This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document E2017P0007
Action brought on 21 September 2017 by the EFTA Surveillance Authority against Iceland (Case E-7/17)
Beroep tegen IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 21 september 2017 (Zaak E-7/17)
Beroep tegen IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 21 september 2017 (Zaak E-7/17)
PB C 386 van 16.11.2017, p. 10–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 386/10 |
Beroep tegen IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 21 september 2017
(Zaak E-7/17)
(2017/C 386/08)
Op 21 september 2017 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen IJsland door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Carsten Zatschler, Catherine Howdle en Ingibjörg Ólöf Vilhjálmsdóttir, optredend als gemachtigden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, België.
De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof:
1. |
te verklaren dat IJsland heeft verzuimd de maatregelen vast te stellen die nodig zijn om het besluit waarnaar wordt verwezen in punt 6f van hoofdstuk VIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst (Richtlijn 2014/29/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukvaten van eenvoudige vorm), zoals aangepast bij Protocol 1 bij de EER-overeenkomst, op te nemen in zijn interne rechtsorde, en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in elk geval niet in kennis heeft gesteld van de maatregelen die het heeft genomen om het besluit om te zetten, zoals vereist op grond van artikel 7 van de EER-overeenkomst. |
2. |
IJsland te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Feiten en argumenten:
— |
Het verzoek betreft het feit dat IJsland op 8 februari 2017 nog geen gevolg had gegeven aan een met redenen omkleed advies dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 8 december 2016 tot haar had gericht en dat betrekking had op de niet-omzetting door deze Staat in zijn nationaal recht van Richtlijn 2014/29/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukvaten van eenvoudige vorm, waarnaar wordt verwezen in punt 6f van hoofdstuk VIII van bijlage II bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals aangepast aan die Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij (hierna „het besluit” genoemd). |
— |
De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betoogt dat IJsland zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 7 van de EER-overeenkomst niet is nagekomen door niet binnen de gestelde termijn de maatregelen vast te stellen die nodig zijn voor de omzetting van het besluit. |