EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021DC0038

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde benadering van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie

COM/2021/38 final

Brussel, 25.1.2021

COM(2021) 38 final

2021/0021(NLE)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde benadering van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie

(Voor de EER relevante tekst)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Op 13 oktober 2020 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde benadering van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie 1 vastgesteld. De aanbeveling bevatte een gecoördineerde aanpak ten aanzien van de volgende kernpunten: de toepassing van gemeenschappelijke criteria en drempelwaarden wanneer moet worden beslist over het al dan niet instellen van beperkingen van het vrije verkeer, het in kaart brengen van het risico op COVID-19-overdracht met een overeengekomen kleurcode, en een gecoördineerde aanpak van eventuele maatregelen die geschikt zijn voor personen die tussen gebieden reizen, afhankelijk van het risico op overdracht in die gebieden.

Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad beoogt tot meer coördinatie te komen tussen lidstaten die, in verband met de pandemie, maatregelen overwegen ter beperking van het vrije verkeer om redenen van volksgezondheid. In de aanbeveling staat duidelijk dat de lidstaten bij de vaststelling en toepassing van beperkingen van het vrije verkeer de beginselen van het EU-recht, en met name evenredigheid en non-discriminatie, moeten eerbiedigen.

Bij de aanbeveling werd de Commissie verzocht om, met de steun van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), regelmatig de in die aanbeveling geschetste criteria, databehoeften en drempelwaarden te beoordelen in het licht van de evolutie van de epidemiologische situatie en haar bevindingen ter overweging voor te leggen aan de Raad, in voorkomend geval samen met een voorstel om de aanbeveling te wijzigen.

Zoals opgemerkt in de mededeling van 19 januari 2021 over een eengemaakt front tegen COVID-19 2 , markeert de jaarwisseling waarschijnlijk het begin van het einde van de COVID-19-pandemie. Dankzij baanbrekend wetenschappelijk werk en opmerkelijke inspanningen van zowel de politieke als de bedrijfswereld is wat normaal tien jaar zou kosten, in tien maanden bereikt en worden nu miljoenen Europeanen gevaccineerd tegen COVID-19 door middel van een snelle massavaccinatiecampagne.

Zolang het aantal besmettingen echter toeneemt en nog niet genoeg mensen gevaccineerd zijn om het tij van de pandemie te keren, is het echter zaak waakzaam te blijven en vast te houden aan de inperkingsmaatregelen en volksgezondheidscontroles. De EU en de lidstaten moeten nu actie ondernemen om het risico van een potentieel agressievere derde golf van besmettingen – met reeds in Europa aanwezige, sneller overdraagbare nieuwe varianten van het virus – in te dammen.

Deze nieuwe varianten van het virus 3 zijn zorgwekkend. Deze varianten zouden volgens de huidige aanwijzingen geen ernstiger ziekteverloop veroorzaken, maar blijken wel 50 tot 70 % gemakkelijker overdraagbaar te zijn 4 . Dit betekent dat het virus zich gemakkelijker en sneller kan verspreiden, waardoor de druk op de overbelaste zorgstelsels toeneemt. Dit is waarschijnlijk een oorzaak van de aanzienlijke stijging van het aantal gevallen in de meeste lidstaten de afgelopen weken.

Reizen zal dan ook een bijzondere uitdaging blijven. Alle niet-essentiële reizen, met name naar en vanuit hoogrisicogebieden, zouden sterk moeten worden ontmoedigd totdat de epidemiologische situatie aanzienlijk is verbeterd.

Deze aanpak wordt gesteund door de aanbevelingen die het ECDC heeft gedaan in zijn snelle risicobeoordeling van 21 januari 2021 5 . Het ECDC heeft de introductie en communautaire verspreiding van zorgwekkende varianten in de EU/EER als zeer waarschijnlijk aangemerkt, wegens de grotere overdraagbaarheid ervan. Grotere overdraagbaarheid zou waarschijnlijk tot meer besmettingen leiden. Dit zou op zijn beurt waarschijnlijk een groter aantal overlijdens en ziekenhuisopnames veroorzaken – in alle leeftijdsgroepen, maar met name onder ouderen en mensen met comorbiditeit. Het ECDC oordeelde derhalve dat striktere niet-medicamenteuze maatregelen nodig waren om de overdracht te verminderen en de druk op de zorgstelsels te verlichten. Het ECDC ging er dus van uit dat de introductie en communautaire verspreiding grote gevolgen zou hebben. Het algemene risico in verband met de introductie en communautaire verspreiding van zorgwekkende varianten is door het ECDC als hoog/zeer hoog ingeschat.

