van bedrijven om bepaalde bestellingen te aanvaarden en voorrang te geven, en crisisrelevante informatie te verstrekken).

Op 15 juni 2022 heeft de Commissie de effectbeoordeling ingediend bij de Raad voor regelgevingstoetsing. De Raad voor regelgevingstoetsing heeft een negatief advies uitgebracht en wees daarbij met name op 1) de noodzaak om duidelijke en gedetailleerde informatie te verstrekken over noodsituaties voor de eengemaakte markt, met inbegrip van een definitie, de criteria en besluitvormingsmechanismen voor de vaststelling en beëindiging van de noodfase en de maatregelen die in die fase zouden worden uitgevoerd; 2) de noodzaak om de beleidsopties aan een grondige effectbeoordeling te onderwerpen; en 3) de noodzaak om naast de beleidsaanpakken alternatieve combinaties van relevante beleidsopties voor te stellen en de vergelijking te koppelen aan de effectbeoordeling. Om aan deze bevindingen tegemoet te komen, heeft de Commissie een duidelijke definitie van een noodsituatie voor de eengemaakte markt gegeven, de criteria en besluitvormingsmechanismen gespecificeerd, de drie werkwijzen van het noodinstrument voor de eengemaakte markt toegelicht en aangegeven welke bouwblok van het noodinstrument zou worden geactiveerd in welke fase. Zij heeft de effectbeoordeling nader uitgewerkt en uitgebreid met meer soorten effecten, d.w.z. de economische gevolgen voor de voornaamste belanghebbenden (bedrijven, lidstaten en de Commissie), de effecten op kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), op het concurrentievermogen, de mededinging en de internationale handel, en een onderscheid gemaakt tussen de onmiddellijke gevolgen en de verwachte gevolgen in de waakzaamheids- en de noodfase. In de effectbeoordeling werden voorts drie alternatieve beleidsopties vastgesteld door verschillende aanpakken van bepaalde bouwblokken te combineren, werden de effecten van die opties beoordeeld en werden de opties ook vergeleken in termen van evenredigheid en subsidiariteit.

Op 29 juli 2022 heeft de Commissie de herziene effectbeoordeling ingediend bij de Raad voor regelgevingstoetsing. De Raad voor regelgevingstoetsing heeft vervolgens een positief advies met opmerkingen uitgebracht. Deze opmerkingen hadden betrekking op de noodzaak om nader onderzoek te doen naar de verschillende typen crises die de werking van de eengemaakte markt kunnen beïnvloeden, de wisselwerking met mogelijke maatregelen op grond van artikel 4, lid 2, VWEU duidelijker te omschrijven en bepaalde voorgestelde maatregelen naar behoren te rechtvaardigen vanuit het oogpunt van subsidiariteit en evenredigheid. Naar aanleiding van deze opmerkingen heeft de Commissie aanwijzingen over mogelijke toekomstige crises toegevoegd, de wisselwerking met mogelijke maatregelen op grond van artikel 4, lid 2, VWEU beter toegelicht en nadere informatie toegevoegd over de uit hoofde van de noodfase voorziene verplichte maatregelen.

Voor nadere informatie over de wijze waarop de aanbevelingen van de Raad voor regelgevingstoetsing in de effectbeoordeling zijn verwerkt, wordt verwezen naar bijlage I, punt 3, bij de effectbeoordeling.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Volgens het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving van de Commissie (Refit) moeten alle initiatieven die tot doel hebben bestaande EU-wetgeving te wijzigen, erop gericht zijn genoemde beleidsdoelen te vereenvoudigen en doelmatiger te verwezenlijken (en dus onnodige regelgevingskosten terug te dringen).

Het voorstel voorziet in een instrumentarium van maatregelen om een noodsituatie voor de eengemaakte markt aan te pakken, met maatregelen die te allen tijde van toepassing zijn en maatregelen die alleen gelden tijdens de waakzaamheids- of de noodfase en die afzonderlijk moeten worden geactiveerd. Het voorstel brengt noch onmiddellijk, noch tijdens de normale werking van de eengemaakte markt administratieve kosten met zich mee voor bedrijven en burgers.

De Commissie zal de gevolgen en evenredigheid van maatregelen die waarschijnlijk grote gevolgen en potentiële kosten met zich zullen meebrengen voor kmo’s, zoals met name informatieverzoeken met antwoordplicht, verzoeken om de productie op te schalen en als prioritair aangemerkte bestellingen te aanvaarden, bij de aanvullende activering ervan analyseren en beoordelen, met bijzondere aandacht voor de gevolgen voor kmo’s. Deze beoordeling zal deel uitmaken van de aanvullende activering van deze specifieke maatregelen door middel van een uitvoeringshandeling van de Commissie (in aanvulling op de algemene activering van de noodfase). Afhankelijk van de aard van de crisis en de betrokken strategische toeleveringsketens en crisisrelevante producten zullen specifieke regelingen worden getroffen voor kmo’s. Hoewel het niet mogelijk is micro-ondernemingen volledig uit te sluiten van het toepassingsgebied van maatregelen zoals informatieverzoeken met antwoordplicht, aangezien zij in een crisis mogelijk over specifieke unieke kennis of octrooien van cruciaal belang beschikken, zullen er specifieke regelingen voor hen gelden, waaronder eenvoudiger opgezette enquêtes, minder strenge rapportagevereisten en langere antwoordtermijnen, voor zover dat mogelijk is gelet op de urgentie in de context van een bepaalde crisis.

Verordening (EG) nr. 2679/98, waarbij een responsmechanisme is ingesteld om aan een lidstaat toe te schrijven belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen die ernstige verstoringen veroorzaken en onmiddellijk optreden vereisen, aan te pakken (“de aardbeienverordening”), wordt ingetrokken. Hierdoor zal het rechtskader worden vereenvoudigd.

Grondrechten

Deze verordening, en met name de als prioritair aangemerkte bestellingen en de maatregelen om de herbestemming van productielijnen te vergemakkelijken, alsook de maatregelen om de uitbreiding van de productiecapaciteit te bevorderen, zijn van invloed op de vrijheid van ondernemerschap als bedoeld in artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de EU van de marktdeelnemers die tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt actief zijn op de eengemaakte markt. Dergelijke beperkingen zijn zorgvuldig afgestemd en worden afgewogen tegen de vitale belangen van de samenleving. De bepalingen inzake als prioritair aangemerkte bestellingen voorzien in een aantal waarborgen voor de bij dergelijke bestellingen betrokken marktdeelnemers om de mate van beperking in evenwicht te brengen.

De informatieverzoeken met antwoordplicht voor marktdeelnemers kunnen ook gevolgen hebben voor de bescherming van bedrijfsgeheimen en andere gevoelige informatie van marktdeelnemers. Aangezien de verordening evenwel voorziet in waarborgen en garanties dat zulke informatieverzoeken alleen worden gedaan indien de gevraagde informatie onmisbaar is om de noodsituatie voor de eengemaakte markt te verhelpen en niet op vrijwillige basis of uit openbaar toegankelijke bronnen beschikbaar is, en de verkregen informatie zorgvuldig wordt behandeld, de geheimhouding en niet-openbaarmaking van gevoelige bedrijfsinformatie wordt gewaarborgd, zijn dergelijke beperkingen evenredig en gerechtvaardigd.

Ten slotte vormen de sancties voor inbreuken op de informatieverzoeken met antwoordplicht voor marktdeelnemers en de als prioritair aangemerkte bestellingen beperkingen van het recht op eigendom als bedoeld in artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de EU. Aangezien de bedragen van de geldboeten op voldoende afschrikkende, maar niet buitensporig hoge niveaus zijn vastgesteld, de toepassing ervan in de tijd beperkt is, en de mogelijkheid bestaat om ze voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (“het Hof”) aan te vechten, vormen zij evenredige en gerechtvaardigde beperkingen van het recht op eigendom.

De verordening eerbiedigt het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht zoals neergelegd in artikel 47 van het Handvest. In de verordening wordt nog eens gewezen op het recht van marktdeelnemers met verplichtingen ten aanzien van informatieverzoeken en als prioritair aangemerkte bestellingen om hun rechten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te verdedigen, en wordt voorzien in mogelijkheden om dergelijke verzoeken van de Commissie aan te vechten door middel van administratieve procedures bij dit Hof.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorstellen hebben budgettaire gevolgen voor drie uitgavencategorieën. De doorlopende personeelskosten binnen de Commissie worden in beginsel gedekt door de rubriek “Administratieve uitgaven”, terwijl de kosten voor de voorziene opleidingsactiviteiten en de nodige uitbreiding van het IT-instrument dat voor het kennisgevingssysteem wordt gebruikt, worden gedekt door het programma voor de eengemaakte markt. In de huidige opzet komen de kosten in verband met de noodfase, namelijk voor het aanleggen van strategische reserves, de veiligstelling van de voorziening, bijvoorbeeld in verband met de aankoop van goederen en diensten van strategisch belang en crisisrelevante goederen, of met als prioritair aangemerkte bestellingen, uitsluitend voor rekening van de lidstaten en zijn er geen gevolgen voor de middelen van de Unie. De van nature onvoorspelbare extra beheerskosten die de Commissie maakt in verband met een crisis worden in beginsel gedekt door interne herschikking van Uniemiddelen in rubriek 1 “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid” en/of rubriek 7 “Administratieve uitgaven”.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Commissie zal de doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang, relevantie en toegevoegde waarde voor de EU van dit wetgevingsinitiatief evalueren en vijf jaar na de datum van toepassing van de wetgevingshandelingen een verslag over de belangrijkste bevindingen indienen bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. De Commissie kan op basis van het evaluatieverslag voorstellen doen om het noodinstrument voor de eengemaakte markt te verbeteren.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) wordt geraadpleegd over alle contracten en financieringsovereenkomsten die op grond van deze verordening worden gesloten, om de integratie van passende fraudebestrijdingsclausules te waarborgen.

Artikelsgewijze toelichting

Het noodinstrument voor de eengemaakte markt heeft tot doel een alomvattende structuur voor paraatheid en crisisrespons tot stand te brengen met de volgende hoofdcomponenten:

een adviesgroep;

een kader voor noodplanning;

een kader voor waakzaamheid voor de eengemaakte markt; en

een kader voor noodsituaties voor de eengemaakte markt.

1.Adviesgroep

Deze groep heeft tot taak de Commissie te adviseren over passende maatregelen om de gevolgen van de crisis voor de eengemaakte markt te voorkomen of aan te pakken. De groep kan worden betrokken bij de activering en het bepalen van de reikwijdte van de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt en kan de desbetreffende informatie analyseren die op vrijwillige of verplichte basis is verzameld, onder meer van de marktdeelnemers. Dit centrale orgaan zal bestaan uit één vertegenwoordiger per lidstaat met expertise op het gebied van de eengemaakte markt als permanente leden, en waarnemers die andere crisisrelevante organen vertegenwoordigen, zoals de groep van de Raad inzake de geïntegreerde politieke crisisrespons, de Raad voor gezondheidscrises, het Gezondheidsbeveiligingscomité, de Europese Raad voor halfgeleiders, de deskundigengroep inzake het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises, enz. De Commissie zal de vergaderingen organiseren en voorzitten.

2.Kader voor noodplanning

In normale tijden, waarin zich geen plotselinge gebeurtenissen voordoen die de eengemaakte markt waarschijnlijk ernstig zullen verstoren or reeds ernstig verstoren, wordt de werking van het bedrijfsleven en de eengemaakte markt geregeld door marktkrachten. Het kader voor noodplanning vereist geen activeringsstap en omvat:

a)Regelingen voor crisisprotocollen en crisiscommunicatie en -opleiding en noodsimulaties met het oog op tijdige samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten en de betrokken organen op Unieniveau, en op de organisatie van opleidingen over en oefeningen met mogelijke scenario’s van noodsituaties voor de eengemaakte markt.

b)Een systeem van vroegtijdige ad-hocwaarschuwingen voor incidenten die de werking van de eengemaakte markt en de toeleveringsketens van goederen en diensten aanzienlijk/ernstig verstoren of kunnen verstoren. Bij het bepalen van de relevantie of ernst van de verstoring wordt rekening gehouden met vooraf bepaalde parameters, zoals het aantal getroffen marktdeelnemers, het geografisch gebied of de duur van de verstoring.

3.Kader voor bewaking van de eengemaakte markt

Dit kader zal betrekking hebben op de gevolgen van significante incidenten die nog niet zijn uitgegroeid tot een daadwerkelijke noodsituatie voor de eengemaakte markt. Het moet worden geactiveerd wanneer een incident zich voordoet dat de toeleveringsketens van goederen en diensten van strategisch belang die afhankelijk zijn van niet-diversifieerbare en niet-vervangbare inputs aanzienlijk zou kunnen verstoren, of dat leidt tot de eerste tekenen van ernstige tekorten aan dergelijke goederen en diensten. Dit kader omvat maatregelen zoals:

a)Monitoring van de toeleveringsketens van goederen en diensten van strategisch belang die zijn aangewezen in de risicobeoordeling op Unieniveau als bedoeld in het kader voor noodplanning, en waarvan de levering aanzienlijk zou kunnen worden verstoord als gevolg van een incident. De lidstaten zullen die monitoring uitvoeren op basis van informatieverzoeken zonder antwoordplicht over factoren die van invloed zijn op de beschikbaarheid van de geselecteerde goederen en diensten van strategisch belang (zoals productiecapaciteit, voorraden, beperkingen bij leveranciers, mogelijkheden voor diversificatie en vervanging, vraagomstandigheden, knelpunten) voor alle actoren in de desbetreffende toeleveringsketen van goederen en diensten van strategisch belang en andere relevante belanghebbenden die op het nationale grondgebied van de lidstaten zijn gevestigd.

b)De opbouw van strategische reserves, een maatregel dat een aanvullende activering bij uitvoeringshandeling van de Commissie vereist. De Commissie kan lijsten met afzonderlijke, niet-bindende streefcijfers opstellen voor de door de lidstaten aan te houden strategische reserves. De lidstaten moeten — gezamenlijk handelend in een geest van solidariteit — alles in het werk stellen om strategische reserves aan te leggen van goederen die zijn aangemerkt als van strategisch belang. De Commissie kan in uitzonderlijke omstandigheden, op eigen initiatief of op verzoek van 14 lidstaten, beoordelen of er verdere maatregelen nodig zijn voor het aanleggen van strategische reserves van dergelijke goederen. Na een dergelijke beoordeling op basis van objectieve gegevens kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen om het individuele streefcijfer voor een of meer lidstaten verplicht te stellen.

c)Overheidsopdrachten: i) de aanbestedingen van goederen en diensten van strategisch belang door de Commissie namens de lidstaten en ii) de aanbesteding van goederen en diensten van strategisch belang door de lidstaten.

4.Kader voor noodsituaties voor de eengemaakte markt

Bij de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt worden onmiddellijk verschillende noodmaatregelen van toepassing, waaronder:

a)maatregelen ter verbetering van de transparantie: de verplichtingen van de lidstaten om melding te doen van ontwerpmaatregelen met betrekking tot crisisrelevante goederen en diensten en goederen en diensten van strategisch belang, alsook crisisrelevante beperkingen van het vrije verkeer van personen, samen met de redenen voor die maatregelen;

b)acties om het vrije verkeer te herstellen en te vergemakkelijken: algemene vereisten voor beperkingen van het vrije verkeer tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt (lijst van kernbeginselen) en bepalingen inzake verboden beperkingen;

c)een verbod op beperkingen van het recht van vrij verkeer tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, waarbij de lidstaten bijvoorbeeld de uitvoer van crisisrelevante goederen of diensten binnen de EU niet mogen verbieden, noch uitvoerbeperkingen voor producten of diensten mogen opleggen die:

het vrije verkeer ervan belemmeren;

de toeleveringsketens ervan verstoren; en

tekorten op de eengemaakte markt creëren of vergroten;

d)overheidsopdrachten: i) aankoop van crisisrelevante goederen door de Commissie namens de lidstaten en ii) aankoop van crisisrelevante goederen door de lidstaten;

e)acties om de beschikbaarheid en levering van crisisrelevante goederen te waarborgen:

vergemakkelijken van de uitbreiding of herbestemming van de bestaande productiecapaciteit of totstandbrenging van nieuwe productiecapaciteit voor crisisrelevante goederen;

vergemakkelijken van de uitbreiding van bestaande of totstandbrenging van nieuwe capaciteiten in verband met activiteiten;

invoeren van maatregelen ter waarborging van flexibiliteit in de regelgeving, waaronder de vergunningsregels, om de productie en het in de handel brengen van crisisrelevante goederen te vergemakkelijken;

f)gerichte en gecoördineerde verdeling van strategische reserves:

de Commissie kan de lidstaten aanbevelen de strategische reserves van de Unie en, indien die niet of onvoldoende voorhanden zijn, de strategische reserves van de lidstaten doelgericht te verdelen wanneer er concrete en betrouwbare aanwijzingen zijn voor ernstige verstoringen in de toeleveringsketen van crisisrelevante goederen die leiden tot ernstige tekorten aan goederen van strategisch belang, ook in geografische gebieden die bijzonder kwetsbaar zijn voor dergelijke verstoringen, zoals de ultraperifere gebieden van de EU;

g)noodmaatregelen van uitzonderlijke aard waarop aanvullende activeringsmechanismen van toepassing zijn:

informatieverzoeken aan marktdeelnemers:

de Commissie verzoekt, indien nodig in geval van ernstige tekorten aan crisisrelevante goederen of diensten of bij een onmiddellijke dreiging daarvan en na raadpleging van de aangewezen adviesgroep, vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers of, indien nodig, individuele marktdeelnemers in crisisrelevante toeleveringsketens, om gerichte informatie aan de Commissie te verstrekken met betrekking tot hun productiecapaciteit en de op dat moment heersende verstoringen van de toeleveringsketen.

De Commissie verstrekt de aangewezen adviesgroep geaggregeerde informatie op basis van gerichte informatieverzoeken aan marktdeelnemers of vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers;

als prioritair aangemerkte bestellingen:

in eerste instantie kan de Commissie marktdeelnemers verzoeken een bestelling voor inputs voor de productie van crisisrelevante goederen of voor de productie of levering van crisisrelevante goederen als eindproduct, te aanvaarden en voorrang te geven.

