EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document L:2004:272:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, L 272, 20 augustus 2004


Display all documents published in this Official Journal
 

ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 272

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
20 augustus 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1479/2004 van de Commissie van 19 augustus 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10 augustus 2004 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot goederen die van oorsprong zijn uit gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en die worden binnengebracht in gebieden waarover de regering wel feitelijk het gezag uitoefent

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1481/2004 van de Commissie van 19 augustus 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

11

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

2004/604/EG:Beschikking van de Commissie van 7 juli 2004 tot machtiging van de Turks-Cypriotische kamer van koophandel overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 2583)

12

 

 

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

 

*

2004/605/EG:Besluit van het vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie van 13 april 2004 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten

13

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (2004/132/EG, Euratom) (PB L 53 van 23.2.2004)

16

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

20.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/1


VERORDENING (EG) Nr. 1479/2004 VAN DE COMMISSIE

van 19 augustus 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 augustus 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 augustus 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 19 augustus 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0707 00 05

052

88,0

999

88,0

0709 90 70

052

73,0

999

73,0

0805 50 10

382

55,0

388

50,2

524

76,0

528

57,2

999

59,6

0806 10 10

052

86,4

400

177,3

624

145,6

999

136,4

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

80,0

400

107,5

404

115,9

508

60,7

512

88,1

528

87,6

720

53,0

800

162,8

804

77,6

999

92,6

0808 20 50

052

104,0

388

93,5

528

81,3

999

92,9

0809 30 10, 0809 30 90

052

138,6

999

138,6

0809 40 05

052

101,8

066

45,5

093

37,5

624

142,2

999

81,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


20.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/3


VERORDENING (EG) nr. 1480/2004 VAN DE COMMISSIE

van 10 augustus 2004

tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot goederen die van oorsprong zijn uit gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent en die worden binnengebracht in gebieden waarover de regering wel feitelijk het gezag uitoefent

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 (1), en met name op artikel 4, lid 12,

Na raadpleging van het Line Regulation Committee,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 4 van Verordening (EG) nr. 866/2004 is een bijzondere regeling vastgesteld voor de behandeling van goederen die van oorsprong uit gebieden zijn waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent (hierna „de zones” genoemd) en worden binnengebracht in gebieden waarover de regering wel feitelijk de controle uitoefent.

(2)

Voor de tenuitvoerlegging van deze regeling moet de Commissie op grond van artikel 4, lid 12, van Verordening (EG) nr. 866/2004 specifieke voorschriften vaststellen voor goederen die volledig zijn verkregen in de zones en die voldoen aan bijlage II van de genoemde verordening. Deze specifieke voorschriften moeten echter uiteraard gelden voor alle goederen waarop de verordening van toepassing is.

(3)

Er moeten gedetailleerde regels worden geformuleerd inzake de vorm en inhoud van het door de Turks-Cypriotische kamer van koophandel of een ander bevoegd orgaan af te geven document en inzake de controle op de naleving van de regels.

(4)

Ook moeten gedetailleerde regels worden vastgesteld inzake de informatieplicht van de Turks-Cypriotische kamer van koophandel of een ander bevoegd orgaan, de autoriteiten van de Republiek Cyprus en de autoriteiten van het oostelijke Sovereign Base Area van Cyprus met betrekking tot de aard, hoeveelheden, bestemming en waarde van de goederen waarvoor certificaten worden afgegeven en die de lijn overschrijden, en met betrekking tot de eventuele opgelegde sancties of invoerrechten.

(5)

De fytosanitaire veiligheid en de voedselveiligheid moeten gewaarborgd zijn en er moet worden voldaan aan alle andere veiligheidscriteria. De bescherming tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen moet gewaarborgd zijn en er moeten gedetailleerde regels vastgesteld worden voor de afgifte van documenten in verband met de in artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 866/2004 bedoelde controles. In afwachting van de bepaling van de fytosanitaire status van de zones met betrekking tot de in bijlage I en II van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (2) vermelde relevante schadelijke organismen, moeten specifieke beschermende maatregelen worden genomen of aanvullende controles worden uitgevoerd.

