EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0365

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de actie van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

COM/2018/365 final

Brussel, 27.7.2018

COM(2018) 365 final

2018/0189(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de actie van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel is gerelateerd aan het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (hierna de "Akte van Genève" genoemd).

Doel van dit voorstel van de Commissie is te zorgen voor een rechtskader voor een effectieve participatie van de Unie in de Unie van Lissabon van de WIPO als zij eenmaal een overeenkomstsluitende partij is geworden bij de Akte van Genève.

Artikel 9 van de Akte van Genève bevat een door elke overeenkomstsluitende partij na te leven verbintenis om ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen binnen haar eigen rechtsstelsel en -praktijk, maar overeenkomstig deze akte op haar grondgebied te beschermen, onverminderd een eventuele weigering, afstand door de overeenkomstsluitende partij van oorsprong, ongeldigverklaring of schrapping met betrekking tot haar grondgebied. In artikel 6, lid 5, onder a), van de Akte van Genève is bepaald dat een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding met ingang van de datum van de internationale inschrijving moet worden beschermd in elke overeenkomstsluitende partij die de bescherming niet heeft geweigerd overeenkomstig artikel 15 of die aan het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom overeenkomstig artikel 18 een kennisgeving van de verlening van bescherming heeft toegezonden. Overeenkomstig regel 9, punt 1, onder b), van de gemeenschappelijke regels van de Overeenkomst van Lissabon enerzijds en de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon anderzijds (hierna "gemeenschappelijke regels" genoemd) moet een weigering worden gemeld binnen een jaar na ontvangst van de kennisgeving van de internationale inschrijving krachtens artikel 6, lid 4. In het geval van artikel 29, lid 4, kan deze termijn met een jaar worden verlengd.

Tegen deze achtergrond moet de Unie, wanneer zij overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève wordt, een EU-lijst van geografische aanduidingen indienen die is samengesteld op basis van de EU-registers voor geografische aanduidingen (overeen te komen met de lidstaten) die in het kader van het systeem van Lissabon moeten worden beschermd. Deze lijst moet worden opgesteld in nauwe samenwerking met de lidstaten, volgens de vaste praktijk en methodologie die wordt gehanteerd voor een aantal door de EU gesloten bilaterale internationale overeenkomsten inzake geografische aanduidingen (rekening houdend met de productiewaarde en de exportwaarde, bescherming in het kader van andere overeenkomsten, bestaand of mogelijk misbruik in de betrokken derde landen en evenwicht tussen de lidstaten). Daarbij moet rekening worden gehouden met de reikwijdte van de geografische aanduidingen die zijn ingeschreven door derde landen die lid zijn van de Overeenkomst van Lissabon. Na de toetreding van de Unie tot de Unie van Lissabon moeten aanvragen voor internationale inschrijving van extra geografische aanduidingen die in de Unie beschermd en ingeschreven zijn, mogelijk zijn op initiatief van de Commissie of op verzoek van een lidstaat of een belanghebbende producentengroepering.

Er dienen passende procedures te worden ingevoerd voor de beoordeling door de Commissie van in het internationaal register ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van derde landen die overeenkomstsluitende partij zijn, alsook voor de desbetreffende oppositieprocedure, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de Akte van Genève.

De Unie dient in het internationaal register ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van derde landen die overeenkomstsluitende partij zijn, te handhaven in overeenstemming met hoofdstuk III van de Akte van Genève. Krachtens artikel 14 van de Akte van Genève moet elke overeenkomstsluitende partij met name doeltreffende rechtsmiddelen voor de bescherming van ingeschreven oorsprongsbenamingen en ingeschreven geografische aanduidingen beschikbaar stellen en bepalen dat een gerechtelijke procedure om die bescherming te waarborgen kan worden ingesteld door een openbare autoriteit of door enige belanghebbende openbare of particuliere partij, hetzij een natuurlijk persoon hetzij een rechtspersoon, volgens haar eigen rechtsstelsel en rechtspraktijk. Oudere merken en in het internationaal register ingeschreven oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen die in de Unie beschermd zijn of worden gebruikt, moeten naast elkaar kunnen bestaan indien mutatis mutandis is voldaan aan de voorwaarden van artikel 15, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012.

Zeven EU-lidstaten zijn lid van de Unie van Lissabon en hebben als zodanig de bescherming van benamingen van derde landen aanvaard. Om hun de middelen te bieden om te voldoen aan de internationale verplichtingen die zij vóór de toetreding van de Unie tot de Unie van Lissabon zijn aangegaan, dient een overgangsregeling te worden ingevoerd die uitsluitend op nationaal niveau gevolgen heeft en die geen gevolgen heeft voor het intra-uniale en het internationale handelsverkeer.