In tweede instantie kan de Commissie in uitzonderlijke omstandigheden, op eigen initiatief of op verzoek van 14 lidstaten, beoordelen of het nodig en evenredig is dergelijke goederen in te kopen via als prioritair aangemerkte bestellingen, rekening houdend met de positie van de marktdeelnemer en de mogelijke betrokken partijen. Na die beoordeling kan de Commissie een aan een marktdeelnemer gerichte uitvoeringshandeling vaststellen op grond waarvan hij wordt verplicht bestellingen van inputs voor de productie of levering van crisisrelevante goederen of bestellingen van crisisrelevante goederen als eindproducten te aanvaarden en voorrang te geven. Marktdeelnemers mogen een dergelijke verplichting binnen tien werkdagen afwijzen, en de redenen daarvoor naar behoren motiveren. De Commissie kan de gemotiveerde toelichting of delen daarvan openbaar maken. Indien de marktdeelnemer de verplichting aanvaardt, heeft die verplichting voorrang op iedere privaat- of publiekrechtelijke prestatieverplichting;

de Commissie houdt rekening met de omstandigheden van het geval, met inbegrip van het noodzakelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel. De als prioritair aangemerkte bestelling wordt tegen een billijke en redelijke prijs geplaatst; gerichte wijzigingen van de geharmoniseerde productwetgeving.

h)Deze maatregel zal het mogelijk maken de geïdentificeerde crisisrelevante goederen sneller in de handel te brengen door de invoering van noodprocedures voor conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke technische specificaties en markttoezicht in het kader van een noodsituatie voor de eengemaakte markt.

2022/0278 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 114, 21 en 45,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 39 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 40 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Eerdere crises, met name de beginperiode van de COVID-19-pandemie, hebben aangetoond dat de interne markt (ook wel de eengemaakte markt genoemd) en de toeleveringsketens ervan zwaar kunnen worden getroffen door dergelijke crises, en dat passende crisisbeheersingsinstrumenten en coördinatiemechanismen ontbreken, niet alle aspecten van de eengemaakte markt bestrijken of geen tijdige respons op de gevolgen mogelijk maken.

(2)De Unie was met name aan het begin van de COVID-19-pandemie onvoldoende voorbereid om een efficiënte productie, aankoop en distributie van crisisrelevante niet-medische goederen te verzekeren, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, en de ad-hocmaatregelen die de Commissie nam om de werking van de eengemaakte markt te herstellen en de beschikbaarheid van crisisrelevante niet-medische goederen tijdens de pandemie te waarborgen, waren dan ook per definitie reactief van aard. De pandemie maakte ook duidelijk dat het ontbrak aan een goed overzicht van de productiecapaciteit in de Unie en van de zwakke plekken van de mondiale toeleveringsketens.

(3)De acties van de Commissie liepen enkele weken vertraging op wegens het ontbreken van Uniebrede noodplanningsmaatregelen en omdat niet duidelijk was welk onderdeel van de nationale overheid zij moest contacteren voor een snelle aanpak van de gevolgen van de crisis voor de eengemaakte markt. Bovendien werd duidelijk dat ongecoördineerde beperkende maatregelen van de lidstaten de gevolgen van de crisis voor de eengemaakte markt nog zouden verergeren. Er bleek behoefte te bestaan aan afspraken tussen de autoriteiten van de lidstaten en de Unie wat betreft noodplanning, technische coördinatie en samenwerking en informatie-uitwisseling.

(4)Vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers hebben opgemerkt dat marktdeelnemers onvoldoende op de hoogte waren van de crisisresponsmaatregelen van de lidstaten tijdens de pandemie, deels omdat zij niet wisten waar zij dergelijke informatie konden verkrijgen, deels als gevolg van taalbarrières en de administratieve lasten die gepaard gaan met het in elke lidstaat opnieuw navraag moeten doen, met name in een voortdurend veranderende regelgevingsomgeving. Hierdoor konden zij niet met kennis van zaken besluiten nemen over de mate waarin zij tijdens een crisis kunnen vertrouwen op hun recht van vrij verkeer of hun grensoverschrijdende bedrijfsactiviteiten kunnen voortzetten. De beschikbaarheid van informatie over crisisresponsmaatregelen op nationaal en Unieniveau moet worden verbeterd.

(5)De recente gebeurtenissen hebben ook duidelijk gemaakt dat de Unie beter voorbereid moet zijn op mogelijke toekomstige crises, met name gelet op de aanhoudende gevolgen van de klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende natuurrampen en op de mondiale economische en geopolitieke instabiliteit. Aangezien we niet weten hoe toekomstige crises met ernstige gevolgen voor de eengemaakte markt en de toeleveringsketens eruit zullen zien, moet een instrument worden opgezet dat van toepassing is op de gevolgen van uiteenlopende crises voor de eengemaakte markt.

(6)Een crisis kan een tweeledig effect hebben op de eengemaakte markt. Enerzijds kan het vrije verkeer binnen de eengemaakte markt worden belemmerd, waardoor de normale werking ervan wordt verstoord. Anderzijds kan een crisis de tekorten aan crisisrelevante goederen en diensten op de eengemaakte markt doen verergeren. De verordening moet betrekking hebben op beide soorten gevolgen voor de eengemaakte markt.

(7)Aangezien het moeilijk te voorspellen is hoe toekomstige crises met gevolgen voor de eengemaakte markt en de toeleveringsketens ervan er precies uit zullen zien, moet deze verordening voorzien in een algemeen kader voor de anticipatie en voorbereiding op, het verzachten en tot een minimum beperken van de negatieve gevolgen die een crisis kan hebben voor die markt en toeleveringsketens.

(8)Het uit hoofde van deze verordening vastgestelde kader van maatregelen moet op coherente, transparante, efficiënte, evenredige en tijdige wijze worden ingezet, terdege rekening houdend met de noodzaak vitale maatschappelijke functies in stand te houden, waaronder de handhaving van de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid, de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de nationale veiligheid te waarborgen en hun bevoegdheid om andere essentiële staatsfuncties te waarborgen, waaronder de territoriale integriteit van de staat en het handhaven van de openbare orde.

(9)Daartoe voorziet deze verordening in het volgende:

de nodige middelen om ervoor te zorgen dat de eengemaakte markt, de daarop actieve bedrijven en de bijbehorende strategische toeleveringsketens blijven functioneren, met inbegrip van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen tijdens crises en de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten voor burgers, bedrijven en overheidsinstanties tijdens crises;

een forum dat moet zorgen voor adequate coördinatie, samenwerking en informatie-uitwisseling; en

de middelen om de informatie die nodig is voor een gerichte reactie en adequaat marktgedrag van bedrijven en burgers tijdens een crisis, tijdig toegankelijk te maken en beschikbaar te stellen.

(10)Waar mogelijk moet deze verordening het mogelijk maken te anticiperen op gebeurtenissen en crises, door voort te bouwen op de continue analyse van gebieden die van strategisch belang zijn voor de economie van de eengemaakte markt en de voortdurende prognosewerkzaamheden van de Unie.

(11)Deze verordening mag niet overlappen met het bestaande kader voor geneesmiddelen, medische hulpmiddelen of andere medische tegenmaatregelen uit hoofde van het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging, met inbegrip van Verordening (EU) …/… inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid [(COM(2020727)], Verordening (EU) …/… van de Raad betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen [noodkaderverordening (COM(2021577)], Verordening (EU) …/… tot wijziging van Verordening (EG) nr. 851/2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding [(COM(2020726)] en Verordening (EU) 2022/123 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau [EMA-verordening]. Daarom zijn geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en andere medische tegenmaatregelen die op de lijst van artikel 6, lid 1, van de noodkaderverordening voorkomen, uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening, behalve wat betreft de bepalingen inzake het vrije verkeer tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt, en met name die welke bedoeld zijn om het vrije verkeer te herstellen en te vergemakkelijken, alsook het kennisgevingsmechanisme.

(12)Deze verordening moet een aanvulling vormen op de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons die de Raad uit hoofde van zijn Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1993 beheert wat betreft zijn werkzaamheden inzake de effecten op de eengemaakte markt van sectoroverschrijdende crises die politieke besluitvorming vereisen.

(13)Deze verordening laat het Uniemechanisme voor civiele bescherming onverlet. Deze verordening moet complementair zijn met het Uniemechanisme voor civiele bescherming en moet het, waar nodig, ondersteunen wat betreft de beschikbaarheid van kritieke goederen en het vrije verkeer van civielebeschermingswerkers, met inbegrip van hun uitrusting, bij crises die binnen het toepassingsgebied van dat mechanisme vallen.

(14)Deze verordening laat de artikelen 55 tot en met 57 van Verordening (EG) nr. 178/2002, inzake het algemeen plan voor crisismanagement op het gebied van levensmiddelen en diervoeders, zoals uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/300 van de Commissie, onverlet.

(15)De verordening laat het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises onverlet. Niettemin moeten de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn op levensmiddelen, met inbegrip van de bepalingen betreffende het kennisgevingsmechanisme en betreffende beperkingen van het recht van vrij verkeer. De krachtens deze verordening aangemelde maatregelen betreffende levensmiddelen kunnen ook worden getoetst op hun overeenstemming met andere desbetreffende bepalingen van het EU-recht.

(16)Om rekening te houden met de uitzonderlijke aard en de mogelijke verreikende gevolgen van een noodsituatie voor de eengemaakte markt voor de fundamentele werking van die markt, moeten overeenkomstig artikel 281, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bij wijze van uitzondering aan de Raad uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de noodfase voor de eengemaakte markt te activeren.

(17)Artikel 21 VWEU bepaalt dat iedere burger van de Unie het recht heeft vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. De uitvoerige voorwaarden en beperkingen zijn opgenomen in Richtlijn 2004/38/EG. In deze richtlijn worden de algemene beginselen vastgesteld die op deze beperkingen van toepassing zijn en de redenen die kunnen worden aangevoerd om dergelijke maatregelen te rechtvaardigen. Het betreft redenen van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid. In dit verband kunnen beperkingen van het vrije verkeer gerechtvaardigd zijn indien zij evenredig en niet-discriminerend zijn. Deze verordening heeft niet als doel aanvullende gronden ter beperking van het recht van vrij verkeer van personen vast te stellen naast die van hoofdstuk VI van Richtlijn 2004/38/EG.

(18)De maatregelen voor het herstel en de vergemakkelijking van het vrije verkeer van personen en alle andere maatregelen die van invloed zijn op het vrije verkeer van personen waarin deze verordening voorziet, zijn gebaseerd op artikel 21 VWEU en vormen een aanvulling op Richtlijn 2004/38/EG, zonder afbreuk te doen aan de toepassing daarvan tijdens noodsituaties voor de eengemaakte markt. Die maatregelen mogen niet leiden tot het toestaan of rechtvaardigen van beperkingen van het vrije verkeer die in strijd zijn met de Verdragen of met andere Unierechtelijke bepalingen.

(19)In artikel 45 VWEU is het recht op vrij verkeer van werknemers neergelegd, met inachtneming van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. Deze verordening omvat bepalingen die een aanvulling vormen op de bestaande maatregelen om het vrije verkeer van personen te versterken, de transparantie te vergroten en administratieve bijstand te verlenen tijdens noodsituaties voor de eengemaakte markt. Die maatregelen behelzen het opzetten en beschikbaar stellen van de centrale contactpunten voor werknemers en hun vertegenwoordigers in de lidstaten en op Unieniveau tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt als bedoeld in deze verordening.

(20)Indien de lidstaten ter voorbereiding op en tijdens noodsituaties voor de eengemaakte markt maatregelen nemen die van invloed zijn op het vrije verkeer van goederen of personen of op de vrije dienstverrichting, moeten zij die maatregelen beperken tot wat nodig is en moeten zij die opheffen zodra de situatie dat toelaat. Die maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de beginselen van evenredigheid en non-discriminatie en moeten rekening houden met de specifieke situatie van grensregio’s.

(21)Bij de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt moeten de lidstaten worden verplicht crisisrelevante beperkingen van het vrije verkeer te melden.

(22)Wanneer de Commissie onderzoekt of aangemelde ontwerpmaatregelen of vastgestelde maatregelen verenigbaar zijn met het evenredigheidsbeginsel, moet zij terdege rekening houden met de zich ontwikkelende crisissituatie en met de vaak beperkte informatie waarover de lidstaten beschikken wanneer zij de opkomende risico’s in de context van de crisis trachten te verminderen. Indien dat gezien de omstandigheden gerechtvaardigd en noodzakelijk is, kan de Commissie op basis van alle beschikbare informatie, waaronder specialistische of wetenschappelijke informatie, onderzoeken of de argumenten van de lidstaten die het voorzorgsbeginsel aanvoeren als reden om beperkingen van het vrije verkeer van personen vast te stellen, gegrond zijn. De Commissie moet ervoor zorgen dat dergelijke maatregelen in overeenstemming zijn met het Unierecht en geen ongerechtvaardigde belemmeringen voor de werking van de eengemaakte markt opwerpen. De Commissie moet zo snel mogelijk reageren op de kennisgevingen van de lidstaten, rekening houdend met de omstandigheden van de specifieke crisis, doch uiterlijk binnen de in deze verordening vastgestelde termijnen.

(23)Om ervoor te zorgen dat de specifieke noodmaatregelen voor de eengemaakte markt waarin deze verordening voorziet, alleen worden gebruikt wanneer zij onontbeerlijk zijn voor de reactie op een specifieke noodsituatie voor de eengemaakte markt, moet voor die maatregelen afzonderlijke activering door middel van uitvoeringshandelingen van de Commissie vereist zijn, onder vermelding van de redenen voor de activering en van de crisisrelevante goederen of diensten waarop de maatregelen betrekking hebben.

(24)Om er bovendien voor te zorgen dat de uitvoeringshandelingen evenredig zijn en dat de rol van de marktdeelnemers in het kader van crisisbeheersing wordt geëerbiedigd, zou de Commissie de noodfase voor de eengemaakte markt uitsluitend moeten activeren wanneer marktdeelnemers niet in staat zijn binnen een redelijke termijn op vrijwillige basis een oplossing te bieden. De redenen daarvoor moeten in alle uitvoeringshandelingen ten aanzien van alle specifieke aspecten van de crisis worden vermeld.

(25)De Commissie mag de informatieverzoeken met antwoordplicht voor marktdeelnemers alleen inzetten wanneer de informatie die nodig is om adequaat te reageren op de noodsituatie voor de eengemaakte markt — zoals informatie die nodig is voor de aankoop van goederen door de Commissie namens de lidstaten of voor het ramen van de productiecapaciteit van fabrikanten van crisisrelevante goederen waarvan de toeleveringsketens zijn verstoord — niet uit openbare bronnen of op vrijwillige basis kan worden verkregen.

(26)Indien nodig moeten met de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt ook bepaalde crisisresponsprocedures in gang worden gezet die voorzien in aanpassingen van de regels inzake het ontwerp, de productie, de conformiteitsbeoordeling en het in de handel brengen van goederen die zijn onderworpen aan geharmoniseerde voorschriften van de Unie. Deze crisisresponsprocedures moeten het mogelijk maken als crisisrelevant aangemerkte producten snel in de handel te brengen in een noodsituatie. De conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante goederen voorrang geven boven alle andere lopende aanvragen voor andere producten. Anderzijds moeten de nationale bevoegde autoriteiten, indien de conformiteitsbeoordelingsprocedures onnodig vertraagd zijn, vergunningen kunnen afgeven om producten die niet de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedures hebben doorlopen, op hun markt in de handel te brengen, mits zij aan de toepasselijke veiligheidseisen voldoen. Dergelijke vergunningen zijn alleen geldig op het grondgebied van de lidstaat van afgifte en de looptijd ervan is beperkt tot de duur van de noodfase voor de eengemaakte markt. Bovendien moet het mechanisme van het vermoeden van conformiteit op bepaalde punten worden versoepeld om het makkelijker te maken het aanbod van crisisrelevante producten te vergroten. In de context van een noodsituatie voor de eengemaakte markt moeten de fabrikanten van crisisrelevante goederen ook kunnen vertrouwen op nationale en internationale normen, die een beschermingsniveau bieden dat gelijkwaardig is aan dat van de geharmoniseerde Europese normen. In gevallen waarin er geen geharmoniseerde Europese normen bestaan of de naleving ervan ernstig wordt bemoeilijkt door de verstoringen van de eengemaakte markt, moet de Commissie de mogelijkheid hebben om vrijwillige of verplichte gemeenschappelijke technische specificaties op te stellen om de fabrikanten gebruiksklare technische oplossingen te bieden. 

(27)Het doorvoeren van deze crisisrelevante aanpassingen van de desbetreffende sectorale geharmoniseerde regels van de Unie vereist gerichte aanpassingen van de volgende 19 sectorale kaders: Richtlijn 2000/14/EG, Richtlijn 2006/42/EG, Richtlijn 2010/35/EU, Richtlijn 2013/29/EU, Richtlijn 2014/28/EU, Richtlijn 2014/29/EU, Richtlijn 2014/30/EU, Richtlijn 2014/31/EU, Richtlijn 2014/32/EU, Richtlijn 2014/33/EU, Richtlijn 2014/34/EU, Richtlijn 2014/35/EU, Richtlijn 2014/53/EU, Richtlijn 2014/68/EU, Verordening (EU) 2016/424, Verordening (EU) 2016/425, Verordening (EU) 2016/426, Verordening (EU) 2019/1009 en Verordening (EU) nr. 305/2011. De activering van de noodprocedures moet afhankelijk worden gesteld van de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt en moet beperkt blijven tot de als crisisrelevant aangemerkte producten.

(28)In geval van aanzienlijke risico’s voor de werking van de eengemaakte markt, ernstige tekorten aan of een uitzonderlijk grote vraag naar goederen van strategisch belang, kunnen Uniemaatregelen om de beschikbaarheid van crisisrelevante producten te waarborgen, zoals als prioritair aangemerkte bestellingen, onmisbaar blijken voor het herstel van de normale werking van de eengemaakte markt.

(29)Om de koopkracht en de onderhandelingspositie van de Commissie tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt optimaal te benutten, moeten de lidstaten de Commissie kunnen verzoeken namens hen in te kopen.

(30)Wanneer er tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt een ernstig tekort aan crisisrelevante producten of diensten op de eengemaakte markt bestaat en het duidelijk is dat de op die markt actieve marktdeelnemers geen van die goederen produceren, maar in beginsel in staat zijn hun productielijnen te herbestemmen of onvoldoende capaciteit zouden kunnen hebben om de benodigde goederen of diensten te leveren, moet de Commissie de lidstaten in laatste instantie kunnen aanbevelen maatregelen te nemen om de opschaling of herbestemming van de productiecapaciteit van fabrikanten of van de capaciteit van de dienstverleners om crisisrelevante diensten te verlenen, te vergemakkelijken of te eisen. Daarbij informeert de Commissie de lidstaten over de ernst van het tekort en de soorten crisisrelevante goederen of diensten die nodig zijn, en verleent zij ondersteuning en advies met betrekking tot de flexibiliteit die het EU-acquis biedt voor dergelijke doeleinden.