(6)

Omwille van de veiligheid en om van meet af aan misbruik te voorkomen moeten bepaalde categorieën goederen waarvoor beperkingen of handelsbeschermende maatregelen gelden uitgesloten worden van de toepassing van Verordening (EG) nr. 866/2004.

(7)

Er moet duidelijker vermeld worden dat goederen van oorsprong uit de zones die worden vervoerd naar andere lidstaten voor BTW-doeleinden beschouwd moeten worden als ingevoerd in de Republiek Cyprus.

(8)

Ook moeten de in artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 866/2004 genoemde noodgevallen nader omschreven worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Oorsprongsregels

De oorsprong van de producten waarop deze verordening van toepassing is, wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen die op dit gebied in de Gemeenschap van toepassing zijn.

Artikel 2

Begeleidend document

1.   Het in artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 866/2004 bedoelde begeleidende document moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

1)

het bevat de nodige gegevens teneinde het goederen waarop het betrekking heeft te kunnen identificeren, onder meer:

a)

omschrijving van de goederen;

b)

eventuele nummers en merktekens en het aantal goederen;

c)

aantal en soort der colli;

d)

omvang en waarde van de goederen;

e)

naam en adres van de producent;

f)

naam en adres van de afzender en de geadresseerde.

2)

een garantie dat voldaan is aan de in artikel 1 bedoelde oorsprongsregels en ondubbelzinnig verklaren dat de goederen waarop het document betrekking heeft van oorsprong zijn uit de in artikel 1, lid 1, van protocol nr. 10 bij de Toetredingsakte van 2003 bedoelde gebieden. In dit verband controleert de Turks-Cypriotische kamer van koophandel of een ander bevoegd orgaan voorafgaand aan de afgifte van het document of de door de producent en de afzender verstrekte gegevens juist zijn. Dergelijke controles moeten minimaal één onderzoek bij de producent ter plaatse omvatten.

Het begeleidende document wordt op een formulier gesteld waarvan het model in bijlage I is opgenomen.

2.   Ondernemingen kunnen dit document aanvragen door een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de eerdergenoemde instanties van afgifte. Deze aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:

1)

een verklaring van de producent waarin hij

a)

verklaart dat de betreffende goederen van oorsprong zijn uit de in artikel 1, lid 1, van protocol nr. 10 van de Toetredingsakte 2003 bedoelde gebieden;

b)

belooft alle bescheiden met betrekking tot de productie (met inbegrip van de aankoop van grondstoffen) en de verkoop van de goederen, gedurende een periode van minimaal drie jaar, te rekenen vanaf de datum van de aanvraag, voor controledoeleinden te bewaren en aanvaardt dat de in lid 1 bedoelde organen en de diensten van de Commissie op enig redelijk moment controles mogen uitvoeren;

2)

een verklaring van de afzender met betrekking tot de bestemming van de goederen.

Deze aanvraag wordt op een formulier gesteld waarvan het model in bijlage II is opgenomen.

3.   De in lid 1, punt 2, bedoelde organen doen aan de Commissie, de regering van de Republiek Cyprus en de autoriteiten van het oostelijke Sovereign Base Area een overzicht toekomen van de namen en functies van de personen die bevoegd zijn om de documenten te ondertekenen, evenals een voorbeeld van hun handtekening en het gebruikte stempel.

4.   De autoriteiten van de Republiek Cyprus brengen de diensten van de Commissie op de hoogte van gevallen waarin eraan getwijfeld wordt of de goederen voldoen aan de oorsprongscriteria. In dergelijke gevallen laten de autoriteiten van de Republiek Cyprus de goederen de lijn overschrijden onder de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 866/2004 gestelde voorwaarden, waarbij als dit nodig geacht wordt voorzorgsmaatregelen genomen kunnen worden in afwachting van de resultaten van de controle.

