This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/283/59
Case T-361/07 P: Appeal brought on 19 July 2007 by Commission of the European Communities against the judgment of the Civil Service Tribunal delivered on 5 July 2007 in Case F-25/06, Ider and Others v Commission
Zaak T-361/07 P: Hogere voorziening ingesteld op 19 juli 2007 door Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 5 juli 2007 in zaak F-25/06, Ider e.a./Commissie
Zaak T-361/07 P: Hogere voorziening ingesteld op 19 juli 2007 door Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 5 juli 2007 in zaak F-25/06, Ider e.a./Commissie
PB C 283 van 24.11.2007, p. 32–32
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.11.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 283/32 |
Hogere voorziening ingesteld op 19 juli 2007 door Commissie tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 5 juli 2007 in zaak F-25/06, Ider e.a./Commissie
(Zaak T-361/07 P)
(2007/C 283/59)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirante: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: D. Martin et L. Lozano Palacios, gemachtigden)
Andere partijen in de procedure: B. Ider (Halle, België), M.-C. Desorbay (Meise, België), L. Noschese (Kasteelbrakel, België)
Conclusies
— |
het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 5 juli 2007 in zaak F-25/06 te vernietigen; |
— |
de zaak te verwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken; |
— |
de beslissing omtrent de kosten aan te houden; |
— |
subsidiair, het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 5 juli 2007 in zaak F-25/06 te vernietigen en het geschil zelf te beslechten door de conclusies van verweerster in eerste aanleg toe te wijzen en dus het beroep in zaak F-25/06 te verwerpen; verweerster in hogere voorziening te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Bij het arrest van 5 juli 2007 in zaak F 25/06, Ider e.a./Commissie, heeft het Gerecht voor ambtenarenzaken (GAZ) de besluiten van de Commissie tot vaststelling van de indeling en bezoldiging van verzoekers als arbeidscontractanten nietig verklaard. Verzoekers, oud-werknemers naar Belgisch recht, zijn aangeworven als personeelslid voor uitvoerende taken als gevolg van een wijziging van de op andere personeelsleden van de Gemeenschappen toepasselijke regeling.
Het eerste middel van de Commissie in hogere voorziening betreft schending van het recht doordat het Gerecht door zijn uitlegging van de toepasselijke bepalingen de draagwijdte van het gelijkheidsbeginsel zou hebben miskend, met name wat het concept van de Commissie betreft dat erin bestaat de kinderbijslag in het begrip bezoldiging op te nemen.
Het tweede middel betreft schending van de motiveringsplicht doordat het Gerecht zich niet heeft uitgesproken over het begrip bezoldiging.