(31)De maatregelen die voor flexibiliteit in de regelgeving zorgen, bieden de Commissie de mogelijkheid de lidstaten aan te bevelen de vergunningsverleningsprocedures te versnellen voor de vergunningen die nodig zijn om de capaciteit voor de productie van crisisrelevante goederen of voor de verlening van crisisrelevante diensten, te vergroten.

(32)Om ervoor te zorgen dat crisisrelevante goederen beschikbaar zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt, kan de Commissie bovendien de marktdeelnemers die actief zijn in crisisrelevante toeleveringsketens verzoeken voorrang te geven aan bestellingen van inputs die nodig zijn voor de productie van crisisrelevante eindproducten of aan bestellingen van dergelijke eindproducten zelf. Indien een marktdeelnemer weigert dergelijke bestellingen te aanvaarden en voorrang te geven, kan de Commissie op basis van objectief bewijs waaruit blijkt dat de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen onontbeerlijk is, besluiten de betrokken marktdeelnemers te verzoeken bepaalde bestellingen te aanvaarden en voorrang te geven, waarbij de uitvoering van die bestellingen voorrang krijgt boven andere privaat- of publiekrechtelijke verplichtingen. Indien de marktdeelnemer de bestelling niet aanvaardt, moet hij legitieme redenen aanvoeren voor de afwijzing van het verzoek. De Commissie kan die gemotiveerde toelichting of delen ervan openbaar maken, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie.

(33)Voorts kan de Commissie, om de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt te waarborgen, de lidstaten aanbevelen strategische reserves te verdelen, met inachtneming van de beginselen van solidariteit, noodzakelijkheid en evenredigheid.

(34)Wanneer de krachtens deze verordening uit te voeren activiteiten gepaard gaan met de verwerking van persoonsgegevens, moet die verwerking in overeenstemming zijn met de desbetreffende Uniewetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, namelijk Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 41 en Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 42 .

(35)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend ten aanzien van de mogelijkheid ondersteunende maatregelen vast te stellen om het vrije verkeer van personen te vergemakkelijken en een lijst op te stellen met individuele streefcijfers (hoeveelheden en termijnen) voor de strategische reserves die de lidstaten moeten aanhouden, zodat de doelstellingen van het initiatief worden verwezenlijkt. Voorts moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend voor de activering van de waakzaamheidsfase en van waakzaamheidsmaatregelen om de strategische toeleveringsketens zorgvuldig te monitoren en het aanleggen van strategische reserves van goederen van strategisch belang te coördineren. Bovendien moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend wat betreft de activering van specifieke noodmaatregelen tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, om een snelle en gecoördineerde respons mogelijk te maken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

(36)Deze verordening is in overeenstemming met de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”) worden erkend. De verordening eerbiedigt met name het recht op eerbiediging van het privéleven van de marktdeelnemers zoals neergelegd in artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 8 van het Handvest, de bij artikel 16 van het Handvest beschermde vrijheid van ondernemerschap en contractvrijheid, het bij artikel 17 van het Handvest beschermde recht op eigendom, het bij artikel 26 van het Handvest beschermde recht op collectieve onderhandelingen en op collectieve actie, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht als bedoeld in artikel 47 van het Handvest. Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. De verordening mag geen afbreuk doen aan de bij het VWEU erkende autonomie van de sociale partners.

(37)De Unie blijft zich ten volle inzetten voor internationale solidariteit en staat volledig achter het beginsel dat alle noodzakelijk geachte maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, waaronder die welke nodig zijn om kritieke tekorten te voorkomen of te verhelpen, op doelgerichte, transparante, evenredige wijze en op tijdelijke basis worden uitgevoerd en in overeenstemming zijn met de WTO-verplichtingen.

(38)Het Uniekader omvat interregionale elementen om samenhangende, multisectorale, grensoverschrijdende waakzaamheids- en noodmaatregelen voor de eengemaakte markt vast te stellen, met name rekening houdend met de middelen, capaciteiten en kwetsbaarheden in naburige regio’s, in het bijzonder grensregio’s.

(39)In voorkomend geval overlegt de Commissie namens de Unie of werkt zij namens de Unie samen met betrokken derde landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden, teneinde coöperatieve oplossingen te vinden voor verstoringen van de toeleveringsketens, in overeenstemming met de internationale verplichtingen. In voorkomend geval vindt hiervoor coördinatie plaats in de desbetreffende internationale fora.

(40)Met het oog op de vaststelling van een kader van crisisprotocollen moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen in aanvulling op het regelgevingskader van deze verordening door nadere invulling te geven aan de modaliteiten voor samenwerking tussen de lidstaten en de autoriteiten van de Unie tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt, veilige informatie-uitwisseling en risico- en crisiscommunicatie. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(41)Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad, die voorziet in een mechanisme voor bilateraal overleg over belemmeringen voor de werking van de eengemaakte markt, is zelden gebruikt en is achterhaald. De evaluatie heeft uitgewezen dat de oplossingen waarin die verordening voorziet, niet aansluiten op de praktijk van complexe crises, die niet beperkt blijven tot incidenten aan de grens van twee naburige lidstaten. Dientengevolge moet die verordening worden ingetrokken.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Deel I
ALGEMENE BEPALINGEN

Titel I
Toepassingsgebied

Artikel 1 
Onderwerp

1.Bij deze verordening wordt een kader vastgesteld met maatregelen om te anticiperen, zich voor te bereiden en te reageren op de gevolgen van crises voor de eengemaakte markt, teneinde het vrije verkeer van goederen, diensten en personen en de beschikbaarheid van goederen en diensten van strategisch belang en crisisrelevante goederen en diensten op de eengemaakte markt te waarborgen.

2.De in lid 1 bedoelde maatregelen omvatten:

a)een adviesgroep die de Commissie adviseert over passende maatregelen om te anticiperen op de gevolgen van een crisis voor de eengemaakte markt of om die gevolgen te voorkomen of erop te reageren;

b)maatregelen voor het verkrijgen, delen en uitwisselen van de relevante informatie;

c)noodmaatregelen gericht op anticipatie en planning;

d)maatregelen om de gevolgen voor de eengemaakte markt aan te pakken van significante incidenten die nog niet tot activering van de noodfase voor de eengemaakte markt hebben geleid (de waakzaamheidsfase), met inbegrip van een reeks waakzaamheidsmaatregelen; en

e)maatregelen om noodsituaties voor de eengemaakte markt aan te pakken, met inbegrip van een reeks noodmaatregelen.

3.De lidstaten wisselen onderling en met de Commissie regelmatig informatie uit over alle aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

4.De Commissie kan alle gespecialiseerde en/of wetenschappelijke kennis verkrijgen die nodig is voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 2
Toepassingsgebied

1.De in deze verordening vervatte maatregelen zijn van toepassing met betrekking tot de aanzienlijke gevolgen van een crisis voor de werking van de eengemaakte markt en de toeleveringsketens ervan.

2.Deze verordening is niet van toepassing op:

a)geneesmiddelen als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2001/83/EG;

b) medische hulpmiddelen als gedefinieerd in artikel 2, punt e), van Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad 43 ;

c) andere medische tegenmaatregelen als gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) …/… van de Raad inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid 44 en zoals opgenomen in de lijst die is opgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 1, van [het voorstel voor] Verordening (EU) …/… van de Raad betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen 45 ;

d)halfgeleiders als gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) …/… van de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese ecosysteem voor halfgeleiders (de chipverordening) 46 ;

e)energieproducten als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG 47 , elektriciteit als gedefinieerd in artikel 2, lid 2, van die richtlijn en de andere producten als bedoeld in artikel 2, lid 3, van die richtlijn;

f)financiële diensten, zoals bankdiensten, kredietverstrekking, verzekering en herverzekering, individuele en bedrijfspensioenen, effecten, beleggingsfondsen, betalingen en beleggingsadviezen, met inbegrip van de diensten die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2010/36/EU, alsmede afwikkelings- en clearingactiviteiten en advies-, bemiddelings- en andere ondersteunende financiële diensten.

3.In afwijking van lid 2, punten a), b) en c), zijn de artikelen 16 tot en met 20 en artikel 41 van deze verordening van toepassing op de in die punten bedoelde producten.

4.Deze verordening laat het bij Besluit nr. 1313/2013/EU vastgestelde Uniemechanisme voor civiele bescherming en het algemene plan voor crisismanagement op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders overeenkomstig Verordening (EG) nr. 178/2002 onverlet.

5.Deze verordening laat de mededingingsregels van de Unie (artikelen 101 tot en met 109 VWEU en de uitvoeringsverordeningen), met inbegrip van de regels inzake antitrust, fusies en staatssteun, onverlet.

6.Deze verordening laat onverlet dat de Commissie:

a)namens de Unie kan overleggen of samenwerken met derde landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden, teneinde coöperatieve oplossingen te vinden om verstoringen van de toeleveringsketens te vermijden, in overeenstemming met de internationale verplichtingen. In voorkomend geval kan hiervoor coördinatie in de desbetreffende internationale fora nodig zijn; of

b)kan beoordelen of het passend is beperkingen op de uitvoer van goederen op te leggen in overeenstemming met de internationale rechten en verplichtingen van de Unie uit hoofde van Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad 48 .

7.Alle maatregelen uit hoofde van deze verordening moeten in overeenstemming zijn met de internationaalrechtelijke verplichtingen van de Unie.

8.Deze verordening laat de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de nationale veiligheid te waarborgen en hun bevoegdheid om essentiële staatsfuncties te waarborgen onverlet, met inbegrip van het waarborgen van de territoriale integriteit van de staat en het handhaven van de openbare orde.

Artikel 3 
Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.“crisis”: een uitzonderlijke onverwachte en plotselinge, natuurlijke of door de mens veroorzaakte gebeurtenis van buitengewone aard en omvang die binnen of buiten de Unie plaatsvindt;

2.“waakzaamheidsfase voor de eengemaakte markt”: een kader voor het aanpakken van een dreigende aanzienlijke verstoring van de levering van goederen en diensten van strategisch belang, die binnen zes maanden kan escaleren tot een noodsituatie voor de eengemaakte markt;

3.“noodsituatie voor de eengemaakte markt”: een crisis op de eengemaakte markt met verstrekkende gevolgen die het vrije verkeer op de eengemaakte markt of de werking van de toeleveringsketens die onontbeerlijk zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke of economische functies van de eengemaakte markt, ernstig verstoort;

4.“gebieden van strategisch belang”: gebieden die van cruciaal belang zijn voor de Unie en haar lidstaten, in die zin dat zij van systemisch en vitaal belang zijn voor de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid, en waarvan de verstoring, het falen, het verlies of de vernietiging aanzienlijke gevolgen zou hebben voor de werking van de eengemaakte markt;

5.“goederen en diensten van strategisch belang”: goederen en diensten die onmisbaar zijn om de werking van de eengemaakte markt op gebieden van strategisch belang te waarborgen en die niet kunnen worden vervangen of gediversifieerd;

6.“crisisrelevante goederen en diensten”: goederen en diensten die onontbeerlijk zijn in respons op crises of om de gevolgen van crises voor de eengemaakte markt aan te pakken tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt;

7.“strategische reserves”: een voorraad goederen van strategisch belang waarvan in voorbereiding op een noodsituatie voor de eengemaakte markt mogelijk een reserve moet worden aangelegd onder toezicht van een lidstaat.

Titel II
Governance

Artikel 4 
Adviesgroep

1.Er wordt een adviesgroep opgericht.

2.De adviesgroep bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat. Iedere lidstaat wijst een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan.

3.De Commissie zit de adviesgroep voor en verzorgt het secretariaat ervan. De Commissie kan een vertegenwoordiger van het Europees Parlement, vertegenwoordigers van de EVA-staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte 49 , vertegenwoordigers van marktdeelnemers, organisaties van belanghebbenden, sociale partners en deskundigen uitnodigen om de vergaderingen van de adviesgroep als waarnemers bij te wonen. Zij nodigt de vertegenwoordigers van andere crisisrelevante organen op Unieniveau als waarnemers uit voor de desbetreffende vergaderingen van de adviesgroep.

4.Voor de toepassing van de noodplanning uit hoofde van de artikelen 6 tot en met 8 verleent de adviesgroep de Commissie bijstand en advies met betrekking tot het:

a)voorstellen van regelingen voor administratieve samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten ten tijde van de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt, die in de crisisprotocollen worden opgenomen;

b)beoordelen van significante incidenten waarvoor de lidstaten de Commissie hebben gewaarschuwd.

5.Voor de toepassing van de in artikel 9 bedoelde waakzaamheidsfase voor de eengemaakte markt verleent de adviesgroep de Commissie bijstand bij het:

a)vaststellen of de in artikel 3, lid 2, bedoelde dreiging aanwezig is, en vaststellen van de omvang van die dreiging;

b)verzamelen van prognoses, gegevensanalyses en marktinformatie;

c)raadplegen van vertegenwoordigers van marktdeelnemers, met inbegrip van kmo’s, en van het bedrijfsleven om marktinformatie te verzamelen;

d)analyseren van geaggregeerde gegevens die van andere crisisrelevante organen op Unie- en internationaal niveau zijn ontvangen;

e)faciliteren van het uitwisselen en delen van informatie, onder meer met andere relevante organen en andere crisisrelevante organen op Unieniveau, alsook in voorkomend geval derde landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden, en internationale organisaties;

f)bijhouden van een register van crisismaatregelen op nationaal en Unieniveau die zijn toegepast tijdens eerdere crises die gevolgen hebben gehad voor de eengemaakte markt en de toeleveringsketens ervan.

6.Voor de toepassing van de in artikel 14 bedoelde noodfase voor de eengemaakte markt verleent de adviesgroep de Commissie bijstand bij het:

a)analyseren van door de lidstaten of de Commissie verzamelde crisisrelevante informatie;

b)vaststellen of aan de criteria voor activering of deactivering van de noodfase is voldaan;

c)adviseren over de uitvoering van de maatregelen die zijn gekozen om op Unieniveau te reageren op een noodsituatie voor de eengemaakte markt;

d)evalueren van nationale crisismaatregelen;

e)faciliteren van het uitwisselen en delen van informatie, onder meer met andere crisisrelevante organen op Unieniveau, alsook in voorkomend geval derde landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden, en internationale organisaties.

7.De Commissie zorgt ervoor dat alle voor de betreffende crisis relevante organen op Unieniveau deelnemen. In voorkomend geval werkt de adviesgroep nauw samen en coördineert haar werkzaamheden nauw met andere relevante crisisgerelateerde organen op Unieniveau. De Commissie zorgt voor coördinatie met de maatregelen die via andere mechanismen van de Unie worden uitgevoerd, zoals het Uniemechanisme voor civiele bescherming of het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging. De adviesgroep zorgt voor informatie-uitwisseling met het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

8.De adviesgroep komt ten minste driemaal per jaar bijeen. Tijdens haar eerste vergadering stelt de adviesgroep, op voorstel van en in overleg met de Commissie, haar reglement van orde vast.

9.De adviesgroep kan in het kader van haar in de leden 4 tot en met 6 omschreven taken adviezen, aanbevelingen of verslagen aannemen.

Artikel 5
Centrale verbindingsbureaus

1.De lidstaten wijzen centrale verbindingsbureaus aan die verantwoordelijk zijn voor het onderhouden van contacten, de coördinatie en de informatie-uitwisseling met de centrale verbindingsbureaus van de andere lidstaten en met het in deze verordening bedoelde centrale verbindingsbureau op Unieniveau. Die verbindingsbureaus coördineren en verzamelen de input van de betrokken nationale bevoegde autoriteiten.

2.De Commissie wijst een centraal verbindingsbureau op Unieniveau aan dat tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt uit hoofde van deze verordening contact onderhoudt met de centrale verbindingsbureaus van de lidstaten. Het centrale verbindingsbureau op Unieniveau zorgt voor de coördinatie en informatie-uitwisseling met de centrale verbindingsbureaus van de lidstaten met het oog op het beheer van de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt.

Deel II
Noodplanning voor de eengemaakte markt

Artikel 6
Crisisprotocollen

1.De Commissie is bevoegd om, rekening houdend met het advies van de adviesgroep en de input van de desbetreffende organen op Unieniveau en na raadpleging van de lidstaten, een gedelegeerde handeling vast te stellen om deze verordening aan te vullen met een kader van crisisprotocollen betreffende crisissamenwerking, informatie-uitwisseling en crisiscommunicatie voor de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt, met name:

a)samenwerking tussen de autoriteiten op nationaal en Unieniveau bij het beheer van de waakzaamheids- en de noodfase voor de eengemaakte markt in alle sectoren van de eengemaakte markt;

b)algemene voorschriften voor een veilige informatie-uitwisseling;

c)een gecoördineerde aanpak van risico- en crisiscommunicatie, ook ten aanzien van het publiek, met een coördinerende rol voor de Commissie;

d)het beheer van het kader.

2.De Commissie en de lidstaten stellen gedetailleerde administratieve regelingen vast om te zorgen voor tijdige samenwerking en veilige informatie-uitwisseling tussen de Commissie, de betrokken organen op Unieniveau en de lidstaten met betrekking tot:

a)een inventaris van de betrokken nationale bevoegde autoriteiten, de overeenkomstig artikel 5 aangewezen centrale verbindingsbureaus en de in artikel 21 bedoelde centrale contactpunten, hun contactgegevens, en hun taken en verantwoordelijkheden tijdens de waakzaamheids- en de noodfase van deze verordening uit hoofde van het interne recht;

b)raadpleging van de vertegenwoordigers van marktdeelnemers en de sociale partners, met inbegrip van kmo’s, over hun initiatieven en acties om mogelijke verstoringen van de toeleveringsketen te verzachten en erop te reageren en potentiële tekorten aan goederen en diensten op de eengemaakte markt te verhelpen;

c)technische samenwerking op het gebied van de waakzaamheids- en de noodfase in verschillende sectoren van de eengemaakte markt;

d)risico- en noodcommunicatie, met een coördinerende rol voor de Commissie, naar behoren rekening houdend met reeds bestaande structuren.

3.Om de werking van het in lid 1 bedoelde kader te waarborgen, kan de Commissie stresstests, simulaties en evaluaties tijdens en na afloop van de acties uitvoeren met de lidstaten en de desbetreffende organen op Unie- en lidstaatniveau voorstellen het kader zo nodig bij te werken.