Als blijkt dat de documenten zijn afgegeven zonder dat aan alle voorwaarden is voldaan, moeten alle rechten en heffingen worden betaald die verschuldigd zijn wanneer de goederen in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, tegen het voor derde landen zonder preferentiële behandeling geldende tarief. De bepalingen inzake douaneschulden en de inning daarvan zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

Fytosanitaire controle en verslaglegging

1.   Wanneer de goederen bestaan uit planten, plantaardige producten of andere onderdelen waarop deel B van bijlage V van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van toepassing is, worden de goederen tijdens het groeiproces, op het moment van oogsten en tijdens de voorbereiding van het op de markt brengen gecontroleerd door onafhankelijke, door de Commissie benoemde deskundigen, die samenwerken met de Turks-Cypriotische kamer van koophandel met betrekking tot de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004.

Voor aardappelen zullen deze deskundigen nagaan of deze rechtstreeks geteeld werden uit pootaardappelen die gecertificeerd zijn in één van de lidstaten of uit pootaardappelen die gecertificeerd zijn in een ander land waarvoor de invoer van aardappelen in de Gemeenschap niet verboden is op grond van bijlage III bij Richtlijn 2000/29/EG.

Voor citrusvruchten zullen deze deskundigen nagaan of het fruit ontdaan is van blaadjes en steeltjes en voorzien is van de juiste oorsprongsvermelding.

2.   Als deze deskundigen naar beste vermogen en voorzover mogelijk vaststellen dat de betreffende planten, plantaardige producten en andere onderdelen van de zending voldoen aan de in bijlage II van Verordening (EG) nr. 866/2004 vermelde vereisten en controles, alsmede aan lid 1, punt 2 en 3, delen zij hun bevindingen mee aan de hand van het in bijlage III opgenomen model voor het „Verslag van de fytosanitaire inspectie”. Dit verslag wordt als bijlage aan het in artikel 2 bedoelde begeleidende document gehecht.

De deskundigen zullen geen verslag van de fytosanitaire inspectie afgeven voor planten bestemd voor opplant, waaronder knollen van Solanum tuberosum L.

3.   Vervolgens verzegelen zij de vrachtwagens of andere vervoersmiddelen zodanig dat de lading niet geopend kan worden totdat de lijn overschreden is. Zonder volledig ingevuld en door minimaal één van de deskundigen ondertekend verslag zullen geen producten waarop deze verordening van toepassing is de lijn overschrijden.

4.   Op het moment van binnenkomst in de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent, wordt de lading onderzocht door de bevoegde autoriteiten. Indien van toepassing zal het verslag van de fytosanitaire inspectie vervangen worden door een plantenpaspoort, afgegeven overeenkomstig Richtlijn 92/105/EEG (3) en 93/51/EEG (4) van de Commissie.

5.   Als aardappelen deel uitmaken van de lading zal een representatief deel onderzocht worden op Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. en Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al., overeenkomstig de communautaire methoden voor de detectie en diagnose van deze schadelijke organismen.

Artikel 4

Voedsel- en productveiligheid, nagemaakte en illegaal gekopieerde goederen

1.   Omwille van de voedselveiligheid is het verboden voedingsmiddelen, toevoegingsmiddelen, voormengels, alle voedingsmiddelen die dierlijke componenten bevatten en alle producten die vallen onder de in bijlage IV vermelde beschikkingen van de Commissie en toekomstige vergelijkbare beschikkingen over de lijn te vervoeren. Artikel 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 178/2002 (5) van het Europees Parlement en de Raad zijn van overeenkomstige toepassing.

2.   De autoriteiten van de Republiek Cyprus en van het oostelijke Sovereign Base Area zien erop toe dat de goederen die de lijn overschrijden, voldoen aan de communautaire regels inzake de bescherming van gezondheid, veiligheid, milieu en de consument en de invoer van nagemaakte of illegaal gekopieerde goederen.