Om de invoer en verspreiding van de nieuwe zorgwekkende SARS-CoV-2-varianten te vertragen, heeft het ECDC als een van de responsopties aanbevolen om niet-essentiële reizen te vermijden. Naast aanbevelingen tegen niet-essentiële reizen en reisbeperkingen voor besmette personen zouden reismaatregelen zoals het testen en in quarantaine houden van reizigers moeten worden gehandhaafd, met name voor reizigers uit gebieden waar de nieuwe varianten vaker voorkomen. Als sequentieanalyses niet volstaan om uit te sluiten dat de nieuwe varianten vaker kunnen voorkomen, zouden volgens de richtsnoeren van het ECDC inzake genoomsequentieanalyse evenredige reismaatregelen ook moeten worden overwogen voor reizigers uit gebieden waar het niveau van communautaire overdracht aanhoudend hoog is.

Overeenkomstig Aanbeveling (EU) 2020/1475 beoordeelt de Commissie, met de steun van het ECDC, regelmatig de in die aanbeveling geschetste criteria, databehoeften en drempelwaarden in het licht van de evolutie van de epidemiologische situatie. Gezien voornoemde uitdagingen in verband met de besmettelijkere zorgwekkende varianten, is de Commissie van mening dat Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad moet worden aangepast.

De evenredige, niet-discriminerende reisbeperkingen en tests voor reizigers, in het bijzonder uit gebieden met een hogere incidentie van zorgwekkende varianten, moeten worden gehandhaafd of versterkt. Waar nodig moet de quarantaine van reizigers worden ingevoerd, met passende uitzonderingen voor reizigers met een essentiële functie of behoefte.

Dergelijke gerichte maatregelen moeten ervoor zorgen dat het niet hoeft te komen tot grenssluitingen, algemene reisverboden of de opschorting van lucht-, land- of watervervoer tussen lidstaten, die niet gerechtvaardigd zijn, aangezien gerichtere maatregelen, zoals verplichte quarantaine of tests, voldoende effectief en minder verstorend zijn. Het systeem van “green lanes” 6 moet de vervoersstromen in beweging houden, met name om het vrije verkeer van goederen te waarborgen en verstoringen van de toeleveringsketen te voorkomen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Deze aanbeveling dient om de uitvoering van de bestaande voorschriften met betrekking tot beperkingen van het vrije verkeer om redenen van volksgezondheid te vergemakkelijken.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Deze aanbeveling is in overeenstemming met ander beleid van de Unie, onder meer op het gebied van volksgezondheid en controles aan de binnengrenzen.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 21, lid 2, artikel 168, lid 6, en artikel 292.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Op grond van artikel 292 VWEU kan de Raad aanbevelingen vaststellen. Volgens deze bepaling dient de Raad op voorstel van de Commissie te besluiten in alle gevallen waarin in de Verdragen is bepaald dat hij handelingen op voorstel van de Commissie dient vast te stellen.

Dit is van toepassing in de huidige situatie, aangezien een coherente benadering nodig is om verdere verstoringen als gevolg van eenzijdig en onvoldoende gecoördineerde maatregelen die het vrije verkeer binnen de Unie beperken, te voorkomen. Artikel 21, lid 1, VWEU bepaalt dat iedere burger van de Unie het recht heeft vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. Indien een optreden van de Unie noodzakelijk blijkt om deze doelstelling te verwezenlijken, kunnen het Europees Parlement en de Raad, volgens de gewone wetgevingsprocedure, bepalingen vaststellen die de uitoefening van die rechten vergemakkelijken.

Overeenkomstig artikel 168, lid 6, VWEU kan de Raad, op voorstel van de Commissie, ook aanbevelingen aannemen om bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te verzekeren.