Artikel 7
Opleidingen en
simulaties

De Commissie organiseert de opleiding op het gebied van crisiscoördinatie, samenwerking en informatie-uitwisseling als bedoeld in artikel 6 voor het personeel van de aangewezen centrale verbindingsbureaus. Zij organiseert simulaties voor het personeel van de centrale verbindingsbureaus uit alle lidstaten op basis van mogelijke scenario’s van noodsituaties voor de eengemaakte markt.



Artikel 8
Vroegtijdige ad-hocwaarschuwingen

1.Het centrale verbindingsbureau van een lidstaat stelt de Commissie en de centrale verbindingsbureaus van de andere lidstaten onverwijld in kennis van incidenten die de werking van de eengemaakte markt en de toeleveringsketens ervan aanzienlijk verstoren of kunnen verstoren (significante incidenten).

2.De centrale verbindingsbureaus en alle betrokken nationale bevoegde autoriteiten behandelen, overeenkomstig het Unierecht en het met het Unierecht in overeenstemming zijnde interne recht, de in lid 1 bedoelde informatie op een wijze die het vertrouwelijke karakter ervan eerbiedigt en de veiligheid en de openbare orde van de Europese Unie en haar lidstaten alsook de veiligheid en de commerciële belangen van de betrokken marktdeelnemers beschermt.

3.Om te bepalen of de verstoring of potentiële verstoring van de werking van de eengemaakte markt en de bijbehorende toeleveringsketens van goederen en diensten, aanzienlijk is en het voorwerp van een waarschuwing moet zijn, houdt het centrale verbindingsbureau van een lidstaat rekening met:

a)het aantal marktdeelnemers dat door de verstoring of mogelijke verstoring wordt getroffen;

b)de duur of verwachte duur van een verstoring of mogelijke verstoring;

c)het geografische gebied; het deel van de eengemaakte markt dat door de verstoring of mogelijke verstoring wordt getroffen; de gevolgen voor specifieke geografische gebieden die bijzonder kwetsbaar of blootgesteld zijn aan verstoringen van de toeleveringsketen, waaronder de ultraperifere gebieden van de EU;

d)het effect van de verstoring of mogelijke verstoring op niet-diversifieerbare en onvervangbare inputs.

Deel III
Waakzaamheid op de eengemaakte markt

Titel I
Waakzaamheidsfase

Artikel 9
Activering

1.Indien de Commissie, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, van oordeel is dat de in artikel 3, lid 2, bedoelde dreiging aanwezig is, activeert zij de waakzaamheidsfase voor de duur van maximaal zes maanden door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling omvat het volgende:

a)een beoordeling van de mogelijke gevolgen van de crisis;

b)een lijst van de betrokken goederen en diensten van strategisch belang; en

c)de te nemen waakzaamheidsmaatregelen.

2.De in lid 1 bedoelde uitvoeringshandeling wordt overeenkomstig de in artikel 41, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 10
Verlenging en deactivering

1.Indien de Commissie van oordeel is dat de redenen voor de activering van de waakzaamheidsfase krachtens artikel 9, lid 1, van toepassing blijven, kan zij, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, de waakzaamheidsfase met maximaal zes maanden verlengen door middel van een uitvoeringshandeling.

2.Indien de Commissie, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, vaststelt dat de in artikel 3, lid 2, bedoelde dreiging niet langer bestaat ten aanzien van bepaalde of alle waakzaamheidsmaatregelen of bepaalde of alle goederen en diensten, deactiveert zij de waakzaamheidsfase geheel of gedeeltelijk door middel van een uitvoeringshandeling.

3.De in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Titel II
Waakzaamheidsmaatregelen

Artikel 11
Monitoring

1.Wanneer de waakzaamheidsfase overeenkomstig artikel 9 is geactiveerd, monitoren de nationale bevoegde autoriteiten de toeleveringsketens van goederen en diensten van strategisch belang die zijn geïdentificeerd in de uitvoeringshandeling tot activering van de waakzaamheidsfase.

2.De Commissie zorgt voor gestandaardiseerde en veilige middelen voor de verzameling en verwerking van informatie met het oog op de toepassing van lid 1, met gebruikmaking van elektronische middelen. Onverminderd de nationale wetgeving die voorschrijft dat verzamelde informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen, vertrouwelijk moet blijven, wordt de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie en informatie die van invloed is op de veiligheid en de openbare orde van de Unie of haar lidstaten gewaarborgd.

3.De lidstaten stellen een inventaris op, en houden die bij, van de op hun nationale grondgebied gevestigde meest relevante marktdeelnemers die actief zijn in de toeleveringsketens van goederen en diensten van strategisch belang zoals geïdentificeerd in de uitvoeringshandeling waarmee de waakzaamheidsfase wordt geactiveerd.

4.Op basis van de krachtens artikel 6 opgestelde inventaris richten de nationale bevoegde autoriteiten verzoeken om vrijwillige verstrekking van informatie aan de meest relevante marktdeelnemers in de toeleveringsketens van goederen en diensten zoals geïdentificeerd in de krachtens artikel 9 vastgestelde uitvoeringshandeling en aan andere relevante belanghebbenden die op hun nationale grondgebied zijn gevestigd. In die verzoeken wordt met name vermeld welke informatie wordt gevraagd over factoren die van invloed zijn op de beschikbaarheid van de geïdentificeerde goederen en diensten van strategisch belang. Elke marktdeelnemer/belanghebbende die vrijwillig informatie verstrekt, doet dit op individuele basis in overeenstemming met de mededingingsregels van de Unie die van toepassing zijn op de uitwisseling van informatie. De nationale bevoegde autoriteiten zenden de bevindingen onverwijld via het respectieve centrale verbindingsbureau toe aan de Commissie en de adviesgroep.

5.De nationale bevoegde autoriteiten houden terdege rekening met de administratieve lasten voor marktdeelnemers, en met name kmo’s, die gepaard kunnen gaan met informatieverzoeken, en zorgen ervoor dat deze tot een minimum worden beperkt.

6.De Commissie kan de adviesgroep verzoeken de bevindingen en ontwikkelingsperspectieven te bespreken op basis van de monitoring van de toeleveringsketens van goederen en diensten van strategisch belang.

7.Op basis van de informatie die via de overeenkomstig lid 1 uitgevoerde activiteiten is verzameld, kan de Commissie een verslag van de geaggregeerde bevindingen indienen.

Artikel 12
Strategische reserves

1.De Commissie kan bepalen voor welke in een krachtens artikel 9, lid 1, vastgestelde uitvoeringshandeling opgenomen goederen van strategisch belang het nodig kan zijn een reserve aan te leggen ter voorbereiding op een noodsituatie voor de eengemaakte markt, rekening houdend met de waarschijnlijkheid en de gevolgen van tekorten. De Commissie stelt de lidstaten daarvan in kennis.

Capaciteit die deel uitmaakt van de rescEU-reserve overeenkomstig artikel 12 van Besluit nr. 1313/2013/EU, is uitgesloten van de toepassing van dit artikel.

2.De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen eisen dat de lidstaten informatie verstrekken over de goederen die zijn opgenomen in een krachtens artikel 9, lid 1, vastgestelde uitvoeringshandeling, met betrekking tot al het volgende:

a)de huidige voorraad op hun grondgebied;

b)eventuele mogelijkheden voor verdere aankoop;

c)eventuele alternatieve leveringsopties;

d)nadere informatie die de beschikbaarheid van dergelijke goederen zou kunnen waarborgen.

In de uitvoeringshandeling wordt gespecificeerd voor welke goederen informatie moet worden verstrekt.

De lidstaten brengen aan de Commissie verslag uit over de omvang van de door hen aangehouden strategische reserves van goederen van strategisch belang en over de omvang van andere voorraden van dergelijke goederen die op hun grondgebied worden aangehouden.

3.Rekening houdend met de voorraden die de marktdeelnemers op hun grondgebied aanhouden of aanleggen, stellen de lidstaten alles in het werk om strategische reserves van de goederen van strategisch belang aan te leggen als bedoeld in lid 1. De Commissie ondersteunt de lidstaten bij de coördinatie en stroomlijning van hun inspanningen.

4.Wanneer de strategische reserves van overeenkomstig lid 1 geïdentificeerde goederen van strategisch belang doeltreffender kunnen worden aangelegd door stroomlijning tussen de lidstaten, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen een lijst opstellen met individuele streefcijfers inzake de hoeveelheden en de termijnen voor de strategische reserves die de lidstaten moeten aanhouden, en die regelmatig bijwerken. Bij de vaststelling van de individuele streefcijfers voor elke lidstaat houdt de Commissie rekening met:

a)de waarschijnlijkheid en de gevolgen van tekorten als bedoeld in lid 1;

b)de omvang van de bestaande voorraden van marktdeelnemers en strategische reserves in de hele Unie, en eventuele informatie over de lopende activiteiten die de marktdeelnemers verrichten om hun voorraden te vergroten;

c)de kosten voor het aanleggen en aanhouden van dergelijke strategische reserves.

5.De lidstaten stellen de Commissie regelmatig op de hoogte van de actuele stand van hun strategische reserves. Wanneer een lidstaat de in lid 4 bedoelde individuele streefcijfers heeft gehaald, stelt hij de Commissie ervan in kennis of de voorraad van de betrokken goederen het streefcijfer overschrijdt. Lidstaten die de individuele streefcijfers niet halen, leggen aan de Commissie uit waarom dit het geval is. De Commissie bevordert de samenwerking tussen de lidstaten die hun streefcijfers reeds hebben gehaald en de overige lidstaten.

6.Wanneer de strategische reserves van een lidstaat voortdurend aanzienlijk achterblijven bij de in lid 4 bedoelde individuele streefcijfers en de marktdeelnemers op zijn grondgebied dit tekort niet kunnen compenseren, kan de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van 14 lidstaten, beoordelen of er verdere maatregelen nodig zijn om strategische reserves aan te leggen van overeenkomstig lid 1 geïdentificeerde goederen van strategisch belang.

Na een dergelijke beoordeling kan de Commissie, wanneer zij aan de hand van objectieve gegevens vaststelt dat:

a)de vraag naar het betrokken goed niet is gewijzigd of is toegenomen ten opzichte van de situatie op het tijdstip waarop het in lid 4 bedoelde streefcijfer voor het eerst werd vastgesteld of laatstelijk werd gewijzigd krachtens lid 4;

b)toegang tot het betrokken goed onontbeerlijk is met het oog op de paraatheid voor een noodsituatie voor de eengemaakte markt;

c)de betrokken lidstaat onvoldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt om te verklaren waarom het individuele streefcijfer niet is gehaald; en

d)er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, in die zin dat het niet aanleggen van dergelijke strategische reserves door die lidstaat, gezien het belang ervan voor de betrokken toeleveringsketen, de paraatheid van de Unie bij een dreigende noodsituatie op de eengemaakte markt ernstig in gevaar brengt;

een uitvoeringshandeling vaststellen die de betrokken lidstaat ertoe verplicht binnen een bepaalde termijn strategische reserves van de betrokken goederen aan te leggen.

7.Wanneer de Commissie op grond van dit artikel handelt, tracht zij ervoor te zorgen dat het aanleggen van strategische reserves geen onevenredige belasting vormt voor de toeleveringsketens van de overeenkomstig lid 1 geïdentificeerde goederen of voor de begrotingscapaciteit van de betrokken lidstaat.

De Commissie houdt ten volle rekening met eventuele door de lidstaten aan de orde gestelde problemen met betrekking tot de nationale veiligheid.

8.De in dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Deel IV
Noodsituatie voor de eengemaakte markt

Titel I
Noodfase

Artikel 13
Criteria voor activering

1.Wanneer de ernst van een verstoring wordt beoordeeld om na te gaan of de gevolgen van een crisis voor de eengemaakte markt als een noodsituatie voor de eengemaakte markt kunnen worden aangemerkt, houdt de Commissie op basis van concreet en betrouwbaar bewijsmateriaal rekening met ten minste de volgende indicatoren:

a)de crisis heeft geleid tot de activering van een relevant crisisresponsmechanisme van de Raad, het Uniemechanisme voor civiele bescherming of de mechanismen die zijn opgezet binnen het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging, met inbegrip van [het voorstel voor] Verordening (EU) .../... inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid en [het voorstel voor] Verordening (EU) .../... van de Raad betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen;

b)een schatting van het aantal marktdeelnemers of gebruikers dat voor de levering van de betrokken goederen of de verlening van de betrokken diensten afhankelijk zijn van de verstoorde sector of sectoren van de eengemaakte markt;

c)het belang van de betrokken goederen of diensten voor andere sectoren;

d)de ernst en duur van de gevolgen voor de economische en maatschappelijke activiteiten, het milieu en de openbare veiligheid;

e)de getroffen marktdeelnemers zijn er niet in geslaagd binnen een redelijke termijn op vrijwillige basis een oplossing te bieden voor de specifieke aspecten van de crisis;

f)de marktpositie van de getroffen marktdeelnemers in de betrokken sector of sectoren;

g)het geografische gebied dat wordt en kan worden getroffen, met inbegrip van eventuele grensoverschrijdende gevolgen voor de werking van toeleveringsketens die onontbeerlijk zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke of economische activiteiten van de eengemaakte markt;

h)het belang van de getroffen marktdeelnemer voor de handhaving van een toereikend niveau van aanvoer van de goederen en diensten, rekening houdend met de beschikbaarheid van alternatieve middelen voor de voorziening van die goederen of diensten; en

i)het ontbreken van vervangende goederen, inputs of diensten.

Artikel 14
Activering

1.De noodfase voor de eengemaakte markt kan worden geactiveerd zonder dat voor dezelfde goederen of diensten eerder de waakzaamheidsfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd. Wanneer de waakzaamheidsfase eerder is geactiveerd, kan de noodfase deze geheel of gedeeltelijk vervangen.

2.Wanneer de Commissie, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, van oordeel is dat er sprake is van een noodsituatie voor de eengemaakte markt, stelt zij de Raad voor de noodfase voor de eengemaakte markt te activeren.

3.De Raad kan de noodfase voor de eengemaakte markt activeren door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad. De duur van de activering wordt in de uitvoeringshandeling vastgesteld en bedraagt ten hoogste zes maanden.

4.De activering van de noodfase voor de eengemaakte markt met betrekking tot bepaalde goederen en diensten belet niet dat ten aanzien van dezelfde goederen en diensten de waakzaamheidsfase wordt geactiveerd of voortgezet en dat de in de artikelen 11 en 12 vastgestelde maatregelen worden uitgevoerd.

5.Zodra de noodfase voor de eengemaakte markt wordt geactiveerd, stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling onverwijld een lijst van crisisrelevante goederen en diensten vast. Deze lijst kan door middel van uitvoeringshandelingen worden gewijzigd.

6. De in lid 5 bedoelde uitvoeringshandeling van de Commissie wordt volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de eengemaakte markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 42, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Artikel 15
Verlenging en deactivering

1.Wanneer de Commissie, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, van oordeel is dat een verlening van de noodfase voor de eengemaakte markt noodzakelijk is, stelt zij de Raad voor de noodfase voor de eengemaakte markt te verlengen. Niettegenstaande dringende en uitzonderlijke veranderingen in de omstandigheden streeft de Commissie ernaar dit voorstel uiterlijk dertig dagen vóór het verstrijken van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd, in te dienen. De Raad kan de noodfase voor de eengemaakte markt telkens met maximaal zes maanden verlengen door middel van een uitvoeringshandeling.

2.Wanneer de adviesgroep concrete en betrouwbare aanwijzingen heeft dat de noodfase voor de eengemaakte markt moet worden gedeactiveerd, kan zij een advies met die strekking opstellen en aan de Commissie overleggen. Wanneer de Commissie, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, van oordeel is dat er niet langer sprake is van een noodsituatie voor de eengemaakte markt, stelt zij de Raad onverwijld voor de noodfase voor de eengemaakte markt te deactiveren.

3.De maatregelen die zijn genomen in overeenstemming met de artikelen 24 tot en met 33 en overeenkomstig de noodprocedures die in de toepasselijke rechtskaders van de Unie zijn ingevoerd door middel van de wijzigingen van de sectorale productwetgeving zoals uiteengezet in [Verordening (EU) … van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/424, Verordening (EU) 2016/425, Verordening (EU) 2016/426, Verordening (EU) 2019/1009 en Verordening (EU) nr. 305/2011 en tot invoering van noodprocedures inzake conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in het kader van een noodsituatie voor de eengemaakte markt] en [Richtlijn (EU) … van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2006/42/EG, 2010/35/EU, 2013/29/EU, 2014/28/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU en 2014/68/EU en wat betreft noodprocedures inzake conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht wegens een noodfase van de eengemaakte markt], komen te vervallen zodra de noodfase voor de eengemaakte markt wordt gedeactiveerd. De Commissie legt de Raad uiterlijk drie maanden na het verstrijken van de maatregelen een beoordeling voor die op basis van de via het in artikel 11 bedoelde monitoringmechanisme verzamelde informatie is verricht met betrekking tot de doeltreffendheid van de maatregelen die zijn genomen om de noodsituatie voor de eengemaakte markt aan te pakken.

Titel II
Vrij verkeer tijdens noodsituaties voor de eengemaakte markt

Hoofdstuk I
Maatregelen om het vrije verkeer te herstellen en te vergemakkelijken

Artikel 16
Algemene vereisten voor maatregelen tot beperking van het vrije verkeer om een noodsituatie voor de eengemaakte markt aan te pakken

1.Bij de vaststelling en toepassing van nationale maatregelen naar aanleiding van een noodsituatie voor de eengemaakte markt en de onderliggende crisis zien de lidstaten erop toe dat hun optreden volledig in overeenstemming is met het Verdrag en het Unierecht, en met name met de in dit artikel vastgelegde vereisten.

2.Elke beperking is van tijdelijke aard en wordt opgeheven zodra de situatie het toelaat. Bovendien moet bij elke beperking rekening worden gehouden met de situatie van de grensregio’s.

3.Verplichtingen die aan burgers en ondernemingen worden opgelegd, mogen geen ongerechtvaardigde of onnodige administratieve lasten veroorzaken.

4.De lidstaten informeren burgers, consumenten, ondernemingen, werknemers en hun vertegenwoordigers op duidelijke en ondubbelzinnige wijze over maatregelen die van invloed zijn op hun recht van vrij verkeer.

5.De lidstaten zien erop toe dat alle betrokken belanghebbenden in kennis worden gesteld van maatregelen tot beperking van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers en dienstverleners, voordat deze maatregelen in werking treden. De lidstaten zorgen voor een permanente dialoog met de belanghebbenden, waaronder communicatie met de sociale partners en de internationale partners.