Artikel 5

Handelsbeschermingsmaatregelen

Er mag geen begeleidend document worden afgegeven voor goederen waarvoor de Europese Unie handelsbeschermende maatregelen heeft genomen, evenals goederen waarin materialen verwerkt zijn waarvoor dergelijke maatregelen gelden. Dit geldt onverminderd de toepassing van communautaire antidumping-, antisubsidie-, vrijwarings- of andere handelsbeschermingsinstrumenten.

Artikel 6

BTW

Wanneer goederen van oorsprong uit de zones overgebracht worden naar andere lidstaten, wordt hun eerdere invoer in de gebieden waarover de regering feitelijk de controle uitoefent behandeld als invoer van goederen zoals bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad (6), waarbij de eigenaar van de goederen of een andere persoon die als zodanig door de regering van de Republiek Cyprus wordt aangewezen of erkend hoofdelijk verplicht is de BTW bij invoer te voldoen, overeenkomstig artikel 21, lid 4, van de genoemde richtlijn.

Artikel 7

Noodgevallen

Andere noodgevallen zoals bedoeld in artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 866/2004 zijn onder meer situaties of omstandigheden die aanleiding (dreigen te) geven tot ernstige blijvende economische schade voor een regio van de Republiek Cyprus, of situaties en omstandigheden die een risico (dreigen te) vormen voor de werking van de interne markt, met name wanneer een dergelijk risico ontstaat doordat in de zones op grondstoffen die gebruikt worden bij de productie van goederen geen invoerrechten worden geheven die gelijkwaardig zijn aan die van het gemeenschappelijke douanetarief.

Artikel 8

Informatieplicht

1.   De Turks-Cypriotische kamer van koophandel of een ander op grond van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 866/2004 bevoegd verklaard orgaan informeren de Commissie maandelijks over het soort, de hoeveelheid en de waarde van de goederen waarvoor het in artikel 2, lid 1, bedoelde document is afgegeven, en over eventuele onregelmatigheden die daarbij ontdekt werden, alsmede de in verband daarmee opgelegde sancties.

2.   Overeenkomstig artikel 4, lid 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 866/2004 informeren de autoriteiten van de Republiek Cyprus de Commissie maandelijks over het soort, de hoeveelheid en de waarde van de goederen die de lijn hebben overschreden volgens de in artikel 2, lid 1, bedoelde documenten, en over eventuele onregelmatigheden die daarbij ontdekt werden, alsmede de in verband daarmee opgelegde sancties.

3.   De autoriteiten van de Republiek Cyprus informeren de Commissie ieder kwartaal over het soort, de hoeveelheid en de waarde van de goederen waarvan de Republiek Cyprus niet de eindbestemming was volgens de in artikel 2, lid 1, bedoelde documenten. Goederen waarvan een andere lidstaat dan Cyprus de eindbestemming is, moeten apart vermeld worden.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 augustus 2004.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 161 van 30.04.2004, blz. 128.

(2)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(3)  PB L 4 van 8.1.1993, blz. 22.

(4)  PB L 205 van 17.8.1993, blz. 24.

(5)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(6)  PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1.


BIJLAGE I

Voorbeeld van het in artikel 2, lid 1, bedoelde begeleidende document

Image


BIJLAGE II

Voorbeeld van het in artikel 2, lid 2, bedoelde aanvraagformulier

Image


BIJLAGE III

Voorbeeld van het in artikel 3, lid 2, bedoelde „Verslag van de fytosanitaire inspectie”

Image


BIJLAGE IV

Lijst van in artikel 4, lid 1, bedoelde beschikkingen van de Commissie

Beschikking nr. 2002/80/EG van de Commissie, gewijzigd bij Beschikking nr. 2004/429/EG, tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van vijgen, hazelnoten, pistachenoten en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit Turkije