Het lijkt billijk dat de in het kader van de Akte van Genève en van de gemeenschappelijke regels te betalen vergoedingen voor de indiening van een aanvraag bij het internationaal bureau tot internationale inschrijving van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, evenals de vergoedingen voor andere vermeldingen in het internationaal register en voor de verstrekking van uittreksels, attesten of andere informatie over de inhoud van deze internationale inschrijving ten laste moeten worden gebracht van de lidstaat van de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Wat landbouwproducten betreft, heeft de EU uniforme en exhaustieve beschermingssystemen voor geografische aanduidingen ingevoerd voor wijn (1970), gedistilleerde dranken (1989), gearomatiseerde wijnen (1991) en andere landbouwproducten en levensmiddelen (1992). Dankzij deze systemen genieten beschermde benamingen van de desbetreffende producten in de hele EU een hoge mate van bescherming via een enkele aanvraagprocedure. De belangrijkste bepalingen voor wijn, voor gearomatiseerde wijn, voor gedistilleerde dranken en voor landbouwproducten en levensmiddelen zijn momenteel vastgelegd in respectievelijk Verordening (EU) nr. 1308/2013 van 17 december 2013, Verordening (EU) nr. 251/2014 van 26 februari 2014, Verordening (EG) nr. 110/2008 van 15 januari 2008 en Verordening (EU) nr. 1151/2012 van 21 november 2012.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het algemene beleid van de EU om de bescherming van geografische aanduidingen te bevorderen en te versterken door middel van bilaterale, regionale en multilaterale overeenkomsten.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Gezien het onderwerp van het verdrag dient de verordening te worden gebaseerd op artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De Unie heeft exclusieve bevoegdheid voor het sluiten van de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon. Dit blijkt uit de uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 25 oktober 2017 in zaak C-389/15, Commissie/Raad, waarbij is verduidelijkt dat het ontwerp tot herziening van de Overeenkomst van Lissabon, dus de Akte van Genève, hoofdzakelijk tot doel heeft het handelsverkeer tussen de Europese Unie en derde staten te vergemakkelijken en te regelen en voorts dat het een rechtstreeks en onmiddellijk effect op dat handelsverkeer kan hebben, zodat de onderhandelingen daarover onder de exclusieve bevoegdheid vallen die bij artikel 3, lid 1, VWEU aan de Europese Unie is verleend op het gebied van het in artikel 207, lid 1, VWEU bedoelde gemeenschappelijke handelsbeleid. 

Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing op gebieden die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

Evenredigheid

De voorgestelde maatregelen gaan niet verder dan nodig is om de beoogde doelstelling te verwezenlijken, namelijk de Unie in staat stellen deel te nemen aan de Unie van Lissabon op een wijze die een doeltreffende bescherming van geografische aanduidingen van de EU waarborgt.

Keuze van het instrument

Een verordening van het Europees Parlement en de Raad is het juiste rechtsinstrument voor de implementatie van het EU-lidmaatschap van de Unie van Lissabon, gelet op de wetgevingsprerogatieven van beide instellingen.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De routekaart naar de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen is op 21 december 2017 gepubliceerd. Belanghebbenden konden tot en met 18 januari 2018 hun mening geven. Binnen deze termijn werden acht reacties ontvangen. Op één uitzondering na waren deze allemaal positief over het initiatief en over de toetreding van de EU. In drie reacties werd gesteld dat de EU meer vaart zou moeten zetten achter de discussie over de erkenning en bescherming van geografische aanduidingen van niet-agrarische producten. In twee reacties werd stelling genomen tegen een shortlist omdat gevonden werd dat alle geografische aanduidingen van de Unie in aanmerking zouden moeten komen voor bescherming op grond van de Akte van Genève.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Blijkens een studie van AND International van oktober 2012 over de productiewaarde van met een geografische aanduiding beschermde landbouwproducten en levensmiddelen, wijn, gearomatiseerde wijn en gedistilleerde dranken (https://ec.europa.eu/agriculture/external-studies/value-gi_nl) brengt het EU-beleid inzake geografische aanduidingen een aantal voordelen mee voor de consument (kwaliteitsborging), voor de producent (openstelling van het systeem voor alle producenten die voldoen aan de kwaliteitseisen, eerlijke concurrentie, hogere prijzen, doeltreffende bescherming), voor de maatschappij (verband tussen waardevolle producten en plattelandsgebieden, behoud van tradities, herstel van de band tussen producenten en consumenten) en voor het milieu (verband tussen traditionele producten en landschappen en landbouwbedrijfssystemen). In de studie werden economische gegevens geëvalueerd over alle 2 768 geografische aanduidingen die tussen 2005 en 2010 in de EU27 waren ingeschreven. Daaruit bleek met name dat de prijs van een product met een geografische aanduiding gemiddeld 2,23 keer hoger ligt dan de prijs van een vergelijkbaar product zonder geografische aanduiding. In 2010 bedroeg de verkoopwaarde van EU-producten met een geografische aanduiding (alle sectoren samen) 54,3 miljard euro (5,7 % van de totale voedsel- en drankensector van de EU). De geraamde waarde van de uitvoer van EU-producten met een geografische aanduiding bedroeg 11,5 miljard euro (15 % van de totale uitvoer van de voedsel- en drankensector van de EU). 

Effectbeoordeling

Voor het initiatief was geen effectbeoordeling, uitvoeringsplan of openbare raadpleging vereist in het kader van de "betere regelgeving".

