EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document E2000P0008

Verzoek om een advies van het EVA-Hof, ingediend door Arbeidsretten (de Arbeidsrechtbank van Noorwegen) op 27 september 2000 in de zaak Landsorganisasjonen i Norge (Noorse Federatie van vakbonden) en Norsk Kommuneforbund (Noorse unie van gemeenteambtenaren) tegen Kommunenes Sentralforbund (Noorse vereniging van plaatselijke en regionale overheden) en anderen (Zaak E-8/00)

PB C 49 van 15.2.2001, p. 9–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

E2000P0008

Verzoek om een advies van het EVA-Hof, ingediend door Arbeidsretten (de Arbeidsrechtbank van Noorwegen) op 27 september 2000 in de zaak Landsorganisasjonen i Norge (Noorse Federatie van vakbonden) en Norsk Kommuneforbund (Noorse unie van gemeenteambtenaren) tegen Kommunenes Sentralforbund (Noorse vereniging van plaatselijke en regionale overheden) en anderen (Zaak E-8/00)

Publicatieblad Nr. C 049 van 15/02/2001 blz. 0009 - 0010


Verzoek om een advies van het EVA-Hof, ingediend door Arbeidsretten (de Arbeidsrechtbank van Noorwegen) op 27 september 2000 in de zaak Landsorganisasjonen i Norge (Noorse Federatie van vakbonden) en Norsk Kommuneforbund (Noorse unie van gemeenteambtenaren) tegen Kommunenes Sentralforbund (Noorse vereniging van plaatselijke en regionale overheden) en anderen

(Zaak E-8/00)

(2001/C 49/14)

Er is door Arbeidsretten (de Arbeidsrechtbank van Noorwegen) een verzoek ingediend bij het EVA-Hof dat op 2 oktober 2000 bij het Hof werd geregistreerd, om een advies in de zaak Landsorganisasjonen i Norge (Noorse federatie van vakbonden) en Norsk Kommuneforbund (Noorse Unie van gemeenteambtenaren) tegen Kommunenes Sentralforbund (Noorse Vereniging van plaatselijke en regionale overheden) en anderen, met betrekking tot de volgende vragen:

Werkingssfeer van artikel 53 EER

1a) Vloeien uit een collectieve arbeidsovereenkomst in het algemeen verbindende rechtsgevolgen tussen de partijen onderling aan werkgeverszijde voort die kunnen worden beschwoud als een "overeenkomst tussen ondernemingen" in de zin van artikel 53 EER?

1b) Indien een werkgeversorganisatie een collectieve arbeidsovereenkomst sluit, is dit dan een "besluit van een ondernemersvereniging" in de zin van artikel 53 EER?

1c) Is een gemeente een "onderneming" in de zin van artikel 53 EER indien zij in haar hoedanigheid van werkgever wordt gebonden door een collectieve arbeidsovereenkomst zonder daarbij partij te zijn?

2a) Kan een bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst die andere doelstellingen heeft dan de loon- en arbeidsvoorwaarden te verbeteren, binnen de werkingssfeer van artikel 53 EER vallen?

2b) Indien vraag 2a) bevestigend wordt beantwoord: aan welke voorwaarden moet dan worden voldaan?

3. Vallen bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende collectieve beroepspensioenregelingen, zoals de bepalingen in binding 2.1.8, tweede, derde en vierde alinea, van de collectieve arbeidsovereenkomst voor gemeenten enz. voor de periode 1998-2000, binnen de werkingssfeer van artikel 53 EER?

Verbod in artikel 53 EER

4. Is het verenigbaar met artikel 53 EER dat in een collectieve arbeidsovereenkomst de voorwaarde wordt gesteld dat een collectieve beroepspensioenregeling gebaseerd moet zijn op een financieringsstelsel waarin geen onderscheid naar geslacht wordt gemaakt, hetgeen slechts door één verstrekker kan worden geboden?

5a) Is het verenigbaar met artikel 53 EER dat in een collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat een aanbod van een verzekeringsonderneming aan een werkgever betreffende beroepspensioenregelingen moet worden goedgekeurd door vertegenwoordigers van de partijen bij een collectieve arbeidsovereenkomst?

5b) Indien vraag 5a) bevestigend wordt beantwoord: luidt het oordeel anders indien goedkeuring uitsluitend mogelijk is met eenparigheid van stemmen van de partijen?

6. Is het verenigbaar met artikel 53 EER dat in een collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat uit een beroepspensioenregeling voortvloeiende rechten slechts kunnen worden overgedragen indien het nieuwe verzekeringsproduct stilzwijgend of uitdrukkelijk is aanvaard door een overheidslichaam?

7a) Is het verenigbaar met artikel 53 EER dat in een collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat een verandering van verstrekker van een beroepspensioenregeling slechts mogelijk is indien de werkgever tevoren een afzonderlijke overeenkomst betreffende wederzijdse overdracht van pensioenrechten heeft gesloten met goedkeuring van het voor de overdracht van de pensioenrechten bevoegde overheidslichaam?

7b) Indien vraag 7a) bevestigend wordt beantwoord: luidt het oordeel anders indien de pensioenrechten pas in de overdrachtovereenkomsten kunnen worden opgenomen nadat het besluit om van verstrekker te veranderen, is genomen?

8. Kan de som van een aantal bepalingen in een collectieve arbeidsovereenkomst, zoals de bepalingen in beding 2.1.8, tweede, derde en vierde alinea, van de collectieve arbeidsovereenkomst voor gemeenten enz. voor de periode 1998-2000, strijdig worden geacht met artikel 53 EER, ook al valt geen van de bepalingen, op zichzelf beschouwd, onder het daarin opgenomen verbod?

Interpretatie van artikel 54 EER

9. Kan een vereniging van gemeenten die een belangengroep en een werksgeverorganisatie is, zoals de Noorse Vereniging van plaatselijke en regionale overheden, bij de onderhandelingen over collectieve arbeidsovereenkomsten worden beschouwd als een "onderneming" in de zin van artikel 54 EER?

10. Kan een onderneming, gesteld dat zij een "machtspositie" heeft, ongeacht artikel 54 EER een overeenkomst sluiten of voorwaarden vaststellen met betrekking tot de verandering van verstrekker van beroepspensioenregelingen, zoals die welke zijn vastgesteld in beding 2.1.8, tweede, derde en vierde alinea, van de collectieve arbeidsovereenkomst voor gemeenten enz. voor de periode 1998-2000?

Top