Beschikking nr. 2002/79/EG van de Commissie, gewijzigd bij Beschikking nr. 2004/429/EG, houdende speciale voorwaarden voor de invoer van grondnoten en bepaalde van grondnoten afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit China

Beschikking nr. 2000/49/EG van de Commissie, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 2004/429/EG, houdende speciale voorwaarden voor de invoer van grondnoten en bepaalde van grondnoten afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit Egypte

Beschikking nr. 2003/493/EG van de Commissie, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 2004/428/EG, tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van paranoten in de dop van oorsprong uit of verzonden uit Brazilië

Beschikking nr. 1997/830/EG van de Commissie, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 2004/429/EG, houdende vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van pimpernoten (pistaches) en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong of herkomst uit Iran

Beschikking nr. 2004/92/EG van de Commissie van 21 januari 2004 inzake noodmaatregelen met betrekking tot Spaanse peper en producten daarvan


20.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/11


VERORDENING (EG) Nr. 1481/2004 VAN DE COMMISSIE

van 19 augustus 2004

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 13, tweede en derde streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om rekening te houden met de letters en accenten van de officiële EU-talen van de nieuwe lidstaten moet een lettertype worden toegevoegd aan de in deel B.4 van bijlage V bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 vastgestelde typografische voorschriften voor het communautaire logo.

(2)

In deel C van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 wordt een opsomming gegeven van de ingrediënten van agrarische oorsprong die niet biologisch zijn geproduceerd, maar desondanks wel bij de bereiding van levensmiddelen mogen worden gebruikt overeenkomstig de in artikel 5 van die verordening vastgestelde voorwaarden, mits kan worden aangetoond dat deze biologisch geproduceerde ingrediënten niet in voldoende hoeveelheden in de Gemeenschap beschikbaar zijn.

(3)

Nadat was vastgesteld dat in de Gemeenschap niet voldoende biologisch geproduceerde darmen beschikbaar waren, is bij Verordening (EG) nr. 473/2002 (2) een wijziging aangebracht aan deel C van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91, op grond waarvan darmen werden opgenomen in de lijst van ingrediënten van agrarische oorsprong, met de specificatie dat ze tijdens een op 1 april 2004 aflopende overgangsperiode mochten worden gebruikt.

(4)

Gezien het aanhoudende tekort aan biologisch geproduceerde darmen — ook in de toekomst — moet de tijdsbegrenzing inzake het gebruik van niet-biologisch geproduceerde darmen worden geschrapt.

(5)

Verordening (EEG) nr. 2092/91 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2092/91 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2092/91 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage V, deel B.4, punt 2.4 („Typografie”), wordt vervangen door:

„Voor de vermelding wordt Frutiger of Myriad bold condensed in hoofdletters gebruikt. Het lettertype van de vermelding wordt verkleind als aangegeven in punt 2.6.”.

2)

In bijlage VI, deel C, punt C.3, wordt na het woord „darmen”„tot 1 april 2004” geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 augustus 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 746/2004 van de Commissie (PB L 122 van 26.4.2004, blz. 10).

(2)  PB L 75 van 16.3.2002, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 746/2004.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

20.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/12


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 7 juli 2004

tot machtiging van de Turks-Cypriotische kamer van koophandel overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 2583)

(Slechts de tekst in de Griekse taal is authentiek)

(2004/604/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de Toetredingsakte (1), en met name op artikel 4, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 866/2004 moeten goederen die uit de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, worden binnengebracht in de gebieden waarover die regering feitelijk het gezag uitoefent, vergezeld gaan van een document dat is afgegeven door de Turks-Cypriotische kamer van koophandel, die daartoe door de Commissie in overeenstemming met de regering van de Republiek Cyprus is gemachtigd.

(2)

Bijgevolg moet de Turks-Cypriotische kamer van koophandel tot de afgifte van die documenten worden gemachtigd.