Artikel 17
Verboden beperkingen van het recht van vrij verkeer tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt

1.Tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt en bij de respons op een noodsituatie voor de eengemaakte markt zien de lidstaten ervan af de volgende beperkingen in te voeren:

a)uitvoerverboden binnen de Unie of andere maatregelen van gelijke werking voor crisisrelevante goederen of diensten die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling;

b)beperkingen op de uitvoer van goederen of de verlening of ontvangst van diensten binnen de Unie, of maatregelen van gelijke werking, wanneer die beperkingen leiden tot:

i) verstoringen van de toeleveringsketens van crisisrelevante goederen en diensten die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling, of

ii) nieuwe of grotere tekorten aan dergelijke goederen en diensten op de eengemaakte markt;

c)discriminatie tussen lidstaten of tussen burgers, ook in hun hoedanigheid van dienstverlener of werknemer, rechtstreeks op basis van nationaliteit of, in het geval van ondernemingen, de plaats van de maatschappelijke zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging;

d)beperkingen van het vrije verkeer van personen die betrokken zijn bij de productie van crisisrelevante goederen die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling, en onderdelen daarvan, of bij de verlening van crisisrelevante diensten die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling, of andere maatregelen van gelijke werking, die:

i)     tekorten aan noodzakelijke arbeidskrachten op de eengemaakte markt veroorzaken en zo de toeleveringsketens van crisisrelevante goederen en diensten verstoren of tekorten aan dergelijke goederen en diensten op de eengemaakte markt veroorzaken of vergroten, of

ii)    rechtstreeks discriminerend zijn op basis van de nationaliteit van de persoon.

2.Tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt en bij de respons op de noodsituatie voor de eengemaakte markt zien de lidstaten af van elk van de volgende maatregelen, tenzij deze maatregelen inherent zijn aan de aard van de crisis:

a)voor goederen uit een naburige lidstaat, een andere lidstaat of een groep lidstaten regels toepassen die gunstiger zijn dan de regels voor goederen uit andere lidstaten;

b)selectief de toegang tot hun grondgebied weigeren voor goederen die afkomstig zijn uit bepaalde andere lidstaten;

c)een verbod op de exploitatie van goederenvervoer invoeren.

3.Tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt en bij de respons op een noodsituatie voor de eengemaakte markt zien de lidstaten af van elk van de volgende maatregelen, tenzij toepassing ervan inherent is aan de aard van de crisis/de noodsituatie voor de eengemaakte markt:

a)bepaalde soorten diensten of wijzen van dienstverlening verbieden;

b)reizigersstromen blokkeren.

4.Tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt en bij de respons op de noodsituatie voor de eengemaakte markt zien de lidstaten af van de volgende maatregelen:

a)voor reizen van en naar een lidstaat of van en naar een andere lidstaat of groep lidstaten regels toepassen die gunstiger zijn dan voor reizen van en naar andere lidstaten, tenzij toepassing van die regels inherent is aan de aard van de crisis/de noodsituatie voor de eengemaakte markt;

b)de begunstigden van het recht van vrij verkeer krachtens het Unierecht, het recht ontzeggen om het grondgebied van de lidstaat van nationaliteit of van verblijf binnen te komen, om het grondgebied van de lidstaten te verlaten om zich naar de lidstaat van nationaliteit of van verblijf te begeven, of om door een lidstaat te reizen teneinde zich naar de lidstaat van nationaliteit of van verblijf te begeven;

c)zakenreizen verbieden die verband houden met onderzoek en ontwikkeling, met de productie van crisisrelevante goederen die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling, met het op de markt brengen van die goederen of met de desbetreffende inspecties;

d)reisverboden opleggen, ook voor reizen om dwingende gezinsredenen, die niet bijdragen aan de verwezenlijking van enig rechtmatig openbaar belang dat kennelijk met die maatregelen wordt nagestreefd of die duidelijk verder gaan dan nodig is om dat doel te bereiken;

e)beperkingen opleggen aan werknemers en dienstverleners en hun vertegenwoordigers, tenzij dit inherent is aan de aard van de crisis/de noodsituatie voor de eengemaakte markt en dit niet duidelijk verder gaat dan voor dat doel noodzakelijk is.

5.Wanneer overeenkomstig artikel 14 een noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd en de door de dienstverleners, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en werknemers uitgeoefende activiteiten niet worden getroffen door de crisis in de lidstaat en het ondanks de crisis mogelijk is veilig te reizen, legt die lidstaat deze categorieën personen uit andere lidstaten geen reisbeperkingen op die hen de toegang tot hun plaats van activiteit of werkplek zouden beletten.

6.Wanneer overeenkomstig artikel 14 een noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd en het door uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de crisis niet mogelijk is dat alle dienstverleners, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en werknemers uit andere lidstaten zich begeven naar en ongehinderd toegang hebben tot hun plaats van activiteit of werkplek, maar reizen nog wel mogelijk is, leggen de lidstaten geen reisbeperkingen op aan:

a)dienstverleners die crisisrelevante diensten verlenen die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling, of vertegenwoordigers van het bedrijfsleven of werknemers die betrokken zijn bij de productie van crisisrelevante goederen of de verlening van crisisrelevante diensten die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling, zodat zij toegang hebben tot hun plaats van activiteit, voor zover activiteiten in de betrokken sector in de lidstaat nog zijn toegestaan;

b)werknemers in de civiele bescherming, zodat zij met hun uitrusting ongehinderd toegang kunnen krijgen tot hun plaats van activiteit in een van de lidstaten.

7.Bij de vaststelling van de in deze bepaling bedoelde maatregelen zien de lidstaten erop toe dat de Verdragen en het Unierecht volledig in acht worden genomen. Niets in deze bepaling mag worden uitgelegd als toestemming of rechtvaardiging voor beperkingen van het vrije verkeer die in strijd zijn met de Verdragen of andere bepalingen van het Unierecht.

Artikel 18
Ondersteunende maatregelen

1.Tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen voorzien in ondersteunende maatregelen om het vrije verkeer van personen als bedoeld in artikel 17, leden 6 en 7, te versterken. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de eengemaakte markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 42, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

2.Indien de Commissie tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt vaststelt dat de lidstaten modellen hebben ingevoerd waarmee een persoon of marktdeelnemer kan verklaren dat hij een dienstverlener is die crisisrelevante diensten verleent, of een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven of werknemer is die betrokken is bij de productie van crisisrelevante goederen of de verlening van crisisrelevante diensten of een werknemer in de civiele bescherming is, en zij van mening is dat het gebruik van verschillende modellen door de lidstaten een belemmering vormt voor het vrije verkeer tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, kan de Commissie, indien zij dit nodig acht ter ondersteuning van het vrije verkeer van die categorieën personen en hun uitrusting tijdens de noodsituatie voor de eengemaakte markt, door middel van uitvoeringshandelingen modellen in alle lidstaten ter beschikking stellen waarmee die categorieën personen kunnen verklaren dat zij voldoen aan de relevante criteria voor de toepassing van artikel 17, lid 6.

3.De in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de eengemaakte markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 42, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Hoofdstuk II
Transparantie en administratieve bijstand

Artikel 19
Kennisgevingen

1.Tijdens de noodsituatie voor de eengemaakte markt stellen de lidstaten de Commissie in kennis van crisisrelevante ontwerpmaatregelen tot beperking van het vrije verkeer van goederen en de vrije dienstverrichting, alsmede van crisisrelevante beperkingen van het vrije verkeer van personen, met inbegrip van werknemers, met opgave van de redenen voor die maatregelen.

Deze kennisgeving belet de lidstaten niet de betrokken maatregelen te nemen indien onmiddellijk optreden om ernstige en onvoorzienbare redenen noodzakelijk is. De lidstaten doen onmiddellijk kennisgeving van de vastgestelde maatregel, samen met een motivering voor de noodzaak om de maatregel onmiddellijk vast te stellen.

2.De lidstaten verstrekken de Commissie een verklaring van de redenen waarom de vaststelling van een dergelijke maatregel gerechtvaardigd en evenredig is, voor zover die redenen niet reeds duidelijk blijken uit de aangemelde maatregel. De lidstaten delen de Commissie de volledige tekst mee van de nationale wettelijke of regelgevende bepalingen die de maatregel bevat of door de maatregel worden gewijzigd.

3.De lidstaten gebruiken voor kennisgevingen uit hoofde van dit artikel het informatiesysteem dat bij Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad 50 is opgezet voor kennisgevingen.

4.De Commissie deelt de aangemelde maatregelen onverwijld mee aan de andere lidstaten en tegelijkertijd aan de adviesgroep.

5.Indien de adviesgroep besluit advies uit te brengen over een aangemelde maatregel, doet zij dit binnen vier werkdagen na de datum van ontvangst door de Commissie van de kennisgeving betreffende die maatregel.

6.De Commissie zorgt ervoor dat burgers en ondernemingen in kennis worden gesteld van de aangemelde maatregelen, tenzij de lidstaten verzoeken dat de maatregelen vertrouwelijk blijven of de Commissie van oordeel is dat openbaarmaking van die maatregelen de veiligheid en de openbare orde van de Europese Unie of haar lidstaten in het gedrang zou brengen, alsmede van de besluiten en opmerkingen van de lidstaten als bedoeld in dit artikel.

7.De lidstaten stellen de vaststelling van een aangemelde ontwerpmaatregel voor de duur van tien dagen uit, te rekenen vanaf de datum waarop de Commissie de in dit artikel bedoelde kennisgeving ontvangt.

8.Binnen tien dagen na ontvangst van de kennisgeving onderzoekt de Commissie of de ontwerpmaatregel of de vastgestelde maatregel verenigbaar is met het Unierecht, met inbegrip van de artikelen 16 en 17 van deze verordening en de beginselen van evenredigheid en non-discriminatie, en kan zij opmerkingen maken over de aangemelde maatregel wanneer er meteen in het oog springende en ernstige redenen zijn om aan te nemen dat deze niet met het Unierecht in overeenstemming is. Deze opmerkingen worden door de kennisgevende lidstaat in aanmerking genomen. De Commissie kan de termijn van tien dagen in uitzonderlijke omstandigheden verlengen, met name om wetenschappelijk advies, bewijsmateriaal of technische expertise te ontvangen in de context van een veranderende situatie. De Commissie vermeldt de redenen voor deze verlenging, stelt een nieuwe termijn vast en stelt de lidstaten onverwijld in kennis van de nieuwe termijn en de redenen voor de verlenging.

9.De lidstaten kunnen ook opmerkingen doen toekomen aan de lidstaat die een maatregel heeft aangemeld; die lidstaat houdt rekening met die opmerkingen.

10.De kennisgevende lidstaat deelt de Commissie binnen tien dagen na ontvangst van de overeenkomstig lid 8 gemaakte opmerkingen mee welke maatregelen hij naar aanleiding van die opmerkingen van plan is te nemen.

11.Indien de Commissie van oordeel is dat de door de aanmeldende lidstaat meegedeelde maatregelen nog steeds niet in overeenstemming zijn met het Unierecht, kan zij binnen dertig dagen na deze mededeling een besluit nemen waarin deze lidstaat wordt gelast af te zien van de vaststelling van de aangemelde ontwerpmaatregel. De kennisgevende lidstaat deelt de Commissie onverwijld de vastgestelde tekst van een aangemelde ontwerpmaatregel mee.

12.Indien de Commissie constateert dat een reeds vastgestelde maatregel waarvan zij in kennis is gesteld, niet in overeenstemming is met het Unierecht, kan zij binnen dertig dagen na die kennisgeving een besluit nemen waarin de lidstaat wordt gelast de maatregel in te trekken. De kennisgevende lidstaat deelt de tekst van een herziene maatregel onverwijld mee indien deze de aangemelde vastgestelde maatregel wijzigt.

13. De Commissie kan de in de leden 11 en 12 bedoelde periode van dertig dagen bij wijze van uitzondering verlengen teneinde rekening te houden met een verandering van de omstandigheden, met name om wetenschappelijk advies, bewijsmateriaal of technische expertise te ontvangen in het kader van een veranderende situatie. De Commissie vermeldt de redenen voor deze verlenging, stelt een nieuwe termijn vast en stelt de lidstaten onverwijld in kennis van de nieuwe termijn en de redenen voor de verlenging.

14.De in de leden 11 en 12 bedoelde besluiten van de Commissie worden gebaseerd op beschikbare informatie en kunnen worden genomen wanneer er meteen in het oog springende en ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de aangemelde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het Unierecht, met inbegrip van artikel 16 of 17 van deze verordening, het evenredigheidsbeginsel of het non-discriminatiebeginsel. De vaststelling van deze besluiten laat de mogelijkheid onverlet dat de Commissie in een later stadium maatregelen neemt, waaronder het inleiden van een inbreukprocedure op grond van artikel 258 VWEU.

15.De op grond van dit artikel verstrekte informatie wordt niet als vertrouwelijk aangemerkt, tenzij de kennisgevende lidstaat uitdrukkelijk verzoekt deze informatie als zodanig te beschouwen. Een dergelijk verzoek heeft betrekking op ontwerpmaatregelen en wordt gemotiveerd.

16.De Commissie publiceert de tekst van de maatregelen die de lidstaten in het kader van de noodsituatie voor de eengemaakte markt hebben vastgesteld tot beperking van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, en die door middel van de in dit artikel bedoelde kennisgevingen of via andere bronnen zijn meegedeeld. De tekst van de maatregelen wordt binnen één werkdag na ontvangst bekendgemaakt via een door de Commissie beheerd elektronisch platform.

Artikel 20
Verband met andere kennisgevingsmechanismen

1.Wanneer een lidstaat krachtens artikel 19 van deze verordening en krachtens artikel 5, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/1535 51 verplicht is een maatregel aan te melden, wordt een kennisgeving krachtens deze verordening geacht ook te hebben voldaan aan de kennisgevingsverplichting van artikel 5, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/1535.

2.Wanneer een lidstaat krachtens artikel 19 van deze verordening en krachtens artikel 15, lid 7, of artikel 39, lid 5, van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad 52 verplicht is een maatregel aan te melden, wordt een kennisgeving krachtens deze verordening geacht ook te hebben voldaan aan de kennisgevingsverplichtingen van Richtlijn 2006/123/EG. Evenzo worden de in artikel 19, leden 11 en 12, van deze verordening bedoelde besluiten van de Commissie beschouwd als een besluit uit hoofde van artikel 15, lid 7, van Richtlijn 2006/123/EG voor de toepassing van die richtlijn.

3.Wanneer een lidstaat krachtens artikel 19 van deze verordening verplicht is een maatregel aan te melden en de Commissie daarvan in kennis te stellen overeenkomstig artikel 59, lid 5, van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad 53 , wordt die kennisgeving geacht ook te hebben voldaan aan de informatieverplichting van artikel 59, lid 5, van Richtlijn 2005/36/EG.

Artikel 21
Centrale contactpunten in de lidstaten

1.De lidstaten beheren nationale centrale contactpunten die burgers, consumenten, marktdeelnemers en werknemers en hun vertegenwoordigers de volgende bijstand verlenen:

a)bijstand bij het aanvragen en verkrijgen van informatie over nationale beperkingen van het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en werknemers die verband houden met een geactiveerde noodfase voor de eengemaakte markt;

b)bijstand bij de uitvoering van eventuele crisisprocedures en -formaliteiten op nationaal niveau die zijn ingesteld wegens de geactiveerde noodfase voor de eengemaakte markt.

2.De lidstaten zorgen ervoor dat burgers, consumenten, marktdeelnemers en werknemers en hun vertegenwoordigers op hun verzoek en via de respectieve centrale contactpunten informatie van de bevoegde autoriteiten kunnen verkrijgen over de wijze waarop de respectieve nationale crisisresponsmaatregelen in het algemeen worden geïnterpreteerd en toegepast. In voorkomend geval omvat deze informatie een gids met stapsgewijze uitleg. De informatie wordt verstrekt in duidelijke en begrijpelijke taal. De informatie is eenvoudig op afstand en langs elektronische weg toegankelijk en wordt bijgewerkt.

Artikel 22
Centraal contactpunt op Unieniveau

1.De Commissie zet een centraal contactpunt op Unieniveau op en beheert dit.

2.Het centrale contactpunt op Unieniveau biedt burgers, consumenten, marktdeelnemers, werknemers en hun vertegenwoordigers de volgende bijstand:

a)bijstand bij het aanvragen en verkrijgen van informatie over crisisresponsmaatregelen op Unieniveau die relevant zijn voor de geactiveerde noodfase voor de eengemaakte markt of die gevolgen hebben voor het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en werknemers;

b)bijstand bij de uitvoering van eventuele crisisprocedures en -formaliteiten die op Unieniveau zijn ingesteld wegens de geactiveerde noodfase voor de eengemaakte markt;

c)opstelling van een lijst met alle nationale crisismaatregelen en nationale contactpunten.

Titel III
Responsmaatregelen bij een noodsituatie voor de eengemaakte markt

Hoofdstuk I
Gerichte informatieverzoeken en beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten

Artikel 23
Vereiste van dubbele activering

1.De Commissie kan de in dit hoofdstuk opgenomen bindende maatregelen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 24, lid 2, artikel 26, eerste alinea, en artikel 27, lid 2, alleen vaststellen nadat door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad overeenkomstig artikel 14 een noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd.

2.Een uitvoeringshandeling tot invoering van een in dit hoofdstuk opgenomen maatregel vermeldt duidelijk de afzonderlijke crisisrelevante goederen en diensten waarop die maatregel van toepassing is. Deze maatregel geldt alleen voor de duur van de noodfase.

Artikel 24
Informatieverzoeken aan marktdeelnemers

1.Bij ernstige crisisgerelateerde tekorten of een onmiddellijke dreiging daarvan kan de Commissie vertegenwoordigende organisaties of marktdeelnemers in crisisrelevante toeleveringsketens verzoeken om op vrijwillige basis en binnen een bepaalde termijn specifieke informatie aan de Commissie te verstrekken over de productiecapaciteit en eventuele bestaande voorraden van crisisrelevante goederen en onderdelen daarvan in productiefaciliteiten in de Unie en in faciliteiten in derde landen die zij exploiteren, waarmee zij contracten sluiten of waar zij voorraden aankopen, alsmede informatie over eventuele relevante verstoringen van de toeleveringsketen binnen een bepaalde termijn.