Evenredigheid

De vaststelling van eenzijdige of ongecoördineerde maatregelen leidt waarschijnlijk tot beperkingen van het vrije verkeer die incoherent en gefragmenteerd zijn, hetgeen voor Unieburgers leidt tot onzekerheid bij de uitoefening van hun EU-rechten. Het voorstel gaat niet verder dan hetgeen nodig en evenredig is om de beoogde doelstelling te bereiken.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

(n.v.t.)

Raadpleging van belanghebbenden

In het voorstel wordt rekening gehouden met het overleg met de lidstaten dat sinds de tenuitvoerlegging van de eerste beperkingen op gezette tijdstippen heeft plaatsgevonden, met de informatie die over de evoluerende epidemiologische situatie beschikbaar is en met het beschikbare wetenschappelijke bewijs ter zake.

Effectbeoordeling

(n.v.t.)

Grondrechten

Het vrije verkeer is een grondrecht dat is vastgelegd in artikel 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien deze noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Artikel 21 van het Handvest verbiedt discriminatie op grond van nationaliteit binnen de werkingssfeer van de Verdragen.

Beperkingen van het vrije verkeer binnen de Unie die gerechtvaardigd worden uit hoofde van de volksgezondheid, moeten noodzakelijk en evenredig zijn en op objectieve en niet-discriminerende criteria zijn gebaseerd. Zij moeten geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen en mogen niet verder gaan dan hetgeen nodig is voor het bereiken van dat doel.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen.

2021/0021 (NLE)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde benadering van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 21, lid 2, artikel 168, lid 6, en artikel 292, eerste en tweede zin,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Op 13 oktober 2020 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde benadering van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie 7 vastgesteld. De aanbeveling voorzag in een gecoördineerde aanpak ten aanzien van de volgende kernpunten: de toepassing van gemeenschappelijke criteria en drempelwaarden voor beslissingen over het al dan niet instellen van beperkingen van het vrije verkeer, het in kaart brengen van het risico op COVID-19-overdracht met een overeengekomen kleurcode, en een gecoördineerde aanpak van eventuele maatregelen die geschikt zijn voor personen die tussen gebieden reizen, afhankelijk van het risico op overdracht in die gebieden.

(2)Op basis van de in die aanbeveling vastgestelde criteria en drempelwaarden publiceert het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding eenmaal per week een kaart van de lidstaten, onderverdeeld in regio’s, ter onderbouwing van de besluitvorming door de lidstaten 8 .

(3)Overeenkomstig overweging 26 van die aanbeveling zou de Commissie, in het licht van de evolutie van de epidemiologische situatie en met de steun van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, regelmatig de in deze aanbeveling geschetste criteria, databehoeften en drempelwaarden moeten beoordelen, en daarbij moeten nagaan of andere criteria moeten worden overwogen, zoals het aantal ziekenhuisopnames of de bezettingsgraad van intensive care-afdelingen.

(4)Twee factoren zijn van invloed op de huidige ontwikkeling van de pandemie. Enerzijds wordt er sinds begin 2021 op grote schaal gevaccineerd, waardoor er inmiddels miljoenen Europanen tegen COVID-19 zijn gevaccineerd. Anderzijds is het, zoals is opgemerkt in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over een eengemaakt front tegen COVID-19 9 , zolang het aantal besmettingen nog toeneemt en nog niet genoeg mensen gevaccineerd zijn om het tij van de pandemie te keren, zaak waakzaam te blijven en vast te houden aan de inperkingsmaatregelen en volksgezondheidscontroles. De EU en de lidstaten moeten met name actie ondernemen om het risico van een potentieel agressievere volgende golf van besmettingen – met reeds in Europa aanwezige, sneller overdraagbare nieuwe varianten van het SARS-CoV-2-virus – in te dammen.

(5)De recente opkomst van nieuwe varianten van het virus is bijzonder zorgwekkend. Deze varianten zouden volgens de huidige aanwijzingen geen ernstiger ziekteverloop veroorzaken, maar blijken wel 50 tot 70 % gemakkelijker overdraagbaar te zijn 10 . Dit betekent dat het virus zich gemakkelijker en sneller kan verspreiden, waardoor de druk op de overbelaste zorgstelsels toeneemt. Dit is waarschijnlijk een oorzaak van de aanzienlijke stijging van het aantal gevallen in de meeste lidstaten de afgelopen weken.