(3)

De regering van de Republiek Cyprus heeft met deze machtiging ingestemd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Turks-Cypriotische kamer van koophandel wordt gemachtigd om begeleidende documenten in de zin van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 866/2004 af te geven.

Een model van dit begeleidend document is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie (2).

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Cyprus.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2004.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128. Verordening gerectificeerd in PB L 206 van 9.6.2004, blz. 51.

(2)  Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.


Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

20.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/13


BESLUIT VAN HET VERTAALBUREAU VOOR DE ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

van 13 april 2004

betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten

(2004/605/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1645/2003 (2), inzonderheid op artikel 18 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag betreffende de Europese Unie bekrachtigt het begrip van openheid in artikel 1, tweede alinea, waarin wordt gesteld dat het Verdrag een nieuwe etappe markeert in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.

(2)

Openheid waarborgt een grotere legitimiteit en meer doelmatigheid en verantwoordelijkheid van de overheid ten opzichte van de burgers binnen een democratisch systeem. Zij draagt bij aan de versterking van de beginselen van democratie en eerbiediging van de grondrechten, zoals vervat in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(3)

Artikel 18 bis van Verordening (EG) nr. 2965/94, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1645/2003, bepaalt dat Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (3) (hierna „Verordening (EG) nr. 1049/2001” genoemd) ook van toepassing is op de documenten die bij het Vertaalbureau berusten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT GENOMEN:

Artikel 1

Toegangsgerechtigden en toepassingsgebied

1.   Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op toegang tot documenten van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (hierna „het Vertaalbureau” genoemd) volgens de beginselen en onder de voorwaarden en beperkingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

2.   De documenten die het Vertaalbureau enkel ter vertaling in handen heeft, berusten niet bij het Vertaalbureau in de zin van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a)

„document”: iedere inhoud, ongeacht de drager (op papier, in elektronische vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname), betreffende een materie die verband houdt met beleidsmaatregelen, acties en besluiten welke tot de bevoegdheid van het Vertaalbureau behoren;

b)

„derde”: iedere natuurlijke of rechtspersoon en entiteit buiten het Vertaalbureau, met inbegrip van de lidstaten, andere communautaire of niet-communautaire instellingen en organen, alsmede derde landen.

Artikel 3

Verzoeken om toegang

1.   Ieder verzoek om toegang tot een document wordt het Vertaalbureau toegezonden via zijn internet-adres (www.cdt.eu.int) of zijn e-mailadres (cdt@cdt.eu.int), per post (Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, Bâtiment Nouvel Hémicycle, 1 rue du Fort Thüngen, L-1499 Luxemburg) of per fax ((352) 421 71 12 20). Het Vertaalbureau beantwoordt de initiële en confirmatieve verzoeken om toegang binnen een termijn van 15 werkdagen vanaf de datum waarop het verzoek is geregistreerd. Wanneer het om complexe of omvangrijke documenten gaat, kan deze termijn met 15 werkdagen worden verlengd. Iedere verlenging van de termijn moet met redenen worden omkleed en vooraf aan de verzoeker worden meegedeeld.

2.   Ingeval een verzoek niet nauwkeurig is, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1049/2001, vraagt het Vertaalbureau de verzoeker de nodige aanvullende gegevens te verstrekken om de gevraagde documenten te kunnen identificeren; de antwoordtermijn loopt vanaf het ogenblik waarop het Vertaalbureau over deze gegevens beschikt.

3.   Elke, zelfs gedeeltelijk afwijzende beslissing, geeft de op één van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 genoemde uitzonderingen gegronde reden voor de weigering en deelt de verzoeker de beroepsmogelijkheden mede waarover deze beschikt.

Artikel 4

Behandeling van de initiële verzoeken

1.   Direct bij de registratie van het verzoek wordt een ontvangstbevestiging toegezonden, behalve wanneer het antwoord per omgaande wordt verzonden. De ontvangstbevestiging en het antwoord worden schriftelijk of eventueel langs elektronische weg toegezonden.