2.Indien de geadresseerden de overeenkomstig lid 1 gevraagde informatie niet binnen de termijn verstrekken en daarvoor geen geldige reden opgeven, kan de Commissie hen er door middel van een uitvoeringshandeling toe verplichten de informatie te verstrekken, waarbij zij in de uitvoeringshandeling aangeeft waarom dit evenredig en noodzakelijk is en vermeldt op welke crisisrelevante goederen en diensten en geadresseerden het informatieverzoek betrekking heeft en welke informatie zij verlangt, en waarbij zij zo nodig een model verstrekt met de vragen die aan de marktdeelnemers kunnen worden gesteld.

3.Bij de in lid 1 bedoelde informatieverzoeken kan het onder meer gaan om:

a)gerichte informatie aan de Commissie met betrekking tot de productiecapaciteit en eventuele bestaande voorraden van de crisisrelevante goederen en onderdelen daarvan in productiefaciliteiten die in de Unie zijn gevestigd of productiefaciliteiten in een derde land die de in lid 1 bedoelde organisaties of marktdeelnemers exploiteren, waarmee zij contracten sluiten of waar zij voorraden aankopen, met volledige inachtneming van handels- en bedrijfsgeheimen en met de verplichting dat zij de Commissie een schema van de verwachte productie-output voor de komende drie maanden voor in de Unie gevestigde productiefaciliteiten doen toekomen, alsmede eventuele relevante verstoringen van de toeleveringsketen;

b)andere informatie die nodig is voor de beoordeling van de aard of de omvang van een bepaalde verstoring van of een bepaald tekort in de toeleveringsketen.

4.Nadat de mogelijkheid om informatieverzoeken met antwoordplicht aan marktdeelnemers toe te zenden door middel van een uitvoeringshandeling is geactiveerd, richt de Commissie een formeel besluit tot elk van de in de uitvoeringshandeling geïdentificeerde vertegenwoordigende organisaties of marktdeelnemers in crisisrelevante toeleveringsketens, met het verzoek de in de uitvoeringshandeling gespecificeerde informatie te verstrekken. De Commissie baseert zich waar mogelijk op de door de lidstaten opgestelde relevante en beschikbare contactlijsten van de marktdeelnemers die actief zijn in de geselecteerde toeleveringsketens van crisisrelevante goederen en diensten. De Commissie kan bij de lidstaten de nodige informatie over de betrokken marktdeelnemers inwinnen.

5.De besluiten van Commissie met individuele informatieverzoeken bevatten een verwijzing naar de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandeling waarop zij gebaseerd zijn en naar de situaties van ernstige crisisgerelateerde tekorten of een onmiddellijke dreiging daarvan die de aanleiding waren voor die informatieverzoeken. Elk informatieverzoek moet naar behoren gemotiveerd en evenredig zijn wat betreft het volume, de aard en de granulariteit van de gegevens alsook de frequentie van de toegang tot de gevraagde gegevens, en moet noodzakelijk zijn voor het beheersen van de noodsituatie of voor het opstellen van relevante officiële statistieken. Aan een verzoek is een redelijke termijn verbonden waarbinnen de informatie moet worden verstrekt. Daarbij wordt rekening gehouden met de inspanning die de marktdeelnemer of de vertegenwoordigende organisatie moet leveren om de gegevens te verzamelen en beschikbaar te stellen. Het formele besluit bevat tevens waarborgen voor de bescherming van gegevens overeenkomstig artikel 39 van deze verordening, waarborgen voor de niet-openbaarmaking van gevoelige bedrijfsinformatie in het antwoord overeenkomstig artikel 25, en informatie over de mogelijkheid om het besluit aan te vechten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig het toepasselijke Unierecht, de in artikel 28 bedoelde geldboeten voor niet-nakoming, en de antwoordtermijn.

6.De eigenaren van de marktdeelnemers of hun vertegenwoordigers en, in het geval van rechtspersonen, ondernemingen en firma’s of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, de krachtens de wet of de statuten tot vertegenwoordiging bevoegde personen kunnen de gevraagde informatie namens de betrokken marktdeelnemer of vereniging van marktdeelnemers verstrekken. Elke marktdeelnemer of vereniging van marktdeelnemers verstrekt de gevraagde informatie op individuele basis in overeenstemming met de mededingingsregels van de Unie die van toepassing zijn op de uitwisseling van informatie. Naar behoren gemachtigde advocaten kunnen namens hun cliënten de verlangde informatie verstrekken. De cliënten blijven volledig verantwoordelijk indien de verstrekte informatie onvolledig, onjuist of misleidend is.

7.Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft volledige rechtsmacht ter zake van beroep tegen besluiten waarbij de Commissie een marktdeelnemer een informatieverzoek met antwoordplicht heeft opgelegd.

8.De in lid 2 bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde comitéprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de eengemaakte markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 42, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Artikel 25
Vertrouwelijkheid en verwerking van de informatie

1.Informatie die naar aanleiding van de toepassing van deze verordening is ontvangen, wordt slechts gebruikt voor het doel waarvoor zij werd gevraagd.

2.De lidstaten en de Commissie waarborgen de bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen en andere gevoelige en vertrouwelijke informatie die bij de toepassing van deze verordening is verkregen en opgesteld, met inbegrip van aanbevelingen en te nemen maatregelen, overeenkomstig het Unierecht en het toepasselijke nationale recht.

3.De lidstaten en de Commissie zorgen ervoor dat op grond van deze verordening verstrekte of uitgewisselde gerubriceerde informatie geen lagere rubriceringsgraad krijgt of gederubriceerd wordt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opsteller.

4.De Commissie kan aan de in artikel 4 bedoelde adviesgroep geaggregeerde informatie voorleggen die is gebaseerd op overeenkomstig artikel 24 verzamelde informatie.

5.De Commissie deelt geen informatie op een manier die kan leiden tot de identificatie van een individuele marktdeelnemer wanneer het delen van de informatie resulteert in potentiële commerciële of reputatieschade voor deze marktdeelnemer of in de onthulling van bedrijfsgeheimen.

Artikel 26
Gerichte wijzigingen in de geharmoniseerde productwetgeving

Wanneer de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd door middel van een krachtens artikel 14 vastgestelde uitvoeringshandeling van de Raad en er een tekort aan crisisrelevante goederen is, kan de Commissie ten aanzien van crisisrelevante goederen door middel van uitvoeringshandelingen de noodprocedures activeren die zijn opgenomen in de rechtskaders van de Unie, zoals gewijzigd bij [Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/424, Verordening (EU) 2016/425, Verordening (EU) 2016/426, Verordening (EU) 2019/1009 en Verordening (EU) nr. 305/2011 en tot invoering van noodprocedures inzake conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in het kader van een noodsituatie voor de eengemaakte markt en Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2006/42/EG, 2010/35/EU, 2013/29/EU, 2014/28/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU en 2014/68/EU en tot invoering van noodprocedures inzake conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in het kader van een noodsituatie voor de eengemaakte markt], waarbij zij aangeeft voor welke crisisrelevante goederen en noodprocedures de activering geldt en zij de redenen voor en evenredigheid van die activering en de duur van die activering vermeldt.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de eengemaakte markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 42, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Artikel 27
Als prioritair aangemerkte bestellingen

1.De Commissie kan een of meer in de Unie gevestigde marktdeelnemers in crisisrelevante toeleveringsketens verzoeken bepaalde (“als prioritair aangemerkte”) bestellingen voor de productie of levering van crisisrelevante goederen te aanvaarden en voorrang te geven.

2.Indien een marktdeelnemer een als prioritair aangemerkte bestelling niet aanvaardt en voorrang geeft, kan de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van 14 lidstaten beoordelen of het noodzakelijk en evenredig is om gebruik te maken van als prioritair aangemerkte bestellingen In dergelijke gevallen stelt de Commissie de betrokken marktdeelnemer, alsmede alle partijen waarvoor de als prioritair aangemerkte bestelling aantoonbaar gevolgen heeft, in de gelegenheid zijn standpunt kenbaar te maken binnen een door de Commissie in het licht van de omstandigheden van het geval vastgestelde redelijke termijn. In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie na een dergelijke beoordeling een uitvoeringshandeling tot de betrokken marktdeelnemer richten en van hem verlangen dat hij de in de uitvoeringshandeling gespecificeerde als prioritair aangemerkte bestellingen aanvaardt en daaraan voorrang geeft, dan wel dat hij uitlegt waarom dit voor hem niet mogelijk of passend is. Het besluit van de Commissie wordt gebaseerd op objectieve gegevens waaruit blijkt dat een dergelijke prioritering onontbeerlijk is om de instandhouding van vitale maatschappelijke en economische activiteiten in de eengemaakte markt te waarborgen

3.Wanneer de marktdeelnemer tot wie het in lid 2 bedoelde besluit is gericht, de verplichting aangaat om de in het besluit vermelde bestellingen te aanvaarden en er voorrang aan te geven, heeft deze verplichting voorrang op elke privaat- of publiekrechtelijke prestatieverplichting.

4.Wanneer de marktdeelnemer tot wie het in lid 2 bedoelde besluit is gericht, de verplichting niet aangaat om de in het besluit vermelde bestellingen te aanvaarden en er voorrang aan te geven, verstrekt hij de Commissie binnen tien dagen na de kennisgeving van het besluit een gemotiveerde toelichting met naar behoren gemotiveerde redenen waarom het in het licht van de doelstellingen van deze bepaling niet mogelijk of passend is om aan de verplichting te voldoen. Dergelijke redenen omvatten het onvermogen van de marktdeelnemer om de als prioritair aangemerkte bestelling uit te voeren wegens onvoldoende productiecapaciteit of een ernstig risico dat het aanvaarden van de bestelling bijzondere moeilijkheden of economische lasten voor de marktdeelnemer zou meebrengen, of andere overwegingen van vergelijkbare ernst.

De Commissie kan die gemotiveerde toelichting of delen ervan openbaar maken, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie.

5.Wanneer een in de Unie gevestigde marktdeelnemer onderworpen is aan een maatregel van een derde land die betrekking heeft op een als prioritair aangemerkte bestelling, stelt hij de Commissie daarvan in kennis.

6.De Commissie neemt het in lid 2 bedoelde besluit overeenkomstig het toepasselijke Unierecht, met inbegrip van de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, en de internationaalrechtelijke verplichtingen van de Unie. In het besluit wordt met name rekening gehouden met de rechtmatige belangen van de betrokken marktdeelnemer en met alle beschikbare informatie over de kosten en inspanningen die een wijziging van de productievolgorde met zich meebrengt. In het besluit wordt de rechtsgrondslag voor de vaststelling ervan vermeld, worden de termijnen vastgesteld waarbinnen de als prioritair aangemerkte bestelling moet worden uitgevoerd en wordt in voorkomend geval het product en de hoeveelheid gespecificeerd. In het besluit worden de in artikel 28 bedoelde geldboeten wegens niet-naleving van het besluit vermeld. De als prioritair aangemerkte bestelling wordt tegen een billijke en redelijke prijs geplaatst.

7.Wanneer een marktdeelnemer een als prioritair aangemerkte bestelling aanvaardt en daaraan voorrang geeft, is hij niet aansprakelijk voor eventuele schendingen van onder het recht van een lidstaat vallende contractuele verplichtingen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de als prioritair aangemerkte bestelling. Aansprakelijkheid wordt slechts uitgesloten voor zover de schending van contractuele verplichtingen noodzakelijk is om te voldoen aan de vereiste prioritering.

8.De in lid 2 bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de eengemaakte markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 42, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Artikel 28
Geldboeten voor marktdeelnemers wegens niet-naleving van de verplichting om te antwoorden op informatieverzoeken met antwoordplicht of om prioriteit te geven aan bestellingen die als zodanig zijn aangemerkt

1.Wanneer dit noodzakelijk en evenredig wordt geacht, kan de Commissie bij besluit geldboeten opleggen:

a)wanneer een vertegenwoordigende vereniging van marktdeelnemers of een marktdeelnemer opzettelijk of door grove nalatigheid onjuiste, onvolledige of misleidende informatie verstrekt in antwoord op een verzoek overeenkomstig artikel 24, of de inlichtingen niet binnen de gestelde termijn verstrekt;

b)wanneer een marktdeelnemer opzettelijk of door grove nalatigheid niet voldoet aan de verplichting om de Commissie overeenkomstig artikel 27 in kennis te stellen van een verplichting van een derde land, of niet toelicht waarom hij een als prioritair aangemerkte bestelling niet heeft aanvaard;

c)wanneer een ondernemer opzettelijk of door grove nalatigheid niet voldoet aan een door hem aanvaarde verplichting om voorrang te geven aan bepaalde (“als prioritair aangemerkte”) bestellingen van crisisrelevante goederen overeenkomstig artikel 27.

2.De geldboeten die in de in lid 1, punten a) en b), bedoelde gevallen worden opgelegd, bedragen niet meer dan 200 000 EUR.

3.De geldboeten die in de in lid 1, punt c), bedoelde gevallen worden opgelegd, bedragen niet meer dan 1 % van de gemiddelde dagomzet in het voorafgaande boekjaar voor elke werkdag dat de verplichting uit hoofde van artikel 27 (als prioritair aangemerkte bestellingen) niet is nagekomen, berekend vanaf de in het besluit vastgestelde datum, en bedragen niet meer dan 1 % van de totale omzet in het voorafgaande boekjaar.

4.Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete wordt rekening gehouden met de omvang en de economische middelen van de betrokken marktdeelnemer, alsmede met de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het beginsel van evenredigheid en redelijkheid.

5.Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft volledige rechtsmacht ter zake van beroep tegen besluiten waarbij de Commissie een geldboete heeft vastgesteld. Het Hof van Justitie kan de opgelegde geldboete vernietigen, verlagen of verhogen.

Artikel 29
Verjaringstermijn voor het opleggen van geldboeten

1.De bevoegdheid van de Commissie om overeenkomstig artikel 30 geldboeten op te leggen, verjaart:

a)na twee jaar in geval van inbreuken op de bepalingen inzake verzoeken om informatie overeenkomstig artikel 24;

b)na drie jaar in geval van inbreuken op de bepalingen inzake de verplichting om voorrang te geven aan de productie van crisisrelevante goederen overeenkomstig artikel 26, lid 2.

2.De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop de Commissie kennis neemt van de inbreuk. Bij voortdurende of voortgezette inbreuken gaat de verjaringstermijn echter pas in op de dag waarop de inbreuk is beëindigd.

3.De verjaring wordt gestuit door de maatregelen die de Commissie of de bevoegde autoriteiten van de lidstaten nemen om de naleving van de bepalingen van deze verordening te waarborgen.

4.De stuiting van de verjaring geldt voor alle partijen die aansprakelijk worden gesteld voor de deelname aan de inbreuk.

5.Na elke stuiting begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen. De verjaring treedt echter ten laatste in op de dag waarop een termijn gelijk aan tweemaal de verjaringstermijn is verstreken zonder dat de Commissie een geldboete heeft opgelegd. Die termijn wordt verlengd met de periode waarin de verjaring is gestuit omdat tegen het besluit van de Commissie een procedure aanhangig is bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Artikel 30
Verjaringstermijnen voor de tenuitvoerlegging van geldboeten

1.De verjaringstermijn voor de aan de Commissie verleende bevoegdheden om overeenkomstig artikel 28 genomen besluiten ten uitvoer te leggen, beloopt vijf jaar.

2.De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop het besluit niet meer kan worden aangevochten.

3.De verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van geldboeten wordt gestuit:

a)door de kennisgeving van een besluit waarbij het oorspronkelijke bedrag van de geldboete wordt gewijzigd of waarbij een daartoe strekkend verzoek wordt afgewezen;

b)door elke handeling van de Commissie of van een lidstaat op verzoek van de Commissie tot inning van de geldboete.

4.Na elke stuiting begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen.

5.De verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van geldboeten wordt gestuit zolang:

a)een betalingstermijn is toegestaan;

b)de invordering van de betaling krachtens een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie is opgeschort.

Artikel 31

Recht om te worden gehoord voor het opleggen van geldboeten

1.Alvorens een besluit uit hoofde van artikel 28 vast te stellen, stelt de Commissie de betrokken marktdeelnemer of de betrokken vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers in de gelegenheid te worden gehoord over:

a)voorlopige bevindingen van de Commissie, met inbegrip van alle zaken waartegen de Commissie bezwaren heeft gemaakt;

b)maatregelen die de Commissie eventueel voornemens is te nemen in het licht van de voorlopige bevindingen als bedoeld in punt a) van dit lid.

2.De marktdeelnemers en vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers kunnen hun opmerkingen over de voorlopige bevindingen van de Commissie indienen binnen een termijn die de Commissie in haar voorlopige bevindingen vaststelt en die niet minder dan 21 dagen bedraagt.

3.De Commissie neemt haar besluiten uitsluitend op basis van punten van bezwaar waarop de betrokken marktdeelnemers en vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers hebben kunnen reageren.

4.Het recht van verdediging van de betrokken marktdeelnemer of vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers wordt in de loop van elke procedure ten volle geëerbiedigd. De betrokken marktdeelnemer of vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers hebben recht tot inzage van het dossier van de Commissie volgens de voorwaarden van een overeengekomen inzageverlening, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van de marktdeelnemers inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Het recht tot inzage van het dossier geldt niet voor vertrouwelijke inlichtingen en interne documenten van de Commissie of de autoriteiten van de lidstaten. Met name geldt het recht tot inzage niet voor de correspondentie tussen de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten. Niets in dit lid belet de Commissie om voor het bewijs van een inbreuk noodzakelijke inlichtingen bekend te maken of te gebruiken.

Hoofdstuk II
Andere maatregelen om de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten te waarborgen

Artikel 32
Gecoördineerde verdeling van strategische reserves 

Indien de door de lidstaten overeenkomstig artikel 12 aangelegde strategische reserves ontoereikend blijken te zijn om aan de behoeften in verband met de noodsituatie voor de eengemaakte markt te voldoen, kan de Commissie, rekening houdend met het advies van de adviesgroep, de lidstaten aanbevelen om de strategische reserves, waar mogelijk rekening houdend met de noodzaak om de verstoringen op de eengemaakte markt niet verder te verergeren, gericht te verdelen, waaronder in de geografische gebieden die bijzonder door dergelijke verstoringen worden getroffen, waarbij de beginselen van noodzakelijkheid, evenredigheid en solidariteit in acht worden genomen en de reserves zo efficiënt mogelijk worden gebruikt met het oog op de beëindiging van de noodsituatie voor de eengemaakte markt.

Artikel 33

Maatregelen om de beschikbaarheid en de aanvoer van crisisrelevante goederen en diensten te waarborgen

1.Wanneer de Commissie van oordeel is dat er een tekort aan crisisrelevante goederen dreigt, kan zij de lidstaten aanbevelen specifieke maatregelen te treffen om te zorgen voor een efficiënte reorganisatie van de toeleveringsketens en productielijnen en om bestaande voorraden te gebruiken om de beschikbaarheid en de aanvoer van crisisrelevante goederen en diensten zo snel mogelijk te vergroten.