(6)In zijn meest recente risicobeoordeling over de verspreiding van de nieuwe zorgwekkende SAR-CoV-2-varianten 11 verklaart het ECDC dat het risico in verband met de introductie en de communautaire verspreiding van zorgwekkende varianten is toegenomen tot hoog/zeer hoog.

(7)Om de invoer en verspreiding van de nieuwe zorgwekkende SARS-CoV-2-varianten te vertragen, heeft het ECDC als een van de responsopties in verband met dit risico aanbevolen niet-essentiële reizen te vermijden. Naast aanbevelingen tegen niet-essentiële reizen en reisbeperkingen voor besmette personen zouden reismaatregelen zoals het testen en in quarantaine houden van reizigers moeten worden gehandhaafd, met name voor reizigers uit gebieden waar de nieuwe varianten vaker voorkomen. Als sequentieanalyses nog niet volstaan om uit te sluiten dat de nieuwe varianten vaker kunnen voorkomen, zouden volgens de richtsnoeren van het ECDC inzake genoomsequentieanalyse evenredige reismaatregelen ook moeten worden overwogen ten aanzien van reizigers uit gebieden waar het niveau van communautaire overdracht aanhoudend hoog is.

(8)Gezien de aanbevelingen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding moet Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)Om rekening te houden met het zeer hoge niveau van overdracht binnen de gemeenschap, mogelijk in verband met de toegenomen overdraagbaarheid van de nieuwe zorgwekkende varianten, zou een nieuwe kleur, donkerrood, moeten worden toegevoegd aan de kaart die wekelijks door het ECDC wordt gepubliceerd. Deze kleur moet aangeven in welke gebieden het virus zeer snel circuleert, ook vanwege de aanwezigheid van meer besmettelijke zorgwekkende varianten.

(10)De lidstaten zouden ook rekening moeten houden met de prevalentie van nieuwe zorgwekkende SARS-CoV-2-varianten. In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over een eengemaakt front tegen COVID-19 wordt benadrukt dat de lidstaten het percentage genoomsequentieanalyses dringend tot 5-10 % van de positieve testresultaten moeten verhogen – zo nodig door gebruik te maken van de capaciteit van het ECDC – om de voortgang van de varianten vast te stellen of nieuwe te detecteren.

(11)Het hoge niveau van besmetting binnen de gemeenschap in de meeste lidstaten betekent dat reizen een bijzondere uitdaging zal blijven. Alle niet-essentiële reizen, met name naar en vanuit hoogrisicogebieden, zou sterk moeten worden ontmoedigd totdat de epidemiologische situatie aanzienlijk is verbeterd, met name in het licht van de uitbraak van nieuwe varianten. Aangezien het risico van besmetting of overdracht vergelijkbaar is voor binnenlandse en grensoverschrijdende reizen, zouden de lidstaten moeten zorgen voor samenhang tussen de maatregelen die op beide soorten niet-essentiële reizen worden toegepast.

(12)In de mondelinge conclusies van de videoconferentie met de leden van de Europese Raad van 21 januari 2021 12 wees de voorzitter van de Europese Raad erop dat de grenzen open moeten blijven voor het functioneren van de eengemaakte markt, waaronder het leveren van essentiële goederen en diensten. Er zouden geen willekeurige reisverboden mogen worden opgelegd. Wel kunnen maatregelen om niet-essentiële reizen in de EU te beperken nodig zijn om de verspreiding van het virus tegen te gaan. In verband met de risico's van de nieuwe virusvarianten zal de Raad mogelijk – zonder zijn beginselen uit het oog te verliezen – de aanbevelingen over reizen binnen de EU en niet-essentiële reizen naar de EU moeten herzien.

(13)Een gecoördineerde aanpak heeft tot doel de herinvoering van controles aan de binnengrenzen te voorkomen. Grenssluitingen of algemene reisverboden, alsook de opschorting van lucht-, land- of watervervoer zijn niet gerechtvaardigd, aangezien gerichtere maatregelen, zoals verplichte quarantaine of tests, voldoende effectief en bovendien minder verstorend zijn. Het systeem van “green lanes” 13 moet de vervoersstromen in beweging houden, met name om het vrije verkeer van goederen en diensten te waarborgen en verstoringen van de toeleveringsketen te voorkomen.