Op grond van de richtsnoeren voor een betere regelgeving is namelijk alleen een effectbeoordeling nodig als dat op basis van een individuele beoordeling nuttig wordt geacht. In principe is er geen effectbeoordeling nodig als de Commissie weinig of geen alternatieven heeft. Dat is hier het geval, aangezien de toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon gerechtvaardigd is in het licht van de exclusieve bevoegdheid van de Unie op de terreinen die onder de Akte van Genève vallen, en deze stap ook logisch voortvloeit uit de herziening van het systeem van Lissabon, waarbij de EU betrokken was. De in de onderhavige ontwerpverordening voorgestelde maatregelen zijn noodzakelijk voor een correcte toepassing van de Akte van Genève door de Europese Unie.

Het EU-lidmaatschap biedt een aantal voordelen. Geografische aanduidingen die op EU-niveau ingeschreven zijn of worden, maar niet zijn ingeschreven door de zeven EU-lidstaten die al lid zijn van de Unie van Lissabon, kunnen in aanmerking komen voor bescherming in het kader van het systeem van Lissabon. De geografische aanduidingen van de EU kunnen dan in beginsel snelle onbeperkte bescherming op hoog niveau krijgen in alle huidige en toekomstige partijen bij de Akte van Genève. Het bestaande multilaterale register zou de reputatie van Europese geografische aanduidingen ten goede komen gezien de ruime geografische reikwijdte van de bescherming krachtens de Akte van Genève. De betere internationale bescherming van geografische aanduidingen die voortvloeit uit de toetreding van de EU, zal naar verwachting gunstig uitpakken voor inclusieve groei en werkgelegenheid in de landbouwsectoren waar met een hoge toegevoegde waarde wordt geproduceerd, voor handels- en investeringsstromen, voor het concurrentievermogen van bedrijven en in het bijzonder van kleine en middelgrote ondernemingen, voor de werking van de interne markt en de mededinging en voor de bescherming van het intellectuele-eigendomsrecht. Het intellectuele-eigendomsrecht van landbouwers en voedselproducenten op producten met bescherming in de vorm van een geografische aanduiding is gevoelig voor onwettig gebruik en verlies van recht, vooral op de wereldmarkt. De toetreding van de EU tot het systeem van Lissabon zou plattelandsactoren helpen om wat waardevol is op lokaal niveau, te beschermen op mondiaal niveau en zo een tegenwicht te bieden tegen de huidige trend van globalisering met uniforme normen en een neerwaartse druk op de prijzen voor landbouwproducten. In het licht van de huidige politieke en economische onzekerheid zou dit voor de plattelandsgemeenschappen een zichtbaar bewijs zijn dat de EU inspanningen doet om hun belangen overal ter wereld te verdedigen en te beschermen. Aangezien de Akte van Genève in grote lijnen gelijkloopt met de EU-wetgeving inzake de bescherming van landbouwproducten met een geografische aanduiding, zal de toetreding van de EU wellicht geen substantiële aanpassing van de inhoud van die wetgeving vergen.

Vanuit administratief oogpunt voorziet de Akte van Genève in een enkele reeks regels voor het verkrijgen van bescherming in alle leden en biedt ze dus een mechanisme dat eenvoudiger en efficiënter is dan de huidige EU-werkwijze waarbij moet worden gewerkt met allerlei lokale procedures in het kader van verschillende bilaterale overeenkomsten. Op het gebied van het handelsbeleid maakt de EU haar voortrekkersrol waar als het gaat om de bevordering van multilateralisme. Verwacht wordt dat de toetreding van de EU vergeleken met de status quo niet zal leiden tot extra kosten of lasten voor marktdeelnemers uit de EU of voor de lidstaten die geografische aanduidingen willen laten beschermen in het kader van het systeem van Lissabon. De administratieve kosten en lasten zullen juist dalen.

Voor bedrijven brengt de toetreding van de EU geen extra aanpassings-, nalevings- en transactiekosten en geen extra administratieve lasten mee. Zij zullen enkel eventuele, door de leden van de Unie van Lissabon opgelegde individuele onderzoekstaksen moeten betalen, die echter worden verlaagd met de in de internationale procedure betaalde taksen.

De EU en haar lidstaten kunnen gelijktijdig toetreden tot de Akte van Genève. Gezien het uniforme en exhaustieve karakter van het EU-systeem voor de bescherming van landbouwproducten met een geografische aanduiding moeten oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen die ter bescherming zijn ingediend door de zeven EU-lidstaten die lid zijn van het systeem van Lissabon (momenteel ongeveer 800) en die in aanmerking komen voor bescherming krachtens de EU-wetgeving, niet langer beschermd worden uit hoofde van nationale wetgeving, maar uitsluitend krachtens EU-wetgeving. Hetzelfde geldt voor de bescherming van geografische aanduidingen die afkomstig zijn uit en ter bescherming zijn ingediend door derde landen die lid zijn van de Unie van Lissabon. Bijgevolg zal de toetreding van de EU voor de EU-lidstaten leiden tot minder administratieve lasten voor deelname aan het systeem van Lissabon.

Eens de EU is toegetreden, zal het namelijk mogelijk zijn om naar het systeem van Lissabon te verwijzen in plaats van in detail te moeten onderhandelen over de bilaterale bescherming van geografische aanduidingen. Dat zou aansluiten bij de praktijk op andere terreinen van het intellectuele-eigendomsrecht (IER) waar de EU haar partners aanzet om toe te treden tot internationale IER-overeenkomsten, zoals de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van handelsmerken, en deze overeenkomsten na te leven, veeleer dan een web van uiteenlopende verbintenissen te creëren dat verwarrend kan zijn voor de belanghebbenden.