2.   Onverminderd artikel 9 van onderhavig besluit, is de afdeling Administratie bevoegd te beslissen over het aan de initiële verzoeken te geven gevolg. Daartoe wordt een functionaris aangewezen die de verzoeken om toegang behandelt en de standpunten coördineert.

De verzoeker wordt in kennis gesteld van het gevolg dat aan zijn verzoek is gegeven.

Elk, zelfs gedeeltelijk afwijzend antwoord, moet de verzoeker informeren over zijn recht binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van het antwoord een confirmatief verzoek bij het Vertaalbureau in te dienen.

3.   In geval van een volledige of gedeeltelijke weigering kan de verzoeker binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van het antwoord van het Vertaalbureau een confirmatief verzoek indienen om het ingenomen standpunt te herzien.

4.   Indien het Vertaalbureau niet binnen de vereiste termijn heeft geantwoord, heeft de verzoeker het recht een confirmatief verzoek in te dienen.

Artikel 5

Behandeling van confirmatieve verzoeken

1.   De directeur van het Vertaalbureau besluit over de confirmatieve verzoeken. Hij stelt de raad van bestuur van het Vertaalbureau hiervan in kennis.

2.   De beslissing wordt de verzoeker schriftelijk of eventueel langs elektronische weg meegedeeld, waarbij hij wordt gewezen op zijn recht beroep in te stellen bij het Gerecht van eerste aanleg of een klacht in te dienen bij de Europese Ombudsman.

Artikel 6

Raadplegingen

1.   Wanneer bij het Vertaalbureau een verzoek wordt ingediend om toegang tot een document dat het in zijn bezit heeft, maar dat afkomstig is van een derde, gaat het Vertaalbureau de toepasselijkheid na van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vermelde uitzonderingen.

2.   Wanneer het Vertaalbureau na dit onderzoek van oordeel is dat de toegang tot het gevraagde document moet worden geweigerd overeenkomstig één van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vermelde uitzonderingen, wordt het afwijzende oordeel de verzoeker zonder raadpleging van de derde-auteur toegezonden.

3.   Het Vertaalbureau geeft een positief gevolg aan het verzoek zonder de derde-auteur te raadplegen, wanneer:

a)

het gevraagde document reeds openbaar is gemaakt, hetzij door de auteur, hetzij overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 of soortgelijke bepalingen;

b)

de, eventueel gedeeltelijke openbaarmaking, van de inhoud kennelijk geen schade aan één van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vermelde belangen toebrengt.

In alle andere gevallen, wordt de derde-auteur geraadpleegd.

4.   In het geval dat het verzoek om toegang betrekking heeft op een document dat van een lidstaat uitgaat, raadpleegt het Vertaalbureau de autoriteit waarvan het afkomstig is, behoudens in de situatie als genoemd in lid 3, onder a).

5.   De geraadpleegde derde-auteur beschikt over een antwoordtermijn die ten minste vijf werkdagen bedraagt, maar die het het Vertaalbureau mogelijk moet maken zijn eigen antwoordtermijnen in acht te nemen. Bij het ontbreken van een antwoord binnen de vastgestelde termijn, of wanneer de derde-auteur onvindbaar of niet identificeerbaar is, beslist het Vertaalbureau overeenkomstig de uitzonderingen van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001, waarbij het op grond van de elementen waarover het beschikt, rekening houdt met de gewettigde belangen van de derde-auteur.

6.   In het geval dat het Vertaalbureau overweegt, tegen de uitdrukkelijke wens van de auteur in, toegang tot een document te verstrekken, stelt het de auteur ervan in kennis dat het voornemens is het document na een termijn van tien werkdagen openbaar te maken en maakt het hem opmerkzaam op de beroepsmogelijkheden waarover hij beschikt om zich tegen deze openbaarmaking te verzetten.