(14)Alle beperkingen van het vrije verkeer van personen moeten verder worden toegepast met inachtneming van de algemene beginselen van het Unierecht, met name evenredigheid en non-discriminatie, onder meer op grond van nationaliteit. Maatregelen die worden genomen, zouden dus niet verder mogen gaan dan hetgeen strikt noodzakelijk is om de volksgezondheid te beschermen. Duidelijke, snelle en omvattende informatie voor het publiek blijft van cruciaal belang om de voorspelbaarheid, rechtszekerheid en naleving door de burgers te garanderen. De beperkingen moeten adequaat worden gehandhaafd en eventuele sancties moeten doeltreffend en evenredig zijn.

(15)Op 11 januari 2020 heeft het Gezondheidsbeveiligingscomité een akkoord bereikt over aanbevelingen voor een gemeenschappelijke EU-aanpak met betrekking tot isolatiemaatregelen voor COVID-19-patiënten en quarantainemaatregelen voor contacten en reizigers. Lidstaten die voor reizen quarantaine opleggen, zouden daarbij de aanbevelingen van het Gezondheidsbeveiligingscomité 14 met betrekking tot quarantainemaatregelen voor reizigers moeten toepassen. Met name wanneer voor reizigers uit hoogrisicogebieden een quarantaineplicht geldt, zou moeten worden overwogen de vereiste quarantaineperiode in te korten indien de reiziger 5 tot 7 dagen na binnenkomst negatief test, tenzij hij symptomen ontwikkelt.

(16)Gezien de toename van de testcapaciteit voor COVID-19 zou Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad moeten worden gewijzigd om de lidstaten de mogelijkheid te bieden om reizigers uit andere dan “groen” ingekleurde gebieden te verplichten zich vóór vertrek te laten testen.

(17)Gezien het hoge niveau van overdracht binnen de gemeenschap in “donkerrood” ingekleurde gebieden zouden personen die voor niet-essentiële doeleinden vanuit dergelijke gebieden reizen, moeten worden verplicht zich vóór vertrek te laten testen en, overeenkomstig de aanbevelingen van het Gezondheidsbeveiligingscomité, na aankomst op hun bestemming in quarantaine te gaan. Wanneer reizigers niet in quarantaine gaan in hun verblijfplaats, zou moet worden voorzien in passende fysieke omstandigheden voor quarantaineruimten en in de bescherming van en zorg voor kinderen in quarantaine overeenkomstig de richtsnoeren van de WHO 15 .

(18)Personen die naar hun lidstaat van verblijf terugkeren en zich vóór vertrek niet konden laten testen, zou moeten worden toegestaan zich na aankomst te laten testen, zodat wordt voorkomen dat zij niet naar hun woonplaats kunnen terugkeren.

(19)Gezien het hoge besmettingsniveau in “donkerrood” ingekleurde gebieden zouden essentiële reizigers ook moeten worden verplicht een COVID-19-test te laten afnemen en in quarantaine te gaan, mits dit geen onevenredige gevolgen heeft voor de uitoefening van hun essentiële functie of behoefte, bijvoorbeeld omdat de blootstelling van de reiziger aan de algemene bevolking op de plaats van bestemming zeer beperkt is. Wanneer een lidstaat, rekening houdend met de specifieke epidemiologische situatie, toch een testplicht voor transportwerkers en vervoeraanbieders oplegt, mag dit niet tot verstoringen van het vervoer leiden 16 . Om de toeleveringsketens in stand te houden, mogen quarantainevoorschriften niet van toepassing zijn op vervoerspersoneel tijdens de uitoefening van deze essentiële functie.