De toetreding van de EU zal voor andere derde landen waarschijnlijk een stimulans zijn om deel te nemen aan het systeem van Lissabon. Ze zouden immers bescherming in de hele Unie van Lissabon krijgen en indien hun systeem vergelijkbaar is met dat van de EU, kunnen ze profiteren van een efficiënte onderzoeksprocedure voor individuele geografische aanduidingen.

De toetreding van de EU kan in het bijzonder positieve gevolgen hebben voor ontwikkelingslanden die overwegen om toe te treden tot de Akte van Genève, aangezien hun geografische aanduidingen in de EU bescherming kunnen krijgen via het systeem van Lissabon. Uit de belangstelling van de OAPI, de 17 leden tellende Afrikaanse IP-organisatie, om toe te treden tot Lissabon, blijkt de aantrekkelijkheid van het instrument van geografische aanduidingen om de rechten van landbouwers in ontwikkelingslanden en traditionele waarde te beschermen.

Mogelijke nadelen zijn: het tot dusver beperkte aantal leden van het systeem van Lissabon, de bezorgdheid dat in WTO-verband juist minder vorderingen op het gebied van geografische aanduidingen worden gemaakt, de scepsis van sommige EU-lidstaten over EU-toetreding en de onzekerheid over de financiële gevolgen. Daar staat tegenover dat het gemoderniseerde systeem van de Akte van Genève waarschijnlijk nieuwe leden aantrekt, dat vooruitgang in de WIPO een gunstig effect kan hebben op de discussie over geografische aanduidingen in de WTO doordat synergie wordt gecreëerd en de herziene Overeenkomst van Lissabon dichter bij het WTO-proces wordt gebracht, dat bepaalde EU-lidstaten die gereserveerd staan tegenover het systeem van Lissabon, niet worden verplicht zich aan te sluiten, en dat de leden van de Unie van Lissabon vooruitgang hebben geboekt in de zin dat de financiële houdbaarheid van het systeem van Lissabon is verbeterd.

Alles bij elkaar genomen levert de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon meer voordelen op dan nadelen. Met het oog op de toetreding van de EU tot het systeem van Lissabon moet de Commissie een voorstel uitwerken voor de rechtshandelingen die nodig zijn voor de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon en voor de implementatie ervan.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

De deelname van de Unie aan de Unie van Lissabon als overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève is in overeenstemming met artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin is bepaald dat intellectuele eigendom moet worden beschermd.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Zie bijgevoegd financieel memorandum.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing.

2018/0189 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de actie van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Om ervoor te zorgen dat de Unie haar exclusieve bevoegdheid op het gebied van gemeenschappelijk handelsbeleid ten volle kan uitoefenen, wordt zij krachtens Besluit (EU) .../... van de Raad 2 overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen 3 (hierna de "Akte van Genève" genoemd). De overeenkomstsluitende partijen bij de Akte van Genève zijn lid van een bijzondere unie die is opgericht bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen 4 (hierna de "bijzondere unie" genoemd). Overeenkomstig artikel 3 van Besluit (EU) .../... moet de Unie in de bijzondere unie worden vertegenwoordigd door de Commissie.

(2)Er moeten regels worden vastgesteld op grond waarvan de Unie haar uit de toetreding tot de Akte van Genève voortvloeiende rechten en plichten ten volle kan uitoefenen.

(3)De Akte van Genève beschermt oorsprongsbenamingen, waaronder de in Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad 5 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 6 bedoelde oorsprongsbenamingen, en geografische aanduidingen, die hierna tezamen als "geografische aanduidingen" worden aangeduid.

(4)Na de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève moet de Commissie eerst bij het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (hierna het "internationaal bureau" genoemd) een aanvraag indienen tot inschrijving in zijn register (hierna het "internationaal register" genoemd) van een lijst van geografische aanduidingen die afkomstig zijn uit en beschermd zijn op het grondgebied van de Unie. De criteria voor het opstellen van die lijst moeten, net zoals bij bepaalde bilaterale en regionale overeenkomsten van de Unie betreffende de bescherming van geografische aanduidingen, met name rekening houden met de productiewaarde en de exportwaarde, met bescherming in het kader van andere overeenkomsten en met bestaand of mogelijk misbruik in de betrokken derde landen.

(5)Om ervoor te zorgen dat extra geografische aanduidingen die in de Unie beschermd en ingeschreven zijn, in het internationaal register worden ingeschreven, moet het de Commissie worden toegestaan in een latere fase aanvragen tot internationale inschrijving van die extra geografische aanduidingen in te dienen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een lidstaat of een belanghebbende producentengroepering of, in uitzonderlijke gevallen, van een enkele producent.

(6)Er moeten passende procedures worden vastgesteld op basis waarvan de Commissie in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen van overeenkomstsluitende partijen bij de Akte van Genève die geen lidstaat zijn (hierna "derde overeenkomstsluitende partijen" genoemd) kan beoordelen, teneinde te voorzien in een procedure voor het nemen van een besluit over bescherming in de Unie en voor de opheffing van die bescherming waar nodig.