2.De in lid 1 bedoelde maatregelen kunnen betrekking hebben op maatregelen:

a)ter vergemakkelijking van de uitbreiding of herbestemming van de bestaande productiecapaciteit of de totstandbrenging van nieuwe productiecapaciteit voor crisisrelevante goederen;

b)ter vergemakkelijking van de uitbreiding van bestaande capaciteiten of de totstandbrenging van nieuwe capaciteiten in verband met dienstenactiviteiten;

c)ter versnelling van de vergunningverlening voor crisisrelevante goederen.

Deel V
Aanbestedingen

HOOFDSTUK I
Aanbesteding door de Commissie namens de lidstaten van goederen en diensten van strategisch belang en crisisrelevante goederen tijdens waakzaamheids- en noodfasen

Artikel 34
Verzoek van de lidstaten aan de Commissie om namens hen goederen en diensten aan te kopen

1.Twee of meer lidstaten kunnen de Commissie verzoeken om namens de lidstaten die zich door de Commissie willen laten vertegenwoordigen (“deelnemende lidstaten”), een aanbesteding uit te schrijven voor de aankoop van goederen en diensten van strategisch belang die worden opgesomd in een krachtens artikel 9, lid 1, vastgestelde uitvoeringshandeling of van goederen en diensten die in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling worden vermeld.

2.De Commissie beoordeelt het nut, de noodzaak en de evenredigheid van het verzoek. Wanneer de Commissie voornemens is geen gevolg te geven aan het verzoek, stelt zij de betrokken lidstaten en de in artikel 4 bedoelde adviesgroep daarvan in kennis en motiveert zij haar weigering.

3.Wanneer de Commissie ermee instemt om namens de lidstaten een aanbesteding uit te schrijven, stelt zij een voorstel op voor een raamovereenkomst die met de deelnemende lidstaten moet worden gesloten en die de Commissie in staat stelt om namens hen een aanbesteding uit te schrijven. Deze overeenkomst bevat de gedetailleerde voorwaarden voor de aanbesteding namens de in lid 1 bedoelde deelnemende lidstaten.

Artikel 35
Vaststelling en uitvoering van het onderhandelingsmandaat van de Commissie

1.De in artikel 34, lid 3, bedoelde overeenkomst voorziet in een onderhandelingsmandaat voor de Commissie om door het sluiten van nieuwe contracten namens de deelnemende lidstaten op te treden als aankoopcentrale voor relevante goederen en diensten van strategisch belang of crisisrelevante goederen en diensten.

2.Op grond van de overeenkomst kan de Commissie het recht hebben om, namens de deelnemende lidstaten, met marktdeelnemers, waaronder individuele producenten van goederen en diensten van strategisch belang of van crisisrelevante goederen en diensten, contracten te sluiten betreffende de aankoop van dergelijke goederen of diensten.

3.Vertegenwoordigers van de Commissie of door de Commissie aangewezen deskundigen kunnen controles ter plaatse uitvoeren op de locaties van de productiefaciliteiten voor relevante goederen van strategisch belang of crisisrelevante goederen.

4.De Commissie voert de aanbestedingsprocedures namens de deelnemende lidstaten uit en sluit de daaruit voortvloeiende contracten met de marktdeelnemers.

Artikel 36
Regelingen voor aanbestedingen door de Commissie namens de lidstaten

1.De Commissie voert aanbestedingen in het kader van deze verordening uit overeenkomstig de regels die voor haar eigen aanbestedingen zijn vastgesteld in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad 54 .

2.De contracten kunnen een bepaling bevatten op grond waarvan een lidstaat die niet aan de aanbestedingsprocedure heeft deelgenomen, na de ondertekening van het contract partij kan worden bij het contract, en waarin de procedure daartoe en de gevolgen ervan gedetailleerd worden uiteengezet.

HOOFDSTUK II
Gezamenlijke aanbesteding tijdens de waakzaamheids- en noodfasen

Artikel 37
Gezamenlijke aanbestedingsprocedure

Indien het noodzakelijk is een gezamenlijke aanbesteding tussen de Commissie en een of meer aanbestedende diensten van de lidstaten uit te voeren overeenkomstig de regels van artikel 165, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad, kunnen de lidstaten de gezamenlijk aangekochte capaciteiten volledig verwerven, huren of leasen.

HOOFDSTUK III
Aanbesteding door de lidstaten tijdens de noodfase

Artikel 38
Overleg en coördinatie betreffende individuele aanbesteding door de lidstaten

Wanneer de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 14 is geactiveerd, plegen de lidstaten overeenkomstig Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad 55 onderling en met de Commissie overleg en coördineren zij hun acties met de Commissie en de vertegenwoordigers van de andere lidstaten in de adviesgroep, alvorens een aanbesteding uit te schrijven voor crisisrelevante goederen en diensten die zijn opgenomen in een krachtens artikel 14, lid 5, vastgestelde uitvoeringshandeling.

Artikel 39
Verbod op individuele aanbesteding door de deelnemende lidstaten

Wanneer de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 16 is geactiveerd en de Commissie namens de lidstaten een aanbesteding heeft uitgeschreven overeenkomstig de artikelen 34 tot en met 36, kopen de aanbestedende diensten van de deelnemende lidstaten de goederen of diensten waarop die aanbesteding betrekking heeft niet met andere middelen aan.

Deel VI
Slotbepalingen

Artikel 40
Bescherming van persoonsgegevens

1.Deze verordening doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG betreffende privacy en elektronische communicatie, of de verplichtingen van de Commissie en, in voorkomend geval, andere instellingen en organen van de Unie met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725, bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden.

2.Persoonsgegevens worden niet verwerkt of meegedeeld tenzij zulks strikt noodzakelijk is voor de toepassing van deze verordening. In dergelijke gevallen zijn in voorkomend geval de voorwaarden van Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EU) 2018/1725 van toepassing.

3.Wanneer de verwerking van persoonsgegevens niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de in deze verordening vastgestelde mechanismen, worden persoonsgegevens zodanig geanonimiseerd dat de betrokkene niet kan worden geïdentificeerd.

Artikel 41
Digitale instrumenten

De Commissie en de lidstaten kunnen interoperabele digitale instrumenten of IT-infrastructuur opzetten ter ondersteuning van de doelstellingen van deze verordening. Dergelijke instrumenten of infrastructuur kunnen worden ontwikkeld wanneer er geen sprake is van een noodsituatie voor de eengemaakte markt.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de technische aspecten van deze instrumenten of infrastructuur vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 42
Comité

1.De Commissie wordt bijgestaan door het Comité noodinstrument voor de eengemaakte markt. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 van toepassing.

Artikel 43
Gedelegeerde handelingen

1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.De in artikel 6 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening of een andere door de medewetgevers vastgestelde datum.

3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 44
Verslag en evaluatie

1.Uiterlijk [Bureau voor publicaties: datum invullen = vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] en daarna om de vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking van het systeem voor noodplanning, waakzaamheid en respons bij noodsituaties voor de eengemaakte markt, waarin zo nodig verbeteringen worden voorgesteld die in voorkomend geval vergezeld gaan van wetgevingsvoorstellen ter zake.

2.Dit verslag omvat een evaluatie van de werkzaamheden van de adviesgroep uit hoofde van het bij deze verordening ingestelde noodkader, en behandelt het verband met de werkzaamheden van andere relevante crisisbeheersingsinstanties op Unieniveau.

Artikel 45
Intrekking

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad wordt met ingang van [datum] ingetrokken.

Artikel 46
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een noodinstrument voor de eengemaakte markt

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

Interne markt; vrij verkeer van goederen, diensten en personen

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

X een nieuwe actie

 een nieuwe actie na een proefproject/voorbereidende actie 56

 de verlenging van een bestaande actie

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

De algemene doelstelling van het noodinstrument voor de eengemaakte markt (SMEI) is het vergroten van de waakzaamheid van de eengemaakte markt voor, de respons op alsook de soepele werking ervan in tijden van crisis. Daartoe zal het noodinstrument voor de eengemaakte markt de EU, in aanvulling op andere, reeds bestaande EU-mechanismen, uitrusten met een goed gekalibreerd crisisinstrumentarium waarmee snel en doeltreffend, onder meer door een betere coördinatie, transparantie en snelheid, kan worden gereageerd op toekomstige crises die de werking van de eengemaakte markt dreigen te belemmeren. Het doel is de werking van de eengemaakte markt te versterken en snelle en praktische oplossingen te bieden voor problemen voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen en voor leveringsproblemen in tijden van crisis.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

Specifieke doelstelling nr. 1

Het zo veel mogelijk beperken van belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen in tijden van crisis

De specifieke doelstelling 1 is het zo veel mogelijk beperken van belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen in tijden van crisis door te voorzien in een instrumentarium met oplossingen om te zorgen voor een goed gecoördineerde waakzaamheid op EU-niveau en een goed gecoördineerde respons op crises die de eengemaakte markt treffen. Daartoe moet worden voorzien in een instrumentarium van oplossingen, bestaande uit maatregelen voor waakzaamheid, coördinatie en transparantie, waarmee de reacties van lidstaten beter op elkaar kunnen worden afgestemd en doelgerichter kunnen worden ingezet, en de nodige transparantie met betrekking tot de belemmeringen voor het vrije verkeer kan worden geboden.

Specifieke doelstelling nr. 2

Het aanpakken van tekorten en het waarborgen van de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten

Deze specifieke doelstelling is gericht op het faciliteren van snelle en praktische oplossingen voor leveringsproblemen in tijden van crisis. Daartoe wordt verwacht dat het zorgt voor passende waakzaamheids-, coördinatie- en transparantiemechanismen voor een gerichte beleidsrespons en voor alle spelers op de eengemaakte markt door informatie-uitwisseling en nauwe samenwerking met het bedrijfsleven/belanghebbenden mogelijk te maken om crisisrelevante knelpunten in de toeleveringsketens en capaciteitsbehoeften in kaart te brengen en indien nodig verdere maatregelen te nemen om de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten in een noodsituatie te waarborgen.

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Het initiatief zal zorgen voor toegang tot de eengemaakte markt voor burgers en bedrijven in tijden van crisis en zal steun bieden aan de geïdentificeerde toeleveringsketens om de werking van de eengemaakte markt en een betere algemene crisisrespons op EU-niveau te waarborgen dankzij de beschikbaarheid van crisisrelevante producten die nodig zijn voor de crisisrespons, en zal ook indirecte sociale voordelen opleveren in termen van verbetering van de levensomstandigheden en levenskwaliteit van burgers en het redden van levens, afhankelijk van het soort crisis.

Het initiatief zal naar verwachting bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals of SDG’s) van de Verenigde Naties, met name van SDG #1 Geen armoede, SDG #8 Eerlijk werk en economische groei, SDG #9 Industrie, innovatie en infrastructuur, SDG #10 Ongelijkheid verminderen en SDG #16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten.

Bedrijven zullen positieve effecten ondervinden, met name tijdens een noodsituatie, doordat een betere crisisrespons op EU-niveau leidt tot minder belemmeringen voor het vrije verkeer en een betere beschikbaarheid van crisisrelevante producten. Maatregelen in het instrumentarium die een rechtstreeks positief effect op bedrijven zouden hebben, omvatten kernbeginselen ter waarborging van het vrije verkeer en ondersteunende maatregelen, transparantie en administratieve bijstand tijdens noodsituaties, overheidsopdrachten tijdens noodsituaties, maatregelen om producten sneller op de markt te brengen tijdens noodsituaties, en snellere vergunningsprocedures tijdens noodsituaties. Bedrijven kunnen echter ook worden geconfronteerd met kosten en hun activiteiten kunnen worden beïnvloed, vooral als gevolg van maatregelen ter ondersteuning van toeleveringsketens tijdens noodsituaties, met name verzoeken om informatie aan bedrijven en verplichtingen om de productie op te voeren en bestellingen te aanvaarden waaraan prioriteit moet worden gegeven.

De burgers zouden baat hebben bij een betere crisisrespons op EU-niveau dankzij de coördinatiemechanismen en het instrumentarium waarbij belemmeringen voor het vrije verkeer worden weggenomen en de beschikbaarheid van crisisrelevante producten wordt verbeterd. Zij zouden bovendien rechtstreeks baat hebben bij kernbeginselen ter waarborging van het vrije verkeer, met name wat betreft het vrije verkeer van personen, in hun hoedanigheid van werknemers en consumenten. Zij zouden ook rechtstreeks kunnen profiteren van de distributie van eerder opgeslagen crisisrelevante producten van strategisch belang. Er zijn geen directe kosten voor de burgers.

De lidstaten zouden profiteren van een algeheel betere crisisrespons op EU-niveau en rechtstreeks profiteren van het bestaan van een specifiek governanceorgaan dat zorgt voor coördinatie tijdens een crisis die gevolgen heeft voor de eengemaakte markt. Voor de lidstaten zouden er administratieve en nalevingskosten zijn voor een reeks maatregelen waarin het instrumentarium voorziet, zoals voor noodplanning, verzameling van informatie over toeleveringsketens, deelname aan matchmaking en de aanleg van strategische reserves in het kader van de waakzaamheidsfase, alsook in het kader van de noodfase voor de naleving van kernbeginselen van vrij verkeer, maatregelen inzake transparantie en administratieve bijstand, naleving van maatregelen voor het in de handel brengen van crisisrelevante producten, deelname aan overheidsopdrachten tijdens noodsituaties en maatregelen die gevolgen hebben voor crisisrelevante toeleveringsketens tijdens noodsituaties.

Voor de Commissie zijn het ontwikkelen van nieuwe richtsnoeren, het doen van aanbevelingen en het coördineren van verplichte maatregelen naar onze mening onderdeel van de normale activiteiten. Niettemin zou de Commissie extra specifieke kosten moeten maken, met name voor het organiseren van de vergaderingen van de adviesgroep van het noodinstrument voor de eengemaakte markt, het organiseren van opleidingen en noodsimulaties voor nationale deskundigen, het organiseren van de matchmaking tussen ondernemingen, het analyseren van kennisgevingen in het kader van de transparantie en administratieve bijstand.

1.4.4.Prestatie-indicatoren

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten.

De Commissie zal de doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang, evenredigheid en subsidiariteit van dit wetgevingsinitiatief evalueren en vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van de wetgevingshandelingen een verslag over de belangrijkste bevindingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s voorleggen. De Commissie kan in dat evaluatieverslag voorstellen hoe het noodinstrument voor de eengemaakte markt kan worden verbeterd. Dit evaluatiemechanisme is vergelijkbaar met de evaluatiemechanismen die zijn opgenomen in het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad betreffende een kader dat waarborgt dat in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid op Unieniveau voor crises relevante medische tegenmaatregelen kunnen worden genomen, alsook in het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese ecosysteem voor halfgeleiders (chipverordening).

De lidstaten en de representatieve organisaties van marktdeelnemers worden verplicht de Commissie de informatie te verstrekken die nodig is voor de opstelling van dat verslag.

De Commissie en de lidstaten zullen regelmatig toezicht houden op de toepassing van de wetgevingshandelingen, met name op de doeltreffendheid van de maatregelen voor het faciliteren van het vrije verkeer van goederen, personen en diensten tijdens de crisis voor de betrokken personen en bedrijven, op de werking van de eengemaakte markt, op de effecten van de verzoeken om informatie en de monitoring, en van het aanleggen en verdelen van de strategische reserves en andere maatregelen voor het vergroten van de beschikbaarheid van producten en diensten op de eengemaakte markt voor marktdeelnemers en hun vertegenwoordigers.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

N.v.t. aangezien de toepassing van het instrument afhankelijk is van het optreden van een crisis die naar zijn aard niet kan worden voorzien.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Redenen voor maatregelen op Europees niveau (ex ante): de economische activiteiten in de hele eengemaakte markt worden sterk geïntegreerd. Er vindt steeds meer interactie plaats tussen bedrijven, dienstverleners, klanten, consumenten en werknemers in verschillende lidstaten die gebruikmaken van hun recht van vrij verkeer. De ervaring met de afgelopen crisis heeft aangetoond dat de productiecapaciteiten in de EU vaak ongelijk verdeeld zijn (zo zijn de productielijnen van bepaalde producten, zoals van persoonlijke beschermingsmiddelen, voornamelijk in enkele lidstaten gevestigd). Tegelijkertijd kan ook de vraag naar crisisrelevante goederen of diensten in geval van een crisis ongelijk zijn over het grondgebied van de EU. De doelstelling van het waarborgen van de soepele en ongestoorde werking van de eengemaakte markt kan niet worden bereikt door middel van eenzijdige nationale maatregelen. Zelfs als de door de afzonderlijke lidstaten vastgestelde maatregelen de tekortkomingen als gevolg van een crisis op nationaal niveau tot op zekere hoogte kunnen verhelpen, zullen zij de crisis in de hele EU waarschijnlijk verder doen verergeren door verdere belemmeringen voor het vrije verkeer op te werpen en/of reeds door tekorten geplaagde producten verder onder druk te zetten.

Verwachte toegevoegde waarde van de Unie (ex post): de invoering van regels met betrekking tot de werking van de eengemaakte markt is een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten. Er bestaan reeds tal van EU-kaders met betrekking tot verschillende aspecten ervan, die bijdragen tot de goede werking van de eengemaakte markt door coherente regels vast te stellen die op het gehele grondgebied van de lidstaten van toepassing zijn.

De bestaande EU-kaders omvatten evenwel regels voor de dagelijkse werking van de eengemaakte markt met een algemene strekking en hebben geen betrekking op specifieke crisisscenario’s. Niettemin bevatten sommige voorstellen die onlangs door de Commissie zijn aangenomen, bepaalde crisisrelevante bepalingen. Er bestaan momenteel echter geen horizontale regels en mechanismen voor aspecten zoals noodplanning, crisismonitoring en crisisresponsmaatregelen, die op coherente wijze in alle economische sectoren en in de hele eengemaakte markt van toepassing zouden zijn.

Het noodinstrument zou alleen worden ingezet om te zorgen voor een gecoördineerde aanpak van crises die belangrijke grensoverschrijdende gevolgen hebben en de werking van de eengemaakte markt bedreigen, voor zover er nog geen EU-instrument bestaat of de bestaande instrumenten geen crisisrelevante bepalingen bevatten. De invoering van nood- en waakzaamheidsmaatregelen op de hele eengemaakte markt kan de coördinatie van de responsmaatregelen in geval van een crisis vergemakkelijken. Bovendien kunnen dergelijke maatregelen tijdens de crisis worden aangevuld met een doeltreffende en efficiënte coördinatie en samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten om ervoor te zorgen dat de meest geschikte maatregelen worden genomen om de crisis aan te pakken.