(20)Beperkingen in verband met grensoverschrijdende reizen zijn bijzonder verstorend voor personen die de grens dagelijks of vaak oversteken om naar het werk of naar school te gaan, om naaste familie te bezoeken, om medische zorg te krijgen of om voor hun dierbaren te zorgen. Personen die voor dergelijke essentiële doeleinden de grens oversteken, zouden niet verplicht mogen worden om in quarantaine te gaan, aangezien dit een ernstig verstorend effect heeft op hun leven en hun inkomen en op de economie als geheel. Zolang de epidemiologische situatie aan weerszijden van de grens vergelijkbaar is, lijkt het onnodig dergelijke personen te verplichten zich frequent te laten testen louter en alleen omdat zij een grens oversteken. Nauwe coördinatie tussen lidstaten en grensoverschrijdende regio’s blijft van bijzonder belang.

(21)Gezien de evolutie van de epidemiologische situatie zou de Commissie, met de steun van het ECDC, regelmatig de in deze aanbeveling geschetste criteria, databehoeften en drempelwaarden moeten blijven beoordelen, en daarbij moeten nagaan of andere criteria moeten worden overwogen en of de drempelwaarden moeten worden aangepast. Zij zou haar bevindingen ter overweging moeten voorleggen aan de Raad, in voorkomend geval samen met een voorstel om de aanbeveling te wijzigen,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Aanbeveling (EU) 2020/1475 van de Raad betreffende een gecoördineerde benadering van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie wordt als volgt gewijzigd.

1.In punt 10 wordt punt c) vervangen door:

“c) rood: indien het totale aantal COVID-19-meldingen over een periode van 14 dagen 50 tot 150 bedraagt en het percentage positieve tests voor COVID-19-besmetting 4 % of meer is, dan wel indien het totale aantal COVID-19-meldingen over een periode van 14 dagen meer dan 150 maar minder dan 500 bedraagt,”.

2.In punt 10 wordt het volgende punt c bis) ingevoegd:

“c bis) donkerrood: indien het totale aantal COVID-19-meldingen over een periode van 14 dagen 500 of meer bedraagt;”.

3.In punt 13 wordt punt a) vervangen door:

“a) zouden de lidstaten de verschillen op het vlak van de epidemiologische situatie tussen “oranje”, “rood” of “donkerrood” ingekleurde gebieden moeten respecteren en proportioneel moeten handelen;”.

4.In punt 13 wordt punt d) vervangen door:

“d) zouden de lidstaten rekening moeten houden met teststrategieën en bijzondere aandacht moeten besteden aan de situatie van gebieden met hoge testaantallen;”.

5.In punt 13 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) zouden de lidstaten rekening moeten houden met de prevalentie van zorgwekkende SARS-CoV-2-varianten.”.

6.Na de titel “Gemeenschappelijk raamwerk voor mogelijke maatregelen ten aanzien van reizigers uit gebieden met een groter risico” wordt het volgende punt 16 bis ingevoegd:

“De lidstaten zouden alle niet-essentiële reizen naar en vanuit overeenkomstig punt 10 “donkerrood” ingekleurde gebieden sterk moeten ontmoedigen en zouden alle niet-essentiële reizen naar en vanuit overeenkomstig punt 10 “rood” ingekleurde gebieden moeten ontmoedigen. In dit verband zouden de lidstaten moeten zorgen voor samenhang tussen de maatregelen inzake grensoverschrijdende reizen en inzake reizen binnen hun eigen grondgebied.

Tegelijkertijd zouden de lidstaten ernaar moeten streven verstoringen van essentiële reizen te voorkomen, de vervoersstromen volgens het systeem van “green lanes” in beweging te houden en verstoringen van de toeleveringsketens en van het verkeer van werknemers en zelfstandigen die om professionele of zakelijke redenen reizen, te voorkomen.”.

7.In punt 17 worden de punten a) en b) vervangen door:

“a) in quarantaine gaan, zoals aanbevolen door het Gezondheidsbeveiligingscomité 17 ; en/of

b) zich vóór en/of na aankomst op COVID-19-besmetting laten testen. Het kan gaan om een RT-PCR-test of een snelle antigeentest als opgenomen in de gemeenschappelijke en bijgewerkte lijst van snelle COVID-19-antigeentests die is opgesteld op basis van de aanbeveling van de Raad van 21 januari 2021 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het gebruik en de validering van snelle antigeentests en de wederzijdse erkenning van COVID-19-testresultaten in de EU 18 .”.