(7)De Unie moet de bescherming van in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen van derde overeenkomstsluitende partijen handhaven in overeenstemming met hoofdstuk III van de Akte van Genève, en met name artikel 14 van die akte, waarin is bepaald dat elke overeenkomstsluitende partij doeltreffende rechtsmiddelen voor de bescherming van de ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen beschikbaar moet stellen en moet bepalen dat een gerechtelijke procedure om die bescherming af te dwingen, kan worden ingesteld door een openbare autoriteit of door enige belanghebbende openbare of particuliere partij, hetzij een natuurlijk persoon hetzij een rechtspersoon, volgens haar eigen rechtsstelsel en rechtspraktijk. Om ervoor te zorgen dat de bescherming van merken gelijk opgaat met die van geografische aanduidingen, en gezien de waarborg voor oudere rechten van merken als vastgelegd in artikel 13, lid 1, van de Akte van Genève, moeten oudere merken en in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen die in de Unie beschermd zijn of worden gebruikt, naast elkaar kunnen bestaan.

(8)Zeven lidstaten zijn lid van de bijzondere unie en hebben als zodanig de bescherming van de geografische aanduidingen van derde overeenkomstsluitende partijen aanvaard. Om hun de middelen te bieden om te voldoen aan de internationale verplichtingen die zij vóór de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève zijn aangegaan, dient een overgangsregeling te worden ingevoerd die uitsluitend op nationaal niveau gevolgen heeft en die geen gevolgen heeft voor het intra-uniale of het internationale handelsverkeer.

(9)Het lijkt billijk dat de krachtens de Akte van Genève en de gemeenschappelijke regels van de Overeenkomst van Lissabon enerzijds en de Akte van Genève anderzijds te betalen vergoedingen voor de indiening bij het internationaal bureau van een aanvraag voor internationale inschrijving van een geografische aanduiding, evenals de vergoedingen voor andere vermeldingen in het internationaal register en voor de verstrekking van uittreksels, attesten of andere informatie over de inhoud van deze internationaal inschrijving ten laste moeten komen van de lidstaat van de geografische aanduiding. Dit mag geen afbreuk doen aan eventuele besluiten van een lidstaat om die vergoedingen door te berekenen aan de producentengroepering of één enkele producent die gebruikmaakt van de geografische aanduiding waarvoor internationale inschrijving wordt aangevraagd.

(10)Om mogelijke tekorten in de operationele begroting van de bijzondere unie op te vangen, moet de Unie kunnen voorzien in een bijzondere bijdrage binnen het budget dat daarvoor beschikbaar is in de jaarlijkse begroting van de Unie.

(11)Om eenvormige voorwaarden voor de implementatie van het Unielidmaatschap van de bijzondere unie te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend voor de opstelling van een lijst van geografische aanduidingen voor de indiening van een aanvraag tot internationale inschrijving bij het internationaal bureau na de toetreding tot de Akte van Genève, voor de latere indiening van een aanvraag tot internationale inschrijving van een geografische aanduiding bij het internationaal bureau, voor de afwijzing van een oppositie, voor een besluit over het al dan niet verlenen van bescherming aan een in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding en voor de opheffing van de bescherming in de Unie van een in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 7 ,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1
Onderwerp

Deze verordening bevat regels voor de implementatie van de rechten en plichten van de Unie die voortvloeien uit de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (hierna de "Akte van Genève" genoemd).

In deze verordening worden oorsprongsbenamingen, waaronder die welke worden bedoeld in Verordening (EU) nr. 1151/2012 en Verordening (EU) nr. 1308/2013, en geografische aanduidingen tezamen aangeduid als "geografische aanduidingen".

Artikel 2
Internationale inschrijving van geografische aanduidingen bij toetreding

Na de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève dient de Commissie bij het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (hierna het "internationaal bureau" genoemd) krachtens artikel 5, leden 1 en 2, van de Akte van Genève een aanvraag in tot internationale inschrijving van geografische aanduidingen die krachtens Unierecht beschermd en ingeschreven zijn en die betrekking hebben op producten uit de Unie.

De Commissie stelt een uitvoeringshandeling met een lijst van in de eerste alinea bedoelde geografische aanduidingen vast overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Bij de opstelling van de in de tweede alinea bedoelde lijst houdt de Commissie met name rekening met:

(a)de productiewaarde van de geografische aanduiding;

(b)de exportwaarde van de geografische aanduiding;

(c)de bescherming van de geografische aanduiding in het kader van andere internationale overeenkomsten;

(d)bestaand of mogelijk misbruik van de geografische aanduiding in andere leden van de bijzondere unie;

(e)het totale aantal in het register van het internationaal bureau (hierna het "internationaal register" genoemd) ingeschreven geografische aanduidingen van de andere leden van de bijzondere unie.

Artikel 3
Latere internationale inschrijving van geografische aanduidingen van de Unie

Na de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève kan de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat of een belanghebbende producentengroepering of één enkele producent die gebruikmaakt van een geografische aanduiding die in de Unie beschermd en ingeschreven is, uitvoeringshandelingen vaststellen voor de indiening bij het internationaal bureau van een aanvraag tot internationale inschrijving van een geografische aanduiding die krachtens Unierecht beschermd en ingeschreven is en die betrekking heeft op een product uit de Unie.

