Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/184/06

Programma Cultuur (2007-2013) — Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/25/07 — Ondersteuning van culturele acties: literaire vertalingen (deel 1.2.2)

PB C 184 van 7.8.2007, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 184/9


PROGRAMMA CULTUUR (2007-2013)

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/25/07

Ondersteuning van culturele acties: literaire vertalingen (deel 1.2.2)

(2007/C 184/06)

1.   Rechtsgrondslag

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma Cultuur (2007-2013) (1) (hierna: „het Programma”).

2.   Doelstellingen en beschrijving

Het Programma is onderdeel van de permanente inspanning van de Europese Unie ter versterking van de door alle Europeanen gedeelde en op een gemeenschappelijk cultureel erfgoed gebaseerde culturele ruimte, door middel van de ontwikkeling van culturele samenwerking tussen de scheppende kunstenaars, in de culturele sector werkzame personen en de culturele instellingen van de aan het programma deelnemende landen, met het oog op de bevordering van een Europees burgerschap.

Het Programma betreft de cultuursector als geheel en is erop gericht synergieën te stimuleren die leiden tot een duurzame culturele samenwerking op Europees niveau, door middel van het bevorderen van de grensoverschrijdende mobiliteit van mensen die in de culturele sector werkzaam zijn, het transnationale verkeer van artistieke en culturele werken en producten en de interculturele dialoog.

3.   Doel van deze oproep tot het indienen van voorstellen

Om de doelstellingen van het programma te bereiken is het de bedoeling van deze oproep tot het indienen van voorstellen dat er na twee selectieprocedures (2) communautaire subsidies worden toegekend aan projecten inzake literaire vertalingen.

Het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (hierna: „het Uitvoerend Agentschap”) is verantwoordelijk voor de uitvoer van deze oproep tot het indienen van voorstellen.

4.   Begroting en looptijd van het project

4.1   Begroting

De totale toegekende begroting bedraagt ongeveer 1,7 miljoen EUR.

De communautaire financiering zal niet lager zijn dan 2 000 EUR en niet hoger zijn dan 60 000 EUR. Het gaat om de subsidiëring van vertaalkosten, op voorwaarde dat deze kosten niet meer bedragen dan 50 % van de totale operationele kosten.

Het recht wordt voorbehouden om niet alle beschikbare fondsen uit te keren.

4.2   Looptijd van het project

De maximale looptijd van een project inzake literaire vertalingen is 18 (achttien) maanden.

5.   Subsidiabiliteitscriteria en selectiecriteria

Voor deelname komen alleen aanvragers in aanmerking die een publiek- of privaatrechtelijke uitgeverij of uitgeversgroep zijn met hun maatschappelijke zetel in een van de landen die aan het Programma deelnemen (3).

Natuurlijke personen mogen geen subsidie aanvragen.

Aanvragers moeten aantonen dat zij de nodige operationele bekwaamheid en financiële draagkracht hebben om het project volledig te kunnen uitvoeren, dat zij over stabiele en voldoende financieringsbronnen beschikken en dat zij voldoende vakkundigheid, kwalificaties en ervaring hebben om hun activiteit gedurende de hele uitvoeringstermijn van het project te blijven uitoefenen.

Geschikte werken zijn fictiewerken, ongeacht het literaire genre (romans, verhalen, novelles, toneelstukken, poëzie, stripverhalen, enz.).

Geschikte auteurs zijn auteurs die staatsburgers of ingezetenen zijn van een land dat aan het Programma deelneemt.

Geschikte talen zijn de officiële talen (4) van de landen die aan het Programma deelnemen, alsook oude talen, zoals Latijn en Oudgrieks.

De deelnametermijn voor de eerste selectieprocedure moet aanvangen vóór 30 juni 2008 en eindigen op 31 december 2009.

De deelnametermijn voor de tweede selectieprocedure moet aanvangen vóór 31 december 2008 en eindigen op 30 juni 2010.

6.   Toekenningscriteria

De toekenning van een subsidie hangt niet alleen af van de beoordeling van de subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria. De beslissing zal worden genomen op basis van de toekenningscriteria.

Deze toekenningscriteria zijn:

de mate waarin het project een echte Europese meerwaarde kan opleveren;

de relevantie van de activiteiten voor de specifieke doelstellingen van het Programma;

de manier waarop de voorgestelde activiteiten zijn opgezet zodat de kans op welslagen zeer groot is en de resultaten van hoge kwaliteit zullen zijn;

de mate waarin de activiteiten resultaten kunnen opleveren die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van het Programma;

de manier waarop de resultaten van de voorgestelde activiteiten zullen worden gecommuniceerd en uitgedragen.

7.   Uiterste datums voor de indiening van aanvragen

Eerste selectie:

 

1 oktober 2007 (datum poststempel of stempel van de koeriersdienst)

Tweede selectie:

 

1 april 2008 (datum poststempel of stempel van de koeriersdienst)

8.   Aanvullende inlichtingen

De aanvullende specificaties bij de oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/25/07 vormen een integraal onderdeel daarvan. De aanvragen moeten voldoen aan de vereisten die zijn vermeld in de specificaties en moeten worden ingediend met behulp van de daarvoor bestemde aanvraagformulieren.

De specificaties, het aanvraagdossier en alle betreffende formulieren staan op de website van het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur:

http://eacea.ec.europa.eu/


(1)  PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1.

(2)  Zie hoofdstuk 7 — Uiterste datums voor de indiening van aanvragen.

(3)  De 27 lidstaten van de Europese Unie; de EER-landen (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen); de kandidaat-lidstaten (Kroatië en Turkije; en de FYROM, onder voorbehoud van de sluiting van een memorandum van overeenstemming betreffende de deelname van dit land aan het programma); de landen van de westelijke Balkan (Albanië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Servië, met inbegrip van Kosovo (overeenkomstig Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties)), onder voorbehoud van de sluiting van een memorandum van overeenstemming betreffende de deelname van elk van deze landen aan het Programma.

(4)  Zoals gedefinieerd in de grondwet of de basiswetgeving van het respectieve land.


Top