8.In punt 17 wordt de volgende alinea geschrapt:

“De lidstaten kunnen reizigers de optie bieden om, in plaats van de in punt b) vermelde test te ondergaan, zich vóór aankomst te laten testen op COVID-19-besmetting.”.

9.In punt 17 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De lidstaten zouden voldoende testcapaciteit moeten aanbieden en digitale testcertificaten moeten aanvaarden, waarbij zij er tegelijkertijd voor moeten zorgen dat dit geen afbreuk doet aan de verlening van essentiële gezondheidsdiensten, met name wat de laboratoriumcapaciteit betreft.”.

10.Het volgende punt 17 bis wordt ingevoegd:

“De lidstaten zouden personen die vanuit een overeenkomstig punt 10, c bis), “donkerrood” ingekleurd gebied reizen, moeten verplichten om zowel vóór aankomst een COVID-19-test te laten afnemen als in quarantaine te gaan zoals aanbevolen door het Gezondheidsbeveiligingscomité.

De lidstaten zouden niet-farmaceutische interventies moeten invoeren, handhaven of versterken, met name in “donkerrood” ingekleurde gebieden, de inspanningen op het gebied van testen en contactopsporing moeten versterken en het niveau van bewaking en sequentieanalyse van een representatieve steekproef van binnen een gemeenschap geconstateerde COVID-19-gevallen moeten verhogen, teneinde de verspreiding en de impact van opkomende, gemakkelijker overdraagbare SARS-CoV-2-varianten onder controle te houden.”.

11.Het volgende punt 17 ter wordt ingevoegd:

“De lidstaten zouden personen die op hun grondgebied verblijven, de mogelijkheid moeten bieden om zich, in aanvulling op de eventuele toepasselijke quarantainevoorschriften, na aankomst op COVID-19-besmetting te laten testen in plaats van vóór aankomst een in punt 17, b), en punt 17 bis vermelde test te ondergaan.”.

12.Het volgende punt 19 bis wordt ingevoegd:

“Overeenkomstig punt 17 bis zouden reizigers met een essentiële functie of behoefte die vanuit een “donkerrood” ingekleurd gebied reizen, aan de testvoorschriften moeten voldoen en in quarantaine moeten gaan, mits dit geen onevenredige gevolgen heeft voor de uitoefening van hun functie of behoefte.

Bij wijze van afwijking zouden transportwerkers en vervoeraanbieders op grond van punt 19, b), in beginsel niet mogen worden verplicht zich op COVID-19-besmetting te laten testen overeenkomstig punt 17, b), en punt 17 bis. Wanneer een lidstaat van transportwerkers en vervoeraanbieders eist dat zij zich op COVID-19-besmetting laten testen, zouden daarvoor snelle antigeentests moeten worden gebruikt en zou dit niet tot verstoringen van het vervoer mogen leiden. Indien zich verstoringen van het vervoer of van de toeleveringsketen voordoen, zouden de lidstaten dergelijke systematische testvoorschriften onmiddellijk moeten opheffen of intrekken zodat de “green lanes” kunnen blijven functioneren. Transportwerkers en vervoeraanbieders zouden niet mogen worden verplicht om bij de uitoefening van deze essentiële functie in quarantaine te gaan overeenkomstig punt 17, a), en punt 17 bis.”.

13.Het volgende punt 19 ter wordt ingevoegd:

“De lidstaten zouden personen die in grensregio’s wonen en dagelijks of vaak de grens oversteken voor werk, zaken, onderwijs, familie, medische zorg of mantelzorg, niet mogen verplichten in quarantaine te gaan. Indien in deze regio’s een testplicht voor grensoverschrijdende reizen wordt ingevoerd, zou de frequentie van de tests op dergelijke personen evenredig moeten zijn. Indien de epidemiologische situatie aan weerszijden van de grens vergelijkbaar is, zou er voor reizen geen testplicht mogen worden opgelegd. Personen die beweren dat hun situatie onder dit punt valt, kunnen worden verplicht bewijsstukken over te leggen of een verklaring in die zin over te leggen.”.