Bij de beoordeling of een aanvraag tot internationale inschrijving al dan niet wordt ingediend, houdt de Commissie rekening met de in artikel 2, derde alinea, genoemde criteria. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 4
Beoordeling van in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen van derde landen

(1)De Commissie beoordeelt de door het internationale bureau krachtens artikel 6, lid 4, van de Akte van Genève gemelde publicatie van in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen ingeval de overeenkomstsluitende partij van oorsprong, als bedoeld in artikel 1, punt xv, van de Akte van Genève, geen lidstaat is, om uit te maken of deze publicatie de verplichte elementen bevat die zijn genoemd in regel 5, punt 2, van de gemeenschappelijke regels van de Overeenkomst van Lissabon enerzijds en de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon anderzijds (hierna "gemeenschappelijke regels" genoemd) 8 , evenals de bijzonderheden over de kwaliteit, de reputatie of de kenmerken zoals vastgelegd in regel 5, punt 3, van de gemeenschappelijke regels, en om uit te maken of de publicatie geen betrekking heeft op een product dat momenteel al bescherming geniet in de Unie. De termijn voor deze beoordeling mag niet langer zijn dan vier maanden en mag geen toetsing aan andere specifieke Uniebepalingen over het op de markt brengen van producten, en met name over sanitaire en fytosanitaire normen, handelsnormen en de etikettering van levensmiddelen omvatten.

(2)Wanneer de Commissie op basis van de krachtens lid 1 verrichte beoordeling meent dat op het eerste gezicht is voldaan aan de in die alinea vastgestelde voorwaarden, maakt zij de geografische aanduiding die ter bescherming in de Unie is voorgesteld, samen met de soort product en het land van oorsprong bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie (C-serie).

(3)Wanneer de Commissie op basis van de krachtens lid 1 verrichte beoordeling meent dat niet is voldaan aan de in die alinea vastgestelde voorwaarden, neemt zij een besluit tot weigering van bescherming van de geografische aanduiding door middel van een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Voor geografische aanduidingen van producten die niet onder de bevoegdheid van de comités als bedoeld in artikel 13, lid 1, vallen, neemt de Commissie het besluit zonder toepassing van de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van de Akte van Genève stelt de Commissie het internationaal bureau binnen een jaar na ontvangst van de kennisgeving van de internationale inschrijving krachtens artikel 6, lid 4, van de Akte van Genève in kennis van de weigering van de gevolgen van de betrokken internationale inschrijving op het grondgebied van de Unie.

Artikel 5
Oppositieprocedure voor in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen van derde landen

(1)Binnen twee maanden na de bekendmaking van de naam van de geografische aanduiding in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 4, lid 2, kunnen de autoriteiten van een lidstaat of een derde land dat geen overeenkomstsluitende partij van oorsprong is, of een natuurlijk of rechtspersoon met een rechtmatig belang die gevestigd is in de Unie of in een derde land dat geen overeenkomstsluitende partij van oorsprong is, bij de Commissie een oppositie indienen in een van de officiële talen van de Unie.

(2)Die oppositie is enkel ontvankelijk indien ze binnen de in lid 1 genoemde termijn wordt ontvangen en een of meer van de volgende beweringen bevat:

(a)de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding is strijdig met de naam van een planten- of dierenras en kan de consument misleiden aangaande de werkelijke oorsprong van het product;

(b)de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding is geheel of gedeeltelijk homoniem met een geografische aanduiding die reeds beschermd is in de Unie, er is in de praktijk niet voldoende onderscheid tussen de plaatselijke en traditionele gebruiken en de aanbiedingsvorm van de ter bescherming voorgestelde geografische aanduiding enerzijds en de in de Unie reeds beschermde geografische aanduiding anderzijds, er rekening mee houdend dat de betrokken producenten een billijke behandeling moeten krijgen en dat de consument niet mag worden misleid;

(c)de bescherming in de Unie van de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding zou een schending van de rechten van een ouder merkinhouden;

(d)de bescherming in de Unie van de voorgestelde geografische aanduiding zou schadelijk zijn voor het gebruik van een geheel of gedeeltelijk identieke naam of voor de exclusieve aard van een merk of de economische waarde van producten die ten minste vijf jaar vóór de datum van bekendmaking van de naam van de geografische aanduiding in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 4, lid 2, legaal op de markt zijn gebracht;

(e)de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding heeft betrekking op een product dat momenteel geen bescherming geniet in de Unie;

(f)de naam waarvoor inschrijving wordt aangevraagd, is een op het grondgebied van de Unie een soortnaam.

(3)De Commissie beoordeelt de in lid 2 genoemde oppositiegronden met betrekking tot het grondgebied van de Unie of een deel daarvan.