Artikel 7

Uitoefening van het recht tot toegang

1.   De documenten worden per post, fax of langs elektronische weg, indien zij in deze vorm beschikbaar zijn, verzonden. Bij omvangrijke of moeilijk te hanteren documenten kan de verzoeker worden gevraagd de documenten ter plaatse te raadplegen. Deze raadpleging is kosteloos.

2.   Wanneer het document is gepubliceerd, worden als antwoord de publicatiereferenties en/of informatie over de plaats waar het document kan worden gevonden en eventueel het adres van het document op de website www.cdt.eu.int gegeven.

3.   Wanneer het document meer dan 20 bladzijden omvat, kan de verzoeker een bijdrage van 0,10 EUR per bladzijde worden gevraagd, vermeerderd met de frankeerkosten. De kosten in verband met andere dragers worden per geval afzonderlijk vastgesteld, maar mogen een redelijk bedrag niet overschrijden.

Artikel 8

Maatregelen ter vergemakkelijking van de toegang tot de documenten

1.   Het Vertaalbureau stelt een documentenregister open teneinde de burgers in staat te stellen hun rechten voortvloeiend uit Verordening (EG) nr. 1049/2001 concreet uit te oefenen. Het register zal in elektronische vorm toegankelijk zijn.

2.   Het register bevat de titel van het document (in alle talen waarin het document beschikbaar is), met in voorkomend geval andere nuttige referenties, alsmede gegevens over de auteur en de datum waarop het document is opgesteld of aangenomen.

3.   Een hulppagina (in alle officiële talen) licht het publiek in over de wijze waarop het document kan worden verkregen. Indien het document is gepubliceerd, is er een verwijzing naar de oorspronkelijke tekst.

Artikel 9

Ambtshalve voor het publiek toegankelijke documenten

1.   Dit artikel is enkel van toepassing op documenten die na de toepassingsdatum van Verordening (EG) nr. 1049/2001 zijn opgesteld of ontvangen.

2.   De volgende documenten worden automatisch op verzoek toegezonden en worden, voorzover mogelijk, rechtstreeks in elektronische vorm toegankelijk gemaakt:

a)

de door de directeur of de raad van bestuur van het Vertaalbureau aangenomen teksten die bestemd zijn om in het Publicatieblad van de Europese Unie of op de website van het Vertaalbureau te worden bekendgemaakt;

b)

de documenten die van derden afkomstig zijn en reeds door de auteur of met diens instemming openbaar zijn gemaakt;

c)

de documenten die reeds naar aanleiding van een vorig verzoek openbaar zijn gemaakt.

Artikel 10

Verslagen

Het Vertaalbureau maakt in zijn jaarverslag, dat het jaarlijks over het voorgaande jaar publiceert, melding van de tenuitvoerlegging van onderhavig besluit, en geeft in het bijzonder statistische informatie over het aantal verzoeken om toegang tot documenten van het Vertaalbureau en het aantal afwijzingen met de redenen daarvoor, overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 1 april 2004 in werking.

Artikel 12

Publicatie

Dit besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd.

Gedaan te Luxemburg, 13 april 2004.

Voor de raad van bestuur

De voorzitter

K.-J. LÖNNROTH


(1)  PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1.

(2)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 13.

(3)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.


Rectificaties

20.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 272/16


Rectificatie van de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (2004/132/EG, Euratom)

( Publicatieblad van de Europese Unie L 53 van 23 februari 2004 )

In volume II, afdeling III „Commissie”, op de bladzijden 931 en 934 dient aan het einde van de Toelichting bij post 17 01 04 03 en bij artikel 17 02 01 de volgende alinea te worden toegevoegd:

„De ontvangsten voortvloeiende uit de deelneming van de kandidaat-lidstaten die bij de communautaire programma's zijn betrokken (post 6 0 9 1 van de staat van ontvangsten), kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.”.


Top