Het noodinstrument voor de eengemaakte markt is niet bedoeld om gedetailleerde EU-bepalingen vast te stellen die uitsluitend in geval van een crisis moeten worden gevolgd. Het instrument is in plaats daarvan bedoeld om mogelijke combinaties van EU-bepalingen vast te stellen en de coherente toepassing ervan te waarborgen, samen met regels inzake de coördinatie van de op lidstaatniveau genomen maatregelen. In dit verband zouden de noodmaatregelen die op basis van het noodinstrument voor de eengemaakte markt op EU-niveau kunnen worden genomen, worden gecoördineerd met en aangevuld door noodmaatregelen die door de lidstaten worden vastgesteld. Om een dergelijke coördinatie en aanvulling mogelijk te maken, zouden via het noodinstrument voor de eengemaakte markt specifieke maatregelen worden vastgesteld, die de lidstaten op hun beurt niet zelfstandig zouden moeten opleggen zodra op EU-niveau een noodsituatie op het gebied van de eengemaakte markt is geactiveerd.

In dit verband zou de toegevoegde waarde van dit instrument voor de EU erin bestaan dat er mechanismen worden vastgesteld voor een snelle en gestructureerde communicatie tussen de Commissie en de lidstaten, coördinatie en informatie-uitwisseling wanneer de eengemaakte markt onder druk komt te staan, en in de mogelijkheid om op transparante wijze de nodige maatregelen te nemen — waarbij bestaande mechanismen worden versneld en nieuwe gerichte instrumenten voor noodsituaties worden toegevoegd. Het zou ook zorgen voor transparantie over de gehele interne markt, zodat bedrijven en burgers die van hun recht op vrij verkeer gebruikmaken over goede informatie over de toepasselijke maatregelen in alle lidstaten kunnen beschikken. Zo wordt de rechtszekerheid vergroot en kunnen de lidstaten met kennis van zaken beslissingen nemen.

Een ander voordeel van actie op dit gebied zou zijn dat de EU zou worden uitgerust met instrumenten voor de veerkracht die nodig is om het concurrentievermogen van de EU-industrie in stand te houden in een geopolitieke context waarbinnen onze internationale concurrenten reeds kunnen vertrouwen op juridische instrumenten die een gestructureerde monitoring van verstoringen van de toeleveringsketen en vaststelling van mogelijke responsmaatregelen zoals strategische reserves mogelijk maken.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De afgelopen jaren is de wereld getuige geweest van een reeks crises, uiteenlopend van de COVID-19-pandemie tot de Russische invasie van Oekraïne. Dit zullen niet de laatste crises zijn die de wereld zal moeten doorstaan. Door geopolitieke instabiliteit, klimaatverandering en hierdoor optredende natuurrampen, alsook door verlies aan biodiversiteit en wereldwijde economische instabiliteit kunnen zich andere, nieuwe noodsituaties voordoen. Helaas is er geen kristallen bol waarmee het precieze tijdstip en de exacte vorm van de volgende crisis kan worden voorspeld.

Zoals recente crises hebben aangetoond, kunnen een volledig operationele eengemaakte markt en een soepele samenwerking tussen de lidstaten bij problemen op het gebied van de eengemaakte markt de veerkracht en crisisrespons van de EU aanzienlijk versterken. Daarom moet het noodinstrument voor de eengemaakte markt, waarvoor in deze effectbeoordeling verschillende beleidsopties zijn geanalyseerd, een blauwdruk vormen voor een reactie van de EU bij problemen op het gebied van de eengemaakte markt in geval van een toekomstige crisis. Daarbij moet rekening worden gehouden met de lessen die uit eerdere noodsituaties zijn getrokken, en moeten deze lessen naar mogelijke toekomstige noodsituaties worden geëxtrapoleerd.

De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 1-2 oktober 2020 verklaard dat de EU lessen zal trekken uit de COVID-19-pandemie en de resterende versnippering, belemmeringen en zwaktes van de eengemaakte markt in noodsituaties zal aanpakken. In de mededeling over de actualisering van de nieuwe industriestrategie heeft de Commissie een instrument aangekondigd om het vrije verkeer van personen, goederen en diensten te waarborgen en te zorgen voor meer transparantie en coördinatie in tijden van crisis. Het initiatief maakt deel uit van het werkprogramma van de Commissie voor 2022. Het Europees Parlement was verheugd over het voorstel van de Commissie om een noodinstrument voor de eengemaakte markt in te voeren en heeft de Commissie verzocht dit te ontwikkelen als een wettelijk bindend, structureel instrument voor het waarborgen van het vrije verkeer van personen, goederen en diensten in geval van toekomstige crises.

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Het voorstel is een politieke prioriteit van de Europese Commissie waarmee de Commissie haar toezegging nakomt om de soepele werking van de eengemaakte markt te waarborgen. Het initiatief biedt synergieën met verschillende instrumenten, zoals met horizontale crisisresponsmechanismen (geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons — IPCR); met maatregelen die gericht zijn op specifieke aspecten van crisisbeheersing (Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft, Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer); met sectorspecifieke crisismaatregelen (het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises — EFSCM; Verordening (EU) 2021/953 tot vaststelling van het digitale EU-COVID-certificaat; Verordening (EU) 2022/123 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen; Besluit van de Commissie van 16 september 2021 tot oprichting van de Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied; Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (GMO-verordening) en de zuster-GMO-verordening voor de visserij; Mededeling van de Commissie “Noodplan voor vervoer”).

Tegelijkertijd hebben verschillende onlangs voorgestelde initiatieven die momenteel worden besproken betrekking op aspecten die relevant zijn voor crisisrespons en -paraatheid. Deze initiatieven hebben echter een beperkte reikwijdte; ze bestrijken crisisscenario’s van een specifiek type en zijn niet bedoeld om een algemeen horizontaal crisisbeheersingskader op te zetten. Voor zover deze initiatieven een sectoraal kader voor crisisrespons en -paraatheid omvatten, heeft dat kader als lex specialis voorrang boven het noodinstrument voor de eengemaakte markt:

het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid

– het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 851/2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

– het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad betreffende een kader dat waarborgt dat in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid op Unieniveau voor crises relevante medische tegenmaatregelen kunnen worden genomen

– het voorstel van de Commissie voor de Europese chipverordening

– het voorstel van de Commissie voor een dataverordening

– het voorstel van de Commissie tot wijziging van de Schengengrenscode

– het voorstel van de Commissie voor een Richtlijn betreffende de veerkracht van kritieke entiteiten

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

Voor terugkerende uitgaven, die voortvloeien uit personeelskosten binnen de Commissie voor de geplande opleidingsactiviteiten en de noodzakelijke uitbreiding van het IT-instrument dat voor het kennisgevingssysteem wordt gebruikt, kan de financieringsbron worden vastgesteld door herschikking van middelen van de Unie in het kader van het programma voor de eengemaakte markt.

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

Opmerking: gezien de aard van het initiatief, die nauw samenhangt met het uitbreken van een crisis van onvoorspelbare aard en omvang, kan de duur van het initiatief niet worden aangegeven.

 beperkte geldigheidsduur

   van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

   Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor vastleggingskredieten en vanaf JJJJ tot en met JJJJ voor betalingskredieten.

 onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Geplande beheersvorm(en) 57

X Direct beheer door de Commissie

X door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met de lidstaten

 Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

De standaardregels voor het toezicht op de uitgaven van de Commissie voor de uitvoering van deze verordening zijn van toepassing.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De beheersvorm voor dit initiatief is direct beheer door de Commissie en haar verantwoordelijkheden voor de uitvoering ervan vallen onder haar diensten.

Verslag van de Commissie aan de Raad binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens om de vijf jaar over de werking van de noodplanning, de waakzaamheid en het noodresponssysteem voor de eengemaakte markt, waarin zo nodig verbeteringen worden voorgesteld.

Deze evaluatie omvat een evaluatie van de werkzaamheden van de bij deze verordening ingestelde adviesgroep in het kader van het bij deze verordening ingestelde noodkader, en van het verband met de werkzaamheden van andere relevante crisisbeheersingsorganen op Unieniveau.

De lidstaten zullen worden geraadpleegd en hun standpunten en aanbevelingen over de uitvoering van het noodkader zullen in het eindverslag worden opgenomen. Op basis van dat verslag dient de Commissie zo nodig voorstellen in om deze verordening te wijzigen of nadere voorstellen te doen.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting)

De controles maken deel uit van het interne controlesysteem van de Commissie. De nieuwe activiteiten zullen geen significante extra kosten voor de controle op het niveau van het DG met zich meebrengen.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De Commissie ziet erop toe dat de financiële belangen van de Unie tijdens de uitvoering van de bij dit besluit gefinancierde activiteiten worden beschermd door de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door effectieve controles en door de terugvordering van ten onrechte uitbetaalde bedragen, en, als onregelmatigheden zijn vastgesteld, door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

De door de Commissie uitgevoerde maatregelen zullen overeenkomstig het Financieel Reglement vooraf en achteraf aan controles worden onderworpen. Contracten en overeenkomsten ter financiering van de uitvoering van deze verordening verlenen de Commissie, evenals het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF en de Rekenkamer, uitdrukkelijk het recht om audits en onderzoeken uit te voeren overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Direct beheer, overeenkomstig artikel 62, lid 1, punt a), van het Financieel Reglement, verdient de voorkeur, aangezien de acties zullen worden uitgevoerd door de Europese Commissie, die zal zorgen voor de coördinatie met de lidstaten en de verschillende belanghebbenden. Informatie over de vastgestelde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico's te beperken

3.2.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
uitgave

Bijdrage

Aantal 

GK/NGK 58 .

van EVA-landen 59

van kandidaat-lidstaten 60

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

1

03.010101 — Ondersteunende uitgaven voor het programma voor de eengemaakte markt

NGK

JA

Nog te bepalen 61

Nog te bepalen60

NEE

1

03.020101 — Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

GK

JA

Nog te bepalen60

Nog te bepalen60

NEE

3.3.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.3.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Rubriek van het meerjarig financieel 
kader

1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

DG: GROW

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

Volgende jaren

TOTAAL

• Beleidskredieten

Begrotingsonderdeel 03.020101 — Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

Vastleggingen

(1a)

0,250

0,025

0,025

0,025

0,325

Betalingen

(2 a)

0,125

0,150

0,025

0,025

0,325

Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten 62

Begrotingsonderdeel 03.010101 — Ondersteunende uitgaven voor het programma voor de eengemaakte markt

(3)

0,038

0,028

0,028

0,028

0,122

TOTAAL kredieten 
voor DG GROW

Vastleggingen

=1a+1b +3

0,288

0,053

0,053

0,053

0,447

Betalingen

=2a+2b

+3

0,163

0,178

0,053

0,053

0,447



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

0,250

0,025

0,025

0,025

0,325

Betalingen

(5)

0,125

0,150

0,025

0,025

0,325

• TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

(6)

0,038

0,028

0,028

0,028

0,122

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 1 
van het meerjarig financieel kader

Vastleggingen

=4+ 6

0,288

0,053

0,053

0,053

0,447

Betalingen

=5+ 6

0,163

0,178

0,053

0,053

0,447

• TOTAAL beleidskredieten (alle beleidsrubrieken)

Vastleggingen

(4)

0,250

0,025

0,025

0,025

0,325

Betalingen

(5)

0,125

0,150

0,025

0,025

0,325

TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten (alle beleidsrubrieken)

(6)

0,038

0,028

0,028

0,028

0,122

TOTAAL kredieten 
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 6 
van het meerjarig financieel kader 
(Referentiebedrag)

Vastleggingen

=4+ 6

0,288

0,053

0,053

0,053

0,447

Betalingen

=5+ 6

0,163

0,178

0,053

0,053

0,447





Rubriek van het meerjarig financieel 
kader

7

“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

DG: GROW

• Personele middelen

0,628

0,628

0,628

0,628

2,512

• Andere administratieve uitgaven

0,030

0,030

0,030

0,030

0,120

TOTAAL DG GROW

Kredieten

0,658

0,658

0,658

0,658

2,632

TOTAAL kredieten 
onder RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

0,658

0,658

0,658

0,658

2,632

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

Volgende jaren

TOTAAL

TOTAAL kredieten 
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 7 
van het meerjarig financieel kader 

Vastleggingen

0,946

0,711

0,711

0,711

3,079

Betalingen

0,821

0,836

0,711

0,711

3,079

3.3.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten 
Opmerking: gezien de aard van het initiatief en het inherente karakter van onverwachte, onvoorspelbare crises is deze raming momenteel niet mogelijk.

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 63

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 64

– Output

– Output

– Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2 ...

– Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTALEN

3.3.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

0,628

0,628

0,628

0,628

2,512

Andere administratieve uitgaven

0,030

0,030

0,030

0,030

0,120

Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

0,658

0,658

0,658

0,658

2,632

Buiten RUBRIEK 7 65  
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere administratieve
uitgaven

0,038

0,028

0,028

0,028

0,122

Subtotaal 
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

0,038

0,028

0,028

0,028

0,122

TOTAAL

0,696

0,686

0,686

0,686

2,754

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.3.3.1.Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar

2026

Jaar 2027

20 01 02 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)

4

4

4

4

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden)

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

XX 01 xx yy zz  66

– bij centrale diensten

– bij delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT — onderzoek onder contract)

01 01 01 12 (AC, END, INT — eigen onderzoek)

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden)

TOTAAL

4

4

4

4

XX is het beleidsterrein of de betrokken begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

1 vte voor het secretariaat van de adviesgroep

Extern personeel

3.3.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Het voorstel/initiatief:

   kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

In geval van activering van de noodfase zal eerst een herschikking binnen het programma voor de eengemaakte markt worden overwogen.

   hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

   hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

3.3.5.Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

   voorziet niet in medefinanciering door derden

   voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 67

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten



3.4.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor overige ontvangsten

geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 68

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Onderdeel 4 2 9 — Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

De potentiële toegewezen ontvangsten kunnen in dit stadium niet worden beoordeeld, aangezien er geen zekerheid is dat er boeten zullen worden opgelegd.

(1)

    https://www.consilium.europa.eu/media/45915/021020-euco-final-conclusions-nl.pdf  

(2)

   COM(2021350 final.

(3)

    https://ec.europa.eu/info/publications/2022-commission-work-programme-key-documents_en  

(4)

    Resolutie van het Europees Parlement van 17 februari 2022 over het aanpakken van niet-tarifaire en niet-fiscale belemmeringen op de eengemaakte markt (2021/2043(INI)) .

(5)

    https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/ipcr-response-to-crises/

(6)

   De regeling is formeel ingesteld bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1993 van de Raad van 11 december 2018 inzake de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons, op basis van eerder bestaande regelingen.

(7)

   Vastgesteld bij Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming.

(8)

   Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

(9)

   Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015.

(10)

   Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2071 van de Commissie van 25 november 2021.

(11)

   Dergelijke maatregelen kunnen worden vastgesteld op basis van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG.

(12)

   COM(2021) 689 final.

(13)

   COM(2022) 211 final.

(14)

   Verdere maatregelen hebben betrekking op: beheer van vluchtelingenstromen en repatriëring van gestrande reizigers en vervoerswerknemers, een minimale vervoersconnectiviteit en de bescherming van passagiers waarborgen, een betere coördinatie van het vervoersbeleid via het netwerk van nationale contactpunten voor vervoer, versterkte cyberbeveiliging en samenwerking met internationale partners.

(15)

   Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(16)

   Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1). 

(17)

   Naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne zijn de lidstaten bij een wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (PB L 171 van 4.7.2017, blz. 113) verplicht maandelijks opgave te doen van hun graanvoorraden.

(18)

   Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(19)

   Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren (PB L 211 van 15.6.2021, blz. 1).

(20)

   Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie (PB L 337 van 14.10.2020, blz. 3, en latere bijgewerkte versies). 

(21)    COM(2020730 final.
(22)    Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 2022 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 3).
(23)

   C(2021)6712 final. 

(24)

   COM(2020727 final.

(25)    Onder “grensoverschrijdend” worden zowel situaties verstaan die meer dan één lidstaat betreffen (“over grenzen heen”) als situaties die zich voordoen in regio’s in twee of meer lidstaten met een gemeenschappelijke grens (“grensregio’s”).
(26)    COM(2020726 final.
(27)

   COM(2021577 final.

(28)

   COM(202246 final.

(29)

   COM(202268 final.

(30)

   COM(2021891 final.

(31)

   COM(2020829 final.

(32)    Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 1).
(33)    De ultraperifere gebieden van de EU — Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique, Mayotte, Réunion en Saint-Martin (Frankrijk), de Azoren en Madeira (Portugal) en de Canarische Eilanden (Spanje) — bevinden zich in de Atlantische en de Indische Oceaan, in het Caribisch gebied en in Zuid-Amerika. Overeenkomstig artikel 349 VWEU kunnen deze regio’s profiteren van specifieke maatregelen en op maat gesneden EU-wetgeving ter bestrijding van de grote problemen waarmee zij te maken hebben als gevolg van hun ligging, grote afstand, insulaire karakter, kleine oppervlakte en kwetsbaarheid voor klimaatverandering en extreme weersomstandigheden.
(34)

   Zoals beoordeeld in de ondersteunende studie bij de evaluatie en in de evaluatie vervat in het werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2019371 final van 8.10.2019).

(35)    Zie het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2022289).
(36)    Mits er een aanvullende activeringssignaal is.
(37)

   Mits er een aanvullende activeringssignaal is.

(38)    Mits er een aanvullende activeringssignaal is.
(39)    PB C […] van […], blz. […].
(40)    PB C […] van […], blz. […].
(41)    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(42)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(43)    Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 2022 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 12).
(44)    [verwijzing naar de vastgestelde handeling invoegen zodra die beschikbaar is]
(45)    [verwijzing naar de vastgestelde handeling invoegen zodra die beschikbaar is]
(46)    [verwijzing naar de vastgestelde handeling invoegen zodra die beschikbaar is]
(47)    PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51.
(48)    PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34.
(49)    PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
(50)    PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1.
(51)    PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1.
(52)    PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36.
(53)    PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.
(54)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(55)    Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
(56)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(57)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(58)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(59)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(60)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(61)    Associatieovereenkomsten in het programma voor de eengemaakte markt die momenteel worden afgerond
(62)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(63)    Outputs zijn te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.)
(64)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)…”
(65)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(66)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(67)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(68)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
Top