Artikel 6
Besluit inzake de bescherming in de Unie van in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen van derde landen

(1)Wanneer de Commissie geen oppositie of een onontvankelijke oppositie ontvangt, wijst zij de onontvankelijke oppositie in voorkomend geval af en neemt zij een besluit tot verlening van bescherming aan de geografische aanduiding door middel van een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

(2)Wanneer de Commissie een in artikel 5, lid 2, genoemde ontvankelijke oppositie ontvangt, neemt zij een besluit over het al dan niet verlenen van bescherming aan een in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding door middel van een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Voor geografische aanduidingen van producten die niet onder de bevoegdheid van de comités als bedoeld in artikel 13, lid 1 vallen, neemt de Commissie het besluit zonder toepassing van de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

(3)In het besluit tot verlening van bescherming aan een geografische aanduiding overeenkomstig de leden 1 en 2 is de reikwijdte van de verleende bescherming vermeld en kunnen voorwaarden zijn opgenomen die verenigbaar zijn met de Akte van Genève, in het bijzonder wat betreft een afgebakende overgangsperiode als genoemd in artikel 17 van de Akte van Genève en in regel 14 van de gemeenschappelijke regels.

(4)Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van de Akte van Genève stelt de Commissie het internationaal bureau binnen een jaar na ontvangst van de kennisgeving van de betrokken internationale inschrijving krachtens artikel 6, lid 4, van de Akte van Genève in kennis van de weigering van de gevolgen van de betrokken internationale inschrijving op het grondgebied van de Unie.

Artikel 7
Gebruik van geografische aanduidingen

(1)De door de Commissie op grond van artikel 6 vastgestelde uitvoeringshandelingen zijn van toepassing onverminderd andere specifieke Uniebepalingen over het op de markt brengen van producten, en met name over de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, sanitaire en fytosanitaire normen en de etikettering van levensmiddelen. De Commissie stelt het internationaal bureau in kennis van deze gebruiksvoorwaarden op het moment van toetreding.

(2)Onverminderd lid 1 mogen krachtens deze verordening beschermde geografische aanduidingen worden gebruikt door marktdeelnemers die een product op de markt brengen overeenkomstig de internationale inschrijving.

Artikel 8
Schrapping van een in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding van een derde land

De Commissie kan, op eigen initiatief of naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, een derde land of een natuurlijk of rechtspersoon met een rechtmatig belang, uitvoeringshandelingen vaststellen voor de opheffing van de bescherming in de Unie van een in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding, en wel in een of meer van de volgende situaties:

(a)de geografische aanduiding is niet langer beschermd in de overeenkomstsluitende partij van oorsprong;

(b)de geografische aanduiding is niet langer ingeschreven in het internationaal register;

(c)de naleving van de in regel 5, punt 2, van de gemeenschappelijke regels genoemde verplichte elementen of van de in regel 5, punt 3, van die regels genoemde bijzonderheden over de kwaliteit, de reputatie of de kenmerken is niet langer gewaarborgd.

De in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 13, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

De Commissie stelt het internationaal bureau onverwijld in kennis van de ongeldigverklaring op het grondgebied van de Unie van de internationale inschrijving van de geografische aanduiding die overeenkomstig de eerste alinea is geschrapt.

Artikel 9
Verhouding tot merken

(1)De bescherming van een geografische aanduiding doet geen afbreuk aan de geldigheid van een ouder merk dat te goeder trouw is aangevraagd of ingeschreven, of waarvoor rechten zijn verworven door gebruik te goeder trouw op het grondgebied van de Unie.

(2)Een in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding wordt niet beschermd op het grondgebied van de Unie wanneer de bescherming van de geografische aanduiding in kwestie op het grondgebied van de Unie, in het licht van de reputatie en bekendheid van een merk en de periode waarin het reeds in gebruik is, tot gevolg heeft dat de consument kan worden misleid ten aanzien van de ware identiteit van het product.

(3)Onverminderd lid 2 geldt dat een ouder merk verder mag worden gebruikt en mag worden verlengd voor het betrokken product wanneer het te goeder trouw op het grondgebied van de Unie is aangevraagd of ingeschreven of de rechten ervan door gebruik te goeder trouw zijn verworven ook al zou het gebruik ervan indruisen tegen de desalniettemin verleende bescherming van een geografische aanduiding, op voorwaarde dat er geen redenen zijn om het merk nietig of vervallen te verklaren op grond van Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad 9 . In dergelijke gevallen zijn zowel het gebruik van de geografische aanduiding als het gebruik van het desbetreffende merk toegestaan.

Artikel 10
Voorlopige bescherming

(1)De lidstaten die al lid waren van de bijzondere unie vóór de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève, kunnen een derde land dat overeenkomstsluitende partij is bij de Overeenkomst van Lissabon van 1958 of bij die overeenkomst als herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en gewijzigd op 28 september 1979, door middel van een nationaal beschermingssysteem bescherming verlenen, en wel met ingang van de datum waarop de Unie overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève wordt, voor de in het kader van de bijzondere unie op dat moment ingeschreven geografische aanduidingen of met ingang van de datum waarop de inschrijving van de geografische aanduiding in het internationaal register door de Commissie wordt gemeld aan de lidstaat.

Deze nationale bescherming loopt af op de datum waarop een besluit inzake bescherming krachtens deze verordening wordt genomen dan wel op de datum waarop de internationale inschrijving afloopt.

(2)Wanneer een naam uit een derde land niet krachtens deze verordening wordt ingeschreven, is de betrokken lidstaat volledig verantwoordelijk voor de gevolgen van een dergelijk nationaal beschermingssysteem.