14.Punt 21 wordt vervangen door:

“Maatregelen die worden toegepast op personen die aankomen uit gebieden die overeenkomstig punt 10 “donkerrood”, “rood”, “oranje” of “grijs” zijn ingekleurd, mogen niet discriminerend zijn, d.w.z. deze moeten evenzeer gelden voor onderdanen van de betrokken lidstaat die terugkeren.”.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L 337 van 14.10.2020, blz. 3.
(2)    COM(2021) 35 definitief.
(3)    Varianten “B117” en “501Y.V2”.
(4)    ECDC Risk Assessment: Risk related to spread of new SARS-CoV-2 variants of concern in the EU/EEA.
(5)    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, Risk related to spread of new SARS-CoV-2 variants of concern in the EU/EEA, first update – 21 januari 2021. ECDC: Stockholm, 2021. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/COVID-19-risk-related-to-spread-of-new-SARS-CoV-2-variants-EU-EEA-first-update.pdf
(6)    Zie Mededeling van de Commissie “De green lanes versterken om de economie tijdens de COVID-19-pandemie op gang te houden” (COM (2020) 685 final) en Aanbeveling (EU) 2020/2243 van de Commissie van 22 december 2020 over een gecoördineerde aanpak van reizen en vervoer in reactie op de in het Verenigd Koninkrijk waargenomen variant van SARS-CoV-2 (PB L 436 van 28.12.2020, blz. 72).
(7)    PB L 337 van 14.10.2020, blz. 3.
(8)    Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19/situation-updates/weekly-maps-coordinated-restriction-free-movement  
(9)    COM(2021) 35 definitief.
(10)    ECDC Risk Assessment: Risk related to spread of new SARS-CoV-2 variants of concern in the EU/EEA. https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/covid-19-risk-assessment-spread-new-sars-cov-2-variants-eueea  
(11)    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding. Risk related to spread of new SARS-CoV-2 variants of concern in the EU/EEA, first update – 21 januari 2021. ECDC: Stockholm, 2021. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/COVID-19-risk-related-to-spread-of-new-SARS-CoV-2-variants-EU-EEA-first-update.pdf  
(12)    Mondelinge conclusies van voorzitter Charles Michel na de videoconferentie met de leden van de Europese Raad van 21 januari 2021, beschikbaar op: https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2021/01/21/oral-conclusions-by-president-charles-michel-following-the-video-conference-of-the-members-of-the-european-council-on-21-january-2021/  
(13)    Mededeling van de Commissie “De green lanes versterken om de economie tijdens de COVID-19-pandemie op gang te houden” (COM (2020) 685 final) en Aanbeveling (EU) 2020/2243 van de Commissie van 22 december 2020 over een gecoördineerde aanpak van reizen en vervoer in reactie op de in het Verenigd Koninkrijk waargenomen variant van SARS-CoV-2 (PB L 436 van 28.12.2020, blz. 72).
(14)    Door het Gezondheidsbeveiligingscomité op 11 januari 2020 aangenomen aanbevelingen voor een gemeenschappelijke EU-aanpak met betrekking tot isolatie voor COVID-19-patiënten en quarantaine voor contacten en reizigers ( https://ec.europa.eu/health/sites/health/files/preparedness_response/docs/hsc_quarantine-isolation_recomm_en.pdf ).
(15)    WHO-referentie: WHO/2019-nCoV/IHR_Quarantine/2020.3. Beschikbaar op: https://www.who.int/publications/i/item/considerations-for-quarantine-of-individuals-in-the-context-of-containment-for-coronavirus-disease-(covid-19)  
(16)    Zie Aanbeveling (EU) 2020/2243 van de Commissie van 22 december 2020 over een gecoördineerde aanpak van reizen en vervoer in reactie op de in het Verenigd Koninkrijk waargenomen variant van SARS-CoV-2 (PB L 436 van 28.12.2020, blz. 72).
(17)    Door het Gezondheidsbeveiligingscomité op 11 januari 2020 aangenomen aanbevelingen voor een gemeenschappelijke EU-aanpak met betrekking tot isolatie voor COVID-19-patiënten en quarantaine voor contacten en reizigers ( https://ec.europa.eu/health/sites/health/files/preparedness_response/docs/hsc_quarantine-isolation_recomm_en.pdf ).
(18)     https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-5451-2021-INIT/nl/pdf
Top