(3)De door de lidstaten krachtens lid 1 getroffen maatregelen hebben uitsluitend op nationaal niveau gevolgen en hebben geen gevolgen voor het intra-uniale of het internationale handelsverkeer.

Artikel 11
Vergoedingen

De krachtens artikel 7 van de Akte van Genève te betalen vergoedingen, als genoemd in de gemeenschappelijke regels, voor de indiening van een aanvraag bij het internationaal bureau tot inschrijving van een geografische aanduiding in het internationaal register, alsook voor de verstrekking van uittreksels, attesten of andere informatie over de inhoud van dit register komen ten laste van de lidstaat van de geografische aanduiding.

Dit doet geen afbreuk aan eventuele besluiten van een lidstaat om de in de eerste alinea bedoelde bedragen door te berekenen aan de producentengroepering of één enkele producent die gebruikmaakt van de geografische aanduiding waarvoor internationale inschrijving wordt aangevraagd.

Artikel 12
Bijzondere financiële bijdrage

Wanneer de inkomsten van de bijzondere unie worden verkregen overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder v), van de Akte van Genève, kan de Unie een bijzondere bijdrage leveren binnen het budget dat daarvoor beschikbaar is in de jaarlijkse begroting van de Unie.

Artikel 13
Comitéprocedure

(1)De Commissie wordt bijgestaan door de volgende comités in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 voor de volgende producten:

(a)voor wijnbouwproducten die onder artikel 92, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vallen: het bij artikel 229 van die verordening ingestelde Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten;

(b)voor gearomatiseerde wijnbouwproducten als omschreven in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad 10 : het bij artikel 34 van die verordening ingestelde Comité voor gearomatiseerde wijnbouwproducten;

(c)voor gedistilleerde dranken als omschreven in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad 11 : het bij artikel 25 van die verordening ingestelde Comité voor gedistilleerde dranken;

(d)voor producten die onder artikel 2, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 vallen: het bij artikel 57 van die verordening ingestelde Comité inzake de kwaliteit van landbouwproducten.

(2)Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 14
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

FINANCIEEL MEMORANDUM

FS/18/YG/mh

agri.ddg1.a.2(2018)1387240

6.221.2018.1

DATUM: 5.3.2018

1.

BEGROTINGSONDERDEEL:

05 06 01

KREDIETEN:

7,228 miljard EUR

2.

TITEL:
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de actie van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

3.

RECHTSGRONDSLAG:

Artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

4.

DOELSTELLINGEN:

Opstelling van de regels voor de implementatie van het EU-lidmaatschap van de Unie van Lissabon als overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

5.

FINANCIËLE GEVOLGEN

PERIODE VAN 12 MAANDEN


(in miljoen EUR)

LOPEND BEGROTINGSJAAR

2018

(in miljoen EUR)

VOLGEND BEGROTINGSJAAR

2019

(in miljoen EUR)

5.0

UITGAVEN

-    UIT DE EU-BEGROTING
(RESTITUTIES/INTERVENTIES)

-    NATIONALE INSTANTIES

-    OVERIGE

-

1,0

1,0

-

-

1,0 (raming)

5.1

ONTVANGSTEN

-    EIGEN MIDDELEN EU
(HEFFINGEN/DOUANERECHTEN)

-    NATIONAAL

2020

2021

2022

2023

5.0.1

RAMING VAN DE UITGAVEN

5.1.1

RAMING VAN DE ONTVANGSTEN

5.2

BEREKENINGSMETHODE: nog niet bepaald

6.0

IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET BETROKKEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGEVOERD?

JA NEEN

6.1

IS FINANCIERING MOGELIJK DOOR OVERSCHRIJVING VAN EEN HOOFDSTUK NAAR EEN ANDER HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING?

JA NEE

6.2

IS EEN AANVULLENDE BEGROTING NODIG?

JA NEE

6.3

MOETEN OP DE VOLGENDE BEGROTING KREDIETEN WORDEN OPGEVOERD?

JA NEEN

OPMERKINGEN:

De vergoedingen moeten ten laste komen van de lidstaat van de geografische aanduiding. Wel kan de Unie een bijzondere bijdrage uit hoofde van artikel 24, lid 2, onder v), van de Akte van Genève leveren binnen het budget dat daarvoor beschikbaar is in de jaarlijkse begroting van de Unie. Daartoe wordt in 2018 een bedrag van 1 miljoen EUR toegewezen aan begrotingsonderdeel 05 06 01.

(1)    PB C […] van […], blz. […].
(2)    PB L […] van […], blz. […].
(3)     http://www.wipo.int/edocs/lexdocs/treaties/en/lisbon/trt_lisbon_009en.pdf
(4)     http://www.wipo.int/export/sites/www/lisbon/en/legal_texts/lisbon_agreement.pdf
(5)    Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
(6)    Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
(7)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(8)    Gemeenschappelijke regels van de Overeenkomst van Lissabon enerzijds en de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon anderzijds, als aangenomen door de vergadering van de Unie van Lissabon op 11 oktober 2017, http://www.wipo.int/meetings/en/doc_details.jsp?doc_id=376416 , Doc. WIPO A/57/11 van 11 oktober 2017.
(9)    Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB L 154 van 16.7.2017, blz. 1).
(10)    Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 14).
(11)    Